GEMEENTE LEEUWARDERADEEL Visie- / Beleidsdocument Wet Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leeuwarderadeel 0
6a. De gemeentelijke WMO-prestatievelden 6a.1 Inleiding Het gemeentelijke Visie- annex Beleidsdocument WMO is opgeknipt in twee delen. In het eerste deel wordt op hoofdlijnen weergegeven wat de strekking en het doel van de WMO zijn, welke consequenties de WMO heeft en welke beslispunten er moeten worden genomen. Verder is hierin weergegeven op welke wijze de Dienst SoZaWe Noardwest- Fryslân (hierna verder de Dienst) invulling aan de prestatievelden 5 en 6 gaat geven. Dit zijn de prestatievelden die door de Dienst zullen worden uitgevoerd. Dit betreft de hoofdstukken 1 t/m 6, waarvan de hoofdstukken 1 t/m 5 een algemeen karakter kennen en hoofdstuk 6 specifiek Dienstgericht is. Deze hoofdstukken zijn voor alle acht in de Dienst participerende gemeenten gelijk. Dit deel heeft van de Dienst als titel Door Maatwerk Betere Zorg gekregen en kent een bij de Dienst aansluitend bestuurlijk traject. De gemeenten wordt gevraagd hiermee in te stemmen. Het tweede deel betreft dit hoofdstuk, hoofdstuk 6a. In dit deel wordt het specifieke gemeentelijke beleid op de overige WMO-prestatievelden weergegeven. Voor dit gemeentelijk deel zijn de voornoemde hoofdstukken 1 t/m 6 daarnaast ook onverkort van toepassing. Deze hoofdstukken dienen hierbij dan ook als toegevoegd te worden beschouwd. Hetzelfde geldt voor de in het Visie-/Beleidsdocument WMO van de Dienst opgenomen bijlagen. Dit deel dient door de gemeenteraad te worden vastgesteld. 6a.2 Vierjarenplan De wet verplicht de gemeente om een in een vierjarenplan vast te leggen wat zij gaat doen aan maatschappelijke ondersteuning. In dat plan moet staan welke doelen de gemeente hierbij wil bereiken, welke activiteiten ze daarvoor onderneemt en hoe ze de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning wil verzekeren. Daarnaast is de gemeente verplicht haar inwoners bij het vierjarenplan te betrekken. Het eerste gemeentelijke Visie-/Beleidsdocument WMO zal de voornoemde toets echter nog niet (geheel) kunnen halen. De beoogde burgerparticipatie op het gebied van de WMO zal de komende tijd nog nader vorm en inhoud moeten krijgen. Dit zal een groeiproces zijn. Op dit moment is er in deze nog weinig of geen historie. Het eerste gemeentelijke Visie-/Beleidsdocument WMO moet in de eerste jaren dan ook als een jaarlijks voortschrijdend document worden gezien. Het geheel moet als een groeiproces worden beschouwd, waaraan jaarlijks (mede op basis van signalen vanuit de bevolking) aanpassingen zullen (kunnen) plaatsvinden. Het streven hierbij is om lopende de eerste 4-jarige WMO-beleidscyclus (de jaren 2007-2010) tot een zo breed mogelijk geïntegreerd - met een zo breed mogelijke burgerparticipatie tot stand gekomen - gemeentelijk WMO-beleid(splan) te komen. 1
6a.3 Prestatievelden Hoewel de gemeentelijke beleidsvelden in principe raakvlakken met alle negen prestatievelden van de WMO hebben is er in de regio Noordwest-Friesland - op basis van de praktijk en de te verwachten (nieuwe) ontwikkelingen - voor gekozen om een onderscheid te maken naar: a. gemeentelijke beleidsvelden die nu al bij de Dienst zijn ondergebracht, of in het kader van de WMO nieuw bij de Dienst zullen worden ondergebracht (de prestatievelden 5 en 6). b. gemeentelijke beleidsvelden die een raakvlak tussen de Dienst en de gemeente hebben (de prestatievelden 3 en 4). c. gemeentelijke beleidsvelden die binnen de WMO vooralsnog - en wellicht ook op termijn - tot de (individuele) gemeentelijke verantwoordelijkheid zullen blijven behoren (de overige prestatievelden). De onder a. genoemde gemeentelijke beleidsvelden maken deel van het WMO-deel van de Dienst (de eerdergenoemde hoofdstukken 1 t/m 6) uit. De gemeentelijke invulling van