Nieuwsbulletin van de Nederlandse Vereniging voor Hepatologie. Bestuurszaken Basaal onderzoek Klinisch onderzoek Mededelingen Nieuws Congresagenda

Vergelijkbare documenten
UITNODIGING DINSDAG 23 TOT EN MET VRIJDAG 26 JUNI MÖVENPICK HOTEL AMSTERDAM DLW

Mission Statement. Ad 2a) Er zal naar verwachting een veel grotere opkomst zijn tijdens de gezamenlijke sessies op beide vergaderdagen.

Levercysten: Behandeling in zicht? Tom Gevers, arts-onderzoeker UMCN Afdeling maag-, darm- en leverziekten


Virale hepatitis. utrecht 12 mei 2015 Supernova Jaarbeurs Utrecht 31 Maart meeting Prospectus.

MOSAIC studie Informatiebrief voor cases

Doorbraak in onderzoek naar ME

Hoe gaat het in z n werk daar? Wat is er anders dan een gewone poli?

Informatie over Exoom sequencing

HEPATITIS MASTERCLASS


Patiënten Informatie Brochure Erfelijkheidsonderzoek: Exoom Sequencing

S Y M P O S I U M SOMATIEK IN DE VERSLAVINGSGENEESKUNDE

Erasmus MC Junior Med School

VIRALE HEPATITIS NA EASL 2 MEI 2019 UTRECHT MEETING PROSPECTUS.

Post-hbo opleiding psychosociale zorg door oncologieverpleegkundigen

Het Hepatitis probleem in NL

Nationaal Hepatitis Plan

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en PG

3 e Up-to-date in erfelijke kanker. 14 maart Is het erfelijk? Oncologische themadag

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?

Kenniscentrum patiëntenlogistiek VUmc-VU

Zorg voor de hivseropositieve

Kim van de Ven

Jaarverslag Stichting Hepatitis Informatie Dekkersbos TH Leersum. KvK: E : info@hepatitisinfo.nl

onderzoek Invloed van UVB lichttherapie op huid en darmflora.

Algemene informatie kinderkanker



Allergologie en Klinische Immunologie 2014

Zorgmodel behandeling patiënten in Maastricht, samenwerking infectie-ziekten/ MDL, en de rol van de hepatitisverpleegkundige

De arts-onderzoekers van morgen

Detectie van occulte Hepatitis B bij bloeddonoren

Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis. Onderzoekschool Politieke Geschiedenis 1

OSTEOPOROSE Informatie voor patiënten

dat we ervoor moeten zorgen dat dit met zo weinig mogelijk complicaties gepaard gaat.

Blok 1 - Introductie

Nawoord. In het bijzonder wil ik noemen:

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade

Kinderen uit familiehuwelijken

Bloedtransfusie Waarom een bloedtransfusie?

4 e Reanimatie Congres

Polycysteuze leverziekte

Nieuwsbrief Amigos. maart 2014 DE SAN JUAN DE FLORES

2001 heden Opleider Inwendige Geneeskunde AMC 2005 heden Voorzitter Consilium Interne Geneeskunde

Gezondheidsraad. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Uitnodiging Workshop Nierziekten Papendal

Acknowledgement. Acknowledgement

Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes?

Erfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing

Workshop Spiegeltherapie in de praktijk

Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Vragen gesteld in het evaluatieformulier + Antwoorden

HET PARTNER-ONDERZOEK

klinisch fysicus i.o. radiotherapie

Over de toekomst van de psychiatrische diagnostiek

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk. De waarde van inwendige echo in alvleesklierontsteking met onbekende oorzaak

UvA Avondvoorlichting

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

Homeopathie voor paarden

Post-mbo opleiding autisme

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 juni 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

The Symphony triple A study

Informatiebrief D-dimer and AP-FXIII in CVT studie, versie november D-dimer en AP-FXIII in de diagnostiek van sinustrombose


2009 over de Universit Feiten en cijfers air Medische Centra

Genetic origin of Dupuytren s disease and associated fibromatosis Genexpressie onderzoek

Vaccinatie hepatitis B Geneeskundestudenten

Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie).

Hartelijk welkom bij de Landelijke HCM dag Verleden, heden en de toekomst van Hypertrofe Hartspierziekte. 18 november

De Vruchtwaterpunctie


Drie-dimensionale echografie voor het verbeteren van cosmetisch resultaat bij borstkanker patiënten; TURACOS trial

Problemen met het afweersysteem Interview over allergie

Patiëntgerichte zorg voor mensen met gevorderde kanker of een ernstige chronische aandoening

Programma Stichting Educatie Atrium Innovations

PATIËNTEN INFORMATIE BRIEF PROSPECTIEVE DATA REGISTRATIE VAN PATIËNTEN MET EEN AANGEBOREN ZELDZAME STOLLINGSAFWIJKING (PRO-RBDD)

UMC St Radboud. Verpleegkundig spreekuur voor ziekte van Crohn of Colitis Ulcerosa

INFORMATIEBRIEF VOOR DE PATIËNT

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam

Handhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen

Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje.

Leraar, je wist dat je het was.

Project CanBetter. Patiëntveiligheid. Doelmatigheid. Ouderenzorg. Medisch Leiderschap

Nationale Hepatitis Dag oktober Screening en Opsporing

Informatiebrief voor de patiënt

PAOKC LC-MS: The Matrix

Samen komen we verder. Draag bij aan onderzoek naar kanker, steun stichting VUmc CCA

JAARVERSLAG Brederodestraat VG Amsterdam Nederland. Rabobank: NL44RABO

Patiënten informatiebrief

Valkuilen bij diagnostiek hepatitis ABC

OP ZOEK NAAR DE VERBINDING TUSSEN PRAKTIJK, ONDERZOEK EN ONDERWIJS

UMC St Radboud. Mindfulness voor vrouwen met borstkanker

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

PATIËNTINFORMATIE STUDIE NAAR HET EFFECT VAN INTRA ARTERIËLE

Dedicated schakeljaar oncologie

80 jaar Reumafonds Jubileumcongres

Nieuwsbrief December 2015

Transcriptie:

Nieuwsbulletin van de Nederlandse Vereniging voor Hepatologie I N H O U D Bestuurszaken Basaal onderzoek Klinisch onderzoek Mededelingen Nieuws Congresagenda Jaargang 34, nr.3 September 2010

