Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Vergelijkbare documenten
Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Titel: Muzisch-creatieve vorming deel 2

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

1. Opstellen van een plan van aanpak 2. Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Verdieping doelgroepen

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

De Brug, een instelling voor verstandelijk gehandicapte mensen

VOORTGANGSRAPPORTAGE PRAKTIJK KINDEROPVANG BBL vlg het Kwalificatiedossier 2011

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk BOL Leerjaar 3 Praktijk

Gehandicaptenzorg, woonbegeleiding, activiteitenbegeleiding, zorgcoördinatie.

Inzoomen op de cliënt en zijn omgeving

2. Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg

KD: Maatschappelijke Zorg Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Kerntaak 1: Opstellen van een plan van aanpak

2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding 2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

Spelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen

1. Opstellen van een activiteitenprogramma en een plan van aanpak

3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning

Zorgboerderij, verpleeghuis, verzorgingstehuis, psychiatrisch centrum, dak- en thuislozencentrum, sociale werkplaats, diverse woonvormen

Gehandicaptenzorg, ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijke opvang, welzijnsinstellingen

basis-cv, gericht cv, profielschets, open sollicitatiebrief, gerichte sollicitatiebrief, sollicitatiegesprek en netwerkgesprek.

Handleiding Palliatieve Zorg

Snoezelruimte, kinderdagverblijf, meervoudig complex gehandicapt, plan van aanpak, dak- en thuislozenopvang

Drie video-opnames van gesprekken, met tips over het omgaan met interculturele misverstanden.

Kerntaak 1: Opstellen van een plan van aanpak

Kerntaak 1: Opstellen van een plan van aanpak

VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent (93500) BOL Verdiepingsfase OAS volgens het Kwalificatiedossier 2013.

Communiceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang

Specificaties. Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang. Peuterplusactiviteiten. Kinderopvang, peuterspeelzaal

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Belangrijke levensgebeurtenissen

BPV-BOEK, LEERJAAR 2 BOL SCHOOLJAAR

Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Summa Welzijn Willem de Rijkelaan EA Eindhoven /

BPV-BOEK, LEERJAAR 2 BOL SCHOOLJAAR

HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL-MZ, niveau 4

Competentieprofiel beoordelaar

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Gezondheid, ziekte en besmetting

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

Beoordelingseenheid B Proeve van Bekwaamheid. Planmatig werken. Crebonummer: 92620

OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

SHL competenties Definities Componenten

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Handleiding Activiteitenmethodiek Maatschappelijke Zorg Periode 2,

Ondersteunen bij dagelijkse bezigheden

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4)

Zorginnovaties en technologie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012

OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

1. Algemene informatie over de kwalificatie. A. Functienaam Wellnessmasseur (NGS) 1

1. Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak 2. Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere

Competenties. KBB-competentiemodel

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Kennisbundels in relatie tot kwalificatiedossiers

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam

Persoonlijk begeleider

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL MZ, niv.3

Beoordelingsformulieren BPV

Kerntaak 3 opleiding doktersassistent: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer. Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

Kwalificatieprofiel NGS Wellnessmasseur

OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Gevorderd

Kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak

Examenplan voor de opleidingen tot Medewerker Maatschappelijke Zorg (MMZ) 1.Overzicht

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT

Beroepsprestatie 1.5 Zorg voor veiligheid in onverwachte situaties.

1. Algemene informatie over de kwalificatie. A. Functienaam Sportmasseur (NGS) 1

PROJECTHANDLEIDING BBL PW

Het gaat om de volgende formulieren: Beroepshouding Tussenbeoordeling. Beroepshouding Eindbeoordeling. Eindresultaat BPV. Werkprocesformulieren

Model Praktijkbeoordelaar

PROJECTHANDLEIDING. Deel 3 Bedrijf onder de loep Het verbeterplan BBL-PW4

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Kerntaak 1: Ontwerpt producten of systemen

Aanpassingen examens 2018 Maatschappelijke zorg

EXAMENPLAN CGO 2012 DELTION COLLEGE

Eisen mbo-certificaat. Ondersteuning thuis

Specificaties. Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang. Basiscompetenties in de kinderopvang