de WMO beperkt zich in principe vooreerst tot de onder c. genoemde gemeentelijke beleidsvelden. Daarnaast zijn er echter ook raakvlakken met de onder b. genoemde beleidsvelden. Deze beleidsvelden hebben raakvlakken met zowel de gemeente als met de Dienst. Voor deze prestatievelden is afgesproken dat het initiatief voor de verdere invulling/uitwerking hiervan in eerste instantie bij de Dienst komt te liggen. Daar waar wenselijk/nodig anticipeert de gemeente hier dan vervolgens op. In gezamenlijk overleg zal de gemeente hierin dan beleid gaan ontwikkelen. Voor een overzicht van de onder c. bedoelde gemeentelijke beleidsvelden wordt naar bijlage A. verwezen. In bijlage A. wordt een beschrijving van het betreffende beleidsveld gegeven, welk bedrag hiervoor voor 2006 in de Gemeentebegroting is opgenomen en tot welk prestatieveld(en) dit beleidsveld kan worden gerekend. 6a.4 Wettelijke taakvelden Voor de uitwerking van de WMO is in de regio Noordwest Friesland gekozen voor de variant waarbij eerst de wettelijke prestatievelden een invulling wordt gegeven. Dit betekent de uitwerking van de eerder in het Visie-/Beleidsdocument WMO Door Maatwerk Betere Zorg van de Dienst genoemde Smalle Variant. Hieraan moet per 1 januari 2007 wettelijk een concrete invulling worden gegeven. Het geheel moet dan operationeel zijn. De cliënt kan hiervoor vanaf 1 januari 2007 een beroep op de gemeente doen. De concrete uitwerking hiervan komt voor het grootste deel voor rekening van de Dienst. Dit betreft dan ook taken die door de Dienst (zullen) worden uitgevoerd. 6a.5 Gemeentelijke beleidsvelden Voor de gemeentelijke beleidsvelden - bijlage A. - lijkt het wenselijk vooreerst op de oude voet verder te gaan. Er is, het geheel overwegend, zowel inhoudelijk als financieel geen enkele aanleiding om per 1 januari 2007 tot een algehele heroverweging van al deze gemeentelijke beleidsvelden c.q. het huidige gemeentelijke welzijnsbeleid te komen. 2
De WMO schrijft dit overigens ook niet voor. Het uitgangspunt voor het eerste gemeentelijke Visie-/Beleidsdocument WMO is dan ook dat de WMO per 1 januari 2007 een beleidsluwe invoering krijgt. Dit betekent vooreerst het continueren van het bestaande gemeentelijke beleid en dat, specifieke situaties daargelaten, nieuw beleid in principe binnen hiervoor beschikbare budgetten moet worden gerealiseerd. Een eventuele heroverweging van de gemeentelijke WMO-beleidsvelden zal, daar waar dit wenselijk/nodig is, dan op een later moment plaatsvinden als de WMO lokaal concreter is ingebed en ingekaderd. Dan kan ook worden bekeken in hoeverre de samenhang tussen de verschillende gemeentelijke WMO-beleidsvelden verder kan worden ontwikkeld. Een gefaseerde aanpak verdient hierbij de voorkeur. In het verlengde hiervan kan overigens worden gesteld dat de invulling van de meeste gemeentelijke WMO-beleidsvelden op dit moment goed loopt. Enkele concrete voorbeelden hiervan zijn. *Het subsidiebeleid voor de amateuristische kunstbeoefening De subsidieregeling voor de amateuristische kunstbeoefening is pas enkele jaren geleden geactualiseerd en voldoet aan de wensen van de hierbij betrokken partijen. *Kinderspeelterreinen In december 2005 is de notitie Veilig spelen - Een gezamenlijke verantwoordelijkheid door de gemeenteraad vastgesteld. In deze notitie is het gemeentelijke beleid ten aanzien van het beheer en onderhoud van kinderspeelterreinen op openbaar groen vastgelegd. *De leefbaarheid in de dorpen/wijken Er is een duidelijk beleid(skader) voor het bevorderen van de leefbaarheid in de dorpen en wijken in de gemeente Leeuwarderadeel (prestatieveld 1). Dit betreft een subsidieregeling voor o.a. recreatieve voorzieningen in en activiteiten voor en vanuit de dorpen/wijken. *Algemeen Maatschappelijk Werk Voor het Algemeen Maatschappelijk Werk in onze