Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 14 Cultuur

Vergelijkbare documenten
Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 14 Cultuur

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 14 Cultuur

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 14 Cultuur

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 01 Onderwijs

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 5 LABORATORIA

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 02 Onderwijs

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 01 Onderwijs

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 19 Telefonie

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 5 LABORATORIA

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 5 LABORATORIA

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 15 Kinderboerderijen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 19 Telefonie

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 5 LABORATORIA

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 19 Telefonie

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 6 Crematoria

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 5 LABORATORIA

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 6 Crematoria

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7 PARKEREN

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 15 Kinderboerderijen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 8 Ziekenhuizen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 4. NS-stations RIT/Prorail (o.b.v. convenant perrons, overkappingen e.d.) Waardepeildatum 1 januari 2013

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

Taxatiewijzer en kengetallen Algemene kengetallen (bijgebouwen en infrastructuur)

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 6 Crematoria

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 19 Telefonie

Taxatiewijzer en kengetallen Algemene kengetallen (bijgebouwen en infrastructuur)

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 11 Busstations

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 15 Kinderboerderijen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 2 Defensie

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7 Parkeren

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 15 Kinderboerderijen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 6 Crematoria

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 11 Busstations

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 4. NS-stations RIT/Prorail (o.b.v. convenant perrons, overkappingen e.d.) Waardepeildatum 1 januari 2012

Taxatiewijzer en kengetallen Algemeen deel

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 11 Busstations

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7 Parkeren

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 8 Ziekenhuizen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 6 Crematoria

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 10 Kloosters

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7 PARKEREN

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 11 Busstations

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 2 DEFENSIE

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 4. NS-stations RIT/ProRail (o.b.v. convenant perrons, overkappingen e.d.) Waardepeildatum 1 januari 2015

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 19 Telefonie

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

1. Inleiding. 2. Oordeel uitvoering van de Wet WOZ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gemeente/

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 12 Windturbines

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7 Parkeren

Werktuigbouwkundige installaties Kostenkengetallen Bouwprojecten

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

Rotterdamse appendix bij de taxatiewijzer Havengebonden objecten van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 8 Ziekenhuizen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

Taxatiewijzer en kengetallen Algemeen deel

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Terschelling uitvoeringsorganisatie: Datum: 17 april 2014 en 30 oktober 2014.

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 8 Ziekenhuizen

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Midden-Drenthe uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 april Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Leidschendam-Voorburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 30 september 2016.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Geldrop-Mierlo uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 oktober Gemeente/

WOZ, WAW, BTW, en andere actualiteiten

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 12 Windturbines

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Enkhuizen uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 juni Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2014

WAARDERINGSKAMER. Record-layout Stuf-TAX. versie 4

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 12 Windturbines

ECLI:NL:RBDHA:2017:6102

23 mei 2017 geactualiseerd op 19 juni 2017 (concept) 7 augustus 2017 (definitief)

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Sluis uitvoeringsorganisatie: Datum: 28 maart Gemeente/ Datum rapport: 15 mei 2013

25 april 2017 (definitief)

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 12 Windturbines

ECLI:NL:RBOBR:2017:1690

24 juni 2016 (definitief)

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gennep uitvoeringsorganisatie: Datum: 3 april Gemeente/ Datum rapport: 4 april 2014

Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Datum: 28 mei en 16 juli Datum rapport: 3 augustus 2009

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Mill en St. Hubert/ Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert

Raadsvergadering van 14 december 2010 Agendapunt 11

WAARDERINGSKAMER NOTITIE. Betreft: Stuf-TAX versie 4. Datum: 1 juli 2006 Bijlage(n): 3

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zoetermeer. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 25 mei Datum rapport: 22 juni 2016

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Weststellingwerf uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 september 2014.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Hof van Twente uitvoeringsorganisatie: Datum: 23 oktober Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oude IJsselstreek uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 juni Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Ameland uitvoeringsorganisatie: Datum: 9 november Gemeente/

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 WOONWAGENS

25 april 2017 (definitief)

Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Datum: 3 september Datum rapport: 8 september 2008

7 november 2016 (definitief)

Waardering van nieuwbouw

WAARDERINGSKAMER. 1. Inleiding RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zaanstad. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie:

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Veendam/ de Kompanjie uitvoeringsorganisatie: Datum: 7 augustus 2014.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Venray uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 augustus Gemeente/ Datum rapport: 4 augustus 2014

Transcriptie:

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 14 Cultuur Waardepeildatum 1 januari 2016

Colofon Taxatiewijzer Cultuur, waardepeildatum 1 januari 2016 Deze taxatiewijzer is een uitgave van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Copyright Vereniging van Nederlandse Gemeenten 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en / of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of worden opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Dit verbod betreft tevens de gehele of gedeeltelijke bewerking. Uitgevers en samenstellers verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, evenwel kunnen uitgever en samenstellers op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en samenstellers aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en / of beslissingen die gebaseerd zijn op de in deze uitgave opgenomen informatie. Gebruikers van de in deze uitgave opgenomen informatie wordt met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar tevens af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te allen tijde te controleren. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 2

VOORWOORD Voor u ligt de landelijke taxatiewijzer Cultuur naar waardepeildatum 1 januari 2016. Deze taxatiewijzer is in opdracht van de VNG tot stand gekomen in de Taxatietechnische Kerngroep. Daarin hebben deelgenomen de VNG, de Waarderingskamer, de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Belastingsamenwerking gemeenten & Hoogheemraadschap Utrecht (Bghu), Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT) en de taxatiebedrijven Antea Group, GeoTax, SMQ, Invast Hotels, KONDAR, Ortec Finance, Van Ameyde Waarderingen, Thorbecke, TOG Nederland, en Wiberg Taxaties. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 3

Verschillen ten opzichte van de vorige Taxatiewijzer Cultuur, waardepeildatum 2015, versie 1.1 Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de inhoudelijke (niet-redactionele) verschillen in de hoofdstukken ten opzichte van de Taxatiewijzer Cultuur, waardepeildatum 2015, versie 1.1. Hoofdstuk Onderwerp Wijziging 1 Strekking van deze taxatiewijzer Enige tekstuele aanpassingen 2 Beschrijving van de archetypen Geen wijzigingen 3 Aandachtspunten inzake functionele veroudering Geactualiseerd 4 Onderbouwende marktgegevens Geactualiseerd 5 Beschrijving hoe om te gaan met bandbreedtes Geen wijzigingen 6 Grond Geen wijzigingen 7 Taxatieverslag Geen wijzigingen 8 Rekenschema Geen wijzigingen Bijlage 1 Bronnen Geen wijzigingen Bijlage 2 Verklarende woordenlijst Geen wijzigingen Bijlage 3 Kengetallen per archetype Extra onderbouwingen toegevoegd. Kengetal C116ME53 nav nieuw marktonderzoek aangepast van 2.820 naar 2.850 euro (1,60%) Bijlage 4 Marktanalyse Aangepast naar waardeniveau 1-1-2016 Bijlage 5 Overzicht onderdelen werktuigen Geactualiseerd Taxatiewijzer Cultuur Pagina 4

INHOUDSOPGAVE 1 STREKKING VAN DEZE TAXATIEWIJZER... 6 1.1 Algemeen... 6 1.2 Specifieke aandachtspunten taxatiewijzer Cultuur... 6 2 BESCHRIJVING VAN DE ARCHETYPEN... 9 2.1 Inhoudsopgave archetypen Cultuur, soortobjectcodes 3411 t/m 3416... 9 2.2 Toelichting op de archetypen Culturele objecten, 3411 t/m 3416... 10 3 FUNCTIONELE VEROUDERING BIJ GEBOUWEN VOOR CULTURELE DOELEINDEN... 11 3.1 Toelichting op de functionele afschrijving... 11 4 BESCHRIJVING VAN DE MARKTGEGEVENS... 13 4.1 Toelichting op de marktgegevens Cultuur... 13 4.2 Van marktgegeven naar kengetal... 14 4.3 Wijzigingen ten opzichte van de vorige waardepeildatum... 16 4.4 Overzicht tabellen per kengetal... 17 4.5 Werktuigenvrijstelling... 22 5 BESCHRIJVING HOE OM TE GAAN MET BANDBREEDTES... 24 6 GROND... 25 7 TAXATIEVERSLAG... 26 8 REKENSCHEMA... 27 BIJLAGE 1 - BRONNEN... 28 BIJLAGE 2 - VERKLARENDE WOORDENLIJST... 29 BIJLAGE 3 - RAPPORTAGE KENGETALLEN PER ARCHETYPE... 30 BIJLAGE 4 - RAPPORTAGE ONDERBOUWENDE MARKTGEGEVENS... 58 BIJLAGE 5 - OVERZICHT ONDERDELEN WERKTUIGEN... 113 Taxatiewijzer Cultuur Pagina 5

