Numb3rs 409: graphic

Vergelijkbare documenten
Fractale dimensie. Eline Sommereyns 6wwIi nr.9

Praktische opdracht Wiskunde B Fractals

Les 20: gelijknamige breuken, gelijkwaardige breuken en breuken vereenvoudigen

Exploraties met GeoGebra

Deel 1: Getallenkennis

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE

Niveau 2F Lesinhouden Rekenen

Uitwerkingen van opgaven in Zebra nr 10

DE basis WISKUNDE VOOR DE LAGERE SCHOOL

Werkblad Cabri Jr. Vermenigvuldigen van figuren

Deel 1: Getallenkennis

Opdracht: pretparktycoon

INHOUDSTAFEL. inhoudstafel... 2

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren

toetswijzer wiskunde curriculumdifferentiatie 6de leerjaar *De waarde van natuurlijke getallen en kommagetallen, bv = 8 D + 5 H + 6 T + 0 E

Praktische-opdracht door een scholier 2835 woorden 21 januari keer beoordeeld. Wiskunde B

Lesbrief GeoGebra. 1. Even kennismaken met GeoGebra (GG)

Toevalsfractals en schalingslimieten in percolatie

Deel 12 en 13 van De Wiskanjers Zorg: Curriculumdifferentiatie

Basisvaardigheden algebra. Willem van Ravenstein Den Haag

Ma 01/06 Di 02/06 Woe 03/06 Do 04/06 Vrij 05/06 Generale repetitie. Ma 08/06 Di 09/06 Woe 10/06 Do 11/06 Vrij 12/06 Getallen Luisteren.

Jaaroverzicht Kompas zesde leerjaar

1. Het getal = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, = 11, = 191, = 209.

Deel 1: Getallenkennis

7 a patroonnummer a patroonnummer a h = z

DE basis. Wiskunde voor de lagere school. Jeroen Van Hijfte en Nathalie Vermeersch. Leuven / Den Haag

Novum, wiskunde LTP leerjaar 1. Wiskunde, LTP leerjaar 1. Vak: Wiskunde Leerjaar: 1 Onderwerp: In de Ruimte H1 Kerndoel(en):

Inhoud. 1 Ruimtefiguren 8. 4 Lijnen en hoeken Plaats bepalen Negatieve getallen Rekenen 100

Rakende cirkels. Oriëntatie. Keuzeopdracht voor wiskunde

Eindtermen wiskunde. 1. Getallen. Nr. Eindterm B MB NB Opm. B = behaald MB = meer behaald NB = niet behaald Opm. = opmerking

Willem van Ravenstein

2 Meten Kaarten Materialen en technieken Meten en schetsen Praktijkopdrachten 2.16

Examenplanning 5 de leerjaar Juni 2016

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

Dimensie en Dispersie het meten van chaos

Bij de volgende vragen Bij een regelmatige veelhoek kun je het gemakkelijkst eerst de buitenhoeken berekenen en daarna pas de binnenhoeken.

Rekensprong 5 boek A. Getallenkennis boek A sprong 1, 2 en 3

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Toetswijzer examen Cool 2.1

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ...

Heron driehoek. 1 Wat is een Heron driehoek? De naam Heron ( Heroon) is bekend van de formule

7 Hoeken. Kern 3 Hoeken. 1 Tekenen in roosters. Kern 2 Hoeken meten Kern 3 Hoeken tekenen Kern 4 Kijkhoeken. Kern 1 Tegelvloeren. Kern 3 Oppervlakte

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

4 Jaarplan. 1 Leerplan

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Complexe getallen. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

A. B. C. D. Opgave 3. In een groot vierkant is een kleiner vierkant getekend. Wat is de oppervlakte van het kleine vierkant? A. B. C. D.

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: Logaritmen en getal e. 23 juli dr. Brenda Casteleyn

GEOGEBRA 6 IN DE eerste graad B

JAARPLANNING ZO GEZEGD, ZO GEREKEND - 5 leerjaar pag. 1 / 10

13 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde.

Een boekje met wiskundige vragen en opdrachten voor Havo 3

More points, lines, and planes

Wiskunde voor relativiteitstheorie

Lijnenspel. Remco van Groesen ( ) & Ellen Houbiers ( )

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

2 REKENEN MET BREUKEN Optellen van breuken Aftrekken van breuken Vermenigvuldigen van breuken Delen van breuken 13

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

De Dekpuntstelling van Brouwer

Algebra leren met deti-89

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

Significante cijfers en meetonzekerheid

PTA wiskunde BBL Kijkduin, Statenkwartier, Waldeck cohort

Efficientie in de ruimte - leerlingmateriaal

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde.

