De W van VWO: vaardigheden, houdingen, motivaties en zelfbeeld Juliette Walma van der Molen 19 november 2015
Wat Willen We met de W? Voorbereiden op wetenschappelijk onderwijs? Bestaat er zoiets als één wetenschappelijke methode? Wetenschappelijke kennis vs. kennis van het wetenschappelijk proces (knowledge of science vs. knowledge about science)? Academische bildung? Wetenschappelijke geletterdheid (scientific literacy)? Geen eenduidige definitie
Wat Willen We met de W? De OECD (Organisation for Economic Co-Operation and Development's (OECD) definieert Scientific Literacy als: the capacity to use scientific knowledge, to identify questions and to draw evidence-based conclusions in order to understand and help make decisions about the world and the changes made to it through human activity. Osborne (2000) and Hodson (2003) komen tot vier invalshoeken: Cultural: developing the capacity to read about and understand issues relating to science in the media; Utilitarian: having the knowledge, skills and attitudes that are essential for a career as scientist; Democratic: broadening knowledge and understanding of science to include the interface between science, technology and society; Economic: formulating knowledge and skills that are essential to the economic growth and effective competition within the global market place
Scientific Literacy: aanleren van wetenschappelijke Nieuwsgierigheid/verwondering (habit of mind) Competentie (onderzoeksvaardigheden) Begrip (proces, epistemologie) Creativiteit (bedenken van nieuwe oplossingen) Sensitiviteit (ethische aspecten en samenwerken)
Smal Onthouden, begrijpen, toepassen. Vooral reproductie van kennis. Weinig transfer van kennis en vaardigheden. Meer passief.
Breed Smal Onthouden, begrijpen, toepassen. Vooral reproductie van kennis. Weinig transfer van kennis en vaardigheden. Meer passief. Creëren, evalueren, analyseren. Meer open opdrachten of zelfgekozen projecten. Thematisch, vakoverschrijdend. Kritische houding, reflectie, creatief denken, nieuwsgierigheid, gedrevenheid, doorzettingsvermogen, probleemoplossend.
Effort Empathy Planning Originality Making links Imitation Listening Distilling Creative thinking Self-insight Judgment Self-directed Imagination Engagement Analysis Responsible Creating Data gathering Initiative Problem solving Eagerness Adaptability Productivity Flexibility Evaluation Entrepreneurialism Confidence Critical thinking Innovation Decision making Hypothesizing Inventiveness Competitive Management Questioning Interested Persuasion Goal setting Curiosity Agility Perseverance Perceptiveness Wonderment Optimism Precision Accurate Openness Independence Reasoning Noticing
Originality Effort Empathy Creating Distilling Perseverance Inventiveness Creative thinking Imitation Evaluation Listening Imagination Innovation Interested Analysis Competitive Problem solving Initiative Productivity Reasoning Entrepreneurialism Hypothesizing Eagerness Making links Data gathering Engagement Decision making Self-directed Management Goal achievement Planning Confidence Persuasion Curiosity Self-insight Openness Accurate Agility Flexibility Questioning Critical Wonderment Adaptability Precision Judgment Optimism Responsibility Perceptiveness Independence Noticing
Originality Effort Empathy Creating Distilling Perseverance Inventiveness Creative thinking Imitation Evaluation Listening Imagination Innovation Interested Analysis Problem solving Motivatie Competitive Denkvaardigheden Initiative Productivity Reasoning Entrepreneurialism Hypothesizing Eagerness Making links Data gathering Engagement Decision making Self-directed Management Goal achievement Planning Confidence Self-insight Agility Flexibility Adaptability Optimism Zelfbeeld Persuasion Curiosity Openness Accurate Questioning Critical Houding Wonderment Precision Judgment Responsibility Perceptiveness Independence Noticing
Talenten Voeden methode
Talenten Voeden methode
Vaardigheden: Vakoverstijgende benadering/ Thematisch werken Smal/mono
Vaardigheden: Vakoverstijgende benadering/ Thematisch werken Breed/ overlappend Smal/mono
Vaardigheden: Vakoverstijgende benadering/ Thematisch werken Breed/ overlappend Smal/mono
Vaardigheden: Vakoverstijgende benadering/ Thematisch werken Breed/ overlappend Smal/mono
Houding Nieuwsgierige houding: Neiging om creatieve vragen te stellen en wil om iets te weten, te exploreren Belang inzien van nieuwsgierigheid Open staan voor exploratie
Motivatie om te leren Helemaal niet mee eens Niet mee eens Mee eens Helemaal mee eens Ik leer heel graag iets nieuws over een schoolvak, omdat ik dit zelf interessant vind 1 2 3 4 Ik doe vooral mijn best op school om goede cijfers te halen Ik zou het liefst voor gemakkelijkere opdrachten kiezen, zodat ik niets fouts kan doen 1 2 3 4 1 2 3 4
Motivatie om te leren Helemaal niet mee eens Niet mee eens Mee eens Helemaal mee eens Ik leer heel graag iets nieuws over een schoolvak, omdat ik dit zelf interessant vind 1 2 3 4 Ik doe vooral mijn best op school om goede cijfers te halen Ik zou het liefst voor gemakkelijkere opdrachten kiezen, zodat ik niets fouts kan doen 1 2 3 4 1 2 3 4 - Intrinsiek en/of extrinsiek - Approach versus Avoidance (zoek je de uitdaging op of loop je er voor weg) - Is het alleen maar goed als een leerling uitdaging opzoekt en intrinsiek gemotiveerd is?
