RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 19 december 2013 13-110 Onderwerp Belastingverordeningen 2014 Aan de raad, Onderwerp Belastingverordeningen 2014 Gevraagde beslissing De volgende verordeningen vast te stellen: i. Hondenbelasting 2014; ii. Toeristenbelasting 2014; iii. Tot intrekking van de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013; iv. Afvalstoffenheffing 2014; v. Reinigingsrechten 2014; vi. Rioolheffing 2014; vii. Tot intrekking van de Verordening brandweerrechten 2013; viii. Marktgelden 2014; ix. Brandweerrechten 2014; x. Legesverordening 2014; xi. Onroerende zaakbelastingen 2014; Grondslag Gemeentewet Algemene wet bestuursrecht Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) Inleiding Jaarlijks worden de tarieven van de gemeentelijke belastingen en retributies aangepast aan de ontwikkeling van de inflatie. Het inflatiepercentage voor 2014 is in de Kadernota vastgesteld op 2,5% en toegepast in de Programmabegroting 2014-2017. Bij het vaststellen van de belastingverordeningen 2013 is gemeld, dat in 2013 de verordeningen vergeleken worden met de modelverordeningen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Dit is met uitzondering van de verordening marktgelden gebeurd. Als bijlage is per verordening een vergelijkingstabel opgesteld, waarin wordt aangegeven, wat de artikelen van de huidige verordening zijn; wat de artikelen van de modelverordening zijn van de VNG en wat conform dit voorstel de artikelen voor 2014 voor de gemeente Bunnik zijn. Per verordening worden de wijzigingen aangegeven: A. Hondenbelasting Bij de hondenbelasting speelde de zaak dat een inwoonster van de gemeente Sittard-Geleen tegen haar aanslag hondenbelasting bezwaar had gemaakt. In hoger beroep oordeelde het hof begin dit jaar dat er geen objectieve grond bestond voor het onderscheid dat de gemeente maakte tussen hondenbezitters en niet-hondenbezitters. Dit omdat kosten die voortkwamen uit het bezit van honden geen rol speelde bij het
2 heffen van hondenbelasting. Het hof zag daarin een schending van het gelijkheidsbeginsel zoals dat is verankerd in de Grondwet. Het college van B&W van Sittard had tegen deze uitspraak van het hof cassatie ingesteld. Vervolgens heeft de advocaat-generaal de Hoge Raad geadviseerd in zijn conclusie van 18 juli jongstleden dat gemeenten vrij zijn de opbrengsten van hondenbelasting naar eigen inzicht te besteden. Hondenbelasting is geen bestemmingsbelasting, maar een algemene belasting. Met andere woorden: de gemeente hoeft de opbrengsten niet te gebruiken voor bijvoorbeeld het aanleggen van uitlaatplaatsen of het opruimen van hondenpoep, maar bepaalt zelf wat ze met het geld doet. Op 18 oktober jongstleden is dit advies door de Hoge Raad overgenomen. De tarieven voor deze belasting worden met het vastgestelde inflatiepercentage gecorrigeerd. De tarieven zien er als volgt uit: A. Hondenbelasting: voor een eerste hond 83,66 85,75 voor een tweede hond 113,04 115,87 voor iedere hond boven het aantal van twee 114,73 117,60 per kennel 311,64 319,43 B. Toeristenbelasting In 2013 is er een nieuwe groepsaccommodatie gerealiseerd binnen de gemeente Bunnik. Het betreft een agrarisch bedrijf waar een groepsaccommodatie is bijgebouwd. De eigenaar kiest ervoor om de toeristenbelasting niet volledig door te berekenen in de overnachtingprijs (eigen commerciële afweging). De vraag rijst dan of er een zodanige differentiatie in het tarief voor de groepsaccommodaties moet worden toegepast, dat het tarief lager is. Deze tariefdifferentiatie moet dan echter ook worden toegepast voor twee vergelijkbare groepsaccommodaties binnen de gemeente, omdat daar ook groepsactiviteiten met overnachting worden aangeboden. Per saldo betekent dit een lagere opbrengst toeristenbelasting en ontstaat er een tekort op de begroting. Voorgesteld wordt