Melkweg Lezen Alfa A Lijn 5 Reizen
Colofon Melkweg Lezen Alfa A, Lijn 5, 05 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting Melkweg +. Stichting Melkweg + stelt zich ten doel bij te dragen aan de kwaliteit van het onderwijs aan laaggeletterden. Dit katern mag vrij gebruikt worden in het onderwijs. Commercieel gebruik is nadrukkelijk verboden. Voor het opnemen in readers dient men zich te wenden tot Stichting Melkweg +. Contact: info@melkwegplus.nl Melkweg is winnaar van de Lestrofee 0!
Melkweg De Melkweg ligt in Leerdam. Het is een fijne straat. Wie wonen daar? Jal en Noor Ze wonen op Melkweg. Ze komen uit Marokko. Lin en Wen Ze wonen op Melkweg 4. Ze komen uit China. Jet en Kojo Ze wonen op Melkweg 6. Kojo komt uit Ghana. Jet komt uit Nederland. Elif en Ozan Zij wonen op Melkweg. Ze komen uit Turkije. Melkweg - Reizen
Ik kom met de bus Wat ziet u? Vragen a.... b.... c.... Wat is goed? a De brief is voor Jet. b De brief is voor Lot. a Lot komt zondag. b Lot komt maandag. a Lot komt met lijn elf. b Lot komt met lijn zes. 4 a Lot komt om zes uur. b Lot komt om elf uur. 5 a Lot komt met haar man. b Lot komt met haar zoon. 4 Melkweg - Reizen
Jet leest een brief. Dag Jet, Ik kom naar je huis. Ik kom zondag. Is dat goed? Ik kom met de bus. Ik neem lijn 6. Ik kom met mijn zoon. Mijn man komt niet mee. Wij zijn om uur bij jou. Ik heb er zin in. Tot zondag. Kus van je zus, Lot Melkweg - Reizen 5
Taken A lees de bus de zus de kus de mus de muur het vuur het stuur duur het huis de muis de trui de buik B a.... b.... c.... Hoe laat is het? a Het is twee uur. b Het is vier uur. 0 9 8 7 6 5 4 a Het is tien uur. b Het is elf uur. 0 9 8 7 6 5 4 a Het is zes uur. b Het is acht uur 0 9 8 7 6 5 4 4 a Het is vijf uur. b Het is zeven uur. 0 9 8 7 6 5 4 6 Melkweg - Reizen
En u? Gaat u vaak met de bus? Met welke lijn? Waar stopt de bus? Wat vindt u? x De les maakt mij... O moe O blij O boos Kent u dit woord? x Ken ik Woord dag ik kom het huis zondag goed de bus ik neem de lijn de zoon de man niet het uur de kus de zus komen nemen Melkweg - Reizen 7
Een kaart voor de trein Wat ziet u? Hoe heet de kaart? Vragen Wat komt eerst? En wat daarna? 4 5 Noor houdt de kaart bij de paal. Noor koopt een kaart voor de trein. De man vraagt de kaart. Noor gaat uit de trein. Noor gaat in de trein. 8 Melkweg - Reizen
Noor gaat met de trein. Ze leest een folder. Gaat u met de trein? Koop dan een kaart. Houd de kaart bij de paal. U hoort piep. U mag nu in de trein. Er komt een man. Hij kijkt naar de kaart. Dat is zijn werk. De man zegt: Mag ik uw kaart? Dank u wel. Goede reis. Gaat u uit de trein? Houd de kaart weer bij de paal. U hoort piep piep. De reis is klaar. Melkweg - Reizen 9
Taken A x Welk woord begint met b? In welk woord hoort u ei? 0 Melkweg - Reizen
En u? Heeft u een kaart voor de trein? Heeft u een kaart voor de bus? Wat vindt u? x De les maakt mij... O moe O blij O boos Kent u dit woord? x Ken ik Woord de trein koop de kaart hij komt hij kijkt het werk hij zegt dank u wel de reis klaar kopen komen kijken zeggen Melkweg - Reizen
Hoe reist u? Eerst dit Wat ziet u? Vragen Waar gaan ze heen? Jal Noor Jet Kojo neef winkel werk moeder Hoe reizen ze? Jal Noor Jet Kojo bus fiets vliegtuig auto Melkweg - Reizen
Jal gaat naar de winkel. Hij gaat met de fiets. Noor gaat naar haar werk. Ze gaat met de bus. Jet gaat naar haar moeder. Ze gaat met de auto. Kojo gaat naar zijn neef. De neef woont ver weg. Kojo gaat met het vliegtuig. En hoe reist u? Met de fiets? Met de bus? Met de trein? Met de auto? Met het vliegtuig? Melkweg - Reizen
Taken A lees Lees vijf keer. Lees snel. Noor gaat met de bus. Jet gaat met de auto. Wen gaat met de trein. Jal gaat met de fiets. B 4 5 6 7 8 9 0 Tel de woorden. Noor gaat met de bus. 5 woorden 4 5 Ze gaat naar de stad. woorden De bus is vol. woorden Noor moet staan. woorden 4 De bus is nu in de stad. woorden 5 Noor gaat uit de bus. woorden 6 Ze is moe. woorden 4 Melkweg - Reizen
En u? Gaat u soms met het vliegtuig? Vindt u dat fijn? Waar gaat u heen? Wat vindt u? x De les maakt mij... O moe O blij O boos Kent u dit woord? x Ken ik Woord hij gaat de winkel de fiets het werk de moeder de auto de neef het vliegtuig hij woont ver gaan wonen Melkweg - Reizen 5
