Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 23 september 2008 Team Milieubeheer Nummer 2008INT229271 Referentie R. Sukul Uw brief van 7 mei 2008 Doorkiesnummer 030-258 2052 Uw nummer 192863 Faxnummer 030-258 2990 Bijlage Voorschriften Onderwerp Wet milieubeheer; beschikking RWZI Utrecht I Beslissing Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer (hierna Wm), het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit), de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb), het Provinciaal Milieubeleidsplan 2004 2008 en op hetgeen onder hoofdstuk II en volgende wordt overwogen, besluiten wij: de door het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden aangevraagde Wm-vergunning als bedoeld in artikel 8.1, lid 2 juncto 8.1 lid 1, onder b, van de Wm juncto Bijlage 1 van het Activiteitenbesluit te verlenen; van de revisievergunning van 18 december 2007, nummer 2007INT214373 de voorschriften met de nummers 4.1.7, 4.1.11, 4.1.12, 4.1.13, 4.1.14 en 4.1.15 in te trekken en de volgende wijzigingen in de tekst en voorschriften aan te brengen: Hoofdstuk 4 van de voorschriften Aanleg baggerdepot klasse 0 t/m 4 te vervangen door Aanleg baggerdepot klasse 0 t/m 2. In voorschrift 4.1.5 klasse 3 te vervangen door klasse 0. In voorschrift 5.1.4 klasse 0 t/m 2, 3, 4 te vervangen door klasse 0 t/m 2. Verder in voorschrift 4.1.8 Boven de onderafdichtingsconstructie te vervangen door Er. Ten slotte in voorschrift 6.2.1 onder c 4.1.11 en 4.1.12 te laten vervallen. II De aanvraag II.A Beschrijving van de aanvraag Op 9 mei 2008 hebben wij een aanvraag van Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden te Houten (hierna: de aanvrager) ontvangen voor het wijzigen van een Wet milieubeheer (Wm) vergunning (Wm artikel 8.1, lid 2 juncto 8.1 lid 1, onder b, van de Wm juncto Bijlage 1 van het Activiteitenbesluit). De inrichting is gelegen aan het Zandpad 1 te Utrecht, kadastraal bekend Gemeente Utrecht, sectie H, nummers 1185, 2094, 2095 en 2109. De aanvrager vermeldt het volgende: In de vigerende milieuvergunning van 18 december 2007 nummer 2007INT214373 zijn voorschriften opgenomen die betrekking hebben op de exploitatie van een baggerdepot voor het verwerken van baggerspecie van de kwaliteitsklasse 0 t/m 4. In deze voorschriften zijn eisen gesteld aan de aanleg van baggerdepots, de acceptatie van baggerspecie en de registratie van de ontvangen baggerspecie. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 1 beschikking d.d.23 september 2008 nr.2008int229271
Na het in werking treden van de vigerende milieuvergunning is gebleken dat het verwerken van baggerspecie van de klasse 3 en 4 om economische redenen niet meer aantrekkelijk is. Aanvrager verzoekt vanwege voortschrijdend inzicht de voorschriften behorende bij de milieuvergunning van 18 december 2007 met nummer 2007INT214373, die betrekking hebben op de verwerking van baggerspecie klasse 3 en 4, in te trekken. De aanpassing betreft de eis de bassins waarin baggerspecie van de klasse 3 en 4 worden opgeslagen te voorzien van een onderafdichting van VHDPE-folie van 1 mm of PE-folie Sarnafil MP 965-12 van tenminste 1,2 mm. Aanvrager neemt alle overige maatregelen die nodig zijn voor het opslaan van baggerspecie klasse 0, 1 en 2 onverkort over. Verder verzoekt aanvrager alle overige voorschriften behorende bij de milieuvergunning van 18 december 2007 met nummer 2007INT214373, die betrekking hebben op de opslag en verwerking van klasse 3 en 4 baggerspecie, te laten vervallen. Dit komt neer op de intrekking van de voorschriften met nummer 4.1.7, 4.1.11, 4.1.12, 4.1.13, 4.1.14, 4.1.15 en de volgende wijzigingen in de tekst en voorschriften aan te brengen: Hoofdstuk 4 van de voorschriften Aanleg baggerdepot klasse 0 t/m 4 te vervangen door Aanleg baggerdepot klasse 0 t/m 2. In