Lesmateriaal bij voorstelling Egel en Trollebol door Max Verstappen voor BO groep 1, 2, 3 en 4. Egel en Trollebol is een kleurrijke en visueel prachtig uitgewerkte voorstelling met een eenvoudig en humoristisch verhaal, mooie muziek en aanstekelijke liedjes. Het lesmateriaal ontwikkeld door Evelien Pullens www.evelienpullens.nl 1
Inhoud: Inleiding Doelen Het verhaal Voor de voorstelling: Les 1 Het Bos Les 2 Trollen Les 3 Naar het theater Na de voorstelling: Les 4 Een Trollenfeestje Les 5 Water Nawoord Inleiding Binnenkort bezoekt u met uw klas de voorstelling Egel en Trollebol van poppenspeler Max Verstappen. Voor veel kinderen is het de eerste keer dat ze een theater bezoeken. Het kan een indrukwekkende ervaring zijn en het is daarom leuk en leerzaam om in de klas het verhaal in te leiden en na de voorstelling met de kinderen verder te spelen. In de voorbereidende lessen maken de kinderen kennis met poppen en worden ze voorbereid op het verhaal. Egel en Trollebol speelt zich af in het bos. In de klas wordt gesproken en gespeeld over de bosbewoners, niet alleen de dieren, maar ook fantasie-figuren zoals trollen. Niet alle kinderen zullen weten wat een trol is! We vragen de leerkracht een eenvoudige Trollenpop te maken en te bespelen. Na de voorstelling gaan de kinderen zelf ook poppen maken. Het is heel gemakkelijk, de kleuters kunnen het ook! Water is een belangrijk thema in het stuk, daarom zal Les 5 aan het themawater besteed worden. Lees eerst het lesmateriaal door. Kies dan de opdrachten de u graag met uw klas wil uitvoeren. Doelen: - kinderen leren simpele poppen maken en bespelen. Ze gebruiken hierbij dagelijkse voorwerpen. - Kinderen geven woorden aan emoties. - Kinderen leren nadenken over de waarde van water. - Kinderen leren over samenwerken en delen. - De fantasie van de kinderen wordt geprikkeld Werkvormen: kringgesprek, zintuigspelletjes, toneel, poppenspel, taal, knutselen Het verhaal Egel, die in het bos woont, vindt de aanhoudende droogte helemaal niet erg. Elke dag schijnt de zon en hij geniet volop. Maar wat als die zon maar blijft schijnen? De planten verdorren en de dieren in het bos krijgen dorst. Zelfs het laatste beetje water uit de gieter wordt stiekem door een stel bosmuizen opgedronken! Geen probleem. Egel gaat wel nieuw water uit het bosmeer halen. Maar als egel bij het bosmeer komt, ontmoet hij een enorme Trol die het meer gebruikt als een badkuip. De Trol wil alles voor zichzelf hebben: het water, het bos, de zon. Dit leidt tot spannende en hilarische ontwikkelingen. Max Verstappen 2
LESSENSERIE Vóór de voorstelling Les 1 Het bos Kringgesprek, toneel: Locatie: Het bos Lint of krijt om cirkel te markeren Groot klaslokaal of speelzaal 20 minuten Kringgesprek De voorstelling ' Egel en Trollebol' speelt zich af in een bos met een bosmeertje. Introduceer het bos en bespreek met de klas welke dieren er wonen? Kunnen er ook sprookjesfiguren in een bos wonen? Welke sprookjesfiguren kennen de kinderen? Weten de kinderen wat een trol is? Vertel over trollen. ( Laat eventueel plaatjes zien) Toneel Laat de kinderen dieren uitbeelden uit het bos. Eerst kan de leerkracht één kind voor de klas vragen om een dier uit te beelden, bijvoorbeeld een konijntje. Vervolgens kunnen alle kinderen konijn spelen. Markeer in de klas ( of speellokaal) een cirkel. Binnen de cirkel is zogenaamd water. Dit is het bosmeertje. Bij het meertje komen de dieren drinken. Laat alle kinderen als dier ( bijvoorbeeld konijn) bij het meertje drinken. Spreek een teken af: Als de leerkracht in de handen klapt of belt, komen de dieren bij het bosmeertje in de cirkel om te drinken. Nu kunt u de kinderen een ander dier laten uitbeelden, bijvoorbeeld muizen. Ook de muizen komen water drinken op het teken van de leerkracht. Als het goed gaat mogen de kinderen allemaal zelf een dier bedenken, zodat je egels, vissen, krokodillen enzovoorts door elkaar hebt.. Nu gaan de kinderen trollen uitbeelden. Eerst doet één van de kinderen voor hoe een trol er uit ziet. Hoe beweegt een trol? Maakt hij grote stappen? Wat voor gezicht heeft hij en wat voor geluid maakt een trol? Misschien heeft een ander kind iets aan te vullen. Nu mag de hele klas trol spelen. Ook de trollen gaan water drinken bij het bosmeer. 3
