RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE TOEKOMST VSO

Vergelijkbare documenten
RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ A.J. SCHREUDERSCHOOL SO CLUSTER 3

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE PROF. DR. LEO KANNERSCHOOL. Educatieve School- en Beroepstoeleiding CURIUM

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KOP VAN DEELEN (HOENDERLOO COLLEGE) CLUSTER 4

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ HET MOZAIEK SO ALMELO

CONCEPTRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ BOSLUST, SCHOOL VOOR SO/VSO-MG ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ VSO DE SONNEWIJSER LOCATIES OSS EN TIEL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ SO DE STERRENKIJKER LOCATIES OSS EN UDEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET VSO PELSCOLLEGE

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE AMBELT REGIO APELDOORN, LOCATIE VSO NUNSPEET CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ LICHTENBEEK SO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ KORCZAKSCHOOL, LOCATIE ODYZEECOLLEGE

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ZONNEHOF VOOR SO/VSO-MG/ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KLIMOPSCHOOL

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE NEVENVESTIGING VAN DE OBADJASCHOOL CLUSTER 4 VSO

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE LEEUWERIK EN DE TRIVIANT SCHOOL VOOR SO/VSO-MG ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET ALTRA COLLEGE, LOCATIE BASCULE/AMC (AFDELING PSYCHIATRIE), VSO-ZMOK

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ LSG-RENTRAY ONDERWIJS DEVENTER VSO ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ YULIUS ONDERWIJS, LOCATIE SO DE DIJK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE KOETSVELDSCHOOL (SO/VSO-ZMLK) AFDELING SPECIAAL ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VSO LEEUWARDEN - CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE THERMIEK SO-LG/MG EN LZ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DR. A. VAN VOORTHUIJSENSCHOOL SO-ZML/MG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ANTOON VAN DIJKSCHOOL SO EN MG-AFDELING CLUSTER 3

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE PIRAMIDE AFDELING VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET ALTRA COLLEGE, LOCATIE ZAANSTREEK, VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ VSO PARCOURS LOCATIES GENERAAL SMUTSLAAN EN PASTORIESTRAAT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ VSO DE SPANKER (DE SCHAKEL)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ TH. HART DE RUYTERSCHOOL VSO CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ VSO DE KORENAER LOCATIE KAREL DE GROTELAAN VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ HET EDUCATIEF CENTRUM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ VSO DE RADAR/ABS ARNHEM EN VELP

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE CALEIDOSCOOP SO-CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE SPRONG VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ IT TWALUK SO/VSO ZMLK/MG

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE AMBELT SO REGIO ZWOLLE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ SCHREUDER COLLEGE, LOCATIE DE VILLENEUVESTRAAT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE WINGERD. (v)so zmlk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. VSO Hengelo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE DIJSSELBLOEM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ BEUKENRODE-ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE MARTIN LUTHER KINGSCHOOL VSO-ZML

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE OPTIMIST, SO, CLUSTER-4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ SCHOLENGEMEENSCHAP DE KEYZER

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE KORENAER, LOCATIE DEURNE VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE KOETSVELDSCHOOL (SO/VSO-ZMLK) AFDELING VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET INSTITUUT VOOR ORTHOPEDAGOGISCH ONDERWIJS (IVOO) SO-AFDELING

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ SCHOLENGEMEENSCHAP DE BROUWERIJ LOCATIE EDE/ELEOS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. obs De Meridiaan

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING OP DE YULIUSSCHOOL, LOCATIE DE DRECHTSTER SO/VSO CLUSTER IV

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ MARIËNDAEL VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ O.B.S. DE LYTSE TERP

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE PAPERCLIP

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ YULIUS ONDERWIJS, LOCATIE VSO HET TIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ PAEDOLOGISCH INSTITUUT DE PIONIER LOCATIE AMSTERDAM (CLUSTER 4)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ T IEMENSCHOER EN T KORHOEN VOOR SO/VSO-MG ZMLK

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ERASMUSSCHOOL VSO CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ SPINAKER, LOCATIE HOORN CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE WIDDONCKSCHOOL LOCATIE WEERT SO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING BIJ PRISMA VOOR SPECIAAL ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ZWENGEL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. o.b.s. Albertine Agnesschool

