Nieuwsbrief Markermeer-IJmeer

Vergelijkbare documenten
PLANSTUDIE OPENBAAR VERVOER SCHIPHOL-AMSTERDAM-ALMERE-LELYSTAD

7. Planstudie Openbaar Vervoer Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad

Nieuwsbrief Markermeer-IJmeer

Hoorn, stad aan het Blauwe Hart

De natuur op orde voor ruimtelijke &

Kostendragers voor Markermeer- IJmeer. Roelof Balk, mei 2012

OV SAAL MLT. Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn

Toezegging/motie/amendement: In de vergadering van Provinciale Staten op 5 juni 2013 heb ik toegezegd u te informeren over de gewijzigde zienswijze

Hoe moet de Noordelijke Randstad eruit gaan zien?

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. Besluit OV SAAL middellange termijn

OV SAAL MLT. Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn

Spoorboekloos reizen in de Randstad - PHS. Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat.

Nieuwsspecial Markermeer - IJmeer

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Geachte mevrouw Dekker,

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Structuurvisie Zuiderzeelijn

Nieuwsbrief Markermeer-IJmeer

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nieuwsbrief Markermeer-IJmeer

Beter spoor tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad

Zwakke schakel Scheveningen

Antwoord 1 Ja. Schiedam Centrum is een van de regionale knooppunten, vergelijkbaar met stations als Rotterdam Blaak en Rotterdam Alexander:

IJsseldelta- Zuid. Nota Ruimte budget 22,4 miljoen euro. Planoppervlak 650 hectare

IJsselsprong Zutphen. Nota Ruimte budget 20 miljoen euro. Planoppervlak 160 hectare

P & R Naar een gezamenlijke strategie Projectplan

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Integrale MIRT / HWBP verkenning Meer Maas Meer Venlo

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Openbaar Miriam van Meerten MIRT

Concept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land

Randstadspoor: meer dan rails leggen. Specialisten buigen zich over financiering. Regio praat mee over dienstregeling NS

Convenant De Blauwe As. Samenwerkende overheden Zuidelijke Randmeren

2. Regio Midden-Holland, vertegenwoordigd door haar portefeuillehouders, de heer D. De Haas en de heer C. De Jong;

REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-VERKENNING ROTTERDAM VOORUIT)

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Rijkswaterstaat, vallend onder de minister van Infrastructuur en Milieu uit Den Haag.

MKBA RRAAM. Maatschappelijke kosten-batenanalyse Rijk-regioprogramma Amsterdam-Almere-Markermeer

Recreatief aanbod voor wandelen en fietsen,

Hatertse en Overasseltse Vennen

METROPOOL REGIO EINDHOVEN

Westflank Haarlemmermeer

Vrijleggen MerwedeLingeLijn Verkenning Spoorkruisingen in Tricht. Roland Jansen - ProRail

Statenmededeling. 1. De provincie Noord-Brabant onderschrijft de doelen uit de notitie Contouren Toekomstbeeld OV 2040.

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Nieuwsbrief 6 17 december 2008 Meerjarenprogramma Externe Veiligheid Overijssel

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 juli 2018 De voortgang van het Kustpact

Zeetoegang IJmond. Rijkswaterstaat Noord-Holland. Beter Benutten Brabant. Programmateam Beter Benutten Brabant. Oktober heden

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 4

Dijkversterking en ruimtelijke ontwikkelingen slim combineren: het kán! Samenvatting van de Perspectievennota Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

Hierbij is aangegeven dat al deze ontwikkelingen moeten passen bij de schaal/bestaande karakteristiek van het gebied.

Rijksstructuurvisie Almere, Amsterdam, Markermeer

VERSLAG BELANGHEBBENDENSESSIE VBIJ IN AMSTERDAM

IJsselmeergebied: duurzame ontwikkeling vanuit ecologisch perspectief

de haven, en maatregelen die uit dit Masterplan volgen direct een MIRT-planstudie (of vergelijkbaar proces) kan starten.