gemeente zijn er budgetafspraken met de Stichting HWL uit Leeuwarden en de Stichting Interzorg uit Ferwert. Deze beide instellingen werken samen. *Sportstimulering Het in 2004 gestarte sportstimuleringsproject GO4SPORT functioneert volgens verwachting. Daarnaast staat er bij de beleidsvelden Peuterspeelzaalwerk, Jeugd- en jongerenwerk en Ouderenwerk al een heroverweging gepland. Het gaat dan om nieuwe productafspraken die hierover per 1 januari 2007 met de Stichting Welzijn Middelsee moeten worden gemaakt. De huidige budgetafspraken met deze Stichting lopen t/m 31 december 2006. Wel is het wenselijk de in bijlage A. genoemde gemeentelijke beleidsvelden de komende tijd eens tegen het licht van de WMO te houden. Hoe verhouden deze beleidsvelden zich tot de WMO? Zijn deze beleidsvelden voldoende op (de doelstellingen van) de WMO gericht? Dit betekent o.a., dat: *waar bij deze beleidsvelden (mogelijk) met andere partijen (gemeenten) kan worden samengewerkt deze samenwerking nader zal moeten worden onderzocht. *zal moeten worden bekeken op welke wijze de betrokkenheid van de burgers bij deze beleidsvelden kan worden verbeterd (het bevorderen van de burgerparticipatie). De gemeente is verplicht om de bewoners bij het opstellen van het vierjarenplan te 3
betrekken. Ook moeten gemeenten advies over het plan inwinnen bij vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Het vierjarenplan moet samen met het advies van belangenorganisaties naar de gemeenteraad worden gestuurd. *daar waar mogelijk, het streven ten aanzien van deze beleidsvelden een zo integraal mogelijk gemeentelijk WMO-beleid dient te zijn. Het ultieme streven in deze is tot één integraal gemeentelijk WMO-beleid te komen. De voornoemde punten kunnen, zo realistisch moeten we ook zijn, echter niet van de ene op de andere dag worden gerealiseerd. Dit vraagt tijd en zal dan ook een stapsgewijs (leer)proces zijn. De WMO zal moeten groeien en aldus, en dit geldt voor alle voornoemde punten, groeiend lokaal vorm en inhoud moeten krijgen. Het jaar 2007 (het eerste jaar van de WMO) zal in dit kader dan ook een jaar van nadere oriëntatie en heroverweging moeten zijn. In de daarop volgende jaren kan - daar waar mogelijk - dan een nadere (concrete)re)) invulling/uitwerking van de betreffende beleidsvelden volgen. 6a.6 Samenwerking Aansluitend op het vorenstaande kan worden gesteld dat er op dit moment bij een aantal gemeentelijke WMO-beleidsvelden al wordt samengewerkt. Op het gebied van het bibliotheekwerk wordt er in de regio Noordwest-Friesland met zes andere gemeenten (Franekeradeel, Harlingen, Het Bildt, Menaldumadeel, Terschelling en Vlieland) samengewerkt in de clusterbibliotheek Noordwest-Friesland in Franeker. Een positieve ontwikkeling. In Middelseeverband (met de gemeenten Ferwerderadiel, Het Bildt en Menaldumadeel) wordt er samengewerkt binnen de beleidsvelden Algemeen Maatschappelijk Werk en Sport (het project Go4Sport ). Daarnaast wordt er ten aanzien van de prestatievelden 7 t/m 9 op provinciale schaal samengewerkt, waarbij de gemeente Leeuwarden als centrumgemeente optreedt. Al deze samenwerkingsverbanden lopen naar wens. 6a.7 Verdere stappen Dat het jaar 2007 als een jaar van nadere oriëntatie en heroverweging wordt gezien betekent overigens niet dat er lokaal in het geheel niets op het gebied van de WMO gebeurt. Er zijn, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de WMO per 1 januari 2007, lokaal toch wel verschillende ontwikkelingen gaande. 1. Subsidiebeleid voor dorpshuizen. Het huidige subsidiebeleid voor dorpshuizen dateert al van 1995. Dit beleid is derhalve redelijk verouderd. Op dit moment vindt er dan ook een heroverweging van dit beleid plaats. Voor de Gemeentebegroting 2007 zal de gemeenteraad hiertoe een nader voorstel worden voorgelegd. 2. Gemeentelijk accommodatiebeleid. In februari 2006 is de nota Accommodatiebeleid door de gemeenteraad vastgesteld. Deze nota beoogt een aanzet (basis) tot - voor zover mogelijk - gelijke uitgangspunten voor alle gemeentelijke accommodaties te zijn. Deze nota zal de komende tijd een verdere 4