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. DE VRIJE SCHOOL GRONINGEN, afdeling VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. Basisschool De Achtbaan

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ PROF. FRITZ REDLSCHOOL - SO

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DR. HERDERSCHEESCHOOL VOOR SO/VSO-ZMLK

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE JAN BAPTISTSCHOOL, AFDELING VSO CLUSTER 3

Inspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. De Sprong, dep. Molkenkelder

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE WITAKKER, SO CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE BERNADETTESCHOOL SO/VSO-ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. ARIANE de Ranitz SO/VSO-LG/LZ (inclusief De Hoogstraat)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ MYTYLSCHOOL DE TRAPPENBERG

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK CLUSTER 2 ALEXANDER ROOZENDAALSCHOOL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN STELSELONDERZOEK Basisschool Jan Ligthart

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ SO DE PELSSCHOOL (SO-ZMOK)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ C.B.S. DE WINGERD

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Gregorius College Afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. SGM Beatrix-De Sprienke - Mytylschool De Sprienke

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. RMPI-school, locatie Heer Bokel College

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. R.K. basisschool De Talenten

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE LEIDSE BUITENSCHOOL CLUSTER IV

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. RMPI-school, locatie De Gaard

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING BIJ DE MARTIN LUTHER KINGSCHOOL SO-ZML

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET INSTITUUT VOOR ORTHOPEDAGOGISCH ONDERWIJS (IVOO) VSO-AFDELING

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE MULOCK HOUWERSCHOOL, LOCATIE MULOCK VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Cosmicus

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING. obs De Boemerang

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING. De Branding

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE PARKSCHOOL VSO-AFDELING CLUSTER 3

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ SCHOOL LYNDENSTEYN SO/VSO LG EN MG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Prisma

Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. Deventer Montessorischool, locatie van Lithstraat

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE ERASMUSSCHOOL VSO CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. St. Vincentiusschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KRISTALLIS SCHOLENGROEP LOCATIE JACOB VAN CAMPENSTRAAT CLUSTER 4

Transcriptie:

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE TOEKOMST VSO Plaats : Ede BRIN-nummer : 16QF Cluster : 3 Onderzoek uitgevoerd op : 12 maart 2012 Rapport vastgesteld te Utrecht op 26 juni 2012 HB3020646/7 Documentnummer: 3293973

Pagina 2 van 13

1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde op 12 maart 2012 een onderzoek uit op De Toekomst vso om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs en over de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De inspectie voerde op 16 mei 2007 voor het laatst een kwaliteitsonderzoek uit op de school. Het betrof de toenmalig gefuseerde so/vso scholen De Wegwijzer en De Toekomst (16QF). Inmiddels heeft een scheiding plaatsgevonden tussen de scholen in een school voor speciaal onderwijs (De Wegwijzer, 22NX) en een school voor voortgezet speciaal onderwijs (De Toekomst, 16QF). De bevindingen leidden in 2007 tot een basisarrangement. Tijdens een bestuursgesprek op 21 januari 2011 besloot de inspectie in overleg met het bevoegd gezag om het kwaliteitsbeeld van het onderwijs op de school te actualiseren en opnieuw een arrangement vast te stellen. Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: - Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn; - Analyse van van documenten die de school aan de inspectie toestuurde en die zicht bieden op de ontwikkelingen van de school; - Onderzoek op locatie waarbij de inspectie: o schooldocumenten, waaronder handelingsplannen, bestudeerde en beoordeelde; o gesprekken voerde met de locatiedirecteuren, de commissie voor de begeleiding, leerlingen en leraren; o de onderwijspraktijk observeerde in negen groepen. Aan het einde van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen en voorlopige conclusies met de directie van de school en een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag van de school. Op 29 maart 2012 besprak de inspectie de conclusies van het onderzoek met het college van bestuur, een regiodirecteur en de medewerker kwaliteitszorg van het bestuur. Uit het waarderingskader onderzocht de inspectie bij dit onderzoek de kern- en normindicatoren. Voor een volledig en actueel kwaliteitsprofiel voegde zij daaraan de indicatoren van het aspect 'cyclisch proces en voorwaarden van kwaliteitszorg' toe. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij het onderzoek op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie verder welke wettelijke aspecten zij onderzoekt. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Pagina 3 van 13

Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarna volgt een beschouwing waarin de inspectie de tekortkomingen toelicht en de schoolontwikkeling waar mogelijk in samenhang beschrijft. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement. Pagina 4 van 13

2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren zij bij dit onderzoek heeft betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen staan weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de school de desbetreffende indicator heeft gerealiseerd. De inspectie onderzocht daarnaast of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Cyclisch proces kwaliteitszorg 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar leerlingenpopulatie. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. 1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg. 1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van haar onderwijs. Voorwaarden kwaliteitszorg 2.1 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. 2.2 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen en de leerlingenzorg zoals geformuleerd in het schoolplan. 2.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 2.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken. Systeem van leerlingenzorg 3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. 3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders. 3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen. 3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan. Pagina 5 van 13

Functionaliteit handelingsplanning 4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor handelingsplanning. Leerstofaanbod 5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen tussen leerlingen. Onderwijstijd 6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van (individuele) leerlingen. (Ortho)pedagogisch handelen 7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om. 7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels. 7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. (Ortho)didactisch handelen 8.2 De leraren leggen duidelijk uit. 8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften van de leerling. Actieve en zelfstandige rol leerlingen 9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau. Schoolklimaat 10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen. 10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van incidenten in en om de school. 10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school. 10.6 De ouders tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. Opbrengsten 11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht. 5 Pagina 6 van 13

Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11). ja nee Pagina 7 van 13

2.2 Beschouwing Algemeen beeld De Toekomst vso biedt onderwijs aan zeer moeilijk lerende en meervoudig gehandicapte kinderen. De inspectie is van oordeel dat de kwaliteit van het onderwijs op de school van onvoldoende niveau is. Zij baseert dit oordeel op de beslisregel die zij toepast op het aspect systeem van leerlingenzorg. Drie van de vier normindicatoren binnen dit aspect zijn onvoldoende. Het ontbreken van een centrale en sturende rol door de commissie van begeleiding (cvb) is hiervan de belangrijkste oorzaak. Doordat de school veel initiatieven start, raakt de school het zicht op het geheel uit het oog. Het merendeel van de voorwaarden voor kwaliteitszorg is echter wel aanwezig. Het niveau van het onderwijsleerproces beoordeelt de inspectie grotendeels als voldoende. De inspectie stelde bij dit onderzoek enkele tekortkomingen vast op het gebied van de naleving van wet- en regelgeving. Toelichting Cyclisch proces kwaliteitszorg en de voorwaarden daarvoor Het bestuur van De Onderwijsspecialisten, heeft het kwaliteitsbeleid en de planning en control bovenschools belegd en daarvoor sinds augustus 2010 een beleidsmedewerker aangesteld. Hoewel de scholen hun schoolplan en de schoolgids op de kwaliteitsdocumenten van het bestuur afstemmen is er ruimte voor eigen beleid. De inspectie constateert dat het niveau van de kwaliteitszorg per school verschilt. Hoewel de school planmatig werkt aan de verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs is van cyclische kwaliteitszorg geen sprake. De inspectie constateert dat de school de nodige aandacht besteedt aan zelfevaluatie, maar dat de school in het nieuwe schoolplan geen duidelijke relatie legt tussen de uitkomsten van deze evaluaties, een analyse daarvan en de nieuwe doelen. Zo is niet duidelijk wat eerder geconstateerde vertraging betekent voor het stellen van doelen in het nieuwe schoolplan. Ook is er weinig aandacht voor het feit dat het invoeren van een nieuw aanbod en leerlingvolgsysteem nog enige tijd op zich laat wachten en wat dit betekent voor het bestaande aanbod en de bestaande praktijk. De inspectie constateert verder dat de school veel nieuwe initiatieven ontplooit, maar dat de activiteiten niet zijn uitgewerkt in concrete doelen met een duidelijk tijdpad, waardoor de samenhang tussen de verschillende activiteiten onvoldoende zichtbaar wordt. Hierdoor is bijvoorbeeld onvoldoende duidelijk wat het invoeren van een nieuw onderwijsconcept voor de praktijkvakken nu precies betekent voor het aanbod van de schoolse vakken. De borging van afgesloten verbeteractiviteiten is eveneens een punt van aandacht. Tijdens het onderzoek constateerde de inspectie dat het managementteam van de school onvoldoende zicht heeft op de naleving van afspraken en haar klassenbezoeken niet hiervoor inzet. Indicator 1.3 beoordeelt de inspectie als onvoldoende. De inspectie verwacht van een school dat zij in het schoolplan of in een ander beleidsdocument doelen formuleert voor de resultaten van de leerlingen, zodat zij kan beoordelen of de resultaten van de leerlingen tijdens en aan het einde van hun schoolperiode op het niveau liggen dat de school op grond van de kenmerken van de leerlingen mag verwachten. De schoolleiding geeft zelf aan dat hiervan geen sprake is. De inspectie is van oordeel dat de school belanghebbenden beter kan informeren over de kwaliteit van het onderwijs en het effect van de verbeteractiviteiten die zij heeft geïnitieerd. De schoolgids biedt op dit punt onvoldoende informatie. Ook met de andere middelen die de school ter beschikking staan om met ouders en andere belanghebbenden te communiceren Pagina 8 van 13