voorschrift 4.1.5 klasse 3 te vervangen door klasse 0. In voorschrift 5.1.4 klasse 0 t/m 2, 3, 4 te vervangen door klasse 0 t/m 2 tevens in voorschrift 4.1.8 Boven de onderafdichtingsconstructie te vervangen door Er en ten slotte in voorschrift 6.2.1 onder c 4.1.11 en 4.1.12 te laten vervallen. II.B Aanleiding voor het indienen van de aanvraag Aanvrager wenst aanpassing van de voorschriften wegens het afzien van de verwerking van baggerspecie klasse 3 en 4. II.C Locatie van de inrichting De inrichting ligt in stedelijk gebied. De dichtstbij gelegen woningen staan op een afstand van 10 meter van de terreingrens aan de Loevenhoutsedijk en aan de zuid-west-zijde aan het Zandpad nummer 3 op circa 25 meter van de terreingrens. Daarnaast zijn er een groot aantal woningen aan de Loevenhoutsedijk, de Hoogstraat, De Hogelanden en een aantal woonboten op de Vecht. De inrichting ligt niet in of in de directe nabijheid van een milieubeschermingsgebied. Voor de inrichting is een geluidzone vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder. II.D Huidige vergunningsituatie Voor de inrichting is eerder de volgende Wm-vergunning verleend: Soort Datum Nummer Bevoegd gezag Revisievergunning 18 december 2007 2007INT214373 GS Utrecht III Procedure van de aanvraag om milieuvergunning III.A De aanvraag III.A.1 Ontvangst van de aanvraag Met betrekking tot de aanvraag om de vigerende vergunning te wijzigen is de procedure ingevolge paragraaf 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. De aanvraag is door ons op 9 mei 2008 ontvangen en is door ons ter informatie op 3 juli 2008 toegezonden aan betrokken bestuursorganen, te weten: a. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht; Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 2 beschikking d.d.23 september 2008 nr.2008int229271
b. de Regionaal inspecteur VROM-inspectie Regio Noord-West te Haarlem. III.A.2 Aanvullende gegevens De ingediende aanvraag is volledig. III.B Coördinatie Wm-vergunning en bouwvergunning Voor de realisering van de wijziging is geen bouwvergunning noodzakelijk. III.C Coördinatie Wm-vergunning en Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo)- vergunning Van coördinatie is geen sprake. Op 3 december 2007 heeft het dagelijks bestuur van Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht een Wvo-vergunning verleend voor een baggerdepot voor de verwerking van bagger klasse 0 t/m 4. De wijziging van het baggerdepot met betrekking tot de verwerking van alleen baggerspecie klasse 0, 1 en 2 valt binnen de randvoorwaarden van de vigerende Wvo-vergunning. III.D Adviezen naar aanleiding van de aanvraag Naar aanleiding van de aanvraag hebben wij geen adviezen ontvangen. III.E Terinzagelegging De kennisgeving over de ontwerp-beschikking en bijbehorende stukken zijn gepubliceerd in een ter plaatse verschijnend weekblad op 23 juli 2008. Vervolgens hebben de aanvraag, ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken gedurende zes weken ter inzage gelegen op het provinciehuis aan de Pythagoraslaan 101 te Utrecht en bij de gemeente Utrecht aan het Rachmanihoffplantsoen 61 en bij het informatiecentrum van de Gemeente Utrecht aan de Vinkenburgstraat 26 te Utrecht, namelijk van 23 juli tot en met 2 september 2008. Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking op de aanvraag zijn, binnen de door de wet gestelde termijn, geen zienswijzen of adviezen ingekomen. IV Toetsingskaders IV.A Richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC-richtlijn 96/61/EG) Richtlijn 96/61/EG van de Raad van de Europese Unie van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging - hierna: de IPPC-richtlijn - verplicht het bevoegd gezag een milieuvergunning op te stellen, die voldoet aan de in deze richtlijn geformuleerde eisen voor nieuwe en bestaande installaties. In de beoordeling van de milieugevolgen wordt een aanvraag getoetst aan de in de IPPC-richtlijn geformuleerde eisen. Dit betekent onder andere dat door de inrichting alle passende preventieve maatregelen (moeten) worden getroffen om verontreiniging van bodem, water en lucht te voorkomen dan wel te beperken door toepassing van de beste beschikbare technieken (BBT), met inbegrip van maatregelen betreffende afvalpreventie en energiebesparing om aldus een hoog niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel te waarborgen. Voor de beoordeling van een aanvraag worden zogenoemde BAT 1 Reference Documents (= BREF's) opgesteld. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen zogenaamde verticale BREF's - deze zijn branche gebonden - en zogenaamde horizontale BREF's die branche overstijgend zijn. Voor een aantal activiteiten zijn deze BREF's in definitieve vorm en moeten worden toegepast bij de vergunningverlening. De IPPC-Richtlijn is van toepassing op activiteiten die zijn opgenomen in Bijlage I van de Richtlijn. De aangevraagde activiteit wordt wel genoemd in bijlage 1 van de IPPC-richtlijn onder categorie 5.3. In de door ons verleende revisievergunning van 18 december 2007 nummer 2007INT214373 hebben 1 BAT ~ Best Available Techniques = Beste Beschikbare Technieken ~BBT Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 3 beschikking d.d.23 september 2008 nr.2008int229271
wij rekening gehouden hiermee. De voorschriften in die vergunning zien erop toe dat aan BBT wordt voldaan. De wijziging van de inrichting waarvoor deze vergunning wordt verleend is van dien aard dat het voldoen aan BBT gewaarborgd blijft. IV.B Artikel 8.8 tot en met 8.11 Wet milieubeheer IV.B.1 Algemeen De artikelen 8.8 tot en met 8.11 van de Wet milieubeheer zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de beslissing op de aanvraag. Hierna geven wij aan hoe de aanvraag zich tot het toetsingskader verhoudt. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) In artikel 8.1, lid 2, van de Wm is bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur categorieën inrichtingen worden aangewezen waarvoor een vergunningplicht geldt. (In bijlage 1 bij het Activiteitenbesluit is een lijst met vergunningplichtige inrichtingen opgenomen, waarvoor de algemene regels gedeeltelijk van toepassing kunnen zijn.) Voor deze inrichtingen moet een Wmvergunning worden verleend. In artikel 8.1, lid 1, van de Wm is bepaald dat op inrichtingen, waar een installatie aanwezig is als bedoeld in bijlage 1 van de EG-richtlijn geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (gpbv-installatie), de algemene regels niet van toepassing zijn. In artikel 1.4 van het Activiteitenbesluit wordt onderscheid gemaakt in een drietal typen inrichtingen te weten type A, B en C. Type A- en type B- inrichtingen vallen geheel onder de algemene regels en hebben geen vergunning (meer) nodig. Voor type C-inrichtingen blijft de vergunningplicht bestaan. Daarnaast is in artikel 1.4, lid 3, van het Activiteitenbesluit bepaald dat een beperkt aantal, in het Activiteitenbesluit genoemde activiteiten, ook van toepassing is op vergunningplichtige inrichtingen. Door vergunningplichtige inrichtingen moet voor deze activiteiten worden voldaan aan de regels zoals gesteld in het Activiteitenbesluit en de daarbij behorende ministeriële regeling. De voorschriften opgenomen in het Activiteitenbesluit zijn direct werkend en mogen dan ook niet in de Wm-vergunning worden opgenomen. Ingevolge artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit dient voorafgaand aan het uitvoeren van deze activiteiten een melding bij het bevoegd gezag te worden ingediend. Binnen de inrichting is een gpbv-installatie aanwezig. De algemene regels van het Activiteitenbesluit zijn niet toepassing. IV.C