1 Strekking van deze taxatiewijzer 1.1 Algemeen Deze taxatiewijzer geeft richtlijnen bij het bepalen van de gecorrigeerde vervangingswaarde naar waardepeildatum 1 januari 2016 van gebouwen die gebruikt worden voor culturele doeleinden. In deze taxatiewijzer zijn de kengetallen van de meest voorkomende gebouwen in de vorm van archetypen weergegeven. Hierbij is een onderscheid aangebracht door een onderverdeling te maken naar bouwjaarklassen. Voor diverse culturele activiteiten geldt dat deze kunnen plaatsvinden in allerlei typen gebouwen. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedoeld op een agrarisch museum in een agrarische schuur. Deze objecten vallen buiten het bereik van deze taxatiewijzer. Bij de waardebepaling van dergelijke objecten dient aansluiting te worden gezocht bij de taxatiewijzers die gelden voor de oorspronkelijke bestemming van het gebouw. Indien een gebouw dat gebruikt wordt voor culturele doeleinden bestaat uit meerdere gebouwdelen met verschillende bouwjaren dient voor elk van deze gebouwdelen aansluiting te worden gezocht bij de kengetallen van de bijbehorende archetypen. Bij het opstellen van de taxatiewijzer is uitgegaan van de criteria zoals deze gesteld zijn in het reglement voor het verlenen van het keurmerk van het Strategieberaad WOZ-Datacenter (Keurmerk SWDC). 1.2 Specifieke aandachtspunten taxatiewijzer Cultuur Binnen de categorie Cultuur zijn meerdere voor culturele doeleinden gebruikte gebouwen te onderscheiden. Schouwburg, concertgebouw en theater (soortobjectcode 3411) Gebouwen met als onderscheidend vermogen een podium en kleedruimtes. In de taxatiewijzer zijn archetypen opgenomen voor de standaard schouwburgen, concertgebouwen en theaters. Daarnaast is er nog een archetype opgenomen voor de zogenaamde culturele megagebouwen: zeer grote gebouwen met meerdere culturele activiteiten verenigd in één gebouw. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat dit type gebouw substantieel hogere bouwkosten heeft dan de eerder genoemde standaard gebouwen. De variatie in bouwstijl en toegepaste materialen is echter erg groot. Dergelijke objecten dienen behandeld en gewaardeerd te worden als individuele objecten. Geadviseerd wordt om de bouwkosten per m2 van deze objecten slechts als indicatie te gebruiken. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 6

Congresgebouw (soortobjectcode 3412) Voor congresgebouwen zijn geen aparte archetypen opgesteld. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat congrescentra vrijwel altijd gevestigd zijn in bijvoorbeeld hotels, schouwburgen, evenementenhallen en theaters. Bij de waardebepaling van congresgebouwen dient aansluiting te worden gezocht bij de kengetallen in deze taxatiewijzers. Museum (soortobjectcode 3413) De gebouwen die gebruikt worden als museum zijn zeer divers. Bij het opstellen van de archetypen is een extra onderscheid gemaakt naar gemiddeld en luxe afwerkingsniveau. Gebouwen met een luxe afwerkingsniveau hebben meestal niet alleen een hoger afwerkingsniveau (component afbouw), maar ook extra installatietechnische voorzieningen (component installaties). Met name het type voorwerpen dat geëxposeerd wordt geeft een indicatie over het afwerkingsniveau. Expositiehal en evenementenhal (soortobjectcode 3414) Onder een expositiehal of evenementenhal wordt een gebouw verstaan dat multifunctioneel is opgezet ten einde diverse soorten al dan niet culturele activiteiten te kunnen organiseren. Dit type gebouw is voornamelijk na de oorlog gebouwd. Voor evenementenhallen op het gebied van sport dient u aansluiting te zoeken bij sporthallen en stadions. Bioscoop en filmhuis (soortobjectcode 3415) In de taxatiewijzer zijn archetypen opgenomen voor bioscopen en voor filmhuizen. Filmhuizen zijn vaak kleinschaliger, hebben minder voorzieningen en een minder luxe afwerkingsniveau. Filmhuizen zijn vaak ook in vooroorlogse gebouwen gevestigd, terwijl bioscopen vrijwel altijd na de tweede wereldoorlog zijn opgericht. Bibliotheek (soortobjectcode 3416) Bibliotheken maken met name in de middelgrote en grote steden vaak onderdeel uit van een gebouw met meerdere al dan niet culturele activiteiten, zoals multifunctionele accommodaties, brede scholen of universiteiten. In dat geval dient aansluiting te worden gezocht bij de kengetallen van de archetypen in die andere taxatiewijzers. In de grote steden zijn zeer grote bibliotheken / gemeentearchieven (bouwkundig vergelijkbaar met bibliotheken) gebouwd, al dan niet in samenhang met voorzieningen voor andere culturele activiteiten. Bij de waardebepaling van dergelijke gebouwen dient aansluiting te worden gezocht bij de kengetallen voor culturele megagebouwen die zijn opgenomen bij de schouwburgen, concertgebouwen en theaters. Overige gebouwen bij een object dat gebruikt wordt voor culturele doeleinden Indien een gebouw dat gebruikt wordt voor culturele doeleinden bestaat uit één of meer gebouwdelen die buiten de strekking van deze taxatiewijzer vallen en die derhalve niet bij de archetypen zijn beschreven, dan dient aansluiting te worden gezocht bij de kengetallen van de archetypen in andere taxatiewijzers. Hierbij valt te denken aan een cultureel centrum (deel 11: taxatiewijzer Overheidsgebouwen). Taxatiewijzer Cultuur Pagina 7

Omzetbelasting / BTW Onderstaand wordt ingegaan op de algemene toepassing van de omzetbelasting (BTW) voor gebouwen met culturele doeleinden. Voor een volledige beschrijving over de toepassing van de BTW wordt verwezen naar het algemene deel van deze set taxatiewijzers. Bij het bepalen van de gecorrigeerde vervangingswaarde voor gebouwen met culturele doeleinden is het van belang of deze waarde inclusief omzetbelasting (BTW) moet worden bepaald of exclusief. Het al of niet meenemen van BTW in de waardeberekening is niet afhankelijk van de rechtspersoon van de eigenaar, maar van het antwoord op de vraag of de activiteiten die de eigenaar zich ten doel stelt, dan wel uitvoert, voor de Wet op de omzetbelasting 1968 een belastbaar feit opleveren. Dit kan er toe leiden dat de eigenaar ten aanzien van het betrokken object volledig BTW-plichtig is, maar ook dat de eigenaar ten aanzien van het object slechts deels BTW-plichtig is. In de gevallen dat de onroerende zaak volledig wordt gebruikt voor activiteiten die niet onderworpen zijn aan omzetbelasting, dan wel de eigenaar geen mogelijkheid heeft de omzetbelasting te verrekenen, wordt de gecorrigeerde vervangingswaarde bepaald inclusief (21%) BTW. Wanneer de eigenaar ten aanzien van het betreffende object volledig BTW-plichtig is, dan wordt de WOZ-waarde van het object exclusief BTW bepaald. Als de eigenaar slechts voor bepaalde gedeelten BTW-plichtig is, omdat een gedeelte van de activiteiten vrijgesteld zijn van omzetbelasting, dan wordt de WOZ-waarde deelt inclusief en deels exclusief BTW bepaald. In het Algemene deel van de set taxatiewijzers wordt hier in paragraaf 10.1 nader op ingegaan. De taxateur moet er attent op zijn dat de BTW-positie van de eigenaar kan afwijken van die van de gebruiker. Op basis van jurisprudentie is de BTW-positie van de (juridisch) eigenaar bepalend voor de waardebepaling (Hoge Raad 8 juli 1992, nr. 27.003, Belastingblad 1992, blz. 721). De bepaling van de BTW-positie van de eigenaar in verband met de bepaling van de gecorrigeerde vervangingswaarde van een object is dus zeer casuïstisch. De taxateur zal ieder geval individueel moeten onderzoeken. Subsidieregelingen In voorkomende gevallen is er sprake van een subsidieregeling. Het Hof heeft geoordeeld dat bij de bepaling van de vervangingswaarde slechts rekening mag worden gehouden met subsidies die zouden kunnen worden verkregen ter zake van het tot stand brengen van een dergelijk object, voor zover dit subsidies zijn die op grond van geldende regelingen van overheidswege verstrekt worden aan een ieder die een dergelijk object tot stand brengt. Het Hof oordeelt dat de stelling dat de subsidies die belanghebbende voor de stichting of de exploitatie van het object heeft gekregen geen subsidies zijn als hiervoor bedoeld aangezien er geen regelingen bestaan op grond waarvan subsidies verstrekt worden aan een ieder die een object als het onderhavige tot stand brengt (Gerechtshof Amsterdam, 29 augustus 2001, LJN AD3583, nr. 00/130). Taxatiewijzer Cultuur Pagina 8