Colofon Congresagenda 2010-2011 Nieuwsbrief van de Nederlandse Vereniging voor Hepatologie. Verschijnt vier maal per jaar. De Nederlandse Vereniging voor Hepatologie is opgericht op 30 september 1977. Redactie: Dr. L.C. Baak Mw. Dr. S.W.C. van Mil Mw. M. J. van Gijtenbeek Redactie adres: Redactie Nieuwsbrief NVH Postbus 657-2003 RR Haarlem Fax: 023-5513087 Bestuur: Prof. dr. H.L.A. Janssen, voorzitter Prof. dr. K.N. Faber, secretaris Dr. J.T. Brouwer, penningmeester Dr. L.C. Baak Prof. dr. J.P.H. Drenth Dr. R.J. de Knegt Dr. G.H. Koek Mw. Dr. S.W.C. van Mil Dr. S.W.M. Olde Damink Dr. C.C. Paulusma Lidmaatschap: aanmeldingen bij de secretaris: Prof. dr. K.N. Faber Postbus 657-2003 RR Haarlem Fax: 023-5513087 Organisatoren van congressen/symposia worden verzocht data tijdig door te geven en zoveel mogelijk rekening te houden met reeds geplande activiteiten. 2010 9-10 september 9 th Erasmus Endoscopy Days Locatie: Beurs-WTC Congress Centrum, Rotterdam Inlichtingen: Congress Company Postbus 2428 5202 CK s-hertogenbosch Tel: 073-7003500, e-mail: info@congresscompany.com 6 oktober Cursorisch onderwijs in Maag- Darm-Leverziekten. Locatie: Koningshof te Veldhoven Inlichtingen: Secretariaat NVMDL, Tel.: 023-551 3016, E-mail: secretariaat@mdl.nl 7-8 oktober Najaarsvergadering NVGE- NVH Locatie: Koningshof te Veldhoven Inlichtingen: Secretariaat NVGE/NVH, Tel.: 023-551 3016, fax: 023-551 3087 E-mail: secretariaat@nvge.nl 14-15 oktober Hepatitis B and C Summit Conference Locatie: Brussel Website: www.hepsummit2010.org 14-15 oktober Dutch Liver Science Retreat Locatie: Westerbork Inlichtingen: secretariaat@nvh.nl of tel. 023-5513016 Inhoud 29 oktober - 2 november The Liver Meeting van AASLD Locatie: Boston, Massachusetts Inlichtingen: www.aasld.org 25 november 25th Erasmus Liver Day Locatie: Congrescentrum De Doelen, Rotterdam Inlichtingen: 010 703 5942 / 3793 E-mail: m.hoogendoorn@erasmusmc.nl / m.leeuwesteijn@erasmusmc.nl Website: www.erasmusmc.nl/liverday 2011 16 maart Cursorisch onderwijs in Maag- Darm-Leverziekten. Locatie: Koningshof te Veldhoven Inlichtingen: Secretariaat NVMDL, Tel.: 023-551 3016, E-mail: secretariaat@mdl.nl 17-18 maart Voorjaarsvergadering NVGE - NVH, 4th DEGH Meeting Locatie: Koningshof te Veldhoven Inlichtingen: Secretariaat NVGE/NVH, Tel.: 023-551 3016, fax: 023-551 3087 E-mail: secretariaat@nvge.nl 23-27 mei DLW 2011 Inlichtingen: Secretariaat NVH tel. 023-5513016 E-mail: secretariaat@nvh.nl Omslagfoto: Leverbiopt van patiënt met Alpha-1-antitrypsine-deficiëntie, zie pagina 16-17 in dit blad. Overname van gegevens uit deze nieuwsbrief is toegestaan met bronvermelding. Correspondentie kan worden gestuurd naar het redactieadres. De redactie behoudt zich het recht voor om te bewerken. Vormgeving: Drukkerij Bijto BV, Enkhuizen ISSN nr.: 1574-7867 Deze uitgave is mogelijk gemaakt door Bristol-Myers Squibb, Gilead en Roche. Congresagenda 2 Bestuurszaken 3 - Voorwoord secretaris Sectie Basale Hepatologie 5 - In de schijnwerpers: Hans Zaaijer - De NVH Dutch Liver Science Retreat - De DEGH in het voorjaar van 2011 opnieuw in de spotlights - Hoe gaat het eigenlijk met..? Stan van de Graaf Sectie Klinische Hepatologie 11 - NVH geaccrediteerd onderzoek: ELATE - Succesvolle Landelijk Initiatief rondom Auto-immuun Hepatitis - Symposium tijdens najaarsvergadering Acute hepatology in chronic liver disease - Terugblik DLW 2010 Mededelingen 13 - De MDL-arts en de behandeling van virale hepatitis - In memoriam - Paula van Leeuwen - Accreditatie onderzoek - Inschrijving najaarsvergadering 2010 - Agenda casuïstische conferenties te Utrecht - NVGE-NVH reisstipendia - Proefschriftsponsoring Nieuws 14 - FEDERA Medisch Wetenschappelijke dag 2010 - Geslaagde evacuatie uit Wenen Lever Casus 15 - Een ongewone presentatie van een Alfa-1-antitrypsine deficiëntie - Gecompliceerd beloop van een autoimmuun hepatitis. Lever van eigen bodem 18 - bespreking van artikelen in het afgelopen kwartaal gepubliceerd door NVH-leden Proefschriftsamenvattingen 22 - Lieke van der Velden Cellular consequences of ATP8B1 deficiency Proefschriftenservice 22 2

Bestuurszaken Voorwoord secretaris Geachte lezer, Opnieuw ligt er een rijkgevulde Lever voor u. In dit voorwoord zou ik u verder kunnen informeren over de bestuurlijke en organisatorische actualiteiten binnen de NVH, maar eigenlijk zijn er op dit moment geen grote dingen te melden. Het bestuur is stabiel, het ledental is stabiel, de NVH activiteiten zijn stabiel en ons clubblad is stabiel, alhoewel Het NVH bestuur is niet meer wat het was. Bij de laatste bestuursvergadering in juni is namelijk Akin Inderson als vertegenwoordiger van de Nederlandse vereniging van MDL artsen in opleiding (oftewel de juniorvereniging NVMDL) als extra lid toegetreden tot het NVH bestuur. Het NVH bestuur is blij met de actieve participatie van aanstormend MDL talent binnen de NVH en hopen dan ook dit zal leiden tot verfrissende ideeën en een constructieve bijdrage aan het reilen en zeilen van de NVH. We wensen Akin een plezierige tijd in ons bestuur. Het NVH ledental is de afgelopen maanden inderdaad stabiel net onder de 500. We hopen dit jaar het 500-ste lid te mogen begroeten. Deze mijlpaal willen we natuurlijk graag zo spoedig mogelijk vieren dus mocht u nog potentiële NVH leden in uw directe omgeving kennen, wijs ze dan op deze unieke kans om als 500-ste lid in het zonnetje gezet te worden. voor te zijn en wij denken dat dit zeker een toegevoegde waarde kan hebben naast de DEGH. Verderop in deze Lever vindt u meer informatie over deze Dutch Liver Science Retreat die zal plaatsvinden op 14 en 15 oktober te Westerbork. En dan nog ons clubblad Lever. Naast aankondigingen en verslagen van NVH activiteiten, interviews met jonge en prominente leverdeskundigen in Nederland, recente high lights van Nederlands hepatologische onderzoek, etc., is Lever ook een plaats waar leden hun mening kunnen geven over actuele discussies m.b.t. tot de klinische en de experimentele hepatologie. In deze Lever maken we graag ruimte voor een dergelijk hoor-en-wederhoor. Alleen door open met elkaar in discussie te treden komen we tot een optimale hepatologische zorg en wetenschap. Graag nodig ik u dus uit om deze Lever van A tot Z te lezen, en om misschien ook voor de komende Levers een bijdrage te leveren. Lever is van u allen! Klaas Nico Faber, secretaris NVH En dan de NVH activiteiten: Inderdaad, de voorjaars- (DEGH) en de najaarsvergaderingen verlopen naar onze mening zeer succesvol. Ook de DLW nieuwe stijl begin steeds vastere vormen aan te nemen. Toch is er wel een nieuwtje te melden. De basale sectie van de NVH is namelijk druk bezig met het organiseren van een bijeenkomst voor de onderzoekers in de experimentele Hepatologie. Na een eerste inventarisatieronde blijkt hier breed draagvlak Laatste nieuws Recent heeft u als NVH-lid via e-mail uw inloggegevens ontvangen t.b.v. digitale inschrijving voor de komende najaarsvergadering via website: www.nvge.nl. Voor vragen kunt u contact opnemen via secretariaat@nvh.nl of telefoon 023 5513016 3