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen bewerking en. optellen en.

Werkblad Cabri Jr. Hoeken van een driehoek

Oefentoets uitwerkingen

a a Hoe hoog is de kleinste toren op het plaatje? 97 m b d Hoe oud zijn de Martinitoren en de Eiffeltoren? De Martinitoren is meer dan

Decimale getallen (1)

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Het leek ons wel een interessante opdracht, een uitdaging en een leuke aanvulling bij het hoofdstuk.

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Examination 2DL04 Friday 16 november 2007, hours.

aantal evaluatielessen

Domein A: Inzicht en handelen

met tijdseenheden overig niet-metrisch moeten zelf bedacht of opgezocht worden a geheeltallig en < 10

jaar Wiskundetoernooi Estafette n = 2016

Uitwerkingen wizprof D = = B 6 ronden duren 6 minuten en 66 seconden, dus 7 minuten en 6 seconden.

(ont)wikkelen. Aantal keer gevouwen Aantal lagen papier

wiskunde B havo 2016-I

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: Logaritmen en getal e 1/3/2017. dr. Brenda Casteleyn

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A

De 10 e editie havo-vwo OB

Classification of triangles

De Afgeleide. ) = 2y. 2 = 4y = 4.(2x+1)

=

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

Estafette. 36 < b < 121. Omdat b een kwadraat is, is b een van de getallen 49, 64, 81 en 100. Aangezien a ook een kwadraat is, en

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

1 Coördinaten in het vlak

Modulewijzer InfPbs00DT

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I WISKUNDE. MAVO-D / VMBO-gt

Wiskunde voor relativiteitstheorie

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde . (D)

Paragraaf 12: Rijen met een exponentieel verband en rijen die er op lijken

Transcriptie:

Numb3rs 409: graphic Keuzeopdracht voor wiskunde Een verrijkende opdracht over gebroken dimensies, de Cantor-verzameling, Hausdorff-dimensie Voorkennis: rekenen met machten en logaritmen Inleiding In deze opdracht, die is gebaseerd op een aflevering van de tv-serie Numb3rs, verken je iets bijzonders: gebroken dimensies en fractals. Het gaat over objecten die niet lijnvormig zijn zoals een lijntje of een cirkelboog (1 dimensionaal) of vlak zoals een rechthoek of stukje boloppervlak (2 dimensies). Ze hebben een dimensie die daar tussen in ligt. Internet biedt veel plaatjes, maar in deze opdracht ga je zelf gebroken dimensies berekenen. Tot slot maak je in een presentatie of poster medeleerlingen die nog niets weten van gebroken dimensies kennen, nieuwsgierig naar dat verschijnsel met figuren en verklaringen. 2010 Universiteit Utrecht: Junior College Utrecht

NUMB3RS 409: GRAPHIC Seth and Charlie walk. Seth's studying a blown-up high resolution copy of a small portion of the Ultraworld cover. SETH I've spent my life with comic book art, especially Ross Moore's. I can't tell if this is real. CHARLIE Because you look at the style, the form, the drawing techniques. SETH Silly me. What do you do? CHARLIE Fractal Number Estimate. It's based on Mandlebrot's use of fractal dimension to measure the jaggedness of a coastline. It's been used to detect forged handwriting, but we're applying it because hand-drawn art can be evaluated with the same process. In deze aflevering gebruikt Charlie dimensie om valse striptekeningen op te sporen. Jullie kennen dimensie in de betekenis van: een lijn heeft een dimensie 1, een (oppervlak)vlak heeft dimensie 2, en ruimte(volume) heeft dimensie 3. Charlie gebruikt een nieuw soort dimensie, waarbij ook dimensies mogelijk zijn tussen 1 en 2 in, of tussen 2 en 3 etc. Met andere woorden breuken als dimensie zijn ook mogelijk. Hij betoogt dat het bij vervalsingen langer duurt om ze te tekenen, en daardoor de inkt meer uitsijpelt en dat geeft een verhoging van de "wrinkliness". En die kan worden gemeten, door zo n dimensie: de fractale dimensie. In deze opdracht gaan we die fractale dimensie eens beter bekijken. Er zijn vele manieren om zo n fractale dimensie van een object te bekijken. In deze opdracht richten we ons de Hausdorff dimensie. De eigenschappen van een nieuwe definitie van dimensie We gaan de oude definitie proberen uit te breiden. Felix Hausdorff (1868-1942), was een duitse (joodse) wiskundige en wordt gezien als een pionier op het gebied van de topologie. Hij heeft het begrip dimensie generaliseert. In een geometrische figuur, kunnen we praten over de afstand tussen twee punten. Hausdorff beschreef een klasse van ruimten waarin afstand wordt vervangen door een vager concept van nabijheid. Natuurlijk moeten belangrijke eigenschappen van dat oude begrip dimensie behouden blijven, in onze nieuwe d-dimensionale ruimte. 1. Een belangrijke eigenschap van lengte, oppervlakte en volume is dat het additief is. Dat wil zeggen dat we kunnen het optellen Als we een figuur opdelen in afzonderlijke stukken, dan is de lengte, oppervlakte, of het volume van het gehele figuurgelijk aan de som van de afzonderlijke stukken. Dus ook in onze nieuwe d-dimensionale ruimte moet