Les 2 Trollen Poppenspel Trollen Trollenpop, zie werkblad 10 minuten De leerkracht maakt een trollenpop (zie werkblad) en brengt deze pop tot leven. Vertel dat deze trol het broertje is van de Trollebol uit de voorstelling. Geef hem een naam. De Trollenpop kijkt de hele klas rond en groet af en toe een kind. De trol gaapt. Hij peutert in zijn neus. De trol krabt op zijn hoofd. Het is leuk als een pop allerlei kleine menselijke bewegingen maakt. Oefen deze bewegingen thuis voor de spiegel. De mouw van de trui kan van de buitenkant bespeeld worden. Het is ook mogelijk om een gat in de elleboog van het shirt/trui te knippen zodat de eigen hand gebruikt kan worden als hand van de pop. Dit vraagt iets meer poppenspel van de leerkracht, maar maakt de pop echter. De trol heeft dorst. Laat twee kinderen een zogenaamd kopje thee voor de trol maken. De trol drinkt niet netjes, maar slurpt de thee op. De trol heeft honger. Laat twee kinderen zogenaamd iets te eten brengen en eet dat smakkend op. De trol van de leerkracht vindt dat het stinkt in de klas. Hij ruikt aan een paar kinderen. Het blijkt dat hij zelf stinkt. Laat de kinderen bedenken wat je moet doen als je vies bent. Een aantal kinderen kunnen de pop wassen. Les 3 Kringgesprek; Naar het theater Naar het theater 5 minuten De kinderen hebben nu kennisgemaakt met trollen en poppen. Een poppenkast kennen ze waarschijnlijk al uit de klas. Max Verstappen zal in zijn eigen poppenkast helemaal alleen alle poppen bespelen. De kinderen zitten op bankjes en stoeltjes en kijken naar het spel. Onder de voorstelling mag je niet snoepen en niet naar de WC. Als het stuk afgelopen is moet je klappen. Klappen en buigen kan geoefend worden in de klas. Het stuk Egel en Trollebol bestaat uit verschillende bedrijven. Tussen de bedrijven door gaan de gordijnen dicht en wordt het even donker. Bij elk nieuw bedrijf gaan de theaterlichten aan. Kringgesprek Vraag welke kinderen al eens in een theater geweest zijn. Laat hen vertellen hoe dat gaat en hoe je je moet gedragen. 4
Na de voorstelling Les 4 Een trollenfeestje Kringgesprek, knutselen, poppenspel Locatie: Een Trollenfeestje T shirts met lange mouwen, elastiekjes, witte ronde plakkertjes, dikke zwarte stift, oude kranten. Cd met feestelijke muziek grote klas of speellokaal 30 minuten 4.1 Kringgesprek Bespreek de voorstelling na. Gebruik daarbij eventueel de trollenpop die voor les 2 door de leerkracht gemaakt is. Deze trol kan de kinderen vragen wat zijn grote broer Trollebol in de voorstelling deed. Vraag aan de kinderen hoe trollenbol in het stuk was? Was de trol eng of grappig? Wat gebeurde er? Kon de grote trol goed samenwerken? Wat deed egel? 4.2 Trollenpoppen maken De grote Trollebol wilde alles voor zichzelf hebben en wilde niet samenwerken. Kunnen de kinderen van de klas wel samenwerken? In de volgende poppenspelopdracht gaan twee kinderen samen een pop bespelen. De kinderen werken in tweetallen. De kinderen hebben van huis een t shirt of trui met lange mouwen mee moeten nemen. De t-shirts gaan niet kapot en kunnen dus later eventueel weer gewoon gedragen worden. Op het werkblad staat uitgelegd hoe je een Trollenpop maakt: - Maak een prop van een halve krant. - Doe de krant in de hals van het t shirt. Bindt het vast met een elastiekje. - Iedere pop krijgt één oog: een rond wit plakkertje met zwarte stip. 4.3 Poppenspel Nu gaan de kinderen spelen met de Trollenpoppen. Het kan prettig zijn om in een grote kring te werken. De kinderen houden met z n tweeën de trollenpop vast. Één kind beweegt het hoofd. De ander de armen. Laat de kinderen een naam bedenken voor hun trol. De kinderen kunnen de mouw van de trui gewoon van de buitenkant vasthouden en zo bewegen. Ze hoeven de trui niet helemaal aan te doen. Het is ook mogelijk om een gat in de elleboog van het t-shirt/trui te knippen zodat de eigen hand gebruikt kan worden als hand van de pop, maar dit is vrij ingewikkeld voor beginnende poppenspelertjes. Bovendien is het shirt dan kapot. Hier volgen eenvoudige speeloefeningen die de kinderen tegelijkertijd kunnen uitvoeren om te oefenen in het bespelen van de poppen. De leerkracht zegt wat de kinderen moeten doen. 5