2 Beschrijving van de archetypen (zie voor de kengetallen per archetype; bijlage 3) 2.1 Inhoudsopgave archetypen Cultuur, soortobjectcodes 3411 t/m 3416 3411 SCHOUWBURGEN, CONCERTZALEN EN THEATERS C11 1 ST 1 3 Bouwjaar 1930 en ouder Standaard gebouw, metselwerk, luxe afwerking C11 2 ST 1 3 Bouwjaar van 1931 t/m 1945 Standaard gebouw, metselwerk, luxe afwerking C11 4 ST 1 3 Bouwjaar van 1946 t/m 1985 Standaard gebouw, metselwerk, luxe afwerking C11 6 ST 5 1 Bouwjaar 1986 en nieuwer Standaard gebouw, meer gevelmat, eenvoudige afwerking C11 6 ST 5 2 Bouwjaar 1986 en nieuwer Standaard gebouw, meer gevelmat, gemiddelde afwerking C11 6 ST 5 3 Bouwjaar 1986 en nieuwer Standaard gebouw, meer gevelmat, luxe afwerking C11 6 ME 5 3 Bouwjaar 1986 en nieuwer Megagebouw, meer gevelmaterialen, luxe afwerking C11 0 OP 0 0 Niet van toepassing Openluchttheater met podium en tribune 3413 MUSEA C13 1 00 1 2 Bouwjaar 1930 en ouder Metselwerk, gemiddelde afwerking C13 1 00 1 3 Bouwjaar 1930 en ouder Metselwerk, luxe afwerking C13 2 00 1 2 Bouwjaar van 1931 t/m 1945 Metselwerk, gemiddelde afwerking C13 2 00 1 3 Bouwjaar van 1931 t/m 1945 Metselwerk, luxe afwerking C13 4 00 1 2 Bouwjaar van 1946 t/m 1985 Metselwerk, gemiddelde afwerking C13 4 00 1 3 Bouwjaar van 1946 t/m 1985 Metselwerk, luxe afwerking C13 6 00 5 2 Bouwjaar 1986 en nieuwer Meerdere gevelmaterialen, gemiddelde afwerking C13 6 00 5 3 Bouwjaar 1986 en nieuwer Meerdere gevelmaterialen, luxe afwerking 3414 EVENEMENTEN- EN EXPOSITIEHALLEN C14 4 00 5 2 Bouwjaar van 1946 t/m 1985 Meerdere gevelmaterialen, gemiddelde afwerking C14 6 00 5 2 Bouwjaar 1986 en nieuwer Meerdere gevelmaterialen, gemiddelde afwerking 3415 BIOSCOPEN EN FILMHUIZEN C15 2 FH 1 2 Bouwjaar 1945 en ouder Filmhuis, metselwerk, gemiddelde afwerking C15 4 FH 1 2 Bouwjaar van 1946 t/m 1985 Filmhuis, metselwerk, gemiddelde afwerking C15 4 BC 1 3 Bouwjaar van 1946 t/m 1985 Bioscoop, metselwerk, luxe afwerking C15 6 FH 5 2 Bouwjaar 1986 en nieuwer Filmhuis, meerdere gevelmaterialen, gemiddelde afwerking C15 6 BC 5 3 Bouwjaar 1986 en nieuwer Bioscoop, meerdere gevelmaterialen, luxe afwerking 3416 BIBLIOTHEKEN C16 2 00 1 2 Bouwjaar 1945 en ouder Metselwerk, gemiddelde afwerking C16 3 00 1 2 Bouwjaar van 1946 t/m 1965 Metselwerk, gemiddelde afwerking C16 4 00 1 2 Bouwjaar van 1966 t/m 1985 Metselwerk, gemiddelde afwerking C16 5 00 1 2 Bouwjaar van 1986 t/m 2000 Metselwerk, gemiddelde afwerking C16 6 00 1 2 Bouwjaar 2001 en nieuwer Metselwerk, gemiddelde afwerking Taxatiewijzer Cultuur Pagina 9

2.2 Toelichting op de archetypen Culturele objecten, 3411 t/m 3416 In dit hoofdstuk zijn per objectsoort de archetypen opgenomen. Achtereenvolgens zijn de archetypen voor schouwburgen/concertgebouwen/theaters, musea, expositiehallen/ evenementenhallen, bioscopen/filmhuizen en bibliotheken opgenomen. Via deze archetypen worden de meest voorkomende gebouwen beschreven. Afhankelijk van het aantal beschikbare marktgegevens zijn één of meer nadere verfijningen aangebracht. De archetypecodering bestaat uit 8 posities en is als volgt opgebouwd: Positie 1: C (cultuur) Positie 2 en 3: het type cultureel gebouw (laatste 2 posities van de soortobjectcode) 11: schouwburg, concertgebouw en theater 13: museum 14: expositiehal en evenementenhal 15: bioscoop en filmhuis 16: bibliotheek Positie 4: de bouwperiode 0: bouwjaar niet van belang 1: bouwjaar 1930 en ouder 2: bouwjaar van 1931 tot en met 1945 3: bouwjaar van 1946 tot en met 1965 4: bouwjaar van 1966 tot en met 1985 5: bouwjaar van 1986 tot en met 2000 6: bouwjaar 2001 en nieuwer (in enkele gevallen zijn bouwjaarperiodes samengevoegd. In die gevallen is het cijfer van de meest recente bouwperiode gehanteerd) Positie 5 en 6: een nadere verfijning van het archetype: 00: geen nadere verfijning aangebracht ST: standaard gebouw ME:cultureel megagebouw OP: openluchttheater BC: bioscoop FH: filmhuis Positie 7: het materiaal van de gevel: 0: niet van toepassing 1: metselwerk 2: hout 3: beton 4: metaal 5: combinatie van gevelmaterialen Positie 8: het afwerkingsniveau 0: niet van toepassing 1: eenvoudig afwerkingsniveau 2: gemiddeld afwerkingsniveau 3: luxe afwerkingsniveau Taxatiewijzer Cultuur Pagina 10

