Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Transcriptie

1 Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant om de door het college van burgemeester en wethouders van Nistelrode verleende oprichtingsvergunning krachtens de Wet milieubeheer van 18 mei 1993, kenmerk (61RE606) en de op 14 februari 1996, kenmerk (MB/MC023) door het college van burgemeester en wethouders van Bernheze verleende uitbreidingsvergunning in te trekken voor zover deze betrekking hebben op activiteiten met professioneel vuurwerk. Deze vergunning is verleend aan Cafferata Vuurwerk BV voor een inrichting gelegen aan de Canadabaan 8, kadastraal bekend gemeente Bernheze, sectie F, nummer 784. Het betreft vergunningen voor het opslaan en het bewerken van 25 kg netto explosiegewicht klasse 1.1 (professioneel vuurwerk), 400 kilo klasse 1.3 (professioneel vuurwerk) of kg klasse 1.4 (professioneel vuurwerk) en kg klasse 1.4 S (consumentenvuurwerk). Het deel van de vergunning voor de opslag van 25 kg netto explosiegewicht klasse 1.1 is nooit gebruikt en van rechtswege komen te vervallen.

2 BESCHIKKING Brabantlaan 1 Postbus MC s-hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Postbank Cafferata BV Canadabaan RT NISTELRODE Onderwerp Partiële intrekking vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer. Directie Ecologie Ons kenmerk II Huidige vergunningsituatie Bij besluit van 18 mei 1993, kenmerk (61RE606), heeft het college van burgemeester en wethouders van Nistelrode een oprichtingsvergunning verleend ingevolge de Wet milieubeheer (verder Wm) aan Cafferata Vuurwerk BV voor een inrichting gelegen aan de Canadabaan 8 te Nistelrode. Verder is op 14 februari 1996, kenmerk (MB/MC023) een uitbreidingsvergunning verleend door het college van burgemeester en wethouders van Bernheze. Het betreft vergunningen voor het opslaan en het bewerken van 25 kg netto explosiegewicht klasse 1.1 (professioneel vuurwerk), 400 kilo klasse 1.3 (professioneel vuurwerk) of kg klasse 1.4 (professioneel vuurwerk) en kg klasse 1.4 S (consumentenvuurwerk). Met professioneel vuurwerk (groot vuurwerk) wordt bedoeld buitenvuurwerk niet zijnde theatervuurwerk. Het deel van de vergunning voor de opslag van 25 kg netto explosiegewicht klasse 1.1 is nooit gebruikt en van rechtswege komen te vervallen. Daarnaast hebben wij op 21 oktober 2003, kenmerk , een melding ingevolge artikel 8.19 van de Wet milieubeheer geaccepteerd met betrekking tot het opslaan van kg 1.4 S/G (consumentenvuurwerk). III Overwegingen Met ingang van 1 maart 2002 is het Vuurwerkbesluit (Staatsblad 2002, nummer 33) in werking getreden. Ter waarborging van de veiligheid in de omgeving van activiteiten met professioneel vuurwerk zijn in het Vuurwerkbesluit strengere eisen gesteld dan voorheen golden. Voor inrichtingen alwaar professioneel vuurwerk mag worden opgeslagen en/of worden bewerkt, geldt een afstandseis van 800 meter tot kwetsbare objecten, Bijlage 3, onder B, voorschrift 1.1 van het Vuurwerkbesluit.