De trollen gapen. De trollen zwaaien. De trollen niesen. De trollen krabben zich op het hoofd. De trollen kammen hun haren. De trollen gaan slapen. De trollen hoesten en snuiten hun neus De trollen klappen in de handen De trollenvergadering Vertel de kinderen dat alle trollen bij elkaar komen voor de grote trollenvergadering De kinderen zitten met hun trollen in een kring op de grond. Om de beurt zeggen de trollen hun naam. Daag de kinderen uit om met een Trollenstem te praten. laat de trollen zich op het hoofd krabben of zwaaien, zodat het kind wat de armen bedient ook iets te doen heeft. Het trollenfeest De trollen gaan straks een feestje vieren. Vraag aan de kinderen hoe je je voorbereidt op een feestje ( mooie kleren, cadeaus, lekker eten, haren kammen, sieraden ). De kinderen mogen in hun eigen trollenhuisje twee aan twee ( een hoekje van de klas) de trol klaarmaken voor het feestje. De leerkracht zet feestmuziek op en de trollen komen weer bij elkaar. Laat de kinderen vertellen wat voor kleren of sieraden ze aan gedaan hebben of meegenomen. Ter afsluiting mogen de kinderen met de trollen dansen. Slapen De trollen zijn moe en gaan naar bed. De trollen gapen. Misschien moeten trollen tandenpoetsen. Laat de kinderen een lekker bedje maken voor hun trol. Leg de trollen neer en laat ze zachtjes ademhalen. De kinderen moeten nu heel stil zijn, want de trollen slapen. Les 5 Water Kringgesprek, zintuigspelletjes, knutselen Water water, glas, rietje, bak, oude tijdschriften, scharen en grote witte vellen. 30 minuten Kunnen de kinderen zich nog herinneren wat voor weer het was in de poppenkast? Eerst was het heel droog en scheen de zon de hele dag. Pas op het eind van de voorstelling begon het te regenen. Toen het zo droog was had de egel uit de poppenkast geen water meer in zijn gietertje. Alle andere dieren uit het bos hadden ook dorst. Water is heel belangrijk in ons leven. 5.1 Zintuigspelletjes met water Hoe smaakt, klinkt, ruikt water. Wat heeft het voor eigenschappen? Hoe klinkt water? Laat de kinderen in een kring zitten met de ogen dicht. De leerkracht schenkt water in een glas, blaast bellen in een glas, spettert en klotst met water. Vraag de kinderen te beschrijven wat ze hebben gehoord. 6
Hoe smaakt water? Laat een glas water rondgaan en laat alle kinderen eerst ruiken en er daarna een slokje nemen. Hoe smaakt water? Hoe ruikt het? Zijn er verschillende soorten water? Hoe ziet water er uit? Hoe voelt water? Geef kinderen twee aan twee een kopje water. Laat de kinderen tegenover elkaar zitten. Eén doet de ogen dicht. De ander mag een paar druppeltjes water op de hand van de ander laten vallen. Nu mogen ze over de hand blazen. Dan voel je de kou van het water. Draai de rollen om. 5.2 Kringgesprek over water Bespreek eerst de ervaringen van de zintuigspelletjes na. De leerkracht kan alle woorden, die met water te maken hebben opschrijven. Nat, koud, klotsen, spetteren, doorzichtig etc. Houd dan een kringgesprek over de noodzaak van water Waar heb je water voor nodig ( drinken, wassen, plantjes etcetera )? Waar vind je water? ( kraan, sloot, regen) Is er wel eens watergebrek? Zou het erg zijn als er geen water is? 5.3 Knutselen De kinderen gaan gezamenlijk water maken. Bespreek met de kinderen de kleur van water. Laat hen nu uit oude tijdschriften snippers scheuren van waterkleuren. Kies de vorm van het water. Wordt het een meer of een rivier? ( rond of langwerpig) Plak op grote vellen de gekleurde snippers. Eventueel kunnen er vissen in het water gemaakt worden. Nawoord De Trollenpoppen hoeven niet meteen opgeborgen te worden na het project, maar kunnen best nog een tijdje in de klas blijven. De kinderen zullen het leuk vinden om voor hen te zorgen. Poppenspel is een aansprekende werkvorm bij jonge kinderen. Niet alleen van truien kan je poppen maken! In de voorstelling maakte egel een pop van een gieter. De ronde oogplakkertjes kunnen allerlei voorwerpen tot leven brengen...een gieter, een boek, een luizencape. Wij hopen dat u en de kinderen van de voorstelling genoten hebt en veel inspiratie hebben gekregen om meer met poppen te spelen in de klas. Veel plezier Evelien Pullens Max Verstappen 7
WERKBLAD 8