3 Functionele veroudering bij gebouwen voor culturele doeleinden Voor een beschrijving en de berekeningssystematiek van de verschillende factoren voor functionele veroudering wordt verwezen naar het algemene deel 1 van deze set taxatiewijzers. Specifiek voor gebouwen die bestemd zijn voor culturele doeleinden zijn de volgende specifieke aandachtspunten van belang; Bibliotheken Er is tegenwoordig in mindere mate vraag naar bibliotheken. Het aantal uitleningen daalt en gemeenten korten flink in subsidies. Structurele leegstand is daarom een veel voorkomend probleem. Schouwburgen, Concertgebouwen, Evenementen- expositiehallen en Theaters Bij Nederlandse schouwburgen en poppodia dient men rekening te houden met de mate van terugloop in bezoekersaantallen. Door de BTW verhoging, minder subsidies van gemeenten en het Rijk, en de economische crisis is er een duidelijke terugloop in programmering en bezoekers te zien. Bij het bepalen van de factor voor economische afschrijving dient men rekening te houden met de bovengenoemde aandachtspunten. Nadere informatie zal bij de eigenaar of gebruiker van het object kunnen worden achterhaald. 3.1 Toelichting op de functionele afschrijving De in deze wijzer opgenomen kengetallen betreffen het midden van de bandbreedte. Dit geldt voor de vervangingswaarde, maar ook voor de levensduur en de restwaarde. De taxateur dient zich bij het gebruik van een archetype telkens af te vragen of er boven of onder het kengetal gewaardeerd moet worden. Afwijkingen buiten de bandbreedte dienen altijd te worden toegelicht. Daarnaast kunnen er aanleidingen zijn voor functionele afschrijvingen. Bij functionele afschrijving dient de taxateur te onderzoeken of er sprake is van een verminderde functionaliteit uitgesplitst in: 1. Economische veroudering. 2. Verandering bouwwijze. 3. Doelmatigheid. 4. Excessieve gebruikskosten. We gaan ervan uit dat de reguliere vermindering van het gebruiksgenot van een ouder gebouw reeds is meegenomen in de factor voor technische veroudering. Ad 1 Economische veroudering: De mate waarin er door technische, economische of maatschappelijke ontwikkelingen nog behoefte bestaat aan het desbetreffende object bepaalt de hoogte van de economische veroudering. Structurele leegstand van gebouwen of gedeeltes van gebouwen, waarbij rekening dient te worden gehouden met een redelijke mate van overcapaciteit, is de meest voorkomende reden voor afschrijving wegens economische veroudering. Mogelijke oorzaken van economische veroudering: - Wijziging wetgeving. - Wijziging genoemd in beleidsnota s. - Terugloop bezetting zoals van leerlingen, beddencapaciteit etc. - Nieuwe apparatuur met minder ruimtebehoefte. - Specialisering. - Malaise in een specifieke branche of maatschappelijke ontwikkelingen. - Beleid diverse overheden. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 11

- Samenvoeging van WOZ-objecten. Ad 2 Verandering bouwwijze: De mate waarin de bouwkosten van de oorspronkelijke bouwwijze van het huidige gebouw niet meer overeenstemmen met de bouwkosten van de actuele bouwwijze bepaalt de hoogte van de afschrijving voor verandering bouwwijze. Indien er sprake is van afschrijving wegens verandering bouwwijze, dan staat de factor voor afschrijving - uitgesplitst naar ruwbouw, afbouw en installaties - bij het archetype aangegeven. Ad 3 Doelmatigheid: De mate van bouwkundige belemmering van de normale activiteiten waarbij bouwkundige ingrepen zijn gewenst, zijn bepalend voor de afschrijving wegens ondoelmatigheid. Veel voorkomende redenen voor afschrijving zijn vanwege toegenomen veiligheidseisen, arbo-omstandigheden of gewijzigde regelgeving. Aandachtspunten hierbij zijn: - Afwijkende hoogte ten opzichte van de gemiddelde hoogte van het archetype. - Indeling en routing. - Materiaalgebruik. - Vormgeving. - Wijziging bouwverordening/wetgeving/brandveiligheidseisen etc. - Belemmering procesgang. - Verandering procesgang. - Intrekking vergunning. - Meerdere locaties. - Draagkracht vloer. Ad 4 Excessieve gebruikskosten: De mate waarin er sprake is van bovenmatige gebruikskosten ten gevolge van een niet optimaal functionerend gebouw of een niet optimale huisvestingssituatie is bepalend voor afschrijving voor excessieve gebruikskosten. Aandachtspunten hierbij zijn: - Overmatige stookkosten energiekosten. - Extra klimaatbeheersing. - Onvoorziene kosten na calamiteiten. - Onvoldoende isolatie. - Bovenmatig verouderde installatie. - Bovenmatige personeelskosten. - Bovenmatige schoonmaakkosten. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 12

4 Beschrijving van de marktgegevens De onderbouwende marktgegevens zijn opgenomen in bijlage 4. 4.1 Toelichting op de marktgegevens Cultuur De herbouwwaarden van de objecten zijn een voortzetting van in eerdere WOZ tijdvakken gevonden cijfers aangevuld met de cijfers opgenomen in het WOZ-datacenter. Voorzover geen sprake is van met bouwprojecten onderbouwde kengetallen, is sprake van geïndexeerde kengetallen uit het vorige WOZ-tijdvak. De kengetallen van de archetypen zijn mede hiervan afgeleid. De beschikbare marktgegevens zijn op basis van de vermelde kenmerken en foto s beoordeeld op bruikbaarheid. Van deze reeksen is het gemiddelde bepaald als zijnde normale bouw. De herbouwwaarde voor de archetypen eenvoudig en luxe zijn berekend uit de reeks onder, respectievelijk boven normaal. Het resultaat betreft een landelijk gemiddelde. Als gevolg van de landelijke verschillen in de bodemgesteldheid zullen de bouwkosten in veen en kleigebieden hoger zijn en op de zandgronden lager. Dit verschil zit in de kosten van de fundering. Tussen de waardepeildata 1 januari 2015 en 1 januari 2016 was voor de niet-woningen nog steeds sprake van een lage bouwproductie en daarmee samenhangend een overschot bij het aanbod van arbeidskrachten in de bouw en van hoge voorraden aan bouwmaterialen. Door deze situatie op de markt voor bouwprojecten, was er in deze periode geen ruimte voor een algemene stijging van de bouwkosten en daarmee voor het doorberekenen van de in deze periode wel geconstateerde stijging van de loonkosten en de kosten voor bouwmaterialen. Daarom is voor de actualisering van de kengetallen naar de waardepeildatum 1 januari 2016 geen generieke indexering toegepast. Er zijn uitsluitend aanpassingen gedaan aan de gehanteerde kengetallen, wanneer de noodzaak voor deze aanpassing naar voren komt uit de geanalyseerde bouwprojecten die kort voor de waardepeildatum 1 januari 2016 in de realisatiefase zitten. Daarbij is rekening gehouden met de tijd tussen het moment waarop bouwkosten zijn berekend en de realisatie van de betreffende projecten, omdat dit van invloed kan zijn op uiteindelijke gerealiseerde stichtingskosten. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 13

4.2 Van marktgegeven naar kengetal Voor de Taxatiewijzer Cultuur worden de kengetallen vastgesteld aan de hand van de ingevoerde bouwkosten op het WOZ datacenter. Alvorens de onderbouwingen te gebruiken worden deze gescreend. Bij het screenen zijn bepaalde onderbouwingen afgevallen vanwege bijvoorbeeld onvolledige informatie of onrealistische kosten. Veel kosten zijn niet uitgesplitst naar archetype en dit is ook lang niet altijd mogelijk. Met de bruikbare(en bruikbaar gemaakte) gegevens worden de kengetallen getoetst. In de meeste gevallen wordt gekeken naar de gemiddelde bouwkosten van alle bruikbare onderbouwingen. Wanneer de onderbouwingen het kengetal ondersteunen is het kengetal opgehoogd. In meerdere gevallen zijn binnen dezelfde objectcategorie meerdere archetypen aanwezig die met name afwijken qua voorzieningen en/of toegepaste materialen. Deze onderlinge verschillen hebben geleid tot luxere of minder luxe archetypen. Indien geen of onvoldoende onderbouwingen aanwezig zijn voor een bepaald archetype, is aansluiting gezocht bij de kengetallen van deze vergelijkbare voldoende onderbouwde- archetypen, waarna via kengetallen van elementenprijzen (de zogenaamde elementenbegrotingen) de onderlinge verschillen tot uitdrukking zijn gebracht in verschillen in prijzen per m2 voor de ruwbouw, afbouw en installaties. Naast de onderlinge relaties binnen een objectcategorie, zijn op dezelfde wijze ook onderlinge relaties gelegd tussen de verschillende objectcategorieën. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 14