om uitsluitend tariefdifferentiatie toe te passen tussen de campings en de overige verblijfsaccommodaties. De keuze om wel of niet de toeristenbelasting door te berekenen in de overnachtingsprijs is aan de eigenaar (commerciële afweging). De afweging om voor hotels en overige verblijfsaccommodaties voor een hoger tarief te kiezen is gemaakt, omdat de kwaliteit van een vaste accommodatie (qua bouw, luxe, isolatieniveau en aanwezige voorzieningen) hoger is als bijvoorbeeld op een camping en dat de sanitaire voorzieningen (toilet, douche, bad) direct in de buurt én voorhanden zijn en dat hier niet gebruik gemaakt hoeft te worden gemaakt van (op grootschalig gebruik) gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen, zoals op een camping. Het toepassen van een lager tarief voor een camping is in die zin goed verklaarbaar en rechtvaardig. De tarieven voor deze algemene belasting worden met het vastgestelde inflatiepercentage gecorrigeerd en er vindt geen verdere differentiatie plaats. De tarieven zien er als volgt uit: B. Toeristenbelasting mobiele kampeeronderkomens en stacaravans per overnachting 0,61 0,62 overige verblijfsaccommodaties 1,86 1,91 C. Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Tot en met het belastingjaar 2013 zaten deze tarieven verwerkt in één verordening: Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten. De afvalstoffenheffing kan in beginsel als een belasting worden beschouwd. Tegenover de heffing staat niet een individueel aanwijsbare prestatie van de overheid in de vorm van het werkelijk meenemen van huishoudelijke afvalstoffen, echter wel een nakoming van de wettelijke inzamelverplichting bij het desbetreffende perceel door de gemeente. Bij de reinigingsrechten is echter wel sprake van een individueel aanwijsbare prestatie van de gemeente in de vorm van het daadwerkelijk meenemen van huishoudelijke afvalstof-
3 fen. Indien komt vast te staan dat de belastingplichtige geen gebruik maakt van de gemeentelijke inzameldienst is geen reinigingsrecht verschuldigd. Daarom worden deze verordeningen gesplitst in twee verordeningen: Verordening afvalstoffenheffing en Verordening reinigingsrechten. Via de intrekkingsverordening wordt de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten ingetrokken. De tarieven voor afvalstoffenheffing en reinigingsrechten dalen. Dit is het gevolg van een afname van de kosten van afvoer en verwerking van restafval. De genoemde tarieven zijn mede daarop gebaseerd. Het tarief van de afvalstoffenheffing is hiermee kostendekkend: Op grond van de Gemeentewet mag afvalstoffenheffing namelijk niet meer dan kostendekkend geheven worden. De tarieven zien er als volgt uit: afvalstoffenheffing, eenpersoonshuishoudens 165,00 150,00 afvalstoffenheffing, meerpersoonshuishoudens 219,00 203,00 reinigingsrechten, per container, inclusief omzetbelasting 231,91 212,78 D. Rioolheffing Op 30 augustus 2012 is het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2012-2016 (vgrp) vastgesteld. In het vgrp zijn de tarieven voor 2013 tot en met 2016 vastgesteld op 175,80. D. Rioolheffing rioolheffing, per heffingseenheid 175,80 175,80 E. Rechten voor gebruik van de algemene begraafplaats In 2013 zijn de termijnen van uitgifte van de graven teruggebracht van 30 jaar naar 20 jaar. Daarom zijn deze tarieven (uitgifte en verlenging van graven) voor 2014 niet inflatoir aangepast. Dit lijkt contrair met de door de gemeenteraad in 2012 vastgestelde kaders over de kostendekkendheid van de begraafrechten. Voor 2014 heeft het college daarin een eerste stap gezet: De kosten van het begraven worden volledig door de legesopbrengsten gedekt. Tot slot zal in 2014 verder onderzoek worden gedaan hoe de dekkingsgraad van de begraafrechten verder verbeterd kan worden. Dit resulteert in de volgende voorstellen: E. Begraafrechten Uitgifte: