AANGEPASTE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Adres: Ghevers / Roze 9900 Eeklo Kadastraal: Eeklo 1 ste Afd., Sie. D, nrs. 0146p, 0148, 0149, 0151a, 0152p, 0152x, 0232w. Ref. gemeente: VK-43005/13687/V/V494/1 Dossier RW05.00/43005/791.3 Verkavelingsvergunning: 24 juli 2007
Verkaveling Eeklo Roze Bestemming De verkaveling voorzier de bouw van eengezinswoningen en is onderverdeeld in 14 bouwblokken (=groep van gekoppelde woningen) aangeduid op het verkavelingsplan. Stedenbouwkundige voorschriften Toelichting bij de gebruikte woorden en criteria: Vloerpeil: hoogte bovenkant dorpel voordeur. Kroonlijsthoogte: wordt gemeten tussen het vloerpeil,zoals aangeduid op het verkavelingsplan, en de bovenzijde van de kroonlijst. Indien een deel ven de gevel inspringt geldt als kroonlijsthoogte die van het verst naar buiten liggende geveldeel. Nokhoogte: is bepaald door de toegelaten dakhelling en de kroonlijsthoogte. In het bijzonder wordt bij lessenaarsdaken de nokhoogte niet aanzien als een kroonlijsthoogte en is de toegelaten kroonlijsthoogte enkel van toepassing voor de aanzet van het lessenaarsdak. Aanbouwen: mogelijke uitbreidingen (die niet op het verkavelingsplan grafisch aangeduid zijn) van het hoofdvolume. Autobergplaatsen: er zijn drie types van autobergplaatsen voorzien. 1. Garages: voorzien in het hoofdvolume (bouwblok 1, 2, 3, 5, 7, 8, 9, 10, 11 en 12) 2. Garages: voorzien naast het hoofdvolume als gesloten en gemetste entiteit met plat dak (bouwblok 4 en 6). 3. Autostaanplaatsen: open staanplaats voorzien onder het bovenvolume (verdieping) (bouwblok 13 en 14). 2
A. Algemene stedenbouwkundige bepalingen De gekoppelde woningen worden beschouwd als één architecturaal geheel en worden aldus ingediend als één bouwaanvraag. Per bouwblok moet eenzelfde dakhelling en kroonlijsthoogte worden aangehouden, waarbij het gabariet van de eerstbouwende bepalend is voor de rest van het bouwblok. Eengezinswoningen 1. Voor de inplanting van het hoofdvolume wordt steeds verwezen naar het verkavelingsplan. Voor het gabariet en het maximum bouwvolume van wat binnen de bouwzone gebouwd mag worden, wordt verwezen naar de specifieke voorschriften per bouwblok en de grafisch aangegeven bouwzone op het verkavelingsplan. 2. De maximum dakoversteken en luifels mogen maximum 60cm uitsteken buiten de uiterste bouwlijnen. 3. Langs de gevels ligt het maaiveld nergens meer den 30cm hoger dan het peil van de openbare weg ter hoogte van de rooilijn. 4. Als algemene regel geldt dat de minimum afstand van de voorbouwlijn tot de rooilijn minimum 3m bedraagt. Als algemene regel geldt dat de minimum afstand van de voorbouwlijn van de autobergplaats tot de rooilijn minimum 5m bedraagt. De zijdelingse bouwlijn van een hoekperceel wordt niet beschouwd als een voorboulijn en heeft een minimum afstand van 3m tot de rooilijn. 5. Als algemene regel geldt dat de afstand van de zijdelingse bouwlijn van de half-open bebouwingen tot de zijdelingse perceelsgrens minimum 3m bedraagt. 6. Als algemene regel geldt dat de achterste bouwlijn minimum 8m verwijderd blijft van de achterste perceelsgrens, gemeten ter hoogte van de gemene muren. 7. Het plaatsen van zonnecollectoren, fotovoltaïsche zonnepanelen en groendaken is toegestaan. 3
8. In de tuinzone zijn enkel tuinbergingen, pergola s of dierenhokken toegestaan en dit binnen de op het verkavelingsplan aangeduide zone (voor het lot 2 is hiervoor 4x4m zone aangeduid) voor zover zij voldoen aan volgende voorwaarden: Zij hebben een gezamenlijke maximale oppervlakte per lot van 9m²; De constructies worden steeds uitgevoerd in hout en/of metselwerk; Houten constructies worden steeds ingepland op minstens 0.5m van de perceelsgrenzen (rekening houdend met de extra afstandsvoorwaarden voor de loten 1 t.e.m. 12 t.o.v. de mandelige gracht achteraan deze loten). Tuinbergingen met minstens de mandelige muur in metselwerk kunnen op de perceelsgrens geplaatst worden mits toestemming van de aanpalende eigenaar; Dakhelling: vrij te kiezen; Kroonlijsthoogte tussen 2.30 en 3.30m Op de loten 1 t.e.m. 12 moeten de hierboven omschreven constructies bovendien steeds op minstens 1m ingeplant worden van de kruin van de mandelige gracht achteraan de tuinzones. Vrijstaande garages zijn onder geen enkele voorwaarde toegestaan. 