Handtherapeutische behandelrichtlijn na extensorpeesletsel zone 5-6-7 UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN Verwijzers: Preoperatief: gipsspalk Postoperatief: gipsspalk met vingers en pols in extensie handtherapie binnen 5 dagen beginnen Relative Motion Splint: 3 week ICAM (Immediate Controlled Active Motion), daarna 2 weken yoke -splint, vanaf week 5 opbouw actieve onbelaste oefeningen, vanaf week 8 start opbouw belasting, vanaf week 10 volledig Titel Handtherapie na extensorpeesletsel zone 5-6-7 Soort document Behandelrichtlijn Auteurs/beoordelaars Melanie Eissens, handtherapeut Autorisator Prof. Dr. C.K van der Sluis, Dr. T.R.Middelberg Doelgroep Verwijzers/ handtherapeuten i.o. Plaats CvR/ziekenhuisrevalidatie/handtherapie Datum aangemaakt 1-1-2014 Geldigheid 1-3-2016 Status Ter plaatsing aanbieden Versie nr 1! De Relative Motion Splint, ook wel ICAM (Immediate Controlled Active Motion) genoemd, kan alleen worden toegepast wanneer er één, twee of maximaal drie EDC s zijn aangedaan! Dit beleid kan niet bij letsel van alle EDC s, en/of EIP, en/of EDM. Indien alle EDC s aangedaan zijn dan wordt het Norwich Regimen toegepast. Bij letsel en herstel van EIP of EDM, dan wordt het palmar blocking splint regimen toegepast. Deze beide richtlijn bevinden zich in deze richtlijn als bijlage. Dag 0-21/25 - Relative Motion Splint (ICAM) bestaat uit 2 onderdelen: - Polsspalk in 20 DF - Yoke splint 1
Oefeningen in de spalk - in de yoke splint word de aangedane vinger(s) in 15-20 meer MCPextensie geplaatst dan de overige vinger(s) - de patient mag de hand, actief maar ongeforceerd(!), bewegen voor zover de spalk toelaat - Oedeembestrijding vlg. UMCG protocol; Littekenbehandeling vlg. UMCG-protocol. Inschakelen Voor zover de spalk toelaat, tot 2 kilo Dag 21/25 (start)- 31/36 (einde fase) - het dragen van de yoke splint wordt gecontinueerd, deze word 24 u/d gedragen. Het dragen van de polsspalk wordt beëindigd. Oefeningen Actieve flexie en extensie voor zover de spalk toelaat Inschakelen De patient mag de hand inschakelen voor zover de spalk toelaat, tot 5 kilo belasting Dag 31/36 (start)- week 6 Gehele nacht en in drukke omgeving yoke splint Oefeningen 5 x per dag passieve oefeningen beginnend bij volledig extensie van alle vingers. De actieve oefeningen mogen nu ook gecombineerd PF en vinger flexie: 5 x daags, 5 x per positie. Nog geen passief gecombineerde bewegingen! Wel selectief indien nodig, beginnend bij passieve haakvuist Inschakelen tot 10 kilo belasting Week 7-10 - wanneer er adhesies bestaan, kan gestart worden met een (dynamische) rekspalk. Overig geen spalk. Oefeningen -Indien nodig actieve oefeningen; vanuit extensie naar flexie - passieve mobiliteit volledig van de vingers en pols: eerst beginnen met volledige extensie pols met vingers in maximale flexie, daarna ook PF indien nodig: 5 x per dag 5x inschakelen Belasting wordt opgebouwd naar max.; vanaf week 10 max 2
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Mogelijke complicaties: a.) Mobiliteitsbeperkingen: behandeling vindt plaats volgens de handtherapeutische richtlijn Stijve gewrichten 2014 b.) Adhesies: behandeling vindt plaats volgens de handtherapeutische richtlijn adhesies 2014 c.) Rupturen: terugverwijzen naar chirurg Klinimetrie: Range-of-motion: Goniometrie: AROM + PROM - 6 weken, 3 maanden, 6 maanden Kracht: Dynamometer + Pinchmeter - 3 maanden, 6 maanden - cillinder, keygrip, 3-point-grip Functioneel: Dexterity: nine-hole-peg-test, - 3 maanden, 6 maanden Quick Dash, 6 weken, 3 maanden Sensibiliteit: zie richtlijn perifeer zenuwletsel 2014 Norwich Regimen Dit beleid wordt toegepast bij letsel van alle EDC s, in plaats van de ICAM Week 0-4 EAM volgens Norwich Regimen: - Pols in 40⁰-45⁰ Df - MCP in 50⁰-60⁰ flexie - IP s extensie Oefeningen in de spalk OEFENING 1 4xdaags, 4 x actieve extensie van MCP-PIP-DIP 3