concrete uitwerking krijgen. 3. Budgetafspraken Stichting Welzijn Middelsee. Er zullen, zoals al eerder is aangegeven, nieuwe budgetafspraken met de Stichting Welzijn Middelsee moeten komen. De huidige budgetafspraken eindigen op 31 december 2006. De voorbereidingen hiertoe zijn onlangs gestart. Hierbij zal ook een heroverweging van de bij de Stichting ondergebrachte producten plaatsvinden. 4. Gemeentelijk ouderenbeleid. Ten aanzien van het gemeentelijk ouderenbeleid wordt aan het opstellen van een Visiedocument Voorzieningen en diensten voor ouderenzorg in de gemeente Leeuwarderadeel gewerkt. In dit Visiedocument zal o.a. aandacht worden geschonken aan: *de meest wenselijk (overleg)structuur voor de ouderenzorg in de gemeente Leeuwarderadeel; *de hierbij passende gemeentelijke (regie)rol; en *de plaats van het ouderenwerk binnen de WMO. Bij al deze ontwikkelingen zullen de uitgangspunten van de WMO als leidraad dienen. Daarnaast zal er in de jaren 2006 en 2007 (en mogelijk ook nog volgende jaren) - waar nodig - een verdere lokale invulling aan de eerder, bij de inleiding onder b., genoemde (gezamenlijke) beleidsvelden moeten worden gegeven. Zoals eerder al is aangegeven ligt het initiatief hiervoor in eerste instantie bij de Dienst. Daar waar wenselijk/nodig zal de gemeente hierop anticiperen en beleid ontwikkelen. Als specifieke aandachtspunten in dit kader kunnen dan worden genoemd. a. De inrichting en positionering van een laagdrempelig, klantvriendelijk, toegankelijk, lokaal WMO-loket (het eerder in het Visie-/Beleidsdocument WMO van de Dienst genoemde basisloket ). Deze loketten zullen uit een front- en een backoffice bestaan. De inrichting van de frontoffice is primair een gemeentelijke taak. In het Visie-/Beleidsdocument WMO van de Dienst zijn echter wel de uitgangspunten opgenomen waaraan een loket minimaal dient te voldoen. Er wordt hierbij over een basisloket gesproken. Dit om in de acht in de Dienst participerende gemeenten tot uniforme loketten te komen. De Dienst vormt de backoffice voor de individuele voorzieningen (WVG en AWBZ). Voor de collectieve voorzieningen vormt het betrokken gemeentelijk apparaat de backoffice. b. Het ontwikkelen van beleid voor vrijwilligers en mantelzorgers. Gemeenten hebben belang bij een goede organisatie van vrijwilligerswerk en mantelzorg. Immers een goede invulling van vrijwilligerswerk en mantelzorg kan de vraag naar professionele zorg verminderen. Hierbij kan o.a. aan een steunpunt voor mantelzorgers (per gemeente/dorp) worden gedacht. c. Het voor 1 oktober 2006 vaststellen van een WMO-verordening, wel of niet gerelateerd aan (bestaande) gemeentelijke (subsidie)verordeningen. Mogelijk moeten hierbij bestaande gemeentelijke (subsidie)verordeningen aan de WMO worden aangepast. Op dit moment is nog niet bekend wat de financiële consequenties van de onder a. en b. genoemde aandachtspunten zijn. De kosten hiervoor zijn nu nog niet exact in beeld te 5
brengen. Aan deze beide aandachtspunten zal eerst een verdere concrete invulling moeten worden gegeven. 6a.8 Financiën Bij de uitwerking van het gemeentelijke WMO-deel wordt vooreerst van bestaand beleid uitgegaan. Dit betekent dat er, behoudens de jaarlijkse indexering, onvoorziene omstandigheden én het gestelde bij 7, vooreerst geen extra kosten aan de WMO zijn verbonden. 