Onderstaand de onderbouwing van de oudere archetype via een koppeling met nieuwbouw archetypen. Archetype Nadere onderbouwing Ruwbouw Afbouw Installaties C111ST13 C116ST53 Lager, goedkopere Lager, minder luxe Lager, minder installaties materialen afwerking C112ST13 C116ST53 Lager, goedkopere Lager, minder luxe Lager, minder installaties materialen afwerking C114ST13 C116ST53 Lager, goedkopere Lager, minder luxe Lager, minder installaties materialen afwerking C1310012 C1360052 Hoger, verdiepinghoogte Lager, minder luxe Vergelijkbaar en duur metselwerk afwerking C1310013 C1360053 Hoger, verdiepinghoogte Lager, minder luxe Lager, minder installaties en duur metselwerk afwerking C1320012 C1360052 Lager, goedkopere Lager, minder luxe Vergelijkbaar materialen afwerking C1320013 C1360053 Lager, goedkopere Lager, minder luxe Lager, minder installaties materialen afwerking C1340012 C1360052 Lager, Lager, minder luxe Vergelijkbaar verdiepingshoogte / afwerking C1340013 C1360053 Lager, Lager, minder luxe Lager, minder installaties verdiepingshoogte / afwerking C1440052 C1460052 Vergelijkbaar Lager, minder luxe Vergelijkbaar afwerking C152FH12 C156FH52 Lager, Lager, minder luxe Vergelijkbaar verdiepingshoogte afwerking C154BC13 C156BC53 Lager, goedkopere Vergelijkbaar Lager, minder installaties materialen C154FH12 C156FH52 Lager, goedkopere Lager, minder luxe Vergelijkbaar materialen afwerking C1620012 C1660012 Hoger, Lager, minder luxe Lager, minder installaties verdiepingshoogte afwerking C1630012 C1660012 Lager, goedkopere Lager, minder luxe Lager, minder installaties materialen afwerking C1640012 C1660012 Lager, goedkopere materialen Lager, minder luxe afwerking Lager, minder installaties C1650012 C1660012 Lager, goedkopere materialen Lager, minder luxe afwerking Lager, minder installaties Taxatiewijzer Cultuur Pagina 15

4.3 Wijzigingen ten opzichte van de vorige waardepeildatum Archetype Omschrijving WPD 2015 WPD 2016 C110OP00 Openluchttheater 1.573 1.573 C111ST13 1930 en ouder, metselwerk, luxe afwerking 2.123 2.123 C112ST13 1931-1945, metselwerk, luxe afwerkingsniveau 2.014 2.014 C114ST13 1946-1985, metselwerk, luxe afwerkingsniveau 2.007 2.007 C116ME53 1986 en nieuwer, meer gevelmaterialen, luxe afwerking 2.820 2.850 C116ST51 1986 en nieuwer, meer gevelmaterialen,eenvoudige afwerking 1.569 1.569 C116ST52 1986 en nieuwer, meer gevelmaterialen,gemiddelde afwerking 1.841 1.841 C116ST53 1986 en nieuwer, meer gevelmaterialen, luxe afwerking 2.554 2.554 C1310012 1930 en ouder, metselwerk, gemiddeld afwerkingsniveau 1.736 1.736 C1310013 1930 en ouder, metselwerk, luxe afwerkingsniveau 1.872 1.872 C1320012 1931-1945, metselwerk, gemiddeld afwerkingsniveau 1.627 1.627 C1320013 1931-1945, metselwerk, luxe afwerkingsniveau 1.736 1.736 C1340012 1946-1985, metselwerk, gemiddeld afwerkingsniveau 1.573 1.573 C1340013 1946-1985, metselwerk, luxe afwerkingsniveau 1.926 1.926 C1360052 1986 en nieuwer, metselwerk, gemiddeld afwerkingsniveau 1.690 1.690 C1360053 1986 en nieuwer, meer gevelmaterialen, luxe afwerking 2.281 2.281 C1440052 1946-1985, meer gevelmaterialen, gemiddeld afwerking 1.166 1.166 C1460052 1986 en nieuwer, meer gevelmaterialen,gemiddelde afwerking 1.220 1.220 C152FH12 1945 en ouder, metselwerk, gemiddeld afwerkingsniveau 1.438 1.438 C154BC13 1946-1985, metselwerk, luxe afwerkingsniveau 1.682 1.682 C154FH12 1946-1985, metselwerk, gemiddeld afwerkingsniveau 1.383 1.383 C156BC53 1986 en nieuwer, meer gevelmaterialen, luxe afwerking 1.872 1.872 C156FH52 1986 en nieuwer, metselwerk, gemiddeld afwerkingsniveau 1.573 1.573 C1620012 1945 en ouder, metselwerk, gemiddeld afwerkingsniveau 1.275 1.275 C1630012 1946-1965, metselwerk, gemiddeld afwerkingsniveau 1.112 1.112 C1640012 1966-1985, metselwerk, gemiddeld afwerkingsniveau 1.139 1.139 C1650012 1986-2000, metselwerk, gemiddeld afwerkingsniveau 1.166 1.166 C1660012 2001 en nieuwer, metselwerk, gemiddeld afwerkingsniveau 1.332 1.332 Taxatiewijzer Cultuur Pagina 16

4.4 Overzicht tabellen per kengetal Bibliotheek, 2001 en nieuwer, metselwerk, gemiddeld afwerkingniveau Nieuw toegevoegde onderbouw ende marktgegevens Nieuw straat 47, Gelderland Bibliotheek Achterhoekse Poort Heiligew eg 170, Zaanstad Bibliotheek de Krommerie Thaalpad 37, Echt-Susteren Bibliotheek Echt producent Thaalpad 37, Echt-Susteren (indicatief) Lage uitvoeringskosten (eenvoudige bouw materialen en stalen funderingsconstructie) Museum, 1986 en nieuwer, meerdere gevelmaterialen, luxe afwerkingniveau Nieuw toegevoegde onderbouw ende marktgegevens Broekhuizerdijk 16d, Limburg Museum De Locht producent Broekhuizerdijk 16d, Limburg (indicatief) Hogere kosten te verklaren w egens bijzondere bouw vorm. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 17

Museum, 1986 en nieuwer, meerdere gevelmaterialen, gemiddeld afwerkingniveau Nieuw toegevoegde onderbouw ende marktgegevens Oosterdok 2, Amsterdam Science Center Nemo producent Oosterdok 2, Amsterdam (indicatief) Onder architectuur gebouw d met staal skeletbouw. Lange indexeringsperiode Schouwburg/concertzaal/theater, 1986 en nieuwer, meer gevelmaterialen, eenvoudige afwerking Taxatiewijzer Cultuur Pagina 18

Schouwburg/concertzaal/theater, 1986 en nieuwer, meer gevelmaterialen, gemiddelde afwerking Nieuw toegevoegde onderbouw ende marktgegevens Houtrustw eg 505, Den Haag Zuiderstrand theater producent Houtrustw eg 505, Den Haag (indicatief) Betreft een luw -budget project. De interne afw erking is vrij minimaal. Gebouw d met eenvoudige/kostenbesparende bouw materialen Schouwburg/concertzaal/theater, 1986 en nieuwer, meer gevelmaterialen, luxe afwerking Taxatiewijzer Cultuur Pagina 19

Schouwburg/concertzaal/theater, 1986 en nieuwer, cultureel megagebouw, luxe afwerking Nieuw toegevoegde onderbouw ende marktgegevens IJpromenade 1, Amsterdam Filmmuseum Noordelijk IJ-oever Rijnplein 1, Alphen a/d Rijn Theater Castellum (cultureel megacentrum) producent IJpromenade 1, Amsterdam (indicatief) Bouw w erk met veel architectonische kenmerken en multifunctioneel gebruik, w aaronder als bioscoop, schouw burg, museum en expositie. Archetype w ijzigingen Kengetal voor 2016 verhoogd van 2.820 naar 2.850 naar aanleiding van nieuw e marktanalyse Bioscoop/filmhuis, 1986 en nieuwer, metselwerk, gemiddelde afwerking Taxatiewijzer Cultuur Pagina 20