voor een eigen dubbele grafkelder voor 20 jaar 4.870,89 4.870,89 voor een eigen enkele grafkelder voor 20 jaar 3.252,14 3.252,14 voor een eigen graf voor 20 jaar 2.145,81 2.145,81 voor een algemeen graf voor een periode van 20 jaar 836,90 836,90 voor een eigen urnengraf voor 20 jaar (zowel veld als muur) 707,14 518,00 Verlenging: voor een periode van 10 jaar voor een eigen dubbele grafkelder 1.211,21 1.211,21 voor een periode van 10 jaar voor een eigen enkele grafkelder 859,16 859,16 voor een periode van 10 jaar voor een eigen graf 369,44 1.072,90 voor een periode van 10 jaar voor een eigen urnengraf 125,14 259,00 Begraven: Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar en ouder 636,00 659,00 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 1 jaar 156,15 545,00 Voor het begraven van een lijk van een kind tussen de 1 en 12 jaar 313,71 545,00 Voor het begraven op zaterdag van 9.00 12.00 uur wordt tarief verhoogd 313,71 313,71 Bijzetten asbussen en urnen: in een eigen graf, een eigen urnengraf of een algemeen graf 318,66 213,50 voor de afgifte bij de gemeente van een asbus of urn 51,59 51,59 Voor het bijzetten op zaterdag van 9:00 12:00 uur wordt tarief verhoogd 313,71 168,00
4 Onderhoud: Voor afgifte vergunningen plaatsen of vernieuwen van voorwerpen: stichten van een grafkelder 200,78 200,78 stichten gedenktekenen en kruisen 62,21 105,00 plaatsen zerk 62,21 105,00 plaatsen heesters en andere gewassen 62,21 105,00 Lijkschouwing: Schouwen lijk door gemeentelijke lijkschouwer 145,06 vervallen Lichten, ruimen: lichten lijk 636,00 646,00 na lichting opnieuw begraven 636,00 646,00 ruimen graf op verzoek van belanghebbende 313,71 vervallen Overige heffingen: gebruik aula 62,21 75,00 gebruik rijdende baar 25,14 vervallen na ruiming afzonderen lijk t.b.v. crematie of herbegraving 62,21 vervallen F. Marktgelden In afwachting van het ambtelijk onderzoek naar het standplaatsen- en marktbeleid wordt voorgesteld de tarieven voor de marktgelden met inflatie te corrigeren en de verordening in zijn huidige vorm in stand te houden. Deze verordening is dus niet verder tekstueel beoordeeld; dit zal in 2014 gebeuren. F. Marktgelden (per strekkende meter) dagstandplaats 2,88 2,95 vaste kwartaalstandplaats 25,80 26,45 vaste halfjaarstandplaats 48,95 50,17 vaste jaarstandplaats 93,13 95,46 G. Brandweerrechten De brandweer is vanaf 1 januari 2014 formeel geen gemeentelijk onderdeel meer. De brandweer valt onder de Veiligheidsregio Utrecht. Als de regionale brandweer op verzoek diensten verleent, dan zijn dit privaatrechtelijke diensten (economische activiteiten). Het verdient aanbeveling deze privaatrechtelijke tarieven in een tarievenbesluit vast te leggen. Dit dient de Veiligheidsregio Utrecht te regelen. De gemeente verleent geen diensten meer. Dit betekent dan ook, dat de verordening brandweerrechten moet worden ingetrokken. H. Leges algemeen In 2014 zal nader onderzoek worden gedaan om te komen tot een transparante kostenonderbouwing voor met name titel 2 (leges omgevingsvergunningen). In principe worden de leges met het inflatiepercentage van 2,5% gecorrigeerd. Hier worden uitsluitend die legestarieven vermeld, waar een ander uitgangspunt gehanteerd is, omdat deze tarieven niet kostendekkend zijn. Maximum tarief rijbewijzen Het maximum tarief voor rijbewijzen wordt per 1 januari 2014 38,48 (het tarief in de gemeente Bunnik was voor 2013: 40,85). De ministerraad heeft op 6 september jongstleden ingestemd met een voorstel van de minister. De Tweede Kamer moet daarvoor nog wel instemmen met een wetsvoorstel dat de maximering mogelijk maakt. Dit betekent een structureel tekort op de begroting van rond de 2.300 en dit zal zo nodig verwerkt worden bij de 1e Bestuursrapportage 2014. Gemeentegarantie Het tarief voor aanvraag gemeentegaranties wordt verhoogd van 85,- naar 300,-.
