Externe opdrachtgever Heliomare te Wijk aan zee: De heer R. Kan Interne opdrachtgever: De heer J. Simons Gemaakt door: Niek van Klingeren Teun Berg
Inleiding Wij hebben de opdracht een protocol te maken en de meettechnische aspecten in kaart te brengen. Daarnaast hebben wij de kans aangegrepen om een handleiding voor de Spinal Mouse te maken. Hiermee is het hanteren van de Spinal Mouse eenvoudiger. Wij verwachten en hopen dat u na het lezen van deze handleiding erin slaagt succesvol met de Spinal Mouse te werken. 2
Stap voor stap Opstarten van Programma Spinal Mouse 1) Begin met het starten van de computer. 2) Terwijl de computer opstart kunt u de Spinal Mouse ook aanzetten door te drukken op de knop met de gele ring. 3) Plug de Bluetooth adapter in de voorste USB poort. 4) Wanneer er contact is verschijnt er een bluetooth icoon rechtsonder in de werkbalk. Deze moet u dubbel aanklikken. 5) Wanneer deze dubbel is aangeklikt verschijnt er een bluetooth instellingen scherm. Daar ziet u een Spinal Mouse icoon die u dubbel aan moet klikken. Wanneer het bluetooth icoon rechtsonder in de werkbalk groen wordt is er verbinding. 6) Op het bureaublad staat er een icoon van de Spinal Mouse. Deze moet u dubbel klikken. 7) Klik op verder, waarna er een beginscherm verschijnt van het programma van de Spinal Mouse. Zoals hieronder is afgebeeld. Het programma is nu opgestart. 3
Aanmaken of selecteren patiënt 1) Klik op selecteer persoon in de keuzemenu links. Waarna onderstaand scherm opkomt. 2) Hierin kan er a) een nieuwe patiënt ingevoerd worden of b) een al bestaande patiënt geselecteerd; Voor a) Klik op invoeren nieuwe Klantgegevens. Dan verschijnt er een invulschema. Hierbij moet in ieder geval het volgende ingevuld worden; ingevoerd door, titel (zoals ROP/RSP/GAC naam patiënt voornaam patiënt geslacht geboortedatum. (Eventueel kan bij de naam ook het patiëntnummer vermeld worden). Om de gegevens op te slaan drukt u op het floppy -icoon (F6). Daarna kunt u op het afvink icoon (groene V) drukken of op F-10 drukken om het formulier te sluiten. Voor b) Klik op een al ingevoerde patiënt Klik op de naam van de patiënt die u wilt testen en sluit daarna het venster (wederom door op het afvink icoon (groene V) te klikken of F-10 in te drukken). 3) Klik op staand. 4) Klik op het icoon van een blauwe potlood, waardoor de Spinal Mouse is ingeschakeld. 4
Uitvoering meting (neem de Spinal Mouse in hand) 1) Onderstaand beeldscherm verschijnt. Hierin zijn drie soorten metingen te zien; a) een meting van de wervelkolom in (rechtop) stand b) een meting van de wervelkolom in volledige flexie c) een meting van de wervelkolom in volledige extensie 2) Om de meting in stand te selecteren houdt u de grote gele knop ingedrukt. 3) De patiënt staat in de goede uitgangshouding en de landmarks zijn aangegeven. (Uitgangshoudingen en de landmarks worden verderop in de handleiding onder hoofdstuk uitgangshouding uitgelegd). Plaats de Spinal Mouse rechts van de wervelkolom, onder de processus spinosus C-7. 4) Druk op de grote gele knop en wacht tot u een piep hoort van de SpinalMouse waarbij ook het groene lampje knippert. 5) Rol rechts langs de wervelkolom naar beneden tot S-3. Controleer tijdens de meting of op het computerscherm daadwerkelijk de meting zichtbaar wordt. 6) Sluit de meting af door wederom op de gele knop te drukken. 7) Indien u klaar bent met een meting kan er gekozen worden om nog een meting te doen in een andere uitgangshouding (wervelkolom in flexie of wervelkolom in extensie). U kunt wisselen door op de knop met de ring op de Spinal Mouse te drukken. Dan verspringt deze naar een ander icoon met bijbehorende kleur. Onderstaand zijn de drie verschillende metingen te zien. 5
8) Wanneer de meting is voltooid kan door op het floppy icoon (F6) te drukken de meting(en) opgeslagen worden. 9) Door op F-10 te drukken kan het venster weer gesloten worden. De Spinal Mouse kan uitgeschakeld worden door beide knoppen tegelijkertijd gedurende een langere tijd ingedrukt te houden. Analyseren gegevens Klik op analyseren: De meetgegevens van de verschillende uitgangshoudingen (rechtop, volledige flexie, volledige extensie) worden weergegeven. Voor de mobiliteit kan op up-flex, up-ext of flexext geklikt worden. Dit geeft respectievelijk de mobiliteit weer van rechtop stand naar flexie of extensie, of de mobiliteit van flexie naar extensie. Analyse grafiek: Alle metingen binnen het grijze gebied vallen binnen de norm. De rode lijnen symboliseren de sprongen van het ene naar het andere segment van meer dan 7 graden. Kyfotische hoek wordt weergegeven met positieve cijfers. Lordotische hoek wordt weergegeven met negatieve cijfers. De bijzonderheden staan vermeld in het lijstje links op het beeldscherm. Bijzonderheden die vermeld worden zijn: Een hoek groter dan 7 graden (hypermobiliteit) Een hoek kleiner dan 1 graad (hypomobiliteit) Lordose i.p.v. een kyfose en vice versa 6
Uitgangshouding Het volgende kan aan de patiënt verteld worden. De romp moet vrij zijn van kleding tot de bilspleet (S-3). Rechtop; Comfortabel staan, armen langs het lichaam laten hangen, recht vooruit kijken, voeten onder de heupgewrichten, gewicht verdelen over beide voeten. Volledige flexie; Knieën blijven gestrekt, maximaal voorover buigen/ af laten rollen. Volledige extensie; Buig de romp maximaal naar achteren. Knieën blijven gestrekt. Kin naar de borst. Belangrijk is dat de meting altijd in dezelfde houding wordt uitgevoerd. Mathias Test (segmentale stabiliteitstest) Meting 1: Patiënt staat rechtop. De armen worden horizontaal naar voren gestrekt op schouderhoogte. De meting wordt uitgevoerd. Meting 2: Dezelfde houding als bij meting 1 wordt aangenomen door de patiënt, maar nu met gewichten in de handen met zwaarte zoals vermeld staat in onderstaande tabel. De patiënt moet de houding handhaven gedurende 30 seconden. De meting volgt direct erna, terwijl de armen met gewicht nog steeds horizontaal gestrekt zijn. Gewicht Man Vrouw > 55 kg 2 x 1,5 kg 2 x 1,0 kg 56 kg tot 70 kg 2 x 2,0 kg 2 x 1,5 kg 71 kg tot 85 kg 2 x 2,5 kg 2 x 2,0 kg > 86 kg 2 x 3,0 kg 2 x 2,5 kg 7