Bioscoop/filmhuis, 1986 en nieuwer, meer gevelmaterialen, luxe afwerking Nieuw toegevoegde onderbouw ende marktgegevens Burgemeester Jamessingel 25, Gouda Nieuw bouw bioscoop Cinema Gouda Westeind 70, Drenthe Bioscoop Utopolis Dommelstraat 27, Eindhoven Pathé bioscoop Eindhoven producent Burgemeester Jamessingel 25, Gouda (Indicatief) Meerdere bouw typen opgenomen in bouw kosten Westeind 70, Drenthe (Indicatief) Onder architectuur gebouw d Dommelstraat 27, Eindhoven (Indicatief) Lange indexeringsperiode Evenementen/expositiehal, 1986 en nieuwer, meer gevelmaterialen, gemiddelde afwerking Taxatiewijzer Cultuur Pagina 21

4.5 Werktuigenvrijstelling In hoofdstuk 9 van de Taxatiewijzer Algemeen 1-1-2016 wordt nader ingegaan op de vraag hoe om te gaan met de werktuigenvrijstelling. In die taxatiewijzer is ook een actueel overzicht gegeven van de jurisprudentie over dit onderwerp. Hieronder wordt slechts beknopt ingegaan op werktuigvrijstelling. Volgens de Hoge Raad kan er ook buiten een productieproces sprake kan zijn van werktuigen die onder de werktuigenvrijstelling vallen. Zie Hoge Raad 6 februari 2015, nr. 14/02425, ECLI:NL:GHDHA:2014:1477. In het berechte geval oordeelde de Hoge Raad dat de werktuigenvrijstelling ook van toepassing kan zijn op installaties in een ziekenhuis. Ook bij installaties die in hoofdzaak dienstbaar zijn aan het medische proces dat in een ziekenhuis plaatsvindt, kan sprake zijn van werktuigen in de zin van de werktuigenvrijstelling. De omstandigheid dat veel van die installaties zijn aangebracht vanwege extra wettelijke eisen voor de gezondheidszorg, staat hieraan niet in de weg. Zie ook Gerechtshof Amsterdam 26 november 2015 nr. 14/00421, ECLI:NL:GHAMS:2015:5017. In de kengetallen van deze taxatiewijzer zijn naar onze mening géén werktuigen opgenomen die onder de werktuigenvrijstelling vallen. In de kengetallen zijn slechts de kosten van installaties begrepen die in hoofdzaak dienstbaar zijn aan het gebouw, en die niet zonder beschadiging van betekenis kunnen worden verwijderd. Installaties die roerend zijn en of na de oplevering in een gebouw worden aangebracht of ingeplugd zijn dus niet in de kengetallen opgenomen. In de kengetallen opgenomen installaties die hoofzakelijk dienstbaar zijn aan het gebouw zijn in algemene zin: warmteopwekking en warmtedistributie; afvoeren (regenwater en vuilwater); toevoer van water / gastoevoer / elektriciteit / telefonie; koudeopwekking en distributie; luchtbehandeling, regeling klimaat en sanitair; centrale elektrotechnische voorzieningen, krachtstroom, verlichting, communicatie; beveiliging (brand, braak, milieu); transport (liften en roltrappen;) gebouwbeheer voorzieningen. Uit het arrest van de Hoge Raad van 6 februari 2015 blijkt dat het van essentieel belang is om aannemelijk te maken welke installaties in de waardering zijn meegenomen. Aan de taxatiewijzer is daarom een bijlage toegevoegd waarin een uitsplitsing is gegeven van de geanalyseerde bouwkosten in gebouwen waarop de kengetallen van deze taxatiewijzer zijn gebaseerd (zie bijlage 5). Van iedere installatie is aangegeven of de kosten ervan zijn opgenomen in de bouwkosten die ten grondslag aan de kengetallen van deze taxatiewijzer liggen. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 22

4.5.1 Restwaarde In de procedure van het Gerechtshof Amsterdam 26 november 2015 nr.14/00421, ECLI:NL:GHAMS:2015:5017 verlaagt het hof ook de hoge restwaardes van 35% voor de installaties in een ziekenhuis. Het hof acht aannemelijk dat de restwaarde van de overige (gebouwgebonden) installaties op een lager bedrag moet worden gesteld dan het door de heffingsambtenaar in aanmerking genomen percentage van 35, aangezien aannemelijk is dat de (deels in de kengetallen verwerkte) specifieke (vrij te stellen) medische installaties een hogere restwaarde hebben dan de overige (gebouwgebonden) installaties. Het hof noemt geen percentage, maar in Hoge Raad 6 februari 2015, nr. 14/02425, ECLI:NL:HR:2015:219 werd de restwaarde van de installaties met een zelfde redenering verlaagt naar 15%. Om deze reden is afgesproken dat de restwaarden van installaties aan te passen aan de bandbreedte voor de restwaarde voor een standaard overheids- of kantoorgebouw van 15% tot 20%. In de taxatiewijzer voor waardepeildatum 1 januari 2016 zullen we rekening houden met de huidige jurisprudentie. Voor de taxatiewijzer Cultuur heeft dit geen gevolgen voor de archetypen. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 23

5 Beschrijving hoe om te gaan met bandbreedtes De bij de archetypen genoemde bandbreedte geeft de bandbreedte ten opzichte van het gemiddelde aan. Indien een percentage van 20% is genoemd wil dat zeggen dat de bandbreedte op plus of min 10% van het gemiddelde is gesteld. In beginsel dient binnen de gestelde bandbreedtes een keuze gemaakt te worden voor de diverse waardebepalende elementen. Specifieke situaties kunnen er echter toe leiden dat ook buiten de gestelde bandbreedtes een keuze gemaakt dient te worden. Een nadere motivering van de reden van afwijking is in dergelijke gevallen gewenst. Voor de vervangingswaarde dient een keuze onder in de bandbreedte te worden gemaakt indien de bouwwijze als gevolg van de toegepaste materialen lagere kosten met zich meebrengt. Hierbij kan gedacht worden aan bouwwijze met prefab gebouwdelen of indien gebouwd is met inferieure materialen zoals houten of staalplaten gevels. Voor de vervangingswaarde dient een keuze boven in de bandbreedte te worden gemaakt indien de bouwwijze als gevolg van de toegepaste materialen hogere kosten met zich meebrengt. Hierbij kan gedacht worden aan bouwwijze met zware (betonnen) constructies of indien gebouwd wordt met superieure materialen zoals vliesgevelconstructies. Ook dient de vervangingswaarde aangepast te worden indien de gemiddelde verdiepingshoogte afwijkt van de bij het archetype vermelde gemiddelde verdiepingshoogte. Voor het bepalen van de keuze voor de restwaarde en de levensduur is de duurzaamheid van de toegepaste materialen van doorslaggevende betekenis. Voor gebouwen met minder duurzame materialen dient een keuze onder in de bandbreedte gekozen te worden en voor gebouwen met duurzame materialen dient een keuze boven in de bandbreedte gemaakt te worden. Nadat op basis van de kengetallen van de archetypen een keuze is gemaakt dienen de volgende correcties bepaald te worden: Een correctie voor de grootte van het gebouw Een correctie voor het type fundering Een correctie voor de bereikbaarheid van de bouwlocatie Correctie voor de grootte van het gebouw Kleinere gebouwen hebben hogere bouwkosten per m² dan grotere gebouwen. Voor het bepalen van de juiste correctiefactor wordt verwezen naar het algemene deel 1 van deze set taxatiewijzers. Correctie voor het type fundering Bij de archetypen is de vervangingswaarde genoemd voor gebouwen die zijn gefundeerd op palen. Voor afwijkende typen fundering dient een correctie te worden toegepast. De wijze van corrigeren is beschreven in het algemene deel 1 van deze set taxatiewijzers. Correctie voor de bereikbaarheid van de bouwlocatie Een deel van de vervangingswaarde wordt verklaard door de zogenaamde overige of algemene kosten. Dit zijn de kosten die niet direct zijn terug te voeren op het daadwerkelijke bouwen. De wijze van corrigeren is beschreven in het algemene deel 1 van deze set taxatiewijzers. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 24

