Korte bijdrage Interpersoonlijke psychotherapie bij ouderen met een depressie

Vergelijkbare documenten
Psychiatrische psychotherapie bij ouderen

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Depressief syndroom Persoonlijke Psychiatrie,

Gedragsmatige activatie en antidepressiva voor (ernstige) depressie: een behandelstudie uit Iran

IPT in een ambulante groep, een evidence based behandeling voor depressie

DIT NEDERLAND DYNAMIC INTERPERSONAL THERAPY (DIT) VOOR DEPRESSIE EN ANGSTSTOORNISSEN PERSOONLIJKHEIDSPROBLEMATIEK

Interpersoonlijke groepstherapie

Voorkomen van recidief bij depressie: Fava s cognitieve psychotherapie gericht op welzijn

Interpersoonlijke psychotherapie

Depressie bij ouderen Herstel als voorwaarde voor rehabilitatie?

Leerboek interpersoonlijke psychotherapie

Elektroconvulsie therapie. Een behandeling bij ernstige psychiatrische aandoeningen. Informatie voor verwijzers

Is het depressie? Dr. M. Zuidersma, UMCG of is het een onderliggend neurodegeneratief beeld? Maar is dit wel zo? Disclosure belangen spreker

Nederlandse samenvatting

Een behandeling krijgen volgens de richtlijn. Hoe erg is dat als die behandeling niet je voorkeur heeft.

Behandelaanbod in groepen. Informatie voor verwijzers

Combinatietherapie van depressie: conceptuele en methodologische problemen

Psychodynamische psychotherapie en paniekstoornis; een reactie op het redactioneel van Hebbrecht

Behandelaanbod in groepen. Informatie voor verwijzers

Disclosure belangen Dyllis van Dijk

IPT-cc (Cross cultural)

Behandeling van ouderen in de eerste lijn

Depressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten

Wat is depressie? Oorzaak, omvang, gevolg

Combinatie van medicatie en psychotherapie bij depressie: een overzicht

Korte bijdrage Life events bij patiënten in de acute dienst van achttien RIAGG s

Elektroconvulsie therapie. Een behandeling bij ernstige psychiatrische aandoeningen. Informatie voor verwijzers

Inhoud. Nieuw in de NHG Standaard Angst. Vraag 2. Vraag 1. Vraag 3. Nieuw in de NHG standaard in beleid. Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie

Korte bijdrage Het belang van subklinische depressies

De Multidisciplinaire richtlijn Depressie

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen

Interpersoonlijke psychotherapie

Cognitieve gedragstherapie

De invloed van persoonlijkheid op de effectiviteit van cognitieve therapie en interpersoonlijke therapie voor depressie

Inhoud. Deel I Veranderen 25

Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe?


Disclosure belangen Dyllis van Dijk

Depressie behandeling: additie en augmentatie strategieën. Leo Timmerman Opleider psychiatrie GGZ Drenthe

ouderenpsychiatrie Het mooie van oud worden, is dat het zo lang duurt Lotte van Elburg en Hester Geerlinks

Register. concentratie- en geheugenproblemen

Overzichtsartikel De effectiviteit van cognitieve en interpersoonlijke therapie bij depressiebehandeling: een meta-analyse

Autisme en depressie. Congres Nijcare 14 juni 2018 Katelijne Robbertz & Cees Kan

De behandeling van chronische angst en depressie (resultaten van de ZemCAD studie)

Gedragsactivatie GGZ Noord-Holland-Noord

82 Interpersoonlijke psychotherapie

Behandeling voor chronische depressie: cognitive behavioral analysis system of psychotherapy (cbasp)

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden

Behandeling van persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen

Nonrespons en ernstige klachten bij OCD: richtlijnen herzien? Else de Haan PhD Lidewij Wolters PhD Amsterdam, the Netherlands

Zorgpad Somatische symptoomstoornis en verwante stoornissen. Zorgpad Somatische symptoomstoornis

Interpersoonlijke psychotherapie

Achtergronddocument Echelonnering

INTER-PSY Vechtdal Kliniek

Patient met angststoornis(sen) Video - casus

100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD

Belangrijkste bevindingen

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

Interpersoonlijke psychotherapie voor depressieve ouderen

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys

Psychotherapeutische behandelmogelijkheden voor bipolaire stoornissen

Interpersoonlijke psychotherapie in een ambulante groep

IPT: doen wat werkt! CONGRES 29 november Hoe word ik een betere therapeut? Informatie & aanmelden.