verstrekt zij onvoldoende (structureel) informatie over de gerealiseerde kwaliteit en de activiteiten die zij onderneemt om de kwaliteit te verbeteren. De voorwaarden voor de kwaliteitszorg zijn grotendeels aanwezig. Het managementteam van de school heeft een goede start gemaakt met de vernieuwing van het onderwijs op de school en heeft in korte tijd ook al veel bereikt. Tijdens het gesprek met de leraren bleek evenwel dat deze onvoldoende zicht hebben op de initiatieven voor kwaliteitsverbetering en hierbij meer betrokken moeten worden. Indicator 2.4 is daarom als onvoldoende beoordeeld. Systeem van leerlingenzorg en opbrengsten De inspectie beoordeelt drie van de vier indicatoren van het systeem van leerlingenzorg als onvoldoende. Indicator 3.3 is voldoende. Een belangrijke oorzaak van de tekortkomingen in het systeem van leerlingenzorg is de beperkte rol die de cvb op de school speelt bij de leerlingenzorg. De cvb houdt zich vooral bezig met toelating en hulp bij crises of problemen en laat de leerlingbegeleiding en planning van het onderwijs over aan (individuele) leraren met hulp van de intern begeleider. De commissie is niet betrokken bij het tot stand komen van het (eerste) handelingsplan en ook bij de evaluatie speelt de cvb niet de door de inspectie gewenste centrale rol. De in de commissie vertegenwoordigde deskundigheid op diverse terreinen wordt zo niet benut op deze voor de leerlingenzorg zo belangrijke momenten. Eén en ander is ook niet in overeenstemming met de wettelijke taken van de cvb, te weten het doen van een voorstel voor het handelingsplan en het evalueren van de uitvoering van het handelingsplan (zie art. 40b, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra). Voor de beoordeling van indicator 3.1 is van belang dat door het ontbreken van een rol van de cvb bij de totstandkoming van het eerste handelingsplan de deskundigheid van leden van de commissie niet wordt gebruikt voor het bepalen van de onderwijsrelevante beginsituatie om zo de leerlingen tot optimale ontwikkeling te brengen. Uit de door de inspectie onderzochte dossiers bleek verder dat niet in alle gevallen alle relevante informatie voor de beginsituatie aanwezig was. De inspectie beoordeelt indicator 3.1 daarom als onvoldoende. Ook indicator 3.5 beoordeelt de inspectie als onvoldoende. De school heeft het digitale leerlingvolgsysteem van het bestuur (MLS) nog niet ingevoerd. Leraren volgen en verzamelen de resultaten. Zij toetsen in de groepen waarin dat mogelijk is methodeonafhankelijk. Leraren toetsen verder met methodegebonden toetsen of aan de hand van de leerlijnen. In de groepen met leerlingen die op de laagste niveaus functioneren toetsen de leraren aan de hand van de leerlijnen. De cvb noch het schoolmanagement sturen op de wijze waarop dit gebeurt en geven niet aan wat zij nu concreet als voldoende beheersing van de stappen in de leerlijn beschouwen. Hierdoor is het niet mogelijk om resultaten op een verantwoorde manier te beoordelen of te vergelijken. Voor een positieve beoordeling van indicator 3.8 verwacht de inspectie van de cvb dat zij bij de evaluatie van de handelingsplannen een analyse betrekt van de belemmerende en bevorderende factoren die hebben bijgedragen aan de uiteindelijk al dan niet gerealiseerde doelen. Hierbij moet de commissie de gegevens betrekken uit het leerlingvolgsysteem of in ieder geval uit de geregistreerde resultaten. Op basis van deze evaluatie kan de cvb dan opnieuw de onderwijsbehoeften van de leerling op het gebied van onderwijs en eventueel therapie of behandeling vaststellen en als start voor een nieuwe begeleidingsperiode gebruiken. De cvb voldoet hier niet aan. Tijdens het onderzoek in het kader van deze indicator stelde de inspectie diverse onvolkomenheden vast. Allereerst bleek dat de commissie slechts op afroep beschikbaar is en niet alle handelingsplannen evalueert. Zij is daarmee onvoldoende bij de evaluatie van de handelingsplannen betrokken. Verder blijft de evaluatie zelf vaak beperkt tot Pagina 9 van 13