6 Grond Voor een beschrijving van de waardering van de grond wordt verwezen naar het algemene deel van deze set taxatiewijzers. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 25

7 Taxatieverslag Voor een beschrijving van het taxatieverslag wordt verwezen naar het algemene deel van deze set taxatiewijzers. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 26

8 Rekenschema Voor een beschrijving van het rekenschema ten behoeve van de waardebepaling volgens de methode van de gecorrigeerde vervangingswaarde wordt verwezen naar het algemene deel van deze set taxatiewijzers. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 27

Bijlage 1 - Bronnen Gegevens van het WOZ-Datacenter Aannemersrekeningen van diverse aannemers en architecten Kostenkengetallen Bouwprojecten van Reed Business Information DACE- prijzenboekje Bouwkostenmanagement van Elsevier Bedrijfsinformatie Het dagblad Cobouw Het tijdschrift Bouwmarkt van Reed Business Information Het tijdschrift VerBOUWblad van Bouwgarant Het tijdschrift Bouwwereld van Reed Business Information CBS- / BDB- / RWU- en GWW-indexcijfers Waarderingsinstructies Taxatiewijzer Cultuur Pagina 28

Bijlage 2 - Verklarende woordenlijst Voor een verklarende woordenlijst wordt verwezen naar het algemene deel van deze set taxatiewijzers. Specifiek voor deze wijzer geldende termen zijn reeds in een eerder stadium nader verklaard en/of beschreven. Taxatiewijzer Cultuur Pagina 29

Bijlage 3 Rapportage Kengetallen per archetype KENGETALLEN Soortobjectcode 3411 Omschrijving Schouwburg/Concertzaal/Theater Nummer 1 Archetype-codering C110OP00 Archetype-omschrijving Openluchttheater Code onderdeel WOZ-object 7720 Omschrijving Podium. Standaard grootte (BVO) Nadere verfijning archetype Materiaal 0 locatie x1000 n.v.t. Openluchttheater n.v.t. Gemiddelde bouwlocatie, kengetallen hebben betrekking op overdekt podium en tribune (let op: bedragen maal 1000 euro) Kengetallen per waardepeildatum 01-01-2015 Percentage BTW 21% Bandbreedte (tussen minimum en maximum) 40% Onderverdeling % verdeling vervangingswaarde per (locatie x1000) Levensduur Restwaarde Vervangingswaarde exclusief 21% BTW per (m³) Minimum Gemiddeld Maximum min - max min - max Ruwbouw 100% 1.258 1.573 1.888 0-0 100% - 100% Afbouw / vaste inrichting 0% 0 0 0 0-0 0% - 0% Installaties 0% 0 0 0 0-0 0% - 0% Overige kosten inclusief TOTALEN (afgerond als bedrag > 100) 100% 1.258 1.573 1.888 n.v.t Kengetallen per waardepeildatum 01-01-2016 Percentage BTW 21% Bandbreedte (tussen minimum en maximum) 40% Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Actuele bouwkosten huidige bouwwijze vervangingswaarde excl. 21% BTW 1.573 vervangingswaarde per excl. 21% BTW 1.573 per locatie x1000 locatie x1000 ruwbouw afbouw installatie incl. 21% BTW 1.903 1.573 0,00 0,00 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) n.v.t. Factor verandering bouwwijze 1,000 Onderverdeling % verdeling vervangingswaarde per (locatie x1000) Levensduur Restwaarde Vervangingswaarde exclusief 21% BTW per (m³) Minimum Gemiddeld Maximum min - max min - max Ruwbouw 100% 1.258 1.573 1.888 0-0 100% - 100% Afbouw / vaste inrichting 0% 0 0 0 0-0 0% - 0% Installaties 0% 0 0 0 0-0 0% - 0% Overige kosten inclusief TOTALEN (afgerond als bedrag > 100) 100% 1.258 1.573 1.888 n.v.t Taxatiewijzer Cultuur Pagina 30

Bijlage 3 KENGETALLEN Soortobjectcode 3411 Omschrijving Schouwburg/Concertzaal/Theater Nummer 2 Archetype-codering C111ST13 Archetype-omschrijving 1930 en ouder, metselwerk, luxe afwerking Code onderdeel WOZ-object 7740 Omschrijving Concertzaal of Theaterzaal Standaard grootte (BVO) Nadere verfijning archetype Materiaal 2500 m2 1930 en ouder standaard schouwburg metselwerk gefundeerd op palen, gemiddelde bouwlocatie, luxe afwerkingsniveau Kengetallen per waardepeildatum 01-01-2015 Percentage BTW 21% Bandbreedte (tussen minimum en maximum) 20% vervangingswaarde per (m2) Onderverdeling % Levensduur Restwaarde Vervangingswaarde exclusief 21% BTW verdeling per (m³) Minimum Gemiddeld Maximum min - max min - max Ruwbouw 47% 898 998 1.098 45-50 25% - 30% Afbouw / vaste inrichting 28% 535 594 654 25-30 20% - 25% Installaties 25% 478 531 584 15-20 15% - 20% Overige kosten inclusief TOTALEN (afgerond als bedrag > 100) 100% 1.911 2.123 2.335 354 Kengetallen per waardepeildatum 01-01-2016 Percentage BTW 21% Bandbreedte (tussen minimum en maximum) 20% Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Actuele bouwkosten huidige bouwwijze vervangingswaarde excl. 21% BTW 2.123 vervangingswaarde per m2 excl. 21% BTW 2.554 per m2 ruwbouw afbouw installatie incl. 21% BTW 2.569 1.124 843 587 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 6 Factor verandering bouwwijze 1,000 1,000 1,000 vervangingswaarde per (m2) Onderverdeling % Levensduur Restwaarde Vervangingswaarde exclusief 21% BTW verdeling per (m³) Minimum Gemiddeld Maximum min - max min - max Ruwbouw 47% 898 998 1.098 45-50 25% - 30% Afbouw / vaste inrichting 28% 535 594 654 25-30 20% - 25% Installaties 25% 478 531 584 15-20 15% - 20% Overige kosten inclusief TOTALEN (afgerond als bedrag > 100) 100% 1.911 2.123 2.335 354 Taxatiewijzer Cultuur Pagina 31

Bijlage 3 KENGETALLEN Soortobjectcode 3411 Omschrijving Schouwburg/Concertzaal/Theater Nummer 3 Archetype-codering C112ST13 Archetype-omschrijving 1931-1945, metselwerk, luxe afwerkingsniveau Code onderdeel WOZ-object 7740 Omschrijving Concertzaal of Theaterzaal Standaard grootte (BVO) 2500 m2 1931-1945 Nadere verfijning archetype standaard schouwburg Materiaal metselwerk gefundeerd op palen, gemiddelde bouwlocatie, luxe afwerkingsniveau Kengetallen per waardepeildatum 01-01-2015 Percentage BTW 21% Bandbreedte (tussen minimum en maximum) 20% vervangingswaarde per (m2) Onderverdeling % Levensduur Restwaarde Vervangingswaarde exclusief 21% BTW verdeling per (m³) Minimum Gemiddeld Maximum min - max min - max Ruwbouw 47% 852 947 1.041 45-50 25% - 30% Afbouw / vaste inrichting 27% 489 544 598 25-30 20% - 25% Installaties 26% 471 524 576 15-20 15% - 20% Overige kosten inclusief TOTALEN (afgerond als bedrag > 100) 100% 1.813 2.014 2.215 336 Kengetallen per waardepeildatum 01-01-2016 Percentage BTW 21% Bandbreedte (tussen minimum en maximum) 20% Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Actuele bouwkosten huidige bouwwijze vervangingswaarde excl. 21% BTW 2.014 vervangingswaarde per m2 excl. 21% BTW 2.554 per m2 ruwbouw afbouw installatie incl. 21% BTW 2.437 1.124 843 587 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 6 Factor verandering bouwwijze 1,000 1,000 1,000 vervangingswaarde per (m2) Onderverdeling % Levensduur Restwaarde Vervangingswaarde exclusief 21% BTW verdeling per (m³) Minimum Gemiddeld Maximum min - max min - max Ruwbouw 47% 852 947 1.041 45-50 25% - 30% Afbouw / vaste inrichting 27% 489 544 598 25-30 20% - 25% Installaties 26% 471 524 576 15-20 15% - 20% Overige kosten inclusief TOTALEN (afgerond als bedrag > 100) 100% 1.813 2.014 2.215 336 Taxatiewijzer Cultuur Pagina 32