dit gelden. 2. Als we de zijden van een rechthoek met r vermenigvuldigen, dan wordt de oppervlakte r 2 (= r * r) maal zo groot. Als we de zijden van een balk met r vermenigvuldigen, dan wordt de inhoud r 3 ( = r * r * r) maal zo groot. Daaraan komt dus het begrip dimensie nog eens terug, namelijk 2 en 3. In de nieuwe d-dimensionale ruimte moet dus ook gelden, als we de lengte r maal gaan opschalen, dat de d-dimensionale grootte r d maal zo groot wordt. Hausdorff heeft bewezen dat dat op een consistente manier kan. Hoe kiest Goudlokje haar pap? Er is een sprookje (zoek het op!) over een meisje Goudlokje die een stoeltje, een bedje en ook pap moet kiezen. Ze doet dat steeds op dezelfde manier. De kleinste is te klein, de grootste is te groot, en dus de middelste precies goed. De eerste pap is te koud, te laatste is te heet, daar tussen in precies goed! Etc. Zo gaan wij ook dimensie bepalen. Voorbeeld: Als we een rechthoek met een 3-dimensionaal object (volume) proberen te meten, dan lukt dat niet. Het is te klein (0 x volume), omdat de rechthoek geen dikte heeft. Aan de andere kant, als we de rechthoek proberen te meten met allemaal lijntjes (lijnstukjes) van dimensie 1 lukt dat ook niet. Het is te groot (oneindig). Maar als we het gaan proberen met iets van dimensie 2, dan lukt het precies!. Wiskundig geformuleerd: Voor fractale objecten er een getal d (d 0) zodat de d- dimensionale dimensie positief is, maar niet oneindig. Voor alle getallen e < d, geldt dan dat de e-dimensie oneindig is. En voor e > d, zal de e- dimensie 0 zijn. Onze taak is nu om deze Hausdorff dimensie te vinden, zodat de d "precies goed" is. Eerste voorbeeld: De Cantor verzameling We beginnen met de gesloten interval [0,1] op de getallenlijn. Verwijder het middelste derde deel, maar ook de eindpunten, zodat nu 2 gesloten intervallen ontstaan met lengte één derde. Verwijder het middelste derde van elk van deze twee intervallen, te vormen 4 kleinere intervallen. Herhaal dit proces oneindig lang.

Vragen: Zijn er punten op dit lijnstukje die NIET worden verwijderd? Hoeveel punten zijn dat? Wat blijft er eigenlijk over op de getallen lijn? En natuurlijk.. Wat zou de dimensie van deze verzameling punten zijn. Niet 0, want En ook niet 1, want De dimensie zit dus ergens dus 0 en 1. Oplossing: Door nu de eigenschappen (zie hierboven bij dimensies) waaraan deze dimensie moet voldoen toe te passen kunnen we deze dimensie vinden. De belangrijkste constatering is dat de Cantor verzameling eigenlijk bestaat uit twee stukken, de linkerkant en rechterkant, en dat zijn weer die zijn verkleinde versies van de Cantor verzameling zelf! De schaal factor is 1 / 3. Stel dat M d (object) is een manier om de d-dimensionale dimensie van dat object aan te geven. Door eigenschap 1. moet gelden: (a) M d (cantorverzameling) = M d (linkerstuk) + M d (rechter stuk). Door eigenschap 2. moet gelden: (b) M d (linkerstuk) = M d (rechterstuk) = M d (Cantor Set) *(1/ 3) D Uit (a) en (b) volgt samen: M d (Cantor Set) = M d (Cantor Set) * 2 * (1 / 3) D M d (Cantor Set) is een getal (ongelijk aan 0). Als we nu links en rechts door dit getal delen krijgen we: 1 = 2 * (1 / 3) d, met andere woorden 3 d = 2. Dan krijg je: d = log (2) / log (3) = 0,630 als dimensie voor de Cantorverzameling Onderzoek 1: Bereken de Hausdorff dimensies van de volgende fractalen: A) De Sierpinksi driehoek