Aanpassingen examens 2018 Maatschappelijke zorg

Kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak

Beoordelingsdocumenten portfolio Fitnesstrainer A

PROJECTFORMULIER het beste idee BOL Niv.3/4 verdiepingsfase

Transcriptie:

Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar bestaat uit vier periodes en per periode krijgen de studenten één of meerdere praktijkopdrachten. Op school krijgen de studenten uitleg over de praktijkopdrachten en zij bespreken deze vervolgens met hun praktijkbegeleider. De praktijkopdrachten worden beoordeeld door de praktijkbegeleider. Deze tekent de werkprocessen (incl. de beoordelingscriteria) bij de opdracht af op de praktijkkaart, met een onvoldoende, voldoende of goed. De werkprocessen en beoordelingscriteria komen rechtstreeks uit het kwalificatiedossier. Een dossier dat landelijk door de minister is vastgesteld. Normering beoordeling praktijk Het cijfer 1, 2 of 3 op de voortgangsrapportage verwijst naar het ontwikkelingsniveau van een student in de praktijk. De praktijkbegeleider beoordeelt naar eigen inzicht of de student voldoet aan het niveau dat van de student verwacht mag worden gezien de fase van de opleiding. Aan het eind van het laatste leerjaar dienen de beoordelingscriteria minimaal op niveau 2 ('een aardig eindje op weg') te zijn afgetekend om een voldoende voor de praktijk te krijgen. Bij een tweejarige opleiding neemt de student de voortgangsrapportage van jaar 1 mee naar jaar 2. Eind jaar 1 zijn nog niet alle werkprocessen afgetekend, omdat deze nog niet allemaal door middel van een praktijkopdracht zijn aangetoond. De student wordt toegelaten tot de Proeve van Bekwaamheid als alle werkprocessen op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar (3) zijn afgetekend. Voortgangsrapportage Medewerker Maatschappelijke Zorg niv.3 Handtekening praktijkbegeleider: Datum: Kwalificatiedossier MZ 2014, MBO College Hilversum, cohort 2014 1

VOORTGANGSRAPPORTAGE Persoonlijk Begeleider Gehandicaptenzorg Kwalificatiedossier 2014 1= startniveau, 2= aardig eindje onderweg, 3=beginnend beroepsbeoefenaar. Kerntaak 1: Opstellen van een plan van aanpak Werkproces 1.1 Inventariseert de hulpvragen van de cliënt Competenties Aan te tonen gedrag 1 2 3 Feedback D. Aandacht en begrip tonen - Interesse tonen - Luisteren Je toont belangstelling voor de cliënt. Je toont betrokkenheid bij de cliënt (en het cliëntsysteem). Je luistert actief en je vraagt door, zodat zij je de informatie geven die je nodig hebt. Ze voelen zich door jou begrepen. N. Onderzoeken -Informatie achterhalen Werkproces 1.2 Schrijft het plan van aanpak M. Analyseren - conclusies trekken - Informatie uiteenrafelen J. Formuleren en rapporteren - Structuur aanbrengen - Vlot en bondig formuleren E. Samenwerken en overleggen - Afstemmen - Anderen raadplegen Je gebruikt verschillende bronnen om informatie te verzamelen. Je hebt een volledig beeld van de situatie en wensen v.d. cliënt. Je analyseert de verkregen informatie over de cliënt. Je legt relaties tussen de gegevens en combineert gegevens uit verschillende bronnen tot relevante informatie. Dit levert een duidelijk, realistisch en werkbaar ondersteuningsplan. Je bouwt het ondersteuningsplan op een logische gestructureerde wijze op. Je formuleert vlot en bondig. Je maakt duidelijk onderscheid in hoofd -en bijzaken. Het ondersteuningsplan is zowel voor de cliënt als voor de professionals begrijpelijk en richtinggevend voor de begeleiding van de cliënt. Je vraagt de mening van collega s (in- en evt. extern, evt 1 of meerdere disciplines) over de invulling van het ondersteuningsplan. Dit plan/het ondersteuningsplan voldoet aan de professionele eisen. Het krijgt draagvlak in het (multidisciplinaire) team. Werkproces 1.3 Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplan J. Formuleren en rapporteren - Structuur aanbrengen - Vlot en bondig formuleren R. Op de behoeften van de klant richten - Aansluiten bij behoeften en verwachtingen Je bouwt het activiteitenplan op een logische gestructureerde wijze op. Je formuleert vlot en bondig. Je maakt duidelijk onderscheid in hoofd -en bijzaken. Het activiteitenplan is zowel voor de cliënt als professionals begrijpelijk en richtinggevend voor de begeleiding van de cliënt. Je vertaalt, - zo mogelijk samen met de cliënt -, wensen en mogelijkheden van de cliënt in concrete activiteiten. Daardoor sluit het activiteitenplan aan bij de leeftijd, achtergrond, ontwikkelingsfase van de cliënt. De cliënt kan zich vinden in de ondersteuning die geboden gaat worden. 2