Mindfulness binnen de (psycho) oncologie. Else Bisseling, 16 mei 2014

Schema therapie voor chronische depressie

Behandeling van ouderen met een obsessievecompulsieve

Ambulante Mentalisatie Bevorderende Therapie

INTER-PSY Vechtdal Kliniek

Depressie bij mannen en vrouwen: genderverschillen in behandeluitkomsten van farmacotherapie en gecombineerde therapie

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o.

Opleidingsreglement Nederlandse Vereniging voor Interpersoonlijke Psychotherapie

Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn

Zorgpad Depressie. Depressie. Behandelmethode. 0 Cognitieve Gedragstherapie blended. Zorgpad Depressie 1

Aardbevingen en psychische klachten

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Geautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc

Ambulante behandeling

Oplossingsgerichte therapie in de psychiatrische praktijk

) amarum ( Voorspellers voor uitval uit een eendaagse CGT behandeling voor eetbuistoornis

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht

Depressie en behandeling

Depressief realisme, angsthaas of zwartkijker?

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Samenvatting. (Summary in Dutch)

CALM: MANAGING CANCER AND LIVING MEANINGFULLY FROUKJE DE VRIES EMMA HAFKAMP

Online behandeling van depressie. Drs. Carolien Christ Onderzoeker i.o. & Psycholoog

Behouden Kiezen verkrijgen

Stadiëring en interepisodisch functioneren bij Bipolaire Stoornissen

Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie. Critically Appraised Topic

Resultaten van de pilotstudie

Postscripta. Tijdschrift voor Psychiatrie 39 (1997) 3 263

GGzE Centrum Bipolair. Centrum Bipolair. Specialistisch behandelcentrum voor mensen met een bipolaire stoornis. cliënten >>

Social rhythm therapy voor mensen met een bipolaire stoornis

Registratie-richtlijnen

Korte bijdrage Een driejarige follow-upstudie van twee groepstherapieprogramma s. lithiumprofylaxe bij patiënten met een bipolaire stemmingsstoornis

Na een s uïcide s Jos de Keijser

Ambulante behandeling

1 5 JAN Zorginstituut Nederland. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

Innovaties voor Amsterdammers met GGZ problematiek. Prof.dr. J.H. Smit

Transcriptie:

Korte bijdrage Interpersoonlijke psychotherapie bij ouderen met een depressie door R.M. Kok, R. Mentjox en T.J. Heeren Samenvatting In dit artikel wordt besproken met welke modificaties interpersoonlijke psychotherapie geschikt is voor toepassing bij ouderen met een depressie en wat de resultaten zijn van de gepubliceerde effectstudies. Inleiding Psychotherapie voor ouderen met een depressie begint pas recent de aandacht te krijgen die ze verdient. Van Dantzig (1993) besprak in een lezenswaardig artikel de vele vooroordelen die mede een rol spelen bij de te beperkte toepassing van psychotherapie bij ouderen, en wel met name psychoanalytische psychotherapie. Diverse internationale publicaties van goed uitgevoerd onderzoek met gunstige resultaten van vooral cognitieve therapie (zie bijvoorbeeld Koder e.a. 1996) en interpersoonlijke psychotherapie (Frank e.a. 1993) leken in de Nederlandse literatuur weinig weerklank te vinden. Recent verscheen in dit tijdschrift een overzicht van psychiatrische psychotherapie (Heeren e.a. 1997) en van cognitieve therapie (De Weeme 1997) bij ouderen. In deze bijdrage zal een overzicht gegeven worden van interpersoonlijke psychotherapie (IPT) bij ouderen. Wat is IPT IPT is een kortdurende (12-16 sessies), gestructureerde vorm van psychotherapie. IPT is een duidelijk voorbeeld van psychiatrische psychotherapie: ze is gericht op patiënten met een psychiatrische stoornis, met name depressie. Tegenover de patiënt en eventuele anderen wordt depressie expliciet als ziekte benoemd. Belangrijkste doelen zijn symptoomvermindering en terugvalpreventie. De benadering is sterk op het hier-en-nu gericht, waarbij technieken uit diverse psychotherapeutische 290