OEFENING 2 4 x daags 4 x actieve flexie van PIP-DIP in de spalk (haakvuist) - Oedeembestrijding vlg. UMCG protocol; - Littekenbehandeling vlg. UMCG-protocol. Inschakelen niet Week 5-6 Overdag wordt de spalk afgebouwd, alleen dragen ter bescherming en gedurende de nacht Oefeningen De patient mag zonder te forceren geleidelijk naar een hele vuist toewerken. Specifieke aandacht voor volledige vuist ( flexie van MCP en IP s samen) en niet alleen een haakvuist: 5 x daags, 5 x per positie passieve extensie MCP/PIP/DIP, selectieve PIP/DIP flexie waarbij pols en MCP in extensie Inschakelen De patient mag de hand inschakelen, opbouwend naar tot 5 kilo Indien er een extensor lag > 30⁰ in MCP s zichtbaar is, wordt het de gehele richtlijn gevolgd wordt week 7-10 Nachtspalk indien mogelijk afbouwen naar stop wanneer er adhesies bestaan, kan gestart worden met een (dynamische) rekspalk. Overig geen spalk. Oefeningen continueren actieve oefeningen, nu ook gecombineerd PF en vinger flexie: 5 x daags, 5 x per positie passieve mobiliteit volledig van de vingers en pols: eerst beginnen met volledige extensie pols met vingers in maximale flexie, daarna 4
ook PF indien nodig: 5 x per dag 5x Inschakelen Belasting wordt opgebouwd naar max.; vanaf week 10 max Indien er een extensor lag > 30⁰ in MCP s zichtbaar is, wordt het de gehele richtlijn gevolgd wordt. Palmar Blocking Splint Regimen Dit beleid wordt toegepast bij letsel van alleen EIP of EDM, in plaats van de ICAM Week 0-4 Oefeningen in de spalk Palmar Blocking Splint - Pols in 35⁰ DF - MCP in extensie geimmobiliseerd van alleen de aangedane vinger - PIP/DIP vrij - actieve PIP/DIP flexie en extensie 5 x daags 5 x - Oedeembestrijding vlg. UMCG protocol; - Littekenbehandeling vlg. UMCG-protocol. Inschakelen niet Week 5-6 Overdag wordt de spalk afgebouwd, alleen dragen ter bescherming en gedurende de nacht Oefeningen - actieve flexie en extensie; 5 x daags, 5 x per positie - gecombineerde PF en vinger flexie moet nog worden voorkomen - passieve extensie MCP/PIP/DIP, selectieve PIP/DIP flexie waarbij pols en MCP in extensie Inschakelen - De patient mag de hand inschakelen, geleidelijk opbouwend tot 5 kilo 5
Indien er een extensor lag > 30⁰ in MCP s zichtbaar is, wordt het de gehele richtlijn gevolgd wordt week 7-10 Nachtspalk indien mogelijk afbouwen naar stop wanneer er adhesies bestaan, kan gestart worden met een (dynamische) rekspalk. Overig geen spalk. Oefeningen - continueren actieve oefeningen, nu ook gecombineerd PF en vinger flexie: 5 x daags, 5 x per positie - passieve mobiliteit volledig van de vingers en pols: eerst beginnen met volledige extensie pols met vingers in maximale flexie, daarna ook PF indien nodig: 5 x per dag 5x Inschakelen Belasting wordt opgebouwd naar max.; vanaf week 10 max Indien er een extensor lag > 30⁰ in MCP s zichtbaar is, wordt het de gehele richtlijn gevolgd wordt Literatuur Bulstrode NW, Burr N, Pratt AL, Grobbelaar AO. Extensor tendon rehabilitation: a prospective trial comparing three rehabilitation regimes. J Hand Surg Br. 2005;30(2):175 179. Chester DL, Beale S, Beveridge L, Nancarrow JD, Titley OG. A prospective, controlled, randomized trial comparing early active extension with passive extension using a dynamic splint in the rehabilitation of repaired extensor tendons. J Hand Surg Br. 2002; 27(3):283 288. Eissens MH, Schut SM, vd Sluis CK, Early Active Wrist Mobilization in Extensor Tendon Injuries in Zones 5, 6, or 7, J Hand Ther 2007: jan-march 89-91 Howell J.W., Merritt W.H., Robinson S.J., 2005, Immediate controlled active motion following one 4 7 Extensor Tendon Repair, Journal of hand Therapy, 18:182 190 Howell J.W, Peck F., 2013, Rehabilitation of flexor and extensor tendon injuries in the hand: Current updates, Injury; 44 : 397 402 6
Khandwala AR, Webb J, Harris SB, Foster AJ, Elliot D. A comparison of dynamic extension splinting and controlled active mobilization of complete divisions of extensor tendons in zones 5 and 6. J Hand Surg Br. 2000;25(2):140 146. Merritt WH, Howell JW, Tune R, Saunders S, Hardy M. Achieving immediate active motion by using relative motion splinting after long extensor repair and sagittal band ruptures with tendon subluxation. Oper Tech Plast Reconstr Surg, 2000;7:31 37. Mowlavi A, Burns M, Brown RE. Dynamic versus static splinting of simple zone V and zone VI extensor tendon repairs: a prospective, randomized, controlled study. Plast Reconstr Surg. 2005;115(2): 482 487. Slater RR, Bynum DK (1997). Simplified functional splinting after extensor tenorrhaphy. Journal of Hand Surgery, 22A: 445 451. Sylaidis P, Youatt M, Logan A. Early active mobilization for extensor tendon injuries. the Norwich regime. J Hand Surg Br. 1997; 22(5):594 596. Tang, J. B. (2006). Tendon injuries across the world: Treatment. Injury, 37, 1036 1042 7