Lucht, Geur, Geluid, Trillingen, Bodem, Afvalwater, Energie, Preventie, Afvalstoffen, Opslag gevaarlijke stoffen/of brandbare (afval)stoffen en Externe veiligheid IV.C.1 Het kader voor de bescherming van deze onderwerpen De overwegingen met betrekking tot deze onderwerpen zoals die zijn verwoord in de revisievergunning van 18 december 2007 nummer 2007INT214373 blijven ongewijzigd als gevolg van de wijziging van de inrichting. De verandering van de inrichting leidt niet tot verslechtering van het milieu ten opzichte van de vergunde situatie. IV.C.2 Conclusie De wijziging van de voorschriften behorende bij de vergunning van 18 december 2007 nummer 2007INT214373 is niet in strijd met het belang van de bescherming van het milieu. V Bekendmaking ontwerp-beschikking V.A Zienswijze Naar aanleiding van de ontwerp-beschikking op de aanvraag zijn, binnen de door de wet gestelde termijn, geen zienswijzen ingekomen. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 4 beschikking d.d.23 september 2008 nr.2008int229271
V.B Wijzigingen ten opzichte van de ontwerp-beschikking Ten opzichte van de ontwerp-beschikking zijn naast kleine tekstuele aanpassingen de volgende aanpassingen doorgevoerd: - Onder I Beslissing komt voorschrift 4.1.5 behorende bij de milieuvergunning van 18 december 2007 met nummer 2007INT214373 niet geheel te vervallen. Dit voorschrift blijft van kracht met dien verstande dat baggerspecie klasse 3 wordt vervangen door baggerspecie klasse 0. In de ontwerp-beschikking was per abuis het hele voorschrift geschrapt. - Voorschrift 4.1.15 is ook vervallen. Dit voorschrift heeft betrekking op baggerspecie klasse 3 en 4. - In voorschrift 4.1.8 Boven de onderafdichtingsconstructie te vervangen door Er. Er is geen onderafdichtingsconstructie vereist voor bagger klasse 0 t/m 2. - In voorschrift 6.2.1 onder c voorschrift 4.1.12 ook weg te strepen. Voorschrift 4.1.12 heeft betrekking op de verwerking van baggerspecie klasse 3 en 4. - Onder II eerste alinea (Wm art. 8.24) te vervangen door (Wm artikel 8.1, lid 2 juncto 8.1 lid 1, onder b, van de Wm juncto Bijlage 1 van het Activiteitenbesluit), omdat het hier gaat om een veranderingsvergunning. - Het aanvullende voorschrift 1.1 uit het ontwerp-besluit hebben wij bij nader inzien laten vervallen, omdat het een overbodig voorschrift is. De registratie van de kwaliteitsgegevens van bagger is al geregeld in voorschrift 6.1.1. van het besluit van 18 december 2007 nummer 2007INT214373. De wijziging van het ontwerp-besluit is niet in strijd met het belang van de bescherming van het milieu. V.C Het origineel van deze beschikking te zenden aan het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden te Houten en een afschrift te zenden aan: - Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht; - VROM-Inspectie Regio Noord-West (Noord-Holland, Utrecht en Flevoland), Kennemerplein 6-8, Postbus 1006, 2001 BA Haarlem; - het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, Postbus 94370, 1090 GJ Amsterdam. VI Conclusie Op grond van bovenstaande overwegingen besluiten wij het verzoek tot aanpassing van de vergunning van 9 mei 2008 te honoreren. Wij hebben derhalve besloten als weergegeven onder I. VII Termijn waarvoor de aangevraagde wijziging wordt verleend De geldigheidsduur van de wijziging is gekoppeld aan die van de vigerende vergunning. De onderliggende vergunning is verleend voor een termijn van 10 jaar. Wij verlenen deze vergunning derhalve voor een termijn die eindigt op de datum waarop de vergunning van 18 december 2007 nummer 2007INT214373 vervalt. Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, Mw. drs. N.A.M.C. Grimmius Teamleider Milieubeheer Afdeling Vergunningverlening Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 5 beschikking d.d.23 september 2008 nr.2008int229271