6a.9 Visie gemeentelijk WMO-beleid voor de komende jaren Nu de WMO per 1 januari 2007 een feit gaat worden is het aan de gemeente om hieraan een invulling te geven. Dit Visie-/Beleidsdocument WMO richt zich op het gemeentelijke aandeel hierin. Op basis van het vorenstaande is hiervoor een gemeentelijke visie ontwikkeld. Deze visie kan in hoofdlijnen als volgt worden weergeven: 1. De prestatievelden 5 en 6 (de wettelijke taken - c.q. de smalle variant ) worden, zoals in de hoofdstukken 1 t/m 6 is aangegeven, per 1 januari 2007 door de Dienst uitgevoerd. 2. Het uitgangspunt voor de gemeentelijke WMO-beleidsvelden is een beleidsluwe invoering per 1 januari 2007. Dit betekent vooreerst continuering van het bestaande gemeentelijk beleid en dat, specifieke situaties daargelaten, nieuw beleid in principe binnen beschikbare budgetten moet worden gerealiseerd. 3. De gemeentelijke beleidsvelden, zoals aangegeven in bijlage A., zullen op basis van het bij 2 gestelde - zowel inhoudelijk als financieel - vooreerst op de oude voet worden voortgezet. Dit betekent vooreerst het continueren van bestaand beleid. Het jaar 2007 (het eerste jaar van de WMO) wordt hiervoor een jaar van nadere oriëntatie en heroverweging. In de daarop volgende jaren zal - daar waar nodig/wenselijk - een nadere (concrete)re)) invulling/uitwerking aan de gemeentelijke WMO-beleidsvelden worden gegeven. Dan kan er ook sprake van een eventuele herijking van gemeentelijke WMObeleidsvelden zijn. Hierbij zal ook de samenhang tussen de verschillende beleidsvelden op het gebied van wonen, welzijn en zorg verder moeten worden ontwikkeld. 4. Het bevorderen van de betrokkenheid van burgers en vertegenwoordigers van belangenorganisaties bij de beleidsvorming met betrekking tot de WMO. Hiervoor moet de komende tijd een bij de WMO passende structuur worden opgebouwd. Hierbij dient ook de nodige aandacht aan de minder mondige burgers te worden geschonken. 6
In dit eerste gemeentelijke Visie-/Beleidsdocument WMO wordt hiertoe een eerste stap gezet. 5. Het - in overleg met de Dienst - inrichten en positioneren van een laagdrempelig, klantvriendelijk, toegankelijk lokaal WMO-loket (het eerder in het Visie-/Beleidsdocument WMO van de Dienst genoemde basisloket ). 6. Het - in overleg met de Dienst - ontwikkelen van beleid voor vrijwilligers en mantelzorgers. Hierbij kan o.a. aan een steunpunt voor mantelzorgers (per gemeente/dorp) worden gedacht. 7. Het uiteindelijke streven is om lopende de eerste 4-jarige WMO-beleidscyclus (de jaren 2007-2010) tot een zo breed mogelijk geïntegreerd - met een zo breed mogelijke burgerparticipatie tot stand gekomen - gemeentelijk WMO-beleid te komen. Dit zal echter een stapsgewijsproces zijn. 7
Bijlage A. Overzicht gemeentelijke beleidsvelden in het kader van de WMO Beleidsveld: Budget 2006 Prestatieveld a. Vormings- en ontwikkelingswerk 1/3 *Bibliotheek: 184.006,-- *Muziekonderwijs: 0 b. Kunstzinnige vorming, amateurkunst en cultuur 1 *Muziek-, zang-, toneel- en dansverenigingen: 41.386,-- c. Dorpsbelangen, buurt- en wijkverenigingen 1 *Activiteiten: 3.010,-- *Kinderspeelterreinen: -subsidies, aankoop materialen: 8.000,-- -bijdrage beheerders: 3.750,-- -bijdrage WA-verzekering: 2.000,-- d. Peuter-, kleuter- en jeugd- en jongerenwerk *Peuterwerk (Welzijn Middelsee): 137.871,-- 1 *Jeugd- en jongerenwerk (Stichting Welzijn Middelsee): 70.787,-- 1/2 *Overige subsidies (speel-o-theek, jongerenparlement, vakantie-activiteiten): 3.404,-- 1 e. Sport- en recreatie 1 *Subsidies aan sportverenigingen: 3.084,-- *Project GO4Sport : 11.000,-- f. Kadervorming lokale verenigingen 0 1/3 g. Algemeen Maatschappelijk Werk 3/5/6 * Interzorg en HWL : 73.600,-- h. Algemeen ouderenwerk 1/3/4/(5)/6 *Stichting Welzijn Middelsee : 69.574,-- i. Vrijwilligerswerk 0 4 j. Slachtofferhulp 4 *Slachtofferhulp Nederland: 2.165,-- k. Verslavingszorg/Maatschappelijke 8/9 Opvang 0 l. Dorpshuizen 2.270,-- 1 8
m. Stichting Welzijn Middelsee 1 Beheer Activiteitencentrum De Skalm : 77.701,-- Totaal: 693.608,-- ========= 9