4 Lijn 8 Eerst dit Vragen Kijk naar de tekst. Wat ziet u? Wat hoort bij elkaar? 4 5 6 7 8 acht drie een twee vier vijf zes zeven Wat rijmt? 4 5 6 blijf hier heen les mee 6 Melkweg - Reizen
Lijn Waar gaat die heen? Lijn Ik ga niet mee. Lijn Die neem ik niet. Lijn 4 Die blijft hier. Lijn 5 Nee, ik blijf. Lijn 6 Noor gaat naar de les. Lijn 7 Ik wacht nog even. Lijn 8 Op deze bus heb ik gewacht. Melkweg - Reizen 7
Melkweg - Reizen 8 Taken Lees hardop. 4 5 6 7 8 9 0 een twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien 4 5 6 7 8 9 0 elf twaalf dertien veertien vijftien zestien zeventien achttien negentien twintig Hoeveel? A B lees
En u? Met welke bus gaat u? Wat is het nummer van uw huis? Weet u uw postcode? 4 Wat is het nummer van uw telefoon? 5 Op welke dag bent u jarig? Wat vindt u? x De les maakt mij... O moe O blij O boos Kent u dit woord? x Ken ik Woord waar mee hij blijft de les ik wacht blijven wachten Melkweg - Reizen 9
Woorden Jet, Ik naar je huis. Wanneer? Ik kom. 4 Ik lijn 6. 5 Ik kom met mijn. 6 Mijn man komt mee. Dag kom neem niet zondag zoon Noor gaat met de trein. Ze heeft een. Er komt een. Hij naar de kaart. 4 Dat is zijn. kaart kijkt man werk x man vrouw de zus x de moeder de neef 4 de zoon 0 Melkweg - Reizen
4 Wat rijmt? 4 een twee vijf acht blijf mee waarheen wacht 5 Wat hoort bij elkaar? de auto de bus de trein 6 Wat hoort bij elkaar? 4 het huis de winkel de auto de les kopen leren rijden wonen Melkweg - Reizen
7 x Welk woord hoort er niet bij? de zoon de neef de man de zus de fiets de kus de auto de bus zondag maandag blijven dinsdag 8 Wat hoort bij elkaar? 4 goed komen niet dichtbij gaan fout ver wel 9 Vul in alstublieft! dank u wel Melkweg - Reizen
0 4 5 6 auto huis klaar neef reis wachten werk Van links naar rechts Wat is je beroep? Welk... doe jij? Het werk is gedaan. Het is... Hier woon ik. Dit is mijn... 4 Het heeft vier wielen. 5 Kojo gaat met het vliegtuig. Hij gaat op... 6 De zoon van mijn oom. Van boven naar beneden De bus komt over een uur. Ik moet... Melkweg - Reizen
Noor gaat naar de stad. Ze gaat met de. Ze moet 5 nemen. Noor op de bus. 4 De bus bijna. bus komt lijn wacht ligt Leerdam? In Nederland. Hoe ga je naar Leerdam? Met de. Hoe laat gaat de trein? Om. trein uur Waar Wat gaat langzaam? Wat gaat snel? de bus de fiets de trein het vliegtuig langzaam de fiets snel 4 Melkweg - Reizen
4 Welk woord hoort bij het plaatje? de fiets het huis de man de winkel 5 Zoek de woorden. x s t b o o t p l d f v d f e k l f i e t s b a g h e g h j k l m n v a d q k t b w g t n n e n a h r a u t o w d s a d k v l i e g t u i g f t t r e i n b v m b u s d auto boot bus fiets trein vliegtuig Melkweg - Reizen 5
Sleutels Tekst Vragen a a b 4 b Taken B b b a 4 a Tekst Vragen 4 5 Noor koopt een kaart voor de trein. Noor houdt de kaart bij de paal. Noor gaat in de trein. De man vraagt de kaart. Noor gaat uit de trein. Taken de boom de bus de bal het ei de trein 6 Melkweg - Reizen
Tekst Vragen Jal Noor Jet Kojo Jal Noor Jet Kojo winkel werk moeder neef fiets bus auto vliegtuig Taken B 5 woorden 4 woorden woorden 4 7 woorden 5 5 woorden 6 woorden Tekst 4 Vragen 4 5 6 7 8 4 5 6 een twee drie vier vijf zes zeven acht heen mee hier blijf les Taken B boom treinen 8 borden 6 appels Melkweg - Reizen 7
Woorden Dag kom zondag 4 neem 5 zoon 6 niet kaart man kijkt 4 werk man vrouw de zus x de moeder x de neef x 4 de zoon x 4 4 5 een twee vijf acht waarheen mee blijf wacht de auto de trein de bus 6 4 het huis de winkel de auto de les wonen kopen rijden leren 8 Melkweg - Reizen
7 de zus de kus blijven 8 4 goed komen niet dichtbij fout gaan wel ver 9 Dank u wel 0 w e r k k l a a r c h u i s 4 a u t o 5 r e i s 6 n e e f bus lijn wacht 4 komt Waar trein uur de fiets de bus de trein het vlietuig Melkweg - Reizen 9
4 de man het huis de winkel de fiets 5 x s t b o o t p l d f v d f e k l f i e t s b a g h e g h j k l m n v a d q k t b w r t n n e n a h r a u t o w d s a d k v l i e g t u i g f t t r e i n b v m b u s d 0 Melkweg - Reizen
Wat betekent dat plaatje? U moet praten. lees U moet lezen. U moet schrijven. a.... b.... c.... Zet een rondje om het goede antwoord. x Zet een kruisje. Wat hoort bij elkaar? Voorbeeld: de kleur - geel Wat hoort bij elkaar? Voorbeeld: zwart - wit hoog - laag Melkweg - Reizen
Melkweg is een uitgave van Stichting Melkweg + Meer Melkweg? Kijk op www.melkwegplus.nl