3 Onder de term "kwetsbare objecten" vallen volgens het Vuurwerkbesluit onder andere bedrijven en woningen. In de ontwerpbeschikking is onder het kopje ontwikkelingen een beschrijving gegeven van de verwachtte wijziging van het Vuurwerkbesluit. Inmiddels is het Vuurwerkbesluit bij besluit van 16 januari (Staatsblad 2004, 26) gewijzigd. De wijzigingen houden onder meer in dat de mogelijkheden voor de opslag van subcategorie professioneel vuurwerk, zijnde theatervuurwerk, worden verruimd. Wat betekent dat theatervuurwerk op gelijke wijze opgeslagen kan worden als consumentenvuurwerk. De wijzigingen bevatten onder artikel VII overgangsrecht ten aanzien van bestaande saneringssituaties. Ten aanzien van de toepasselijkheid van dit overgangsrecht wordt hier het volgende overwogen: - geconstateerd is dat vergunninghoudster vóór 1 maart 2003 geen professioneel vuurwerk meer binnen de inrichting aanwezig heeft gehad; - een voornemen tot intrekking deden wij op 22 december 2003, met kenmerk , aan vergunninghoudster toekomen. Geconcludeerd moet worden dat het overgangsrecht van toepassing is en dat de beoordeling dus plaats dient te vinden op basis van de afstandscriteria van het Vuurwerkbesluit. Aangezien de inrichting gelegen is op een industrieterrein, en er dus in de naaste omgeving bedrijven en ook woningen van derden gelegen zijn, die gezien moeten worden als kwetsbare objecten, kan de inrichting niet voldoen aan de afstandseis van 800 meter tot kwetsbare objecten, bij opslag van meer dan 750 kg professioneel vuurwerk. Ook uit het door Innotiv opgestelde technisch, bouwkundig advies, d.d. 21 januari 2004, kenmerk VI/Z14862/JH/JM, blijkt de inrichting niet te kunnen voldoen aan de afstandseisen zoals die gelden voor professioneel vuurwerk op grond van het Vuurwerkbesluit. Op grond van artikel 8.25, eerste lid, onder a van de Wm zijn wij bevoegd de milieuvergunningen geheel of gedeeltelijk in te trekken. Wij zijn van oordeel dat de inrichting, voor zover het de opslag en het bewerken van professioneel vuurwerk betreft, ontoelaatbare nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt, die niet door het wijzigen van de aan de vergunning verbonden voorschriften kunnen worden opgeheven. IV Procedure partiële intrekking milieuvergunning Gelet op artikel 3:30, tweede lid Algemene wet bestuursrecht is vergunninghoudster in de gelegenheid gesteld een zienswijze ten aanzien van het voornemen tot intrekking d.d. 22 december 2003, kenmerk kenbaar te maken. Eveneens zijn de betrokken bestuursorganen in de gelegenheid gesteld een advies uit te brengen ten aanzien van dit voornemen. 3

4 Naar aanleiding van het voornemen tot partiële intrekking van de vergunning zijn, binnen de door de wet gestelde termijn geen zienswijzen en/of adviezen ontvangen. V Bekendmaking ontwerpbeschikking De kennisgeving over het ontwerpbesluit en bijbehorende stukken is gepubliceerd in de Staatscourant en in een regionaal dagblad op 13 februari V.A Bedenkingen en adviezen Naar aanleiding van het ontwerpbesluit tot partiële intrekking van de vergunning zijn, binnen de door de wet gestelde termijn, geen bedenkingen en adviezen ingekomen. Wel hebben wij op 19 februari 2004 een fax ontvangen van Cafferata Vuurwerk BV waarin zij mededelen dat zij akkoord gaan met het intrekken van de milieuvergunningen voor professioneel vuurwerk mits de hoogte van de schadevergoeding redelijk is. Ten aanzien van deze reactie wordt het volgende overwogen. De reactie die Cafferata Vuurwerk BV geeft heeft betrekking op de hoogte van de uit te keren schadevergoeding. Schadevergoeding is echter niet aan de orde bij de beantwoording van de vraag of de milieuvergunning al dan niet ingetrokken moet worden. Ten aanzien van de vergoeding van de schade door ons college, welke het gevolg is van onderwerpelijke intrekking, voorziet de Wet milieubeheer, in de artikelen e.v. in een afzonderlijke procedure. 4

5 VI Besluit GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-BRABANT Gelet op de Wet milieubeheer en de Algemene wet bestuursrecht, BESLUITEN de vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer en de daaraan verbonden voorschriften in te trekken voor zover deze betrekking hebben op de opslag en de bewerking van professioneel vuurwerk, a. het origineel van dit besluit te zenden aan Cafferata BV, de heer en mevrouw Cafferata, Canadabaan 8, 5388 RT Nistelrode en een afschrift van dit besluit te zenden aan: - het college van burgemeester en wethouders van Bernheze, Postbus 19, 5384 ZG Heesch; - VROM-inspecteur Regio Zuid, de heer drs. H. Smetsers, Postbus 850, 5600 AW Eindhoven; - Taakgroep Veiligheid en Risico s, Postbus 850, 5600 AW Eindhoven; - Commandant van de Hulpverleningsdienst Brabant-Noord, Vogelstraat 43, 5212 VL 's-hertogenbosch; - SenterNovem Zwolle, mevrouw A. Raap, Postbus 10073, 8000 GB Zwolle; - Landelijk Meld- en Informatiepunt Vuurwerk, Antwoordnummer 10697, 2501 WB Den Haag; - Regionaal Milieubedrijf, mevrouw A. Nass, Postbus 88, 5430 AB Cuijk; - bureau Handhaving van de provincie Noord-Brabant, de heren R. Govers en H. Boer. b. deze beschikking bekend te maken op 24 maart s-hertogenbosch, 15 maart Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens deze, dr. C. Loesberg, directielid Ecologie. 5