Sectie Basale Hepatologie coördinatoren: - Dr. C.C. Paulusma en Dr. S.W.C. van Mil In de schijnwerpers: Interview met Prof. Dr. Hans L. Zaaijer door C.C. Paulusma en L.C. Baak Hans Zaaijer: de BOI in Amsterdam Nadat de laatste patiënt vertrokken is ontmoeten we hem, iets later dan afgesproken: prof. dr. Hans Zaaijer, hoogleraar sinds 2009 in Amsterdam, zowel verbonden aan het AMC als aan Sanquin*. De zelfverklaarde oude hippie is werkzaam in een nieuw, opwindend en, vooruit, hip werkterrein, de bloedoverdraagbare infecties. Een weergave van een gesprek. Sommigen vinden je een typisch rumoerig, Amsterdams product. Oh ja? Ik ben Rotterdammer van geboorte en geen Amsterdamse bluffer. Overigens ben ik getogen in Den Haag. Toen ik daar in 1968 naar het Montessori Lyceum ging was het overal love and peace. Zelf ben ik meer het type calvinist, mijn voorouders komen uit Zeeland. Dat vind je terug in mijn instelling van een man en man, een woord een woord. Ik ben een man van de tijd, ik kom niet gauw te laat. En: de boekhouding moet kloppen. Dat moet ook wel met mijn werk. In 2009 verzorgde Sanquin bijna 1.000.000 bloeddonaties. Elk sample wordt serologisch en met PCR getest, veel routinewerk. Toch kan het 30.001 ste labje iets bijzonders opleveren. De PCR op HCV, HIV en HBV doet Sanquin gepoold op 6 donaties. Dat betekent dat, bij 6 maal verdund meten bij een cut off van 6 iu/ml, de test pas bij 36 iu/ml positief wordt. Dat is overigens op zich goed genoeg. Kan je nagaan hoeveel PCR s we per jaar doen. Veiligheid kost wat- precies hoeveel zou ik je overigens nu niet kunnen zeggen. En dan nu hoogleraar. Mijn leeropdracht is bloedoverdraagbare infecties, afgekort BOI. Er is nog niet eerder een leerstoel met deze opdracht geweest. De bedoeling is om hiermee het onderwerp op de kaart te zetten. Denk naast de klassieke BOIs (zoals HBV, HCV, HIV etc.) ook aan nieuwe als denque, Q koorts en pri- * Sanquin is in 1998 ontstaan uit een fusie van de Nederlandse bloedbanken en het Centraal Laboratorium van het Nederlandse Rode Kruis (CLB). onen. Men wilde graag toegepaste research en wenste een microbioloog. Zo is men bij mij terechtgekomen. Mijn groepje bestaat uit een full time moleculair-bioloog, een senior onderzoeker die onderzoek doet naar de medische besluitvorming rondom BOIs en een promovendus. Hij werkt aan het majeure project HBV-X eiwit. Ik ben daar zeer enthousiast over. Ik werk 2/3 deel voor Sanquin, maar ook 1/3 deel voor het AMC als klinische viroloog. Ook de diensten doe ik daar mee, 1 op 3. Verder geef ik veel les op de UvA aan studenten geneeskunde, medische informatica en biomedische wetenschappen. Verder onderwijs ik AIOS en werd ik uitgenodigd te lessen op het University College of Amsterdam. De taak van de viroloog is driedelig. We adviseren artsen over de in te zetten diagnostiek, we denken mee over de differentiaal diagnose en geven aan hoe ze het materiaal het beste kunnen insturen. Dat gaat dan over welke kleur buis (roze of groen) geschikt is en of je serum of plasma nodig hebt etc. Ten tweede moeten we zorgen voor snelle testen en correcte uitslagen. Tenslotte adviseren we wat je met de uitslag moet doen, bijvoorbeeld welke therapie raadzaam is. Belangrijk om te vermelden dat ik bij Sanquin ga over infecties en de kans op infecties en niet over ziekten ; zodra een donor echt wat heeft volgt doorverwijzing. Wie moeten hepatitis behandelen? Ik ben daarin heel praktisch: als je je ermee bemoeit dan ook professioneel. Je behandelt overigens niet alleen een virus maar een patiënt, dus samenwerking is belangrijk. Zo kan door een manpowerprobleem bijvoorbeeld de behandeling van virale hepatitis in een ziekenhuis verschuiven van de MDL naar de afdeling infectieziekten. Ik doe verder geen uitspraak of een infectioloog of een MDL-arts de behandeling zou moeten geven. Ook vanwege deze mogelijke patstelling zijn Rob (de Man) en ik indertijd begonnen met de 24 uur van Vanenburg. Dat kwam in de plaats van het rondreizende circus, waarmee we daarvoor door het land trokken. De tweestrijd lijkt een beetje op de mogelijke spanning die er kan zijn tussen de microbioloog en de infectioloog. Toch sta je als microbioloog gelukkig een beetje buiten de belangenstrijd. Niemand wil of kan namelijk ons laboratoriumwerk overnemen. Je hebt het vaak over vaccinatie tegen HBV. Ik heb in verschillende commissies voor de Gezondheidsraad gezeten, die adviseerden over vaccinatie voor HBV. Toevallig kreeg ik vandaag een bericht dat de Minister besloot om alle zuigelingen tegen HBV te gaan vaccineren. Hoera. Helaas vallen de tieners erbuiten. Dat is jammer, want nu komt de winst pas aanzienlijk later. Bovendien kunnen we straks dus 4

Ook wel eens tegenslagen? Jazeker. Zo hebben we heel veel tijd gestopt in de analyse van 10 jaar prikaccidenten in het AMC. Helaas is dit artikel niet aan de straatstenen kwijt te raken. Privéleven. niet, als dat nodig mocht blijken, de inhaalprik bij tieners omzetten in een boosterprik bij tieners. Eigenlijk weten we namelijk nog niet zo goed hoe lang het HBV vaccin effectief is. De terughoudendheid voor de tiener vaccinatie is waarschijnlijk ingegeven door de tegenvaller met HPV. Je kunt hierbij veel prikkelende vragen stellen, zoals: zet SOA bescherming aan tot ontucht? Los van vaccinatie begint in west de sexuele activiteit toch al op twaalfjarige leeftijd. Of anders deze: zet een op zuigelingenleeftijd verkregen vaccinatie niet aan tot bandeloosheid op tienerleeftijd? Je hebt niet in het buitenland gewerkt? Nee, ik heb geen buitenlandse werkervaring. Maar bij elk hoofdstuk van mijn proefschrift is een buitenlandse partij betrokken geweest. De kern is: kan je inzien of iets ook anders kan. Sta je daar open voor? Eigenlijk zou iedereen om de 10 jaar moeten wisselen van werkkring. Flexibiliteit is belangrijk. Waar ben je het meest trots op? Ik heb ooit onder de douche een flits-idee gehad. Het ging over de onafhankelijke evolutie van overlappende genen (zoals bijvoorbeeld het polymerase en oppervlakte eiwit gen bij HBV) en het nut van de redundancy van de universele genetische code. Helemaal zelf bedacht. Uiteindelijk is het gepubliceerd in J Gen Virol. Waarschijnlijk ben ik de enige lezer van het artikel. Verder ben ik wel trots op mijn eerste Lancet artikel over een assay voor HIV. Ik had toen als groentje nauwelijks een idee wat voor tijdschrift de Lancet eigenlijk was. Ik had het gewoon maar opgestuurd. Toen ze mijn artikel wel wilden hebben als ik het aantal figuren zou verminderen had ik aanvankelijk willen weigeren. Gelukkig ben ik tijdig ingefluisterd dat je zo niet met de Lancet moet omgaan. Ook het artikel waarin de betrouwbaarheid van de PCR bepaling voor HCV werd getoetst is mij dierbaar. Als je eens wist hoe vaak er in de begintijd van de PCR contaminatie in het spel was! Het rapport over HBV bij gezondheidswerkers raakt een heel belangrijk onderwerp voor zowel de patiënten als de artsen zelf. Tenslotte vind ik het wel leuk dat ik al heel vroeg in 1993 bezig was met endemische hepatitis E. Ik heb een dochter, Rosa. Ze zit in de derde klas van het Montessori Lyceum. Ik heb nog geprobeerd om haar naar zo n kakgymnasium te krijgen maar dat wilde ze niet. Ik dacht altijd dat ze een alfa was, maar ze begint nu de bèta vakken steeds leuker te vinden. Verder heb ik een vriendin, Tonny Bouts, die kindernefrologe is. Ik heb haar ontmoet op de boot naar Ameland voor een congres. Dat congres heeft tenminste wat opgeleverd. Wat doe je in je vrije tijd? Heb je hobby s? Ik wil alles lezen over oorlogen. En dat voor een oude hippie. Ik heb een hele plank over Napoleon. De eerste wereldoorlog vind ik het meest intrigerend. Alleen al het feit dat er eigenlijk geen duidelijke reden voor de strijd was. En verder de volstrekte zinloosheid van die loopgravenoorlog. Verder verdiep ik mij graag in de rol van de Romeinen in Nederland. De ruzie tussen Nijmegen, Maastricht en Venlo over welke stad de oudste is van Nederland? Ach, Nijmegen had een groot legerkamp en keizer Augustus is er op bezoek geweest. Dat lijkt me dus duidelijk. Curriculum vitae Hans Leo Zaaijer, geboren te Rotterdam op 28 april 1956. 1968-1974: Haags Montessori Lyceum 1974-1982: Universiteit van Amsterdam, Geneeskunde 1982-1995: Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusie-dienst (CLB) te Amsterdam. 1995: Proefschrift: Confirmatory testing of bloodborne viral infections, Promotores: prof. dr. van der Noordaa en prof. dr. van Aken. 1996-1999: VUmc: AIO microbiologie (opleider prof. dr. Vandenbroucke-Grauls.) 1999 Registratie als arts-microbioloog (1 juli 1999). 1999-2003: arts-microbioloog VUmc en hoofd van het sub-lab Virologie. 2003: Arts-microbioloog AMC Amsterdam, opleider Medische Microbiologie 2008: Hoofd Bloedoverdraagbare Infecties, Sanquin-Research (70% aanstelling bij Sanquin; 30% aanstelling bij AMC). 2009: Benoeming Hoogleraar aan UvA-AMC: Bloedoverdraagbare infecties. Hans Zaaijer is ongehuwd en heeft 1 dochter. 5