de conclusie dat een doel wel of niet is behaald. Daar komt bij dat een evaluatie niet goed mogelijk is omdat de doelen zodanig algemeen zijn geformuleerd dat onduidelijk is wat nu als voldoende beheersing moet worden beschouwd. Hierdoor is niet duidelijk of de gekozen aanpak effectief is geweest dan wel dat deze bijstelling behoeft of dat een andere aanpak gewenst is. Bij de analyse van met name de niet behaalde doelen behoren het team en de cvb inzicht te hebben in de belemmerende en bevorderende factoren die de school kan beïnvloeden, zoals onderwijstijd, methodiek, didactische aanpak e.d. De inspectie kan niet vaststellen of de leerlingen zich optimaal ontwikkelen (indicator 11.4). Door de tekortkoming in de handelingsplanning is het systeem van leerlingenzorg op dit moment onvoldoende dienstbaar aan het bepalen, bereiken en verantwoorden van opbrengsten. Daar komt bij dat noch de school noch de inspectie over criteria en normen beschikken om opbrengsten te meten en er een oordeel aan te verbinden. Functionaliteit van de handelingsplannen, onderwijstijd, leerstofaanbod De inhoud van de handelingsplannen is onvoldoende om het leren te sturen, aangezien niet duidelijk is wanneer het niveau van het doel is behaald. Het handelingsplan is hierdoor niet ondersteunend, laat staan plannend en is daarmee niet functioneel. Dat is voor de inspectie aanleiding om indicator 4.1 met een onvoldoende te waarderen. De leertijd die de leerlingen nodig hebben om kennis op te doen of zich een bepaalde vaardigheid eigen te maken komt niet in de handelingsplannen aan de orde. Daardoor is er geen mogelijkheid om de leertijd te evalueren en een bewuste afweging te maken bij het vaststellen van de benodigde onderwijstijd per leerling. Ook in de lessen maken de leraren niet zichtbaar dat zijn differentiëren in leertijd. Indicator 6.4 is dan ook onvoldoende. De teamleden maken wel efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. De school heeft een aanbod voor de schoolse vakken. De inspectie merkt hierbij wel op dat het onderwijs vooral gericht is op de praktijkvakken en dat de school de planning van het onderwijs in de schoolse vakken hieraan aanpast. Dit heeft tot gevolg dat docenten alleen in de onderbouw gericht aan taal, spelling en rekenen kunnen werken. In de midden- en bovenbouw kan door het primaat van de praktische vakken de samenhang en de effectiviteit van het onderwijs in de schoolse vakken in het gedrang komen. Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. Voor de mg-groepen is het leerstofaanbod echter ondoorzichtig. In ieder geval is niet duidelijk hoe de school hiermee gericht op de verschillen tussen leerlingen inspeelt. De inspectie beoordeelt indicator 5.4 daarom als onvoldoende. Onderwijsleerproces en schoolklimaat Het primaire proces van de school is op orde. Vrijwel alle indicatoren van de aspecten (ortho)pedagogisch handelen en (ortho)didactisch handelen zijn als voldoende beoordeeld. De inspectie constateert dat de leraren een positief en prettig pedagogisch klimaat creëren, waarbij de leraren de leerlingen met respect behandelen en aanspreken. Tijdens de instructiemomenten stemmen de leraren de instructie en verwerking voldoende af op de instructiebehoeften en niveauverschillen tussen de leerlingen. De inspectie constateert dat de leerlingen actief betrokken zijn bij de onderwijsactiviteiten en dat daarbij interactie plaatsvindt tussen de leraar en de leerling, maar ook tussen leerlingen onderling. In de lesobservaties is echter niet voldoende zichtbaar dat leerlingen waar mogelijk zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces. Tijdens het onderzoek trof de inspectie ook geen beleid aan waaruit blijkt hoe aan het vergroten van de eigen zelfstandigheid van leerlingen wordt gewerkt. Indicator 8.4 en 9.3 beoordeelt de inspectie als onvoldoende. Kenmerkend voor het sociale klimaat binnen de school is de respectvolle omgang van het personeel met de leerlingen, en tussen de leerlingen onderling. De school heeft veiligheidsbeleid vastgelegd. De klassen- en schoolregels dragen eveneens bij aan een veilig Pagina 10 van 13