- Activiteiten plannen - Doelen en prioriteiten stellen - Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Je stelt duidelijke en realistische doelen op. Je plant en prioriteert activiteiten in de tijd zodat het activiteitenplan uitvoerbaar is en aansluit bij de mogelijkheden van de cliënt en de organisatie. Je maakt een keuze voor bepaalde activiteiten en begeleidingsvormen op basis van de verzamelde gegevens en op basis van je kennis met betrekking tot de activiteitenbegeleiding. Het activiteitenplan draagt daardoor bij aan het realiseren van de doelstellingen uit het ondersteuningsplan/plan van aanpak. Kerntaak 2 Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg Werkproces 2.1 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging Competenties Aan te tonen gedrag 1 2 3 Feedback D. Aandacht en begrip tonen - Anderen steunen - Begrip hebben voor de standpunten en houding van anderen Je toont begrip voor de mening en gevoelens van de cliënt ten aanzien van zijn voorkomen en persoonlijke hygiëne. Hierdoor zijn persoonlijke intieme vraagstukken betreffende de cliënt bespreekbaar zodat er een vertrouwensband kan groeien tussen jou en de cliënt. - Anderen ontwikkelen - Coachen - Motiveren F. Ethisch en integer handelen - Ethisch handelen - Integer handelen - Vakspecifieke manuele vaardigheden aanwenden Je stimuleert de cliënt om gestelde doelen op het gebied van persoonlijke verzorging te bereiken. Je coacht hem indien mogelijk-, om zelf (gedrags)alternatieven uit te proberen en met oplossingen te komen. Je creëert mogelijkheden voor de cliënt om zich te ontwikkelen, zodat begeleidingsdoelen gerealiseerd kunnen worden. Je gaat tijdens de persoonlijke verzorging discreet om met de privacy van de cliënt. Je komt gemaakt afspraken na, zodat je het vertrouwen van de cliënt krijgt en behoudt. Je voert de benodigde handelingen snel en accuraat uit en volgens ergonomische voorschriften, zodat de cliënt effectief wordt ondersteund bij zijn persoonlijke verzorging. Werkproces 2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden - Adviseren - Anderen ontwikkelen - Motiveren T. Instructies en procedures opvolgen - Werken conform veiligheidsvoorschriften en voorgeschreven procedures Je creëert (leer)situaties waarin de cliënt kansen en mogelijkheden krijgt om zich te ontwikkelen op het gebied van wonen en huishouden. (bijvoorbeeld ten aanzien van eigen waarden en normen) Je geeft heldere adviezen. Je motiveert de cliënt (afgestemd op zijn mogelijkheden) zodat de doelen uit het ondersteuningsplan/plan van aanpak gerealiseerd kunnen worden. Je handelt tijdens het ondersteunen van de cliënt bij huishouden en wonen in overeenstemming met de voorgeschreven (werk)procedures en veiligheidsvoorschriften, zodat geen onnodige risico s ontstaan en uniformiteit in de ondersteuning gewaarborgd is. 3