Stap 1) Begin met een gelijkzijdige driehoek. Verdeel die driehoek in 4 congruente kleinere driehoeken, en verwijder de middelste. Stap 2) Voer voor elke kleine(re) driehoek stap 1 weer uit. Stap 3) Herhaal dit oneindig vaak. De punten die nooit verwijderd zullen worden in dit proces heten samen de driehoek van Sierpinski. B) De spons van Menger Begin met een 3x3x3 kubus en verwijder de middelste (1X1X1) kubus, evenals de middelste (1X1X1) kubus van elk aangezicht. Herhaal dit proces, C) Koch curve Dit is een stukje van de meer bekende Koch sneeuwvlok (die wordt verkregen door het organiseren van drie van deze een "driehoek vorm".) Begin weer met een gesloten interval [0,1]. Verwijder weer het middelste gedeelte, zoals bij de vorming van de Cantorverzameling Maar deze keer vervang je dat middelste gedeelte door twee zijden van een gelijkzijdige driehoek die precies past op dit middelste segment, zoals in de onderstaande figuur. Nu, met de vier segmenten van de lengte 1 / 3, voer je hetzelfde proces weer uit.

Herhaling van dit proces en het nemen van de "limiet" levert de Koch kromme. D) Je eigen FRACTAL Verzin zelf ook zo n fractal als hierboven. En bereken de Hausdorff dimensie. Hoe lang is een pennenstreek? Een andere pionier op het gebied van fractals is: Benoît B. Mandelbrot. Hij publiceerde in 1967 een artikel, waarin hij opmerkte op dat als je een fijnere schaal gebruikt om een pennenstreek te meten, hoe langer de curve lijkt te zijn. Bekend voorbeeld is de kustlijn van Groot- Brittannië. Meet hem eerst op de kaart van Europa, meet hem daarna op de kaart van alleen Groot-Brittannië, daarna op kleinere deelkaarten etc. De omtrek van Groot-Brittannië neemt steeds meer toe. Hij opperde het vermoedde dat: de (schijnbare) lengte evenredig zou zijn met de schaal tot de macht van de (Hausdorff-dimensie - 1). Dit zou de (schijnbare) lengte van de al dit soort omtrekken dus tot oneindig laten naderen als we onze metingen verfijnen. Onderzoek 2 Kies zelf nu zelf een of andere kromme (uit een boek), een omtrek, een pennenstreek, oid. En ga deze met steeds grotere nauwkeurigheid meten. (Als uw kromme heel klein wordt, moet je misschien een microscoop te gebruiken.) Schat de Hausdorff dimensie dus van deze kromme, door het meten van de lengte op verschillende schalen. Gebruik je gegevens om de beste dimensie te vinden die past vermoeden bij Hausdorff s vermoeden hierboven.

Probeer uit te vinden iets wat je kan breken in stukken, zodat een groep mensen kunnen samenwerken bij het nemen van de lengte metingen voor de kleinere schalen (dat wil zeggen, de schalen met meer precisie). Schat de Hausdorff dimensie dus van deze kromme, door het meten van de lengte op verschillende schalen. Gebruik je gegevens om de beste dimensie te vinden die past vermoeden bij Hausdorff s vermoeden hierboven. Onderzoek 2 Kies zelf nu zelf een of andere kromme (uit een boek), een omtrek, een pennenstreek, een handtekening o.i.d. En ga deze met steeds grotere nauwkeurigheid meten. (Als je kromme heel klein wordt, moet je misschien een microscoop te gebruiken.) Schat de Hausdorff dimensie dus van deze kromme, door het meten van de lengte op verschillende schalen. Gebruik je gegevens om de beste dimensie te vinden die past vermoeden bij Hausdorff s vermoeden hierboven. Afronding Maak een presentatie of poster waarop je aan je medeleerlingen presenteert wat je in dit keuzeonderwerp hebt geleerd. Bedenk bijvoorbeeld een vraag die je medeleerlingen na de presentatie of het lezen van de poster moeten kunnen beantwoorden.