9. De percelen worden afgebakend op de perceelsgrenzen met draad en lichte paaltjes en/of levende hagen (maximum hoogte 2 meter). 10. In het verlengde van de gemeenschappelijke muur zijn scheidingmuurtjes toegestaan in hetzelfde materiaal als de gevels van de woning, over de volledige perceelsdiepte en met een maximale afgewerkte hoogte van 1.80m. Houten vlechtwerk, houten panelen en betonpalen zijn niet toegestaan. 11. In de bouwvrije zijstroken zijn terrassen toegelaten tot op 2 meter van de perceelsgrens. 12. Dakkapellen, boven het dakvlak uitstekende puntgevels en andere dakuitbouwen zijn niet toegelaten. 13. Brievenbussen beslaan maximaal een grondoppervlakte van 0.50m². 14. Voor de autobergplaatsen wordt verwezen naar de specifieke voorschriften per bouwblok. 15. De verharding van opritten en toegangspaden worden als volgt voorzien: Oprit naar autobergplaats: maximum 3 meter breedte. Toegangspad naar de voordeur: maximum 1.50 meter breedte. Toegangspad (in voortuin en zijdelingse bouwvrije strook indien van toepassing) naar tuinhuis: maximum 1.50 meter breedte. 16. Er mag in de achtertuin, naast de tuinberging, een maximale verharding van maximum 40m² voorzien worden voor terras en toegangspaden. 17. In de voortuinstrook mogen behalve de hierboven beschreven afsluitingen, opritten, toegangspaden en brievenbussen gaan andere contructies worden opgericht. 4
18. Voor alle contructies worden alleen duurzame materialen gebruikt. De materialen zijn gelijkaardig te nemen per bouwblok (gevelsteen of gevelbekleding, schrijnwerk, dakbedekking, goten en regenwaterafvoer). 19. Het hemelwater dat op de oprit en toegangspaden terechtkomt, dient ofwel afgevoerd te worden naar de verplicht te plaatsen regenwaterput of te infiltreren in de bodem (door gebruik van semi-doorlatende materialen). In geen geval mag dit hemelwater naar de openbare riolering afgevoerd worden. 20. Voor de loten 23 t.e.m. 27 en 38 t.e.m. 49 geldt het volgende: De grondstrook die paalt aan de waterloop, blijft te allen tijde onderworpen aan de wet betreffende de polders van 3 juni 1957 en het K.B. van 30 januari 1958 houdende het algemeen politiereglement van de polders en wateringen, o.a. voor wat betreft de uit te voeren onderhoudswerken, recht van doorgang e.d. Ingevolge artikel 2 van het K.B. van 30 januari 1958 houdende het algemeen politiereglement van de polders en wateringen, met verwijzing naar artikel 15 van het provinciaal reglement op de onbevaarbare waterlopen van 27 mei 1955 is het verder verboden bouwwerken van het om het even welke aard, herstellingen of beplanting uit te voeren, of afsluitingen op te richten binnen een afstand van 3m van de uiterste boord of afhankelijkheden van de waterloop. Er kunnen dus in de erfdienstbaarheidszone, zoals grafisch aangeduid op het verkavelingsplan, geen tuinhuisjes of wat dan ook worden gebouwd. De afsluitingen dienen van die aard te zijn dat ze de onderhoudbaarheid van de waterloop niet hinderen en de afsluiting tussen alle bouwpercelen dienen gemakkelijk op het eerste verzoek verwijderbaar te zijn. 21. Voor de loten 1 t.e.m. 12 met de gelaste notaris, de kopers in de verkoopakte wijzen op de onderhoudsplicht van de mandelige gracht, conform de bepalingen vervat in het Burgerlijk Wetboek. 5