Het zijn inderdaad nogal cerebrale hobby s. Het voordeel is dat ik die in bed kan doen. Muziek en sport vind ik eigenlijk geen hobby s; die horen gewoon bij je opvoeding. Een echte hobby heeft iets waanzinnigs, bijvoorbeeld van ministek het OLVG nabouwen, is dat nodig? Wat zijn je toekomstplannen Ik wil met volle kracht de BOI opbouwen tot iets moois. Bijzondere publicaties T.J. Daha, M.A.J. Bilkert-Mooiman, C. Ballemans, G. Frijstein, J.N. Keeman, R.A. de Man, J.E. van Steenbergen, G. Weers- Pothoff, H.L. Zaaijer. Management of hepatitis B virus infected health care workers in the Netherlands, 2000-2008. Eur J Clin Microbiol Infect Dis. 2009 ; 28:1041-1044 Zaaijer HL, van Hemert FJ, Koppelman MH, Lukashov VV. Independent evolution of overlapping polymerase and surface protein genes of hepatitis B virus. J Gen Virol. 2007 Aug; 88:2137-43. Zaaijer HL, Cuypers HT, Reesink HW, Winkel IN, Gerken G, Lelie PN. Reliability of polymerase chain reaction for detection of hepatitis C virus. Lancet. 1993 Mar 20;341(8847):722-724. Zaaijer HL, Kok M, Lelie PN, Timmerman RJ, Chau K, van der Pal HJ. Hepatitis E in The Netherlands: imported and endemic. Lancet. 1993 Mar 27;341(8848):826. Zaaijer HL, v Exel-Oehlers P, Kraaijeveld T, Altena E, Lelie PN. Early detection of antibodies to HIV-1 by third-generation assays. Lancet. 1992 Sep 26;340(8822):770-772. De NVH Dutch Liver Science Retreat De NVH organiseert donderdag 14 en vrijdag 15 oktober 2010 voor het eerst de Dutch Liver Science Retreat, een meeting voor alle basale wetenschappers die onderzoek doen aan de lever. Het doel van de DLSR is om basale lever-onderzoekers in Nederland met elkaar in contact te brengen, raakvlakken in het onderzoek te ontdekken en mogelijkheden voor samenwerkingen te onderzoeken. Promovendi en post-docs krijgen de mogelijkheid om hun onderzoeksideeën en meest recente data te presenteren. Ook directe begeleiders krijgen een actieve rol en kunnen hun belangrijkste onderzoekslijnen kort omschrijven. Tijdens het donderdagavond programma zal een keynote spreker een algemeen hepatologisch onderwerp behandelen. Tevens zal er een brainstormsessie plaatsvinden waarin AIOs de mogelijkheden tot samenwerking kunnen verkennen en uitwerken. De meest originele onderzoeksvoorstellen zullen worden beloond met een prijs. Deze bijeenkomst zal in een zeer informele sfeer georganiseerd worden en zal plaatsvinden in Abdij de Westerburcht in Westerbork. Ieder voorjaar organiseren de basale sectie van de NVH en de sectie Experimentele Gastroentrologie van de NVGE de Dutch Experimental Gastroenterology and Hepatology (DEGH) meeting in Veldhoven. Bij de DEGH ligt de nadruk voor al op de integratie van basaal/translationeel Gastroenterologisch en Hepatologisch onderzoek, waarbij NVH lid AIOs en Post-docs de kans krijgen een afgerond stuk onderzoek te presenteren. Deelnemers aan de DLSR hoeven geen NVH lid te zijn, waardoor bijna de gehele basale leveronderzoekspopulatie meedoet aan deze eerste DLRS. Inmiddels hebben een kleine 100 onderzoekers toegezegd te komen. Deelnemende onderzoekers zijn afkomstig uit de A/UMCs van Amsterdam, Groningen, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht en de Universiteiten Groningen, Maastricht, Utrecht en Wageningen met een grote verscheidenheid aan disciplines waaronder metabolisme, biochemie, pharmacologie, microbiologie, chemie, moleculaire biologie, genetica, immunologie, virologie, transplantatiebiologie, (transgene) muis modellen, humane studies, systeem biologie, stamcel biologie en oncologie. Het is de bedoeling dat de DLSR een jaarlijks terugkerende bijeenkomst wordt, eventueel met een thematisch karakter. Deelnemende AIOs die geen lid zijn van de NVH worden in de gelegenheid gesteld om het eerste jaar gratis lid te worden. Wij zijn ervan overtuigd dat dit initiatief zal bijdragen aan een verrijking en versterking van het basaal hepatologisch onderzoek in Nederland. 6