schoolklimaat. Uit de gesprekken die de inspectie met teamleden en de leerlingen voerde, komt naar voren dat zij de school als een veilige plek ervaren. Naleving van wet- en regelgeving Er is een tekortkoming in de naleving van het wettelijke voorschrift artikel 41a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra (WEC). De school neemt voor het opstellen van het eerste handelingsplan een langere termijn dan de wettelijke termijn van maximaal één maand na inschrijving. De inspectie constateert verder een tekortkoming van het wettelijke voorschrift van artikel 11, vierde lid, van de WEC. De school heeft het onderwijs niet zodanig ingericht dat de leerlingen ten minste 1000 uren per schooljaar onderwijs ontvangen. De school plant voor alle groepen en voor alle niveaus 20 minuten per dag in voor de bevordering van gezond gedrag. Hoewel de inspectie op voorhand niet uitsluit dat hieraan voor sommige groepen op de school onderwijsdoelen ten grondslag kunnen liggen, heeft de school de besteding van deze tijd onvoldoende verantwoord om deze als onderwijstijd in de zin van de wet aan te merken. De inspectie heeft ook tijdens de lesbezoeken niet kunnen constateren dat tijdens deze lessen sprake was van een bijzondere, op de doelgroep toegesneden aanpak of methode gericht op het realiseren van specifieke doelen. Hiermee acht de inspectie het niet gerechtvaardigd dat deze tijd, in het bijzonder voor de oudere en beter functionerende leerlingen, als onderwijstijd in de zin van de wet wordt aangemerkt. Pagina 11 van 13

Pagina 12 van 13

3. TOEZICHTARRANGEMENT Kwaliteit De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen. Daarom beoordeelt de Inspectie van het Onderwijs de kwaliteit als zwak en kent zij De Toekomst vso een aangepast arrangement toe. De Toekomst vso valt onder intensief toezicht. De inspectie is met het bevoegd gezag overeengekomen dat de onderwijskwaliteit in april 2013 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert in mei 2013 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de school de tekortkomingen heeft opgeheven. Naleving Naar aanleiding van de tekortkoming in de naleving van het wettelijke voorschrift artikel 41a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra (WEC) geeft de Inspectie van het Onderwijs het bevoegd gezag de volgende opdracht: Het bevoegd gezag houdt vanaf het moment van vaststellen van dit rapport bij het opstellen van een handelingsplan de maximumtermijn van één maand na inschrijving aan. Voorafgaand aan het volgende bestuursgesprek in het najaar van 2012 gaat de inspectie na of de tekortkoming tijdig is opgeheven. De inspectie constateerde verder een tekortkoming in de naleving van het wettelijke voorschrift van artikel 11, vierde lid, van de WEC. De Inspectie van het Onderwijs geeft het bevoegd gezag daarom de volgende opdracht: Het bevoegd gezag plant en realiseert vanaf het moment van vaststellen van dit rapport voldoende onderwijstijd. Voorafgaand aan het volgende bestuursgesprek in het najaar van 2012 gaat de inspectie na of de tekortkoming tijdig is opgeheven. Pagina 13 van 13