Startbeslissing. Verbreding A4 Vlietland N14. Datum 12 september De Minister van Infrastructuur en Milieu, mw. drs. Schultz van Haegen.

provinsje fryslân provincie fryslân

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006

Luchthavenregeling Stijg- en landingslocaties watervliegtuigen Wings Over Holland

VERSLAG *740288* S T A T E N G R I F F I E V E R S L A G. Registratienummer:


abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw R.C.M. Stadhouders

Leden van Provinciale Staten. Stand van zaken en proces besluitvorming Planstudie N207 Zuid. Geachte Statenleden,

Overview Zuiderzeelijn. Convent Noordelijke Tweede Kamerleden. 6 november 2007

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties.

Camiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat en Bas Verkerk, regiobestuurder van het Stadsgewest Haaglanden

Tracébesluit A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting

Memo. Geachte leden van Provinciale Staten.

2. Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere

1. Onderwerp Geactualiseerde projectbladen Uitvoeringprogramma Regionaal Verkeer en VervoerPlan (UP RVVP) met bijlagen 2.

Ambitieverklaring. Tussen Kagerplassen en Oude Rijn

Een nieuwe ruimtelijke visie voor de regio Arnhem-Nijmegen?

Uitkomst besluitvorming Zwolle - Herfte

Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland. Is het rijk aan zet? Willem Ligtvoet, 19 april 2011

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

Nr.: a/6/A.22, C Groningen, 10 februari 2005

Deltaprogramma Bijlage F. Bestuurlijke Planning DP2015

S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek. Aan de leden van Provinciale Staten

Inhoud van deze presentatie

M E M O. We zien de oplossing niet in grote schaalvergroting naar 1 of 2 gemeenten. We zoeken het in de samenwerking vanuit de inhoud.

Statenvoorstel. Weerkrachtig Zuid-Holland, Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendig Zuid-Holland

Deltaprogramma. De programmatische aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden. Onze delta. Uitdagingen. Kern Deltaprogramma

In de notitie staat de rol van PS en de bijbehorende planning alsvolgt verwoord:

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 16 september 2013 Betreft Rijksprogramma SMASH

Verkenning PLAN VAN AANPAK

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem

Spoorverbetering Arnhem - Winterswijk Technische briefing 23 mei 2018

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

Almere en Amsterdam Hyperbereikbaar via de Hollandse Brug. Samenvatting van een onderzoek naar de regionale OV-bereikbaarheid van Almere

Methode van werken. Vier alternatieven. DE AUTEUrS

Wat wordt de toekomst van de Zuidelijke Ringweg Groningen

PS2009RGW : Concept-Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht (Eindbalans) Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 7

Toerisme en Recreatie

Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V.

paspoort Veerse meer

Notitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst

Transcriptie:

januari 2009 p1. TMIJ en Europa p.2 Metropoolregio Amsterdam beter bereikbaar per OV p4. Kansen voor het Markermeer! p5. Wat iedereen zou moeten weten: het slibmodel, bron IJsbrand Zwart p7. Europees Groenboek Territoriale Cohesie p7. Spoorboekje TMIJ p8. Even voorstellen: Dennis Menting en Sandra van der Vegt Nieuwsbrief Markermeer-IJmeer TMIJ en Europa Recent mocht ik in het Gelderse provinciehuis te Arnhem deelnemen aan een conferentie over het Europese Groenboek territoriale cohesie (zie pag. 7). Het doel van de organisatie, o.a. het Interprovinciaal Overleg en de VNG, was om decentraal input te verzamelen voor een gezamenlijke reactie op dit document over Europees regionaal ontwikkelingsbeleid. Natuurlijk dacht ik aan de verschillende partijen, overheden en maatschappelijke organisaties, die aan het Samenwerkingsverband Markermeer-IJmeer deelnemen. Vier parallelle workshops met als thema s concurrentiekracht, stad/land, stedelijke herstructurering en duurzaamheid moesten de nodige input opleveren. In de workshop duurzaamheid heb ik het Ontwikkelingsperspectief Markermeer-IJmeer toegelicht. Ik heb hierbij mijns inziens met succes - proberen aan te tonen dat Markermeer IJmeer een best practice is van territoriale cohesie. Volgens mij is een integraal gebiedsgerichte benadering bij beleidsontwikkeling hèt antwoord op toekomstigbestendig investeren in de woon-, werk- en recreatiemogelijkheden van een dichtbevolkt gebied. Duurzaamheid of toekomstbestendigheid loopt ook als een rode draad door het Groenboek territoriale cohesie. > De Stuurgroep Toekomst Markermeer-IJmeer wil u als betrokkenen graag op de hoogte houden van ontwikkelingen die het project aangaan. Deze nieuwsbrief verschijnt daarom maandelijks als digitale en/of papieren uitgave. Elk kwartaal ontvangt u een Nieuwsspecial waarin we meer ruimte voor verdieping hebben. Terugkerende onderdelen zijn de rubriek Wat iedereen zou moeten weten en de agenda, veelal aangevuld met berichten over voor het project belangrijke, actuele ontwikkelingen. Voor opmerkingen of vragen, voor het doorgeven van namen en adressen van mensen die de nieuwsbrieven ook zouden willen ontvangen, kunt u contact opnemen met: info@markermeerijmeer.nl of 0320-265 497.