Motivatie om te leren Helemaal niet mee eens Niet mee eens Mee eens Helemaal mee eens Ik leer heel graag iets nieuws over een schoolvak, omdat ik dit zelf interessant vind 1 2 3 4 Ik doe vooral mijn best op school om goede cijfers te halen Ik zou het liefst voor gemakkelijkere opdrachten kiezen, zodat ik niets fouts kan doen 1 2 3 4 1 2 3 4 - Intrinsiek en/of extrinsiek - Approach versus Avoidance (zoek je de uitdaging op of loop je er voor weg) - Is het alleen maar goed als een leerling uitdaging opzoekt en intrinsiek gemotiveerd is?
B" Leerling gebruikt standaard voorbeeld doorcontext aantepassen 465 Leerlinggaat uitvan standaard voorbeeld doortheorie aantepassen 566 *Leerlingmaakt nieuwvoorbeeld waarbijcontext theoriestuurt. *Leerlingkoppelt vanuit verschillende invalshoeken binnendecontext. 667 M" Leerlingkanbegrippen nietdefiniëren 062 Leerlingkanbegrippenwel definiëren 264 A" Deleerling kan eenvoudige verbanden tussen begrippen leggenop matigtot voldoende niveau 6.567 Deleerling kan eenvoudige verbanden tussen begrippen leggenop hoogniveau 767.5 Deleerling kan complexe verbanden tussen begrippen leggenop matigtot voldoende niveau 7.568 Deleerling kan complexe verbanden tussen begrippen leggenop hoogniveau 868.5 E" Deleerling ziethet verschil tussen theorieen praktijk 6.567 Deleerling ziethet verschil tussen theorieen praktijken kan aangeven waardoordit verschil ontstaat. 767.5 Idem + Deleerlingen kan oplossingen aandragen doorde contextte veranderen 7.568 Idem + Deleerlingen kan oplossingen aandragen doorde contexten de conceptente veranderen 868.5 C" Analyseen evaluatie beidematig 868.5 Analyseen evaluatie beide voldoende 8.569 Analyseen evaluatie beidegoed 969.5 Analyseen evaluatie beide uitstekend 9.5610 Concept Context
Zelfbeeld Zelfvertrouwen/lef: waar ben je goed in? durf je een uitdaging aan te gaan? Groei mindset: denk je dat je je eigen kwaliteiten, slimheid, e.d. kunt verbeteren? Mindset vs attitude: attitude bestaat uit overtuigingen, gevoelens en gedachten over een onderwerp mindset bestaat uit de impliciete (onbewuste) ideeën die iemand heeft over zijn eigen (potentiële) ontwikkelingsmogelijkheden
Talenten Voeden methode
Talenten Voeden methode
Wat is er nodig voor meer W in VWO? Beleid Gevarieerde toetsing School en leerkrachten
Wat is er nodig voor meer W in VWO? Beleid Gevarieerde toetsing School en leerkrachten
Wat is er nodig voor meer W in VWO? Beleid Gevarieerde toetsing School en leerkrachten
Wat is er nodig voor meer W in VWO? Beleid Gevarieerde toetsing School en leerkrachten