5 Loterijvergunning Voor een aanvraag voor een loterijvergunning wordt het tarief verhoogd van 26,10 naar 50,-. Omgevingsvergunning Aanvraag omgevingsvergunning: het percentage van de bouwkosten is verhoogd van 2,7% naar 2,95%. Voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een rijksmonument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een rijksmonument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht wordt het tarief verhoogd van 119,10 naar 703,82. Dit tarief is in overeenstemming met het tarief voor een bestemmingsplanafwijking in afwijking van het vastgestelde beleid. Voor de gemeentelijke monumenten wordt het tarief verhoogd van 119,10 naar 541,46. Dit tarief correspondeert met het gehanteerde tarief voor afwijking van een bestemmingsplan in overeenstemming met het vastgestelde beleid. De tarieven voor het aanleggen van een weg of een inrit of uitrit, een kapvergunning of het tarief voor opslag van roerende zaken waarvoor een vergunning benodigd is, worden verhoogd van 158,45 naar 300,-. De tarieven in het kader van de Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet zijn verhoogd van 369,75 naar 703,82. De tarieven waarvoor een verklaring van bedenkingen moet worden afgegeven, worden verhoogd van 528,25 naar 703,82. Het tarief voor een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning wordt verhoogd van 186,- naar 190,65 vermeerderd met 0,2% van de bouwkosten. De reden hiervoor is, dat de gemeente veel gewijzigde aanvragen ontvangt, die veel uren van de gemeentelijke organisatie vragen. Het tarief voor een exploitatievergunning voor een seksinrichting wordt verhoogd van 1.215,- naar 1.825,- en voor een escortbedrijf van 887,85 naar 1.225,-. Het tarief voor het aanvragen van een splitsingsvergunning voor woonruimte wordt verhoogd van 114,75 naar 367,92. Het tarief voor een ontheffing voor het verbranden van afval is verhoogd van 29,05 naar 200,-. H. Leges toezicht en handhaving kwaliteit kinderopvang Dit jaar is onderzocht of er leges geheven moet worden voor toezicht en handhaving kwaliteit kinderopvang. In het gemeentefonds zijn er middelen beschikbaar voor de versterking van het toezicht en de handhaving van de kwaliteit van kinderopvang. In de praktijk blijkt dat een groep gemeenten voldoende middelen krijgt voor deze taken. Andere gemeenten komen tekort. De gemeente zou in dat geval die diensten via legesheffing mogen omslaan. Leges mogen maximaal kostendekkend geheven worden. Na onderzoek blijkt, dat er voor de gemeente Bunnik voldoende middelen zijn opgenomen in het gemeentefonds. Daarnaast lopen er momenteel een aantal rechtszaken bij een aantal gemeenten over de hoogte van de leges kinderopvang in relatie tot de kostendekkendheid. De conclusie van dit onderzoek is dan ook om voor de gemeente Bunnik geen leges voor toezicht en handhaving kwaliteit kinderopvang te gaan heffen. H. Vrijstellingen Vorig jaar is het vrijstellingsartikel in de legesverordening aangevuld met het volgende artikel: het verrichten van diensten of activiteiten als bedoeld in de tarieventabel behorende bij de legesverordening voor zover de activiteit of dienst wordt verricht in opdracht van gemeentelijke ambtenaren en ten behoeve van de uitoefening van hun functie dan wel in opdracht van de gemeente als rechtspersoon zelf. In de praktijk bleek deze vrijstelling te ruim gedefinieerd. Daarom wordt het vrijstellingsartikel nu beperkter gemaakt: vrijstelling geldt uitsluitend nog voor de kapvergunningen. Het artikel wordt als volgt: het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand als bedoeld in onderdeel 2.3.10 van de tarieventabel behorende bij de legesverordening voor
6 zover de activiteit of dienst wordt verricht in opdracht van gemeentelijke ambtenaren en ten behoeve van de uitoefening van hun functie dan wel in opdracht van de gemeente als rechtspersoon zelf. I. Onroerende zaakbelastingen Het taxatiebureau, die de WOZ waarde van de onroerende zaken bepaalt, heeft voor de begroting 2014 een waardedaling van 7% voor zowel de woningen als de niet-woningen aangegeven. In de begroting wordt ook uitgegaan van deze waardedaling en een inflatiecorrectie van 2,5% voor zowel de woningen als de niet-woningen. Eind 2013 wordt definitief duidelijk wat de waardeontwikkeling in de gemeente Bunnik is. Als hieruit blijkt, dat de waardedaling minder dan 7% is, dan worden de tarieven voor de onroerende zaakbelastingen 2014 alsnog aangepast. De verwachting is dat de gemiddelde waardedaling niet boven de 7% uitkomt. Op deze manier is de opbrengst onroerende zaakbelastingen 2014 gegarandeerd. Na 1 januari 2014 is het namelijk wettelijk wel mogelijk om de tarieven onroerende zaakbelastingen te verlagen, maar niet te verhogen. I. Onroerende zaakbelastingen niet-woningen: - gebruiker 0,1994% 0,2183% - eigenaar 0,2493% 0,2730% woningen: 0,1601% 0,1753% Beoogd effect Beperken lastendruk Beschrijving varianten/mogelijkheden N.v.t. Argumenten 1. Raadsbevoegdheid Op grond van artikel 216 Gemeentewet moet de raad besluiten tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van gemeentelijke belastingen door het vaststellen van de belastingverordening. Kanttekeningen 1. Onzekerheid waardedaling onroerende zaken De waardeontwikkeling van de onroerende zaken in Bunnik wordt pas eind 2013 duidelijk. De definitieve tarieven onroerende zaakbelastingen kunnen nog niet worden vastgesteld. Met het nemen van deze technische maatregel van voorlopige vaststelling van de tarieven onroerende zaakbelastingen is het mogelijk om in 2014 de definitieve tarieven onroerende zaakbelastingen vast te stellen. Kosten, baten en dekking In de Programmabegroting 2014 is reeds rekening gehouden met de hogere opbrengst voortvloeiend uit de aangepaste tarieven. Het tekort als gevolg van de maximering van de rijbewijstarieven zal verwerkt worden bij de 1 e Bestuursrapportage 2014. Uitvoering Na vaststelling door de raad gaan de belastingverordeningen in per 1 januari 2014. Opstellen van transparante kostenonderbouwing legesverordening in 2014.