De DEGH in het voorjaar van 2011 opnieuw in de spotlights Na de uitermate succesvolle start van de wetenschappelijke vergadering van de Dutch Experimental Gastroenterology and Hepatology (DEGH) in 2008, wordt op 17 en 18 maart, 2011 alweer de vierde DEGH bijeenkomst belegd. De DEGH is een gezamenlijk initiatief van de secties Experimentele Gastroenterologie van de Nederlandse Vereniging voor Gastroenterologie (NVGE) en Basale Hepatologie van de Nederlandse Vereniging voor Hepatologie (NVH). Beide secties zagen een unieke kans en zochten deze samenwerking op om het basale onderzoek tijdens de NVGE dagen in Veldhoven nieuwe kleur te geven. De DEGH heeft al 3 maal plaatsgevonden en nu reeds kan worden geconcludeerd dat hiermee een nieuwe traditie is ontstaan. De DEGH hanteert een formule waarbij nieuwe ontwikkelingen in basaal en translationeel onderzoek op het gebied van de maag-, darm- en leverziekten en levertransplantatie worden uitgewisseld. De DEGH bijeenkomsten blijken een uitstekende netwerk mogelijkheid te zijn voor jonge onderzoekers op MDL gebied en de bijeenkomst heeft een reeks van nieuwe samenwerkingsverbanden in den lande doen ontstaan. Tijdens de twee daagse DEGH bijeenkomst worden zo n 30 vrije voordrachten geselecteerd rondom de thema s immunologie, celbiologie, genetica, kanker en metabolisme. Voorts worden posters geselecteerd voor presentatie tijdens de DEGH bijeenkomst. Voor DEGH 2011zijn een viertal internationaal vooraanstaande onderzoekers uitgenodigd. Zij zullen spreken over hun onderzoek dat betrekking heeft op de laatste ontwikkelingen in de stamcelbiologie in de darm, de rol van cholangiocyten bij PBC, pre- en probiotica in de MDL en basaal onderzoek op hepatitis gebied. Deze onderzoekers zullen ook participeren in de posterrondes. Tijdens de DEGH worden prijzen uitgereikt voor het beste onderzoek dat gepresenteerd is als vrije voordracht (e 500,-) en als poster (e 250,-). In beide categorieën wordt zowel de beste hepatologische als de beste gastroenterologische presentatie onderscheiden. Al met al is dit een verbindend initiatief gebleken en we zien uit naar uw komst in het voorjaar van 2011. Prof. dr. Joost (JPH) Drenth, namens Dr. Gerd (G) Bouma, Prof. dr. Klaas Nico (KN) Faber, Dr. Anje (AA) te Velde, Dr. Coen (CC) Paulusma, Prof. Dr. Edmond (EHHM) Rings, Dr. Ric (R) van Tol, Dr. Saskia (SWC) van Mil. Hoe gaat het eigenlijk met.? Stan van de Graaf, UMC Utrecht Al sinds mijn studententijd ben ik gefascineerd door Transport. Word dan buschauffeur is het advies wat de meeste mensen zullen geven, maar een dergelijke baan sprak me toch minder aan. Mijn baan als groepsleider op de afdeling Metabole en Endocriene Ziekten aan het UMC Utrecht is echter wel geweldig. De afdeling is erg dynamisch, met onder andere meerdere jonge enthousiaste groepsleiders, zoals Arjan Brenkman, een mass-spectrometry expert die ook de Metabolomics tak van de afdeling trekt, en Saskia van Mil, net als ik geïnteresseerd in galzout-gerelateerde (patho)fysiologie. Samen met Dr. Roderick Houwen begeleid ik 2 arts-onderzoekers die aan erfelijke vormen van cholestase werken. Mijn groep bestaat verder uit 2 post-docs, een analist en mezelf, allemaal werkend aan galzouttransport. Hieronder beschrijf ik hoe ik hier verzeild ben geraakt. Tijdens mijn studie Scheikunde in Nijmegen stuitte ik op het onderzoek aan calciumtransport van de groep van Prof. Dr. René Bindels. Zijn promovendus Joost Hoenderop (recent zelf professor geworden) zag het wel zitten om een scheikundestudent de fijne kneepjes van celfysiologie te leren. Zijn enthousiasme was aanstekelijk en ik besloot mijn hoofdvakstage van 12 maanden in deze groep te doen. Daar raakte ik verliefd op het onderwerp transport. Ik heb kunnen bijdragen aan de identificatie van het epitheliale calciumkanaal van de nier door middel van expressieklonering in Xenopus laevis oocyten. Omdat we dachten dat clone 167 internationaal als een slechte naam zou worden gezien, moest een andere naam worden gevonden. Het werd eerst het Epithelial Ca Channel ECaC genoemd (spreek uit als E-kak), maar persoonlijk ben ik blij dat het later werd omgedoopt tot TRPV5, een familielid van de TRP kanalen. Dit zijn erg interessante eiwitten die dingen doen zoals onze zenuwen laten vuren als we rode pepers eten. Het leek me leuk om verder te gaan in de transportfysiologie en deed een tweede stage in het Cystic Fibrosis Research 7

Center in Pittsburgh, waar ik verschillende electrofysiologische en microscopische technieken leerde. In deze tijd werd mijn promotieplek in het lab van René Bindels telefonisch beklonken. De AIO Voor mijn promotieonderzoek spraken René Bindels, Joost Hoenderop (hij zou mijn copromotor worden) en ik af dat ik zou starten met een project met een hoog risicogehalte. We hadden een ander project als vangnet mocht het niet lukken. Achteraf bleek de haalbaarheid van deze projecten precies het omgekeerde te zijn van wat we verwachtten. De wijze les voor mij was dat voorspellen moeilijk is, vooral waar het de toekomst betreft (citaat Niels Bohr). Ik deed een screen om eiwitten te vinden die het calciumtransport door TRPV5 zouden reguleren door aan dit kanaal te binden. Dit bleek nog niet zo mee te vallen, maar na ruim 2 jaar kon ik toch juichen met mijn eerste eigen publicatie. Kort daarvoor brak het angstzweet me uit toen er in Nature en EMBO Journal artikelen uitkwamen van groepen die hetzelfde kanaal-regulerende eiwit hadden gevonden als ik. Gelukkig bestudeerden zij allebei een ander kanaal en ook mijn artikel was nog welkom bij dit tweede tijdschrift. Mooie resultaten in het lab geven nu de beste kick, maar die eerste acceptatiebrief gaf ook een fantastisch gevoel. De postdoc Een groot deel van die TRPV5-bindende eiwitten die ik vond, bleken de hoeveelheid van dit kanaal op de plasmamembraan te reguleren. Eenmaal gepromoveerd besloot ik de endocytose en exocytose van TRPV5 te gaan onderzoeken. Gelukkig kreeg ik de mogelijkheid om dit in Duitsland te gaan doen via een Talent beurs van NWO en een EMBO beurs. In de groep van Volker Gerke kon ik met deze celbiologische vraagstelling aan de slag. In 2007 besloot ik dat het tijd werd voor een ander onderwerp en ging rondkijken in welk veld ik verder wilde gaan als wetenschapper. In de groep van Leo Klomp op de afdeling Metabole en Endocriene ziekten van het UMC Utrecht kon ik direct aan de slag op transportprocessen in de lever en darm en kreeg bovendien de ruimte om pilot experimenten te doen. Voor dit laatste koos ik voor natrium-afhankelijke galzoutimporters in lever en darm (NTCP/ SLC10A1 in de lever en ASBT/SLC10A2 in de darm). We kennen de identiteit van deze transporteiwitten al geruime tijd. Er is ook al behoorlijk veel bekend over hun transcriptieregulatie, maar opvallend weinig over de post-translationele regulatie. Mooi, dacht ik en wist de VENI commissie te overtuigen mij een beurs te geven om deze vormen van regulatie op te gaan helderen. Onderzoek 2008-2012 Het onderzoek naar de regulatie van de galzoutimporters is nu in volle gang. We zijn nu een eerste studie aan het afronden die duidelijk maakt dat SLC10A familieleden als dimeer optreden. Samen met Saskia van Mil en Maarten Merkx (TU Eindhoven) hebben we een fluorescente sensor gemaakt waarmee we galzouttransport kunnen meten in allerlei delen van de cel. Met een subsidie van het Netherlands Genomics Initiative kunnen we deze nu gaan inzetten voor allerlei projecten en mogelijk ook aanpassen om andere metabolieten mee te meten. Ik werk niet uitsluitend aan eiwitten die zelf galzouten transporteren. Samen met Roderick Houwen doe ik onderzoek aan (andere) erfelijke vormen van verstoringen in het galtransport. Ikzelf richt me vooral op de pathofysiologie van ATP8B1 deficiëntie. Patiënten met een defect in hun ATP8B1 gen hebben verstoringen in de excretie van galzouten aan de apicale/canaliculaire zijde van de hepatocyt. We hebben laten zien dat een aantal mutaties in ATP8B1 leiden tot een verkeerde vouwing en daardoor komt te weinig ATP8B1 op de plasma membraan. In vitro kunnen we dit gedeeltelijk verhelpen met zogenaamde pharmacologische chaperonnes, stoffen die ingrijpen op de vouwing van eiwitten. Momenteel zijn we de mogelijkheid verder aan het exploreren om met dit soort stoffen op termijn patiënten met specifieke vormen van erfelijke cholestase te kunnen behandelen. ATP8B1 komt niet alleen in de hepatocyt tot expressie, maar in een groot aantal typen epitheelcellen, bijvoorbeeld in oor en darm en ATP8B1 deficiëntie geeft ook extrahepatische problemen. We weten niet altijd goed hoe dit nu precies komt. ATP8B1 is onderdeel van een grotere familie van eiwitten (P4-ATPases) die bekend staan als fosfolipiden-flippases. Deze transporteren bepaalde lipiden (zoals fosfatidylserine) van een zijde van membranen naar de andere zijde. Coen Paulusma heeft beschreven dat ATP8B1 dit alleen kan als er een ander eiwit (CDC50A) aan bindt omdat ATP8B1 anders in het endoplasmatisch reticulum blijft hangen. Lieke van der Velden heeft als AIO in onze groep nu aangetoond dat Kort CV 1977 Geboren te Eindhoven 2000 Afgestudeerd; studie Scheikunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen 2005 Gepromoveerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen op het proefschrift Regulation of the epithelial Ca 2+ channels TRPV5 and TRPV6 by associated proteins. Dit onderzoek werd uitgevoerd op de afdeling Fysiologie van het Universitair Medisch Centrum St. Radboud met een verblijf op het Instituut voor Farmacologie en Toxicologie, Universiteit van Lausanne, Zwitserland. 2005-2007 Post-doc op het Institute of Medical Biochemistry van het Center for Molecular Biology of Inflammation in Münster, Duitsland Vanaf 2007 Post-doc en vanaf 2008 assistant professor op de afdeling Metabole en Endocriene Ziekten van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. 8