Een concreet voorbeeld bij Markermeer IJmeer is hoe beleid over Natura 2000- gebieden enerzijds en buitendijks bouwen anderzijds integraal kunnen opgepakt worden. De rol van Europa daarbij is volgens mij dat dit ten eerste mee zorg dient te dragen voor voldoende financiële middelen en ten tweede flexibiliteit of maatwerk in regelgeving mogelijk moet maken. Robert-Jan Piet, wethouder van de gemeente Heerhugowaard, sprak in dezelfde workshop over de ontwikkeling van een regionaal duurzaam bedrijventerrein als voorbeeld van territoriale cohesie. Wie mijn bestuurlijke achtergrond, o.a. in de Kamer van Koophandel van Flevoland, een beetje kent, zal onmiddellijk begrijpen dat ik Piets schets erg interessant vind. Interessant is ook de inhoud van deze eerste nieuwsbrief van het jaar. Daarin schenken we aandacht aan de kansen die de beleidsnota IJsselmeergebied van het kabinet biedt voor veilige, ecologische èn ruimtelijke ontwikkelingen in het Markermeer en IJmeer. Tevens gaan we in op de jongste stand van zaken in het met TMIJ samenhangende Randstad Urgent-project van OV SAAL. Daarin wordt niet alleen gesproken over ambitieuze plannen om dit deel van de Randstad beter bereikbaar te maken via verbeterde bestaande verbindingen, maar ook over nieuwe door het IJmeer. We belichten acht kansrijk geachte pakketten van oplossingen. Tenslotte presenteren we in de vaste rubriek Wat iedereen zou moeten weten het zogeheten slibmodel van het bureau Deltares. Dat is een computersimulatie waaruit blijkt dat het slibprobleem in het Markermeer IJmeer inderdaad beheersbaar is zoals we in het Ontwikkelingsperspectief al aangaven. En dat vinden we een goed begin van het nieuwe jaar! Andries Greiner, Gedeputeerde van Flevoland Metropoolregio Amsterdam beter bereikbaar per OV Het project Openbaar Vervoer Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (OV SAAL) heeft als doel om de bereikbaarheid in deze corridor zo te verbeteren dat een kwaliteitssprong wordt bereikt. Onderzocht wordt welke maatregelen genomen moeten worden om knelpunten in de capaciteit en kwaliteit op het spoor en in het OV op te lossen. Het onderzoek onderscheidt drie fasen: - De korte termijn, met het oog op de opening van de Hanzelijn eind 2012 - De middellange termijn, in verband met de voortgaande groei van het aantal OV reizigers op de SAALcorridor - De lange termijn, wanneer de vraag verder toe zal nemen gezien de grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen die voorzien zijn in de Metropoolregio Amsterdam, zoals de Schaalsprong van Almere en de toekomstige ontwikkeling van de luchthavens Schiphol en Lelystad Het project OV SAAL maakt deel uit van het programma Randstad Urgent. Het project wordt aangestuurd door een bestuurlijk duo, minister Eurlings en wethouder Herrema van Amsterdam. Mevrouw Jeltje van Nieuwenhoven is de ambassadeur van het project OV SAAL. Kabinetsbesluit 20 maart 2008 In maart 2008 heeft het kabinet besloten om ruim 600 miljoen euro te investeren in een pakket maatregelen dat op korte termijn (2013/2014) gerealiseerd zal zijn en om hiervoor een planstudie te starten. Deze planstudie wordt uitgevoerd door ProRail. Het maatregelenpakket bestaat uit aanpassingen en verbeteringen aan en op het bestaande spoor. Zo worden maatregelen genomen ten westen en ten oosten van station Amsterdam Zuid en wordt de Flevolijn in Almere gedeeltelijk verdubbeld naar vier sporen. Op het traject Schiphol-Amsterdam-Almere- Lelystad gaat de frequentie van de treinen omhoog. Zo rijden er straks 12 treinen per uur tussen Almere en Amsterdam in plaats van de huidige 6. Er ontstaan meer reismogelijkheden, minder vertragingen, er rijden minder volle treinen en er komt dus meer comfort voor reizigers. Met het maatregelenpakket voor de korte termijn wordt een eerste stap gezet op weg naar het spoorboekloos rijden, een belangrijke ambitie van het huidige kabinet. Maar daarmee zijn we er niet. Ook op de middellange termijn zijn maatregelen op het spoor nodig. Hiervoor is circa 750 miljoen euro beschikbaar. Het kabinet zal eind 2009 besluiten in welke maatregelen geïnvesteerd zal worden. Het middellange termijn maatregelenpakket dient in de periode 2015-2020 gerealiseerd te worden. Het kabinet heeft in maart 2008 tevens besloten om een nadere verkenning te starten naar de OV-oplossingen die op de lange termijn nodig zijn. Het gaat dan om de periode na 2020. Het kijkt niet alleen naar investeringen in het spoor maar naar investeringen in het regionale OV-netwerk. Op dit moment wordt een breed scala aan OV-oplossingen onderzocht, zowel via de bestaande verbinding over de Hollandse Brug als via een nieuwe verbinding door het IJmeer. Besluiten hierover neemt het kabinet in samenhang met die over een aantal andere projecten. Het gaat dan om de Schaalsprong Almere, de Toekomstagenda