Interpersoonlijke psychotherapie bij ouderen met een depressie stromingen worden gebruikt. Psycho-educatie speelt een belangrijke rol. IPT bestaat uit drie fasen. In de eerste fase (exploratiefase) wordt veel aandacht besteed aan inventarisatie van de symptomen en voorlichting over de ziekte en de behandeling. Tevens wordt actief gezocht naar het huidige interpersoonlijke probleem ( focus ) dat het meest lijkt samen te hangen met het ontstaan van de depressie. In de tweede fase wordt samen met de patiënt gekozen voor uitwerking van een van de volgende vier potentiële interpersoonlijke foci: rouw, interpersoonlijke conflicten, rolveranderingen en interpersoonlijke tekortkomingen. In de derde, afsluitende fase wordt de beëindiging besproken en de behandeling geëvalueerd. Voor een verdere uitleg over de techniek en het gepubliceerde onderzoek wordt verwezen naar Blom e.a. (1996), Jonker & Blom (1996) en Klerman e.a. (1984, 1993). Opvallend is dat IPT betrekkelijk goed is onderzocht maar weinig buiten onderzoekscentra wordt toegepast. IPT is overwegend onderzocht in combinatie met antidepressiva, maar recent onderzoek levert duidelijke aanwijzingen op voor toepassing als monotherapie bij depressie (Schulberg e.a. 1996). Op grond van het gepubliceerde onderzoek is IPT opgenomen in enkele toonaangevende behandelrichtlijnen voor depressie bij volwassenen (zie Jonker & Blom 1996). Aanpassingen bij ouderen Er zijn een aantal veranderingen van vorm en inhoud van IPT bij toepassing bij ouderen beschreven (Rothblum e.a. 1982; Sholomskas e.a. 1983; Frank e.a. 1993; Miller e.a. 1994). De actieve, niet-neutrale houding van de therapeut dient bij ouderen extra nadruk te krijgen. Het bieden van praktische hulp bij bijvoorbeeld huisvestings- of financiële problemen is soms wenselijk. De typische hier-en-nu-benadering mag soms worden verlaten (zie hieronder). De tijdstermijn wordt minder streng gehanteerd; sessies kunnen soms beter wat korter duren indien er sprake is van snelle vermoeidheid, waardoor de totale duur van de behandeling meer dan zestien sessies kan bedragen. Dit komt volgens Miller e.a. (1994) vooral voor bij toepassing van IPT na verlies van een partner. Zij adviseren in het begin van de therapie duidelijk af te spreken dat er maximaal twintig sessies zijn. Rouwproblematiek kan ook de focus zijn van de behandeling als de dierbare niet daadwerkelijk is overleden maar bijvoorbeeld dement geworden is. Het exploreren van eerdere verliezen is toegestaan als bij een recente verlieservaring eerdere verliezen een duidelijke rol spelen. Zoals we al noemden, kan bij deze focus IPT moeilijker te beëindigen zijn als ouderen vanwege een beperkt sociaal netwerk afhankelijk Tijdschrift voor Psychiatrie 40 (1998) 5 291

R.M. Kok e.a. geworden zijn van de contacten met de therapeut. Behalve de reeds genoemde verlenging van het maximumaantal sessies kan hierop geanticipeerd worden door gedurende de therapie te waarschuwen voor terugkeer van symptomen rond de beëindiging, alternatieve copingstrategieën te exploreren en nieuwe relaties te bevorderen. Na verlies van een partner kan behalve rouw ook rolverandering een belangrijke focus zijn. Het leren omgaan met en het verdragen van eventuele relatieproblemen lijken een meer adequaat doel dan het drastisch veranderen of zelfs beëindigen van de relatie. Het vergroten van de tolerantie voor de stressvolle aspecten en de waardering voor de positieve kanten van een dergelijke relatie dienen centraal te staan. Dit in tegenstelling tot IPT bij jongere volwassenen, bij wie vaak de maladaptieve communicatiepatronen binnen een problematische relatie onder de loep worden genomen. Het exploreren van vroegere relaties kan soms noodzakelijk zijn in de toepassing van IPT bij ouderen. Het hoofdstuk van Frank e.a. (1993) in het tweede boek van Klerman & Weissman wordt gezien als een handleiding voor de toepassing voor IPT bij ouderen. Indicaties bij ouderen De best onderzochte indicatie voor IPT is depressie, zowel bij ouderen als bij (jonger)volwassenen. Bij ouderen kan IPT zelfs meer voor de hand liggen dan bij volwassenen, aangezien antidepressieve medicatie door sommige ouderen slecht wordt verdragen. Bovendien stellen meerdere van de eerdergenoemde auteurs dat IPT uitermate geschikt is voor ouderen, zowel door de gestructureerde vorm als doordat de te kiezen interpersoonlijke problemen vaak van toepassing zijn bij ouderen. Cognitieve therapie (CGT) zou juist bij ouderen soms wat moeizamer verlopen dan bij jongere volwassenen (De Weeme 1996). IPT en CGT zijn bij ouderen nog niet in één onderzoek met elkaar vergeleken. Belangrijk is zich te realiseren dat vrijwel al het gepubliceerde onderzoek van IPT is verricht bij ambulante, somatisch gezonde, relatief jonge ouderen. Vermoedelijk is IPT alleen voldoende effectief bij licht tot matig ernstige depressies (Reynolds, persoonlijke mededeling 1997). Geheugenstoornissen zijn een, overigens niet expliciet genoemde, contra-indicatie voor IPT, zoals voor elke vorm van psychotherapie zal gelden. Bij welke mate van geheugenstoornissen deze contra-indicatie relevant wordt, is niet onderzocht. Effectonderzoek Schneider e.a. (1986) vergeleken IPT met nortriptyline bij 26 oudere 292