B. Algemene stedenbouwkundige bepalingen Bouwblok 1, 2, 3 (lot 1 t.e.m. 12) en 7, 8, 9 (lot 38 t.e.m. 49) Bestemming: 24 eengezinswoningen type vol verdiep Inplanting: Zie verkavelingsplan. Hoofdvolume: Voorbouwlijn vanaf rooilijn: minimum 5 meter Gevelbreedte: minimum 8 meter maximum 8.15 meter Bouwdiepte: maximum 11 meter Kroonlijsthoogte: tussen 5.00 meter en de 6.50 meter Dakhelling: 0 en/of tussen 10 en 45 Dakvorm: lssenaarsdak, noordbooms dak, (eventueel asymetrisch) zadeldak en/of plat dak. Binnen het hoofdvolume zijn uitbouwen toegelaten met plat dak (0 ) en een kroonlijsthoogte tussen de 2.80 meter en de 3.20 meter en met een maximum oppervlakte van 20m². Garages: In het hoofdvolume voorzien. 6
Bouwblok 4 en 6 (lot 13 t.e.m. 22) en (lot 28 t.e.m. 37) Bestemming: 20 eengezinswoningen type vol verdiep Inplanting: Zie verkavelingsplan. Hoofdvolume: Voorbouwlijn gelijkvloers vanaf rooilijn: minimum 3.70 meter De verdieping mag maximaal 1.50 meter de gelijkvloerse verdieping overkragen maar blijft binnen de aangeduide bouwzone en overschrijdt bijgevolg de voorbouwlijn niet. Gevelbreedte: minimum 5 meter maximum 5.15 meter Bouwdiepte: maximum 12.50 meter Kroonlijsthoogte: tussen de 5.00 meter en de 6.50 meter Dakhelling: 0 en/of tussen de 10 en de 45 Dakvorm: lessenaarsdak, noordbooms dak, (eventueel asymetrisch) zadeldak en/of plat dak. Garages: Inplanting: naast het hoofdvolume voorzien (zie inplanting) Voorbouwlijn vanaf rooilijn: minimum 5 meter Gevelbreedte: minimum 2.85 meter maximum 3.00 meter Bouwdiepte: maximum 9 meter Kroonlijsthoogte: tussen de 2.80 meter en de 3.30 meter Dakhelling: 0 Dakvorm: plat dak 7
Bouwblok 5 (lot 23 t.e.m. 27) en 10 (lot 50 t.e.m. 55) Bestemming: 11 eengezinswoningen type kamers onder dak Inplanting: Zie verkavelingsplan. Hoofdvolume: Voorbouwlijn vanaf rooilijn: minimum 5 meter Gevelbreedte: minimum 8.35 meter maximum 8.75 meter Bouwdiepte: maximum 11 meter Kroonlijsthoogte: tussen de 2.40 meter en de 3.20 meter Dakhelling: tussen de 35 en de 45 Dakvorm: zadeldak Binnen het hoofdvolume zijn uitbouwen toegelaten met plat dak (0 ) en een kroonlijsthoogte tussen de 2.80 en de 3.20 meter en maximum oppervlakte van 20m². Garages: In hoofdvolume voorzien. 8
Bouwblok 11 en 12 (lot 56 t.e.m. 67) Bestemming: 12 eengezinswoningen type bel-etage Inplanting: Zie verkavelingsplan. Hoofdvolume: Voorbouwlijn vanaf rooilijn: minimum 5 meter Gevelbreedte: minimum 5 meter maximum 5.15 meter Bouwdiepte: maximum 11 meter Kroonlijsthoogte: maximum 6 meter Dakhelling: 0 en/of tussen de 10 en de 45 Dakvorm: lessenaarsdak, noordbooms dak, (eventueel asymetrisch) zadeldak en/of plat dak. Garages: In hoofdvolume voorzien. Terrassen: Er is een terras toegelaten op de eerste verdieping over de volledige lengte van de achtergevel met een maximum van 3 meter diepte. Trappen: Er is een trap in de achtertuin toegelaten. Opmerking: Voor terrassen en trappen moet worden rekening gehouden worden met het burgerlijk wetboek, Afdeling III: Uitzichten op het eigendom van de nabuur en in het bijzonder artikel 678 waarbij volgende wordt gestipuleerd: Men mag op het besloten of niet besloten erf van zijn nabuur geen rechtstreekse uitzichten of zichten gevende vensters, noch balkons of andere soortgelijke vooruitspringende werken hebben, tenzij er een afstand van negentien decimeter ( ) is tussen de muur waar men die maakt, en het erf. (W 15-12-1949, art. 28) 9
Bouwblok 11 en 12 (lot 56 t.e.m. 67) Bestemming: 7 eengezinswoningen Inplanting: Zie verkavelingsplan. Hoofdvolume: Voorbouwlijn vanaf rooilijn: minimum 3 meter Gevelbreedte: minimum 7.70 meter maximum 8.15 meter Bouwdiepte: maximum 13 meter Kroonlijsthoogte: tussen de 5.00 meter en de 6.50 meter Dakhelling: 0 en/of tussen de 10 en de 45 Dakvorm: lessenaarsdak, noordbooms dak, (eventueel asymetrisch) zadeldak en/of plat dak. Binnen het hoofdvolume zijn uitbouwen toegelaten met plat dak (0 ) en een kroonlijsthoogte tussen de 2.80 meter en de 3.20 meter en met een maximum oppervlakte van 25m². Garages: Een zijstrook binnen het hoofdvolume wordt op de verdieping overbouwd (waarbij muren en/of kolommen ter hoogte van de perceelsgrens de verdieping ondersteunen) met daaronder een open autostaanplaats. 10