Markermeer-IJmeer, de Lange Termijn Verkenning Schiphol-Lelystad en de préverkenning Almere-Gooi-Utrecht. De keuze voor de OV-investeringen zal bijvoorbeeld afhangen van de richting waarin Almere gaat groeien (west- of oostwaarts) en de mogelijkheden die er zijn om infrastructuur aan te leggen in het IJmeer. In het najaar van 2009 wordt een belangrijke stap gezet. Dan zal het kabinet een voorkeur uitspreken rond al die projecten. Dat gebeurt in de zogeheten RAAM-brief (Rijksbrief Amsterdam-Almere-Markermeer) waarover in de nieuwsspecial van december is bericht. Tussenrapportage Eind 2008 is een tussenrapportage verschenen. Hierin zijn onder meer de resultaten opgenomen van het onderzoek naar de langetermijnoplossingen. In totaal lagen er meer dan 30 alternatieven en varianten. Geen van deze kon individueel aan alle voor OV SAAL geformuleerde opgaven voldoen. Daarom zijn er acht maatregelpakketten samengesteld. Er is onderscheid gemaakt naar pakketten via de bestaande verbinding (de Hollandse brug), een nieuwe verbinding (door het IJmeer) en pakketten die maatwerk bieden voor de gedefinieerde opgaven (hetzij via het IJmeer, hetzij via de Hollandse Brug). De acht pakketten zijn beoordeeld op verschillende aspecten. Gekeken is welke voordelen de reizigers ervan ondervinden, welke kosten en risico s ermee verbonden zijn, welke effecten de oplossingen hebben op natuur en milieu, etcetera. Inmiddels zijn vijf oplossingen geselecteerd die nader zullen worden onderzocht en die deel uit zullen maken van de besluitvorming die dit jaar plaatsvindt. Dat zijn: 1. Het versterken van de huidige spoorlijn mét aanvullende aftakkingen naar toekomstige gebiedsontwikkelingen; 2. Een Regiorail door het IJmeer die deels gebruik maakt van bestaande spoorinfrastructuur; 3. Een oplossing met aan de oostzijde van de corridor een Regiorail door het IJmeer en aan de westzijde een metro (doorgetrokken Noord-Zuidlijn van Amsterdam Zuid naar Schiphol); 4. Een metroverbinding door het IJmeer; 5. Een magneetzweefbaan door het IJmeer. De tussenrapportage wordt binnenkort vastgesteld door het bestuurlijk duo van het project OV SAAL en wordt daarna openbaar. Meer informatie is te vinden op de website, www.ovsaal.nl. Markermeer - IJmeer 3