CDC50A deze functie ook voor een groot aantal andere P4- ATPases vervult. Deze P4-ATPases komen niet allemaal tot expressie op de plasma membraan en bovendien vaak niet in dezelfde cellen als ATP8B1. Mogelijk verklaart dat waarom andere P4-ATPases de rol van ATP8B1 blijkbaar niet goed overnemen in mensen met ATP8B1 deficiëntie. Studies aan P4-ATPases in gist suggereren trouwens dat er bij flippases meer speelt dan regulatie van lokalisatie en expressie. Gist P4-ATPases binden behalve aan CDC50 homologen aan een groot aantal andere eiwitten en enkelen hiervan zijn belangrijk voor flippase activiteit. Mogelijk bestaan er voor ATP8B1 ook dergelijke regulatoren, en dankzij een subsidie van het WKZ fonds kunnen we dat de komende 2 jaar gaan uitzoeken. Geselecteerde publicaties 1. Van der Velden LM, Stapelbroek JM, Krieger E, Van den Berghe PV, Berger R, Holthuis JC, Houwen RH, Klomp LW, Van de Graaf SF. Folding defects in ATP8B1 associated with hereditary cholestasis are ameliorated by 4-phenylbutyrate Hepatology, 51, 286-96, 2010 2. Van de Graaf SF, Rescher U, Hoenderop JG, Bindels RJ, Gerke V. TRPV5 is internalized via clathrin-dependent endocytosis to enter a Ca2+-controlled recycling pathway J Biol Chem. 283, 4077-86, 2008 3. Van de Graaf SF, Van der Kemp AW, Van den Berg D, Van Oorschot M, Hoenderop JG, Bindels RJ. Identification of BSPRY as a novel auxiliary protein inhibiting TRPV5 activity. J Am Soc Nephrol. 17, 26-30, 2006 4. Van de Graaf SF, Chang Q, Mensenkamp AR, Hoenderop JG, Bindels RJ. Direct interaction with Rab11a targets the epithelial Ca2+ channels TRPV5 and TRPV6 to the plasma membrane. Mol Cell Biol. 26, 303-12, 2006 5. Van de Graaf SF, Hoenderop JG, Gkika D, Lamers D, Prenen J, Rescher U, Gerke V, Staub O, Nilius B, Bindels RJ. Functional expression of the epithelial Ca2+ channels (TRPV5 and TRPV6) requires association of the S100A10- annexin 2 complex. EMBO J. 22,1478-87, 2003 Sectie Klinische Hepatologie coördinatoren: - Dr. R.J. de Knegt - Dr. L.C. Baak ELATE Everolimus and LongActing Octreotide as a volume reducing Therapy for polycystic liver disease NVH geaccrediteerd onderzoek Achtergrond: Polycysteuze levers kunnen voorkomen in een tweetal ziektebeelden, in de geïsoleerde vorm (PCLD) of in combinatie met polycysteuze nieren (ADPKD). Polycysteuze levers kunnen mechanische klachten geven, zoals buikpijn, misselijkheid, snelle verzadiging na het eten en bovenal, een sterk uitgezette buik. Op dit moment bestaat de standaardbehandeling voornamelijk uit chirurgische therapie van de dominante cysten. Aangezien chirurgie gepaard gaat met aanzienlijke morbiditeit, wordt deze optie gereserveerd voor patiënten met zeer veel klachten. Uit klinische trials van Van Keimpema et al. en Hogan et al. is gebleken dat de somatostatine-analogen lanreotide en octreotide effectief zijn in het reduceren van het polycysteuze levervolume. De mtor-remmer sirolimus blijkt ook het polycysteuze levervolume te doen afnemen. Omdat beide middelen aangrijpen op een ander punt in dezelfde pathway, willen we nagaan of combinatietherapie van mtor-remmers en somatostatine-analogen een groter of zelfs synergistisch effect heeft ten opzichte van monotherapie met somatostatine-analogen. Opzet: In deze gerandomiseerde open-label trial willen we 44 patiënten met geïsoleerde polycysteuze leverziekte 12 maan- den behandelen met octreotide al dan niet gecombineerd met everolimus. De primaire uitkomstmaat is de verandering in het levervolume, bepaald door middel van CT-volumetrie op baseline en na 12 maanden interventie. De secundaire uitkomstmaten zijn verandering in symptomen, bepaald met gastrointestinale vragenlijsten; kwaliteit van leven, bepaald met EuroQoL-vragenlijsten; en alle adverse events tijdens twaalf maanden behandeling. Inclusieciteria: Patiënten met symptomatische geïsoleerde polycysteuze leverziekte (PCLD), leeftijd 18 t/m 70 jaar, levervolume > 2500 ml en een WHO/ECOG-Performance Status 1. Exclusiecriteria: Patiënten met cystenieren (ADPKD); gebruik van oestrogenen; interventie levercysten (aspiratie/fenestratie) of gebruik van somatostatine-analogen 3 maanden voor baseline; ernstige co-morbiditeit; infectie met hepatitis B, C, HIV of TBC; granulocytopenie, trombopenie of ongecontroleerde hypercholesterolemie. Contact: Melissa Chrispijn, arts-onderzoeker MDL E: M.Chrispijn@mdl.umcn.nl T: 024-3614760 Melissa Chrispijn Joost PH Drenth UMC St Radboud, Nijmegen 9

Reverse disease progression with Baraclude *,** in nucleos(t)ide analogue (NA)-naïve patients with chronic hepatitis B 1 everse disease progres with Baraclude *,** nucleos(t)ide analogue (NA)-naïve p with chronic hepatitis B 1 Baraclude has demonstrated long-term histological improvement* with regression of fibrosis** in NA-naïve patients, 1 with a proven formula for holding back resistance: 1,2 Potent viral suppression 1 High genetic barrier to resistance 1,2 * Histological improvement defined as 2-point decrease in Knodell necroinflammatory score from baseline with no worsening of Knodell fibrosis score. ** Ishak Fibrosis Score improvement defined as 1-point decrease from baseline. Please see prescribing information overleaf. Date of preparation: April 2010 686HQ10PM013(4) NLBC-K0004 Standing strong against resistance in NA-naïve patients