Interpersoonlijke psychotherapie bij ouderen met een depressie patiënten met een depressie. Beide behandelvormen waren even effectief voor diegenen die de behandeling afmaakten, maar bij nortriptyline vielen meer patiënten uit dan bij IPT (acht respectievelijk één). Miller e.a. (1994) beschreven de gunstige effecten van IPT bij zes patiënten. Daarnaast is in een aantal publicaties door één onderzoeksgroep gerapporteerd over een groot vergelijkend onderzoek naar vier verschillende vormen van onderhoudsbehandeling bij ouderen met een depressie in remissie (Reynolds III e.a. 1992; Frank e.a. 1993; Reynolds III e.a. 1994; Reynolds III e.a. 1995; Reynolds III e.a. 1997). De instroom van het onderzoek is bijna afgerond, de beoogde onderzoekspopulatie bestaat uit 200 patiënten met een recidiefdepressie. Dit zijn voornamelijk ambulante, jonge ouderen (gemiddelde leeftijd van de eerste 73 patiënten was 67,5 ± 5,8 jaar). De eerste, open fase van de studie betreft de acute behandeling van depressies met zowel IPT als nortriptyline. De succesvol in remissie gebrachte patiënten worden na een zestien weken durende stabilisatiefase, waarin ze nog steeds IPT en nortriptyline ontvangen, at random ingedeeld bij een van de vier verschillende onderhoudsbehandelingen: nortriptyline met medication clinic (omschreven als algemene ondersteuning zonder psychotherapie), placebo met medication clinic, IPT (onderhoudsfase) met nortriptyline, of IPT (onderhoudsfase) met placebo. De voorlopige resultaten van de acute behandeling leverden een succespercentage op van 77% (116 van de eerste 150 patiënten). De auteurs ondervonden dat patiënten die tijdens het onderzoek een recidiefdepressie kregen, zeer succesvol en snel met de combinatie IPT en nortriptyline weer in remissie te brengen waren (Reynolds III e.a. 1994). De recidiefkans na één jaar onderhoudsbehandeling was bij patiënten met nortriptyline (al of niet met IPT) 20%, bij IPT-onderhoudsbehandeling zonder medicatie 50% en bij placebo met medication clinic zelfs 80% (Reynolds III e.a. 1995). Conclusie IPT is bij ouderen met een depressie een serieus alternatief voor medicamenteuze behandeling. Aanpassingen van IPT voor toepassing bij ouderen zijn beschreven. IPT sluit zowel qua vorm als qua inhoud goed aan bij de door veel depressieve ouderen ervaren problematiek. Mogelijk is het daardoor in vergelijking met cognitieve gedragstherapie makkelijker toepasbaar bij ouderen, maar vergelijkend onderzoek hiernaar ontbreekt. Onderzoek naar de effecten van IPT, overigens vooral in combinatie met medicatie, is bij de groep depressieve ouderen weliswaar beschikbaar, maar niet in ruime mate. Onderzoek bij ernstig depressieve ouderen en oudere ouderen ontbreekt. Tijdschrift voor Psychiatrie 40 (1998) 5 293