Kansen voor het Markermeer! De recent gepubliceerde beleidsnota IJsselmeergebied (opgesteld door V&W, VROM en LNV) geeft kaders voor veiligheid, ecologie en ruimtelijke ontwikkelingen en beschrijft de ambities van dit kabinet. Katja Portegies, projectleider beleidsnota IJsselmeergebied, licht kortweg toe wat die kaders en ambities betekenen voor het Markermeer. IJmeer in samenhang met de Schaalsprong bij Almere en de openbaar vervoer verbinding Schiphol-Amsterdam- Almere-Lelystad. Dit besluit, te nemen in het kader van het programma Randstad Urgent, gaat dus onder andere over de toekomst van de ecologische ontwikkeling in het Markermeer-IJmeer. In oktober zal hierover een brief naar de Kamer worden gestuurd. De eerste resultaten van de natuurpilot Markermeer-IJmeer zijn voor dit besluit van groot belang omdat het groene element in de Randstad Urgent-portefeuille zorgt voor balans en verbreding van ambities. Foto: Nieuwe Gracht De ontwerpbeleidsnota IJsselmeergebied is eind vorig jaar verschenen als bijlage bij het Nationaal Waterplan. Dit plan beschrijft de maatregelen die nodig zijn om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten. Het waterplan bevat een eerste uitwerking van het advies van de Deltacommissie. In 2009 werkt het kabinet aan een Deltawet waarin het Deltaprogramma en de basis voor een solide financiering wordt geregeld. Ruimte voor natuur Het achtergrondverhaal is vaker verteld. De natuurwaarden in het Markermeer staan erg onder druk. Sinds begin jaren tachtig zijn sommige vogelsoorten met 70% afgenomen. De afname van belangrijke voedselbronnen is hiervoor een belangrijke oorzaak. De stijging van de watertemperatuur en de grote hoeveelheid opwervelend slib lijken de afname van de voedselbronnen te verklaren. Extra investeringen in onderzoek naar effectieve maatregelen om de natuurkwaliteit in het Markermeer en IJmeer te versterken, krijgen de komende jaren de vorm van meer wetenschappelijk onderzoek en praktijkproeven in de natuurpilot Markermeer-IJmeer. Het kabinet wil in het Markermeer randvoorwaarden scheppen voor een robuust ecologisch systeem, en wel zo robuust dat het mogelijkheden biedt voor een intensivering van het ruimtegebruik. In oktober van dit jaar neemt het kabinet dan ook een principe-besluit over de Toekomstagenda Markermeer- Daarnaast zijn er momenteel diverse dijkversterkingstrajecten rond het Markermeer in uitvoering. Bij deze trajecten zoekt het rijk naar combinaties van dijkversterking en natuurontwikkeling. Ook bij de versterking Houtribdijk wordt naar synergie tussen dijkversterking en natuurontwikkeling gezocht. Ruimte voor buitendijkse ontwikkelingen Het Nationaal Waterplan kiest zoveel mogelijk voor het bieden van kansen voor ontwikkeling. De peilen van het Markermeer en de randmeren langs de Veluwe worden los gekoppeld van de toekomstige stijging van het IJsselmeerpeil. Er ontstaan daardoor kansen voor natuurontwikkeling en voor wonen en recreatie in het buitendijks gebied. Dit geldt voor een maximale omvang van 5 hectare per gemeente tot 2040. Alleen in het Markermeer zijn grootschalige buitendijkse ontwikkelingen mogelijk bij Amsterdam, Almere en Lelystad. Bij deze gemeenten gaat het om respectievelijk 350 hectare (dit sluit aan bij de reeds in gang gezette ontwikkelingen bij IJburg), 700 hectare en 150 hectare ruimte. De vrijstelling laat onverlet dat aan andere criteria voldaan moet worden waaronder de Natuurwetgeving. 1) Voor buitendijkse ontwikkeling hoeft het verlies aan waterbergend vermogen niet gecompenseerd te worden. Dit is een beleidswijziging ten opzichte van de nota Ruimte. Aandacht voor ruimtelijke kwaliteit Buitendijkse bebouwing moet wel een toegevoegde waarde hebben ten opzichte van de bestaande kernkwaliteiten 4