Succesvolle Landelijk Initiatief rondom Auto-immuun Hepatitis Met de steun van de NVH zijn een aantal MDL-artsen gestart met een landelijke initiatief rondom auto-immuun hepatitis. Auto-immuun hepatitis (AIH) is een relatief weinig voorkomende ontstekingsziekte van de lever die onbehandeld leidt to levercirrose en leverfalen. Net als vele andere auto-immuun aandoeningen treft AIH vooral vrouwen. De diagnose kan worden gesteld op grond van een combinatie van klinische verschijnselen, de aanwezigheid van bepaalde auto antilichamen, uitsluiten van andere leverziekten, en een specifiek beeld van het leverbiopt. Patiënten worden in het algemeen behandeld met (een combinatie van) prednison en azathioprine. AIH is een aandoening die in de schaduw staat van andere leverziekten. Er wordt weinig onderzoek verricht en de therapieschema s zijn al meer dan 20 jaar onveranderd. Deze stilstand is ongewenst en goed klinisch onderzoek is erg gewenst. Iedere MDL praktijk kent wel enkele AIH patiënten maar in deze wereld van grote getallen is bundeling van krachten nodig. Dit heeft geleid tot de oprichting van de landelijk werkgroep AIH. Hierin hebben vertegenwoordigers van alle academische ziekenhuizen zitting. We hopen hiermee een fundament te hebben gelegd die de ontwikkeling van goed klinisch en basaal onderzoek op dit gebied mogelijk maakt. De werkgroep functioneert onder voorzitterschap van Prof. dr. Joost PH Drenth (Radboud UMC) en het secretariaat wordt gevoerd door Dr. Gerd Bouma (VUmc). Het onderzoek dat zal plaatsvinden binnen dit landelijke initiatief zal 3 thema s bestrijken. In de eerste plaats hebben Dr. Karin van Nieuwkerk, Dr. Gerd Bouma, Drs. Nicola van Gerven (allen VUmc) een landelijk epidemiologisch onderzoek rondom AIH geinitieerd. De bedoeling is om middels uiteindelijk een genoom wijde analyse te verrichten naar de genetische variaties die bijdragen tot het ontstaan van AIH. Voorts heeft Prof. Dr. Bart van Hoek (LUMC) onderzoek geinitieerd naar het effect van cell-cept bij therapie resistente AIH. Prof. Dr. Joost PH Drenth (Radboud UMC) heeft recent een artikel gepubliceerd in het Journal of Hepatology waarin het bewijs voor de huidige therapie standaard bij AIH systematisch is onderzocht. Als laatste is de werkgroep van voornemens een geneesmiddelenonderzoek te starten naar de optimale behandeling van de patiënt met AIH in remissie. Teneinde U blijvend te informeren over dit landelijke initiatief is besloten tot het inrichten van een website. Drs. Bart Verwer (VUmc) heeft deze opgezet (http://www.autoimmuunhepatitis.nl/html/over_aih.html) en kunt U de ontwikkelingen van het landelijke initiatief volgen. Namens de werkgroep, Joost PH Drenth Vertegenwoordigers uit Universitaire en Perifere Ziekenhuizen VUMC Karin van Nieuwkerk / Gerd Bouma LUMC Bart van Hoek UMCG Aad van den Berg UMCU Karel van Erpecum MUMC Gert Koek Erasmus MC Henk van Buuren / Rob de Man AMC Ulrich Beuers Radboud UMC Joost PH Drenth Algemene Ziekenhuizen Janny den Ouden / Hans Brouwer Symposium tijdens najaarsvergadering: Acute hepatology in chronic liver disease Tijdens de najaarsvergadering zal de focus liggen op de klinische consequenties van chronisch leverfalen, meer specifiek zal worden ingegaan op de recente richtlijn bijeenkomst te Baveno. De consensus voor Varices bloeding en Budd-Chiari en vena portae trombosis zullen worden toegelicht door Frederik Nevens (Leuven) en Harry Janssen (Rotterdam), beide panellid tijdens de Baveno bijeenkomst. Tevens zullen twee voordrachten worden gehouden over de laatste inzichten en behandelingsmogelijkheden van leverfalen bij patiënten met acute-on-chronic leverfalen en post-opertief leverfalen, door Rajiv Jalan (London) en Kees Dejong (Maastricht). Hiernaast treft u het programma aan van het klinisch hepatologisch symposium op donderdag 7 oktober a.s. in de Baroniezaal van Congrescentrum Koningshof. U kunt zich inschrijven voor de najaarsvergadering via www.nvge.nl 14.00 Variceal bleeding: the new Baveno consensus guidelines. Prof. dr. Frederik Nevens, Leuven (B) 14.20 Portal venous trombosis and Budd-Chiari syndrome the new Baveno consensus guidelines Prof. dr. Harry Janssen, Rotterdam 14.40 Acute-on-chronic liver failure Prof. dr. Rajiv Jalan, Royal Free, London (UK) 15.00 Post-operative liver failure Prof. dr. Kees Dejong, Maastricht. 15.20 Discussion 15.30 Closure 11

Terugblik DLW2010 In juni vond voor de tweede maal de Dutch Liver Week plaats. Ditmaal op een prachtige en goed bereikbare locatie in het centrum van Amsterdam. Het Rotterdamse echo-trio (Jeoffrey Schouten, Pavel Taimr en ondergetekende) konden zeer tevreden zijn: de echo-cursus was volgeboekt, en 20 cursisten maakten zich op enthousiaste wijze met hulp van 5 docenten de beginselen van de abdominale echografie eigen. Vanuit het Erasmus MC waren enkele studenten bereid om onder leiding van Daphne Hotho (arts-onderzoeker) als proefpersoon op te treden. Na een gedegen theoretische inleiding van Prof Michael Gebel uit Hannover, ging iedereen aan de slag. Gezonde levers werden grondig geïnspecteerd, de portale flow werd nauwkeurig gemeten en na de lunch bleek het niet altijd eenvoudig om de gecollabeerde galblaas in beeld te krijgen. Pathologie kwam aan bod bij de echosimulatie. De plastic buiken waren dit jaar zelfs voorzien van een kunststof laagje zodat de huid goed werd geïmiteerd. Allereerst werd de bediening uitgelegd door een van de bedenkers van het systeem, Christoph Terkamp, ook uit Hannover. Daarna kon van alles tevoorschijn worden getoverd: gedilateerde galwegen door een steen in de DHC, een hepatocellulair carcinoom, een appendicitis, enzovoorts. In de VS wordt dit systeem inmiddels gebruikt om uit te maken welke assistenten geschikt zijn om ook tijdens de diensten echo s uit te voeren. Het was een inspannende dag, tot in de avond ging men door. Maar ook tijdens de cursus Klinische Hepatologie werd hard gewerkt. De eerste dag ging het programma zelfs door tot bijna tien uur in de avond; en iedereen bleef aandachtig bij de les. Maar daar was het programma ook zeker naar. Alle grote ziektebeelden kwamen aan bod, en alle sprekers hadden een mooi overzichtelijk up-to-date verhaal voorbereid. Het voorzittersysteem was dit jaar ook erg aardig, met telkens een junior (een aios) en een senior (een gevestigde mdl-arts). Er waren ook een paar minder voor de hand liggende maar buitengewoon interessante topics: een verhaal over alcohol-verslaving (dr. Korzec, psychiater, Sint Lucas Andreas) en een verhaal over leverziekten en zwangerschap (dr. M.F. Van Dunne, gynaecoloog, Erasmus MC). Vanzelfsprekend is er volgend jaar weer een Dutch Liver Week, en wel van 23 t/m 27 mei 2011. Het programma zal weer staan als een huis. En de locatie, wederom centraal, mogelijk Amersfoort. Hou de berichtgeving over DLW2011 in de gaten! Rob de Knegt, voorzitter DLW Mededelingen De MDL-arts en de behandeling van virale hepatitis De redactie ontving een tweetal ingezonden stukken naar aanleiding van het voorwoord in het mei issue over de MDLarts en de behandeling van virale hepatitis. De twee brieven worden gevolgd door een reactie van schrijver van het voorwoord en voorzitter van de NVH, Harry Janssen. Ingezonden brieven De voorzitter van de NVH stelt in het Mei nummer van Lever dat het een slechte zaak zou zijn dat op de polikliniek leverziekten in het AMC de afdeling infectieziekten betrokken is bij de behandeling van virale hepatitis. Wij beschouwen dit als een voorbeeld van oude politiek : piketpaaltjes slaan als in de periode toen de hepatologie nog moest vechten om haar bestaan. In het AMC ligt deze periode gelukkig achter ons. Er zijn twee zaken van belang om een en ander helder te bezien: 1. In het AMC is het aantal patiënten met virale hepatitis de laatste jaren fors gegroeid mede dankzij de in het AMC uitgevoerde fase 1 en 2 trials. Bij die toestroom van patiënten hebben wij naar een oplossing gezocht om alle patiënten met dezelfde hoge kwaliteit te kunnen behandelen. Zo worden nu, onder supervisie van de MDL afdeling, de virale hepatitis patiënten door AIOS van zowel MDL als infectieziekten gezien en behandeld. Bij onze wekelijkse 12