Bijlage 3 KENGETALLEN Soortobjectcode 3411 Omschrijving Schouwburg/Concertzaal/Theater Nummer 4 Archetype-codering C114ST13 Archetype-omschrijving 1946-1985, metselwerk, luxe afwerkingsniveau Code onderdeel WOZ-object 7740 Omschrijving Concertzaal of Theaterzaal Standaard grootte (BVO) 2500 m2 1946-1985 Nadere verfijning archetype Standaard schouwburg Materiaal Metselwerk Gefundeerd op palen, gemiddelde bouwlocatie, luxe afwerkingsniveau (bouwperiode 1946-1965 samengevoegd met bouwperiode 1966-1985) Kengetallen per waardepeildatum 01-01-2015 Percentage BTW 21% Bandbreedte (tussen minimum en maximum) 20% vervangingswaarde per (m2) Onderverdeling % Levensduur Restwaarde Vervangingswaarde exclusief 21% BTW verdeling per (m³) Minimum Gemiddeld Maximum min - max min - max Ruwbouw 40% 723 803 883 45-50 25% - 30% Afbouw / vaste inrichting 34% 614 682 751 25-30 20% - 25% Installaties 26% 470 522 574 15-20 15% - 20% Overige kosten inclusief TOTALEN (afgerond als bedrag > 100) 100% 1.806 2.007 2.208 334 Kengetallen per waardepeildatum 01-01-2016 Percentage BTW 21% Bandbreedte (tussen minimum en maximum) 20% Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Actuele bouwkosten huidige bouwwijze vervangingswaarde excl. 21% BTW 2.007 vervangingswaarde per m2 excl. 21% BTW 2.554 per m2 ruwbouw afbouw installatie incl. 21% BTW 2.428 1.124 843 587 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 6 Factor verandering bouwwijze 1,000 1,000 1,000 vervangingswaarde per (m2) Onderverdeling % Levensduur Restwaarde Vervangingswaarde exclusief 21% BTW verdeling per (m³) Minimum Gemiddeld Maximum min - max min - max Ruwbouw 40% 723 803 883 45-50 25% - 30% Afbouw / vaste inrichting 34% 614 682 751 25-30 20% - 25% Installaties 26% 470 522 574 15-20 15% - 20% Overige kosten inclusief TOTALEN (afgerond als bedrag > 100) 100% 1.806 2.007 2.208 334 Taxatiewijzer Cultuur Pagina 33

Bijlage 3 KENGETALLEN Soortobjectcode 3411 Omschrijving Schouwburg/Concertzaal/Theater Nummer 5 Archetype-codering C116ME53 Archetype-omschrijving 1986 en nieuwer, meer gevelmaterialen, luxe afwerking Code onderdeel WOZ-object 7740 Omschrijving Concertzaal of Theaterzaal Standaard grootte (BVO) 10000 m2 1986 en nieuwer Nadere verfijning archetype Cultureel megagebouw Materiaal Meerdere gevelmaterialen Gefundeerd op palen, gemiddelde bouwlocatie, luxe afwerkingsniveau (bouwperiode 1986-2000 samengevoegd met bouwperiode 2001 en nieuwer). Grote variatie in bouwstijl en toegepaste materialen en daarmee ook een grote variatie in bouwkosten per m2 Kengetallen per waardepeildatum 01-01-2015 Percentage BTW 21% Bandbreedte (tussen minimum en maximum) 40% vervangingswaarde per (m2) Onderverdeling % Levensduur Restwaarde Vervangingswaarde exclusief 21% BTW verdeling per (m³) Minimum Gemiddeld Maximum min - max min - max Ruwbouw 57% 1.286 1.607 1.929 45-50 25% - 30% Afbouw / vaste inrichting 25% 564 705 846 25-30 20% - 25% Installaties 18% 406 508 609 15-20 15% - 20% Overige kosten inclusief TOTALEN (afgerond als bedrag > 100) 100% 2.256 2.820 3.384 564 Kengetallen per waardepeildatum 01-01-2016 Percentage BTW 21% Bandbreedte (tussen minimum en maximum) 40% Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Actuele bouwkosten huidige bouwwijze vervangingswaarde excl. 21% BTW 2.850 vervangingswaarde per m2 excl. 21% BTW 2.850 per m2 ruwbouw afbouw installatie incl. 21% BTW 3.449 1.625 713 513 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 5 Factor verandering bouwwijze 1,000 1,000 1,000 vervangingswaarde per (m2) Onderverdeling % Levensduur Restwaarde Vervangingswaarde exclusief 21% BTW verdeling per (m³) Minimum Gemiddeld Maximum min - max min - max Ruwbouw 57% 1.300 1.625 1.949 45-50 25% - 30% Afbouw / vaste inrichting 25% 570 713 855 25-30 20% - 25% Installaties 18% 410 513 616 15-20 15% - 20% Overige kosten inclusief TOTALEN (afgerond als bedrag > 100) 100% 2.280 2.850 3.420 570 Taxatiewijzer Cultuur Pagina 34

Bijlage 3 KENGETALLEN Soortobjectcode 3411 Omschrijving Schouwburg/Concertzaal/Theater Nummer 6 Archetype-codering C116ST51 Archetype-omschrijving 1986 en nieuwer, meer gevelmaterialen,eenvoudige afwerking Code onderdeel WOZ-object 7740 Omschrijving concertzaal Standaard grootte (BVO) 2500 m2 1986 en nieuwer Nadere verfijning archetype standaard schouwburg Materiaal meerdere gevelmaterialen gefundeerd op palen, gemiddelde bouwlocatie, eenvoudig afwerkingsniveau (bouwperiode 1986-2000 samengevoegd met bouwperiode 2001 en nieuwer) Kengetallen per waardepeildatum 01-01-2015 Percentage BTW 21% Bandbreedte (tussen minimum en maximum) 20% vervangingswaarde per (m2) Onderverdeling % Levensduur Restwaarde Vervangingswaarde exclusief 21% BTW verdeling per (m³) Minimum Gemiddeld Maximum min - max min - max Ruwbouw 44% 621 690 759 45-50 25% - 30% Afbouw / vaste inrichting 33% 466 518 570 25-30 20% - 25% Installaties 23% 325 361 397 15-20 15% - 20% Overige kosten inclusief TOTALEN (afgerond als bedrag > 100) 100% 1.412 1.569 1.726 314 Kengetallen per waardepeildatum 01-01-2016 Percentage BTW 21% Bandbreedte (tussen minimum en maximum) 20% Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Actuele bouwkosten huidige bouwwijze vervangingswaarde excl. 21% BTW 1.569 vervangingswaarde per m2 excl. 21% BTW 1.569 per m2 ruwbouw afbouw installatie incl. 21% BTW 1.898 690 518 361 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 5 Factor verandering bouwwijze 1,000 1,000 1,000 vervangingswaarde per (m2) Onderverdeling % Levensduur Restwaarde Vervangingswaarde exclusief 21% BTW verdeling per (m³) Minimum Gemiddeld Maximum min - max min - max Ruwbouw 44% 621 690 759 45-50 25% - 30% Afbouw / vaste inrichting 33% 466 518 570 25-30 20% - 25% Installaties 23% 325 361 397 15-20 15% - 20% Overige kosten inclusief TOTALEN (afgerond als bedrag > 100) 100% 1.412 1.569 1.726 314 Taxatiewijzer Cultuur Pagina 35