L. Materialen en middelen inzetten - Materialen en middelen doelmatig en doeltreffend gebruiken R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten - Aansluiten bij behoeften en verwachtingen Werkproces 2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding D. Aandacht en begrip tonen - Anderen steunen - Inleven in andermans gevoelens - Anderen ontwikkelen - Coachen - Motiveren L. Materialen en middelen inzetten - Geschikte materialen en middelen kiezen - goed zorgdragen voor materialen en middelen - Doelmatig gebruiken - Activiteiten plannen - Mensen en middelen organiseren - Voortgang bewaken Je gaat zorgvuldig en netjes om met de materialen en middelen. Je gebruikt hulpmiddelen waarvoor ze bedoeld zijn. Zo kunnen de huishoudelijke werkzaamheden efficiënt uitgevoerd worden. Je toont je hierin een voorbeeld voor de cliënt. Je begrijpt wat belangrijk is voor de cliënt. Je gaat na wat zijn wensen zijn. Je stelt je flexibel op bij veranderingen. Zo laat je steeds de ondersteuning, leefsituatie en activiteiten op het gebied van huishouden en wonen aansluiten op de mogelijkheden en behoeften van de cliënt. Je hebt inzicht in de gevoelens van de cliënt waardoor je de cliënt op het gebied van werk, scholing en vrije tijd door moeilijke of lastige periodes heen kan helpen. Zo groeit de cliënt in zijn ontwikkeling, blijft gemotiveerd om te werken aan zijn ontwikkeling of accepteert zijn beperkingen. Je creëert activiteiten waarbij de cliënt uitdagingen aangaat die gericht zijn op zijn ontwikkeling en kan oefenen met ander gedrag. Je stimuleert de sociale ontwikkeling van de cliënt. Je geeft hem regelmatig constructieve feedback over zijn functioneren. Je motiveert hem om moeilijkheden te overwinnen, zodat de cliënt leert omgaan met anderen, met (gedrags)regels en normen en waarden. Je zorgt er voor dat de cliënt zijn zelfredzaamheid ten aanzien van werk, scholing of vrije tijd bevorderd wordt of behouden blijft (indien mogelijk). Je kiest de juiste materialen en middelen voor activiteiten die je organiseert. Je gaat hier zorgvuldig en netjes mee om. Je zorgt er voor dat de materialen en middelen goed onderhouden zijn. Zo kunnen de doelstellingen van de dagbesteding gerealiseerd worden en kan de activiteit veilig en efficiënt verlopen. Je plant en regelt de activiteiten en acties die in het kader van werk, scholing en vrije tijd door de cliënt ondernomen zullen worden. Je zorgt dat de benodigde middelen en menskracht beschikbaar zijn. Zo kunnen de activiteiten volgens planning en afspraken uitgevoerd worden. 4

Werkproces 2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied - Motiveren - Anderen ontwikkelen E. Samenwerken en overleggen - Anderen raadplegen en betrekken L. Materialen en middelen inzetten - Geschikte materialen en middelen kiezen - Goed zorgdragen voor materialen en middelen - Doelmatig gebruiken - Activiteiten plannen - Tijd indelen - Voortgang bewaken U. Omgaan met verandering en aanpassen - Aanpassen aan veranderde omstandigheden Je schept kansen en mogelijkheden voor cliënten om zicht te ontwikkelen. Je motiveert ze hun doelen te bereiken en hun uitdagingen aan te gaan. Je geeft feedback op het gedrag van cliënten (onderling), zodat de cliënten met een positieve instelling de activiteiten uitvoeren en in hun ontwikkeling (inclusief de sociale ontwikkeling) gestimuleerd worden. Je overlegt tijdens activiteiten op gebied van werk, scholing en vrije tijd over je aanpak. Je schakelt tijdig hulp in bij knelpunten of onvoorziene voorvallen, zodat de kwaliteit en de continuïteit van de begeleiding gewaarborgd zijn. Je kiest de juiste materialen en middelen voor de activiteiten die je organiseert. Je gaat hier zorgvuldig en netjes mee om en zorgt er voor dat de materialen en middelen onderhouden zijn. Zo kunnen de doelstellingen van de dagbesteding gerealiseerd worden en kan de activiteit veilig en efficiënt verlopen. Je plant en regelt ruim van tevoren de activiteiten. Je schat de benodigde tijd goed in. Je gebruikt indicatoren om de voortgang te meten, zodat de activiteiten daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden. Je gaat na of de uitvoering en voortgang van de activiteiten nog volgens schema verlopen. Je past je handelen snel en flexibel aan bij agressie, lastige en/of crisissituaties. Indien nodig voer je interventies uit volgens afspraken in het plan van aan pak, de richtlijnen van de organisatie, wet en regelgeving. Cliënten leren zo van de situatie. Gevaar voor de betrokkenen en schade wordt voorkomen. Werkproces 2.5 Ondersteunt de cliënt bij het voeren van de regie over zijn leven B. Aansturen - Instructies en aanwijzingen geven - Richting geven H. Overtuigen en beïnvloeden - Gesprekken richting geven - Onderhandelen - Overeenstemming nastreven Je voorziet collega's, deskundigen en het sociale systeem van informatie en aanwijzingen. Je maakt resultaat afspraken met hen, zodat de cliënt geholpen wordt een zo optimale regie over zijn leven te voeren. Je leidt gesprekken in duidelijke banen met een deskundige en bevlogen uitstraling. Je oefent actief invloed uit op het verloop van een gesprek of discussie. Je brengt verschillende benaderingen tot elkaar. Je past onderhandelings- technieken toe. Je creëert draagvlak en betrokkenheid voor de manier waarop de regie gevoerd wordt over het leven v.d.cliënt. 5