patiëntenbespreking is tegenwoordig altijd een staflid infectieziekten aanwezig. Deze bespreking is hiermee uitgegroeid tot een zeer leerzaam multidisciplinair overleg waarbij ook MDL-AIOS, die geen stage hepatologie doen, graag aanwezig zijn. 2. Meer in het algemeen kan de succesvolle bestrijding van het HIV virus voor de hepatologie als voorbeeld dienen hoe men met een goede organisatie en samenwerking een groot medisch probleem te lijf kan gaan. De WHO heeft tijdens haar congres van 18-21 Mei in Geneve een resolutie aangenomen waarin bestrijding en preventie van virale hepatitis in de wereld als prioriteit wordt gesteld. Het heeft lang geduurd maar virale hepatitis heeft nu, net als HIV/ AIDS, de aandacht van de WHO. Dit is de manier om verder te gaan in ons vak, een multidisciplinaire aanpak! Behandeling van virale hepatitis patiënten is een belangrijk onderdeel van de hepatologie en dit zal haar bevestiging krijgen in nieuwe Europese richtlijnen voor de opleiding hepatologie. Wij hopen van harte dat bij de organisatie van de opleiding, en bij uitvoering van ons beroep, multidisciplinaire samenwerking de norm wordt, dit geldt voor de behandeling van virale hepatitis maar ook de behandeling van het hepatocellulair carcinoom, NASH; ja wat eigenlijk niet? De opmerkingen van de voorzitter van de NVH hebben hiertoe bepaald geen bijdrage geleverd en passen niet in een moderne visie op specialismen en specialisaties. 26 mei, Amsterdam Peter L.M. Jansen, MDL-arts, hoofd Hepatologie Paul Fockens, MDL-arts, hoofd MDL In recente edities van Magma 1 en Lever 2 bespreekt collega Janssen de stand van zaken betreffende de klinische hepatologie in Nederland, in het bijzonder de behandeling van patiënten met virale hepatitis. Dat onderwerp is belangrijk, omdat er de laatste jaren steeds meer en steeds effectievere behandelingsmogelijkheden voor hepatitis B en C ter beschikking zijn gekomen. In beide tijdschriften komt Janssen echter tot een aantal opzienbarende uitspraken. In Magma 1 heet het, dat in een aantal academische ziekenhuizen de virale hepatitis blijkbaar zo weinig prioriteit heeft binnen de MDL dat zij niet meer in staat zijn om dit zelfstandig te behandelen. In Lever 2 stelt Janssen dat er betreffende virale hepatitis zelfs academische ziekenhuizen, zoals het AMC Amsterdam en het UMC Utrecht (zijn), waar blijkbaar geen infrastructuur geschapen kan worden om de virale hepatitis patiënt in haar volle omvang door MDL-artsen te laten zien. Deze uitspraken zijn niet alleen grievend, maar ook onjuist. In het UMC Utrecht zijn er twee MDL-artsen met de hepatologie (inclusief virale hepatitis) als aandachtsgebied. Ook is er een dedicated nurse practitioner beschikbaar voor de begeleiding van virale hepatitis patiënten. Ondanks de lange wachttijden voor de meeste patiëntencategorieën worden patiënten na verwijzing wegens virale hepatitis bovendien met voorrang (binnen 2-3 weken) gezien. Ook is er een excellente ondersteuning vanuit de virologie en radiologie en zijn er nieuwe diagnostische mogelijkheden zoals de Fibroscan op de afdeling MDL beschikbaar. Ten slotte levert het klinisch hepatologisch onderzoek (inclusief virale hepatitis) een belangrijke bijdrage aan de research output van de afdeling. De vraag dringt zich dan ook op, welke beweegredenen collega Janssen gebracht hebben tot zijn opmerkelijke uitspraken. Bij nauwkeurig lezen van beide stukken lijkt vooral de bemoeienis van infectieartsen een doorn in zijn oog te zijn. Nu worden al sinds het begin van de jaren 90 in het UMC Utrecht een deel van de virale hepatitis patiënten door internisten gezien: op de van Creveld Kliniek behandelt een dedicated hematoloog in goed overleg met de MDL-arts-hepatoloog de hemofilie patiënten met hepatitis B en C, terwijl de afdeling infectieziekten van oudsher vooral patiënten met HIV behandelt voor hepatitis B en/of C coïnfecties. Collega Janssen stelt, dat MDL-artsen beter weten hoe om te gaan met cirrose, geelzucht, verminderde leverfunctie, portale hypertensie en hepatocellulair carcinoom 2. Juist patiënten met HIV-hepatitis B of HIV-hepatitis C coïnfectie hebben een sterk verhoogde kans met deze problemen te maken te krijgen. 3 Mede daarom hebben de twee infectieartsen bij wie in het UMC Utrecht deze patiënten geconcentreerd zijn, besloten de virale hepatitis patiënten op een poli van de afdeling MDL te vervolgen, waardoor de beste interactie met de MDL-arts-hepatoloog gewaarborgd is en de beste patiëntenzorg bereikt kan worden. Ook zijn er gemeenschappelijke besprekingen voor het bekijken van leverbiopten ingevoerd. Eén en ander functioneert naar wederzijds genoegen. Niet alleen in het AMC en UMC, maar ook in een aantal andere academische en algemene ziekenhuizen wordt voor een vergelijkbare benadering gekozen. Resteert de vraag of het collega Janssen in wezen niet zozeer gaat om bevordering van de patiëntenzorg, maar om bescherming van de beroepsbelangen van de MDL arts-hepatoloog: een meer profaan maar daarom niet minder belangrijk thema. Per slot van rekening is de virale hepatitisbehandeling één van de parels in de kroon van de hepatologie, met belangrijke mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek en verkrijging van financiering daarvoor. Tot voor kort zagen AIOS MDL in sommige opleidingscentra nauwelijks zelf patiënten met virale hepatitis, omdat die allemaal in wetenschappelijke trials werden ingesloten en door arts-onderzoekers werden begeleid. In het UMC Utrecht volgen de AIOS daarentegen vrijwel zonder uitzondering en met veel enthousiasme de 6-maanden stage Hepatologie, waar zij ook actief betrokken zijn bij de behandeling van virale hepatitis, naast alle andere aspecten van de hepatologie. Alleen op die manier zullen zij voldoende bagage meekrijgen om in de toekomst virale hepatitis geloofwaardig te kunnen behandelen. Wij adviseren collega Janssen langs deze lijnen de positie van de MDL-arts-hepatoloog te versterken. Wellicht kan hij daarbij het motto van zijn promotor en mentor Solko W. Schalm, winnaar van de Federa Prijs 2010 gebruiken: Streef niet na wat u het liefste wilt, maar wat u meest waarschijnlijk kunt bereiken 4. 1. Janssen H. MDL- of MD-arts? Magma. 2010;16:35 en 46 2. Janssen H.L.A. Van de voorzitter. Lever 2010;34:3 3. Posthouwer D, Makris M, Yee TT, Fischer K, van Veen JJ, Griffioen A, van Erpecum KJ, Mauser-Bunschoten EP. Progression to end-stage liver disease in patients with inherited bleeding disorders and hepatitis C: an international, multicenter cohort-study. Blood. 2007;109:3667-3671 4. Schalm S.W. Federa Lecture, Leiden 18 juni 2010 Karel van Erpecum en Peter Siersema, UMC Utrecht 13