7 Bijlagen 1. Belastingverordeningen 2014: a. Hondenbelasting (vergelijkingstabel en verordening) b. Toeristenbelasting (vergelijkingstabel en verordening) c. Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten (vergelijkingstabel en verordening) d. Rioolheffing (vergelijkingstabel en verordening) e. Rechten voor gebruik van de algemene begraafplaats (vergelijkingstabel en verordening) f. Marktgelden (verordening) g. Verordening tot intrekking van de Verordening brandweerrechten 2013 h. Leges inclusief tarieventabel (vergelijkingstabel en verordening) i. Onroerende zaakbelastingen (vergelijkingstabel en verordening) 2. Verordening tot intrekking van de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013 Ter inzage 1. Belastingverordeningen 2014: a. Hondenbelasting (vergelijkingstabel en verordening) b. Toeristenbelasting (vergelijkingstabel en verordening) c. Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten (vergelijkingstabel en verordening) d. Rioolheffing (vergelijkingstabel en verordening) e. Rechten voor gebruik van de algemene begraafplaats (vergelijkingstabel en verordening) f. Marktgelden (verordening) g. Verordening tot intrekking van de Verordening brandweerrechten 2013 h. Leges inclusief tarieventabel (vergelijkingstabel en verordening) i. Onroerende zaakbelastingen (vergelijkingstabel en verordening) 2. Verordening tot intrekking van de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013 3. Notitie Wijze van heffen 4. Notitie Vrijstellingen / Vermindering / Ontheffing / Teruggaaf 5. Notitie Kwijtschelding 6. Memo Herziening leges kosten begraven 7. Notitie Hardheidsclausule Odijk, 5 november 2013 Burgemeester en wethouders van Bunnik, de secretaris, de burgemeester, dhr. mr. G. Veenhof dhr. H.M. Ostendorp
Nummer 13-110 De raad van de gemeente Bunnik; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013; b e s l u i t : 1. De volgende verordeningen vast te stellen: I. Hondenbelasting 2014; II. Toeristenbelasting 2014; III. Tot intrekking van de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013; IV. Afvalstoffenheffing 2014; V. Reinigingsrechten 2014; VI. Rioolheffing 2014; VII. Begraafrechten 2014; VIII. Marktgelden 2014; IX. Tot intrekking van de Verordening brandweerrechten 2013; X. Legesverordening 2014; XI. Onroerende zaakbelastingen 2014; Aldus besloten in de openbare vergadering van 19 december 2013. De raad voornoemd, de griffier de voorzitter
Voorrondes Open Huis Procedure raadsvoorstel / besluit Digitaal beschikbaar bij griffie Onderwerp Belastingverordeningen 2014 Ja Nee Bijgevoegde stukken Ja Nee Ter inzage Ja Nee Inhoud besluit B&W De raad voor te stellen de belastingverordeningen 2014 vast te stellen Datum besluit B&W 05-11-2013 In Voorrondes Open Huis Bijzonderheden Bespreken Gewenste planning Open Huis 28-11-2013 Raad 19-12-2013 Uiterste datum Raad 19-12-2013 Agenda Commissie Datum bespreking 12-11-2013 Opmerkingen