- Expertise delen - Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Werkproces 2.6 Ondersteunt het sociale systeem - Adviseren - Coachen U. Omgaan met verandering en aanpassen - Met verschillen tussen mensen omgaan - Expertise delen Je past gesprekstechnieken en begeleidingsmethodieken toe. Je draagt relevante onderdelen van je kennis en ervaring over aan betrokkenen en stimuleert de cliënt en andere betrokkenen in actie te komen. Zodat de cliënt zoveel mogelijk de regie kan voeren over zijn eigen leven en dat andere betrokkenen de gewenste ondersteuning kunnen bieden. Je geeft de personen uit het sociale netwerk van de cliënt gericht advies over de uitvoering van (delen van) de ondersteuning. Je biedt hen mogelijkheden om dit te doen. Zodat zij een rol kunnen en willen spelen in de ondersteuning van de cliënt. Je past gedrag en omgangsvormen aan op betrokkenen uit het sociale systeem. Je stemt je communicatie op hen af, ook als zij verschillen qua cultuur of achtergrond, zodat een samenwerkingsrelatie kan ontstaan. Je draagt je expertise met betrekking tot de aanpak en begeleiding van de cliënt en zijn ziektebeeld over aan het sociale netwerk, zodat zij de cliënt kunnen ondersteunen. Werkproces 2.7 Voert verpleegtechnische handelingen uit - Vakspecifieke manuele vaardigheden aanwenden - Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden L. Materialen en middelen inzetten - Doelmatig gebruiken - Doeltreffend gebruiken - Geschikte materialen en middelen kiezen - Er goed voor zorgdragen T. Instructies en procedures opvolgen Je handelt en rekent accuraat en je vormt je snel een beeld van de lichamelijke en psychische gesteldheid van de cliënt. Je voert verpleegtechnische handelingen uit volgens professionele normen. Je neemt binnen de gestelde kaders op tijd de nodige beslissingen en schakelt zonodig een arts (of leidinggevende) in wanneer nodig, zodat de verpleegtechnische handelingen op een verantwoorde wijze en volgens de gestelde kwaliteitseisen verricht worden. Je kiest de geschikte materialen, hulpmiddelen en apparatuur voor de verpleegtechnische handelingen. Je gebruikt deze effectief, vindingrijk, efficiënt, zorgvuldig en veilig; zodat een professionele inzet van materialen en middelen is gegarandeerd. Je volgt veiligheidsregels en voorschriften en protocollen. Je voorziet in een optimaal controlesysteem en werkt binnen de wettelijke richtlijnen. Je zorgt er voor dat een goede en veilige uitvoering van verpleegtechnische handelingen plaatsvindt. 6

Kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkproces 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Competenties Aan te tonen gedrag 1 2 3 Feedback - Expertise delen Je houdt je vakkennis en vaardigheden bij. Je kunt op begrijpelijke wijze je expertise overdragen aan collega s en deskundigen. Je gebruikt feedback om van te leren. Je neemt deel aan inhoudelijke, beroepsmatige discussies. Zo werk je aan je jouw persoonlijke ontwikkeling en lever je een bijdrage aan de professionalisering van het beroep. Werkproces 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg T. Instructies en procedures opvolgen - werken volgens voorgeschreven procedures - en wettelijke richtlijnen Je houdt je aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering en wettelijke richtlijnen. Je stimuleert anderen om zich hier aan te houden. Hiermee lever je een effectieve bijdrage aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van de zorg. Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen - Doelen en prioriteiten stellen E. Samenwerken en overleggen - Afstemmen - Anderen raadplegen en betrekken Werkproces 3.4 Voert coördinerende taken uit Je formuleert bij (het overdragen van) je werkzaamheden duidelijke en haalbare doelen. Je geeft mogelijke knelpunten aan. Je houdt rekening met tijd en kwaliteit. Je collega's weten waar je mee bezig bent. De kwaliteit en continuïteit van de zorg en begeleiding worden door jou gewaarborgd. Je overlegt bij de uitvoering van de opvang en begeleiding tijdig met anderen. Je raadpleegt anderen indien nodig. Je weet wat de consequenties zijn van je eigen acties. Je stelt je zo op dat de samenwerking in het team soepel verloopt. Je geeft relevante informatie over de cliënt door aan het multidisciplinair team. De dienstverlening verloopt daardoor eenduidig en soepel. - Doelen en prioriteiten stellen - Mensen en middelen organiseren - Voortgang bewaken Je garandeert de beschikbaarheid van essentiële middelen. Je maakt duidelijke afspraken met andere medewerkers en eventuele deskundigen van andere disciplines. Je bewaakt de voortgang zodat de ondersteuning organisatorisch goed verloopt en voldoet aan de wettelijke eisen. 7

E. Samenwerken en overleggen - Bijdrage van anderen waarderen - Openhartig en oprecht communiceren - Proactief informeren Werkproces 3.5 Voert beheertaken uit L. Materialen en middelen inzetten - Goed zorgdragen voor materialen en middelen Bedrijfsmatig handelen - Financieel bewustzijn tonen - Kostenbewust handelen J. Formuleren en rapporteren - Nauwkeurig en volledig rapporteren Werkproces 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning Je toont waardering voor de ideeën en bijdragen van collega's in het team. Je deelt kennis en ervaringen. Je maakt zaken in het functioneren van de medewerker(s) bespreekbaar door feedback te geven. Je optimaliseert de kwaliteit van de dienstverlening door de medewerker(s). Je checkt regelmatig materiaal en middelen en levert een bijdrage aan het onderhoud, zodat de organisatie beschikt over voldoende goed onderhouden materiaal en middelen. Je zorgt voor financiële registratie en verantwoording van je projecten en je maakt regelmatig afwegingen tussen kosten en baten, zodat je bijdraagt aan een financieel gezonde situatie. Je verwerkt en registreert alle benodigde (financiële) gegevens zodat (financiële) rapportages volledig en inzichtelijk zijn. D. Aandacht en begrip tonen - Luisteren - Interesse tonen M. Analyseren - Conclusies trekken - Informatie uiteenrafelen - Oplossingen voor problemen bedenken J. Formuleren en rapporteren - Vlot en bondig formuleren Je vraagt de cliënt en andere betrokkenen naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding en luistert aandachtig, zodat je deze informatie kunt meenemen of inbrengen bij de evaluatie. Je analyseert beschikbare (cijfermatige, mondelinge) gegevens grondig. Je concludeert of de geboden zorg en begeleiding en de uitgevoerde coördinerende voldoen en of er voldoende voortgang is. Je komt met haalbare oplossingen. Indien nodig (in overleg) kan de uitvoering van de ondersteuning bijgesteld worden. Je verwerkt alle benodigde gegevens en scheidt hoofd en bijzaken. Je schrijft een kernachtig evaluatieverslag. 8