en karakteristieken van het waterlandschap. Er mag geen verrommeling ontstaan in het buitendijkse gebied. Dat kan in ieder geval door bij de ruimtelijke uitwerking heel zuinig te zijn op de bestaande zichtlijnen. Dat zicht is immers wat het waterlandschap in het IJsselmeergebied uniek maakt. Bij het ontwerp van buitendijkse ontwikkelingen is het streven om de ecologie en waterveiligheid te versterken. Dit kan door in het ontwerp aandacht te besteden aan landwaterovergangen. Na overleg met de provincies wil het kabinet nog in 2009 een kwaliteitsteam instellen dat buitendijkse ontwikkelingen op basis van een handreiking toetst op de ruimtelijke kwaliteit. Het College van Rijksadviseurs zal adviseren over de rol, de samenstelling en de looptijd van het kwaliteitsteam en over de inhoud van de handreiking. Flexibel peilbeheer Buitendijkse ontwikkelingen in het Markermeer moeten wel rekening houden met een flexibeler peilbeheer, wat kan leiden tot een maximale zomerpeilverhoging van 30 cm ten opzichte van het huidige zomerpeil. Het doel hiervan is om ook in het Markermeer de beschikbaarheid van zoet water binnen het huidige systeem van dijkhoogten te optimaliseren. Op termijn kan dit flexibeler peilbeheer overgaan in een meer seizoensgebonden peilbeheer dat kansen biedt voor natuurontwikkeling. Hiervoor wordt een peilbesluit voorbereid dat in 2012 wordt genomen. Meer informatie over dit onderwerp? Katja Portegies 070-3518922 06-51847732 katja.portegies@minvenw.nl Projectleider beleidsnota IJsselmeergebied DG Water Ministerie Verkeer en Waterstaat Wat iedereen zou moeten weten: Probleem slib in computermodel oplosbaar Slib is de grote boosdoener waardoor de natuur van het Markermeer en IJmeer achteruitgaat. Door de aanleg van de Houtribdijk kan het van nature aanwezige slib niet langer worden afgevoerd. Dit teveel aan slib heeft onder meer een nadelige invloed op de driehoeksmossel die belangrijk is als voedselvoorraad voor watervogels. Ook is een achteruitgang merkbaar van de waterplanten met negatieve gevolgen voor de ondergedoken waterplanten etende vogels. De grote vraag is: kunnen we het slib beheersen? Het belang vanuit TMIJ Het slibprobleem is voor de projectorganisatie TMIJ relevant vanwege haar breed gedragen uitgangspunt voor het Ontwikkelingsperspectief. Dat is de verbetering van de ecologische kwaliteit van het Markermeer en IJmeer. En wel op zo n wijze dat een veerkrachtig systeem ontstaat dat zichzelf in stand kan houden plus genoeg kracht heeft om veranderingen in het systeem bijvoorbeeld door klimaatveranderingen of stedelijke, inclusief infrastructurele ontwikkelingen en recreatieve ontwikkelingen aan te kunnen. In het Ontwikkelingsperspectief wordt een aantal inrichtingsmaatregelen voorgesteld om de ecologie van het Markermeer en IJmeer te verbeteren. Zo wordt gedacht aan het realiseren van helder (slibarm) water bij de Noord-Hollandse kust en troebel (slibrijk) water bij de Flevolandse kust. In de delen van de heldere zone met een waterdiepte tot 3 meter kunnen ondergedoken waterplanten tot ontwikkeling komen. De grote vraag is of met maatregelen het slib daadwerkelijk te sturen is zodat de gradiënt in de slibrijkdom van het water ontstaat. Afbeelding 1: slibconcentraties in waterkolom bij model eilanden en putten, bron Deltares Een slibmodel Als onderdeel van het project Autonoom Neergaande Trends heeft Rijkswaterstaat aan Deltares opdracht gegeven om met hulp van een driedimensionaal computermodel te onderzoeken of het slibprobleem inderdaad beheersbaar is. Uitgangspunt van de computersimulatie is niet de huidige situatie maar een referentiesituatie. In de referentiesituatie is onder andere al een oermoeras tegen de