R.M. Kok e.a. Summary: Interpersonal psychotherapy with elderly depressed patients This article discusses the modifications and results of interpersonal psychotherapy for elderly patients with major depression. Literatuur Blom, M.B.J., Hoencamp, E., & Zwaan, T. (1996). Interpersoonlijke psychotherapie voor depressie, een pilotonderzoek. Tijdschrift voor Psychiatrie, 38, 398-402. Dantzig, A. van (1993). Psychotherapie bij ouderen. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 48, 915-923. Frank, E., Frank, N., Cornes, C., e.a. (1993). Interpersonal psychotherapy in the treatment of late life depression. In G.L. Klerman en M.M. Weissman (red.), New applications of interpersonal psychotherapy (pp. 167-198). Washington: APA Press Inc. Heeren, T.J., Linssen, A.C.G., Overduin, J., e.a. (1997). Psychiatrische psychotherapie bij ouderen. Tijdschrift voor Psychiatrie, 39, 146-160. Jonker, K., & Blom, M.B.J. (1996). Interpersoonlijke psychotherapie; een in tijd gelimiteerde behandeling van depressie. Direktieve Therapie, 16, 386-396. Klerman, G.L., Weissman, M.M., Rounsaville, B.J., e.a. (1984). Interpersonal psychotherapy for depression. New York: Basis Books. Klerman, G.L., & Weissman, M.M. (1993). New applications of interpersonal psychotherapy. Washington: APA Press Inc. Koder, D.A., Brodaty, H., Anstey, K.J. (1996). Cognitive therapy for depression in the elderly. International Journal of Geriatric Psychiatry, 11, 97-107. Miller, M.D., Frank, E., Cornes, C., e.a. (1994). Applying interpersonal psychotherapy to bereavement-related depresssion following loss of a spouse in late life. Journal of Psychotherapy Practice and Research, 3, 149-162. Reynolds III, C.F., Frank, E., Perel, J.M., e.a. (1992). Combined pharmacotherapy and psychotherapy in the acute and continuation treatment of elderly patients with recurrent major depression: A preliminary report. American Journal of Psychiatry, 149, 1687-1692. Reynolds III, C.F., Frank, E., Perel, J.M., e.a. (1994). Treatment of consecutive episodes of major depression in the elderly. American Journal of Psychiatry, 151, 1740-1743. Reynolds III, C.F., Frank, E., Perel, J.M., e.a. (1995). Maintenance therapies for latelife recurrent major depression: Research and review circa 1995. International Psychogeriatrics, 7, 27-39. Reynolds III, C.F., Frank, E., Houck, P.R. (1997). Which elderly patients with remitted depression remain well with continued interpersonal psychotherapy after discontinuation of antidepressant medication? American Journal of Psychiatry, 154, 958-962. Rothblum, E.D., Sholomskas, A.J., Berry, C., e.a. (1982). Issues in clinical trials with the depressed elderly. Journal of the American Geriatrics Society, 30, 694-699. Schulberg, H.C., Block, M.R., Madonia, M.J., e.a. (1996). Treating depression in primary care practice. Archives of General Psychiatry, 53, 913-919. Sholomskas, A.J., Chevron, E.S., Prusoff, B.A., e.a. (1983). Short-term Interpersonal Therapy (IPT) with the depressed elderly: Case reports and discussion. American Journal of Psychotherapy, 37, 552-566. 294

Interpersoonlijke psychotherapie bij ouderen met een depressie Weeme, R. de (1997). Cognitieve gedragstherapie voor depressie bij ouderen. Tijdschrift voor Psychiatrie, 39, 50-52. De auteurs zijn allen werkzaam in de H.C. Rümkegroep, respectievelijk als psychiater divisie ouderenpsychiatrie, psychiater en medisch manager RPC Nieuwegein (samenwerkingsverband met RIAGG Westelijk Utrecht) en psychiater en medisch manager divisie ouderenpsychiatrie. T.J. Heeren is tevens als hoogleraar ouderenpsychiatrie verbonden aan de vakgroep Psychiatrie van de Rijksuniversiteit Utrecht. Correspondentieadres: R.M. Kok, H.C. Rümkegroep, Oude Arnhemseweg 260, 3705 BK Zeist. Het artikel werd voor publicatie geaccepteerd op 27-11-1997. Tijdschrift voor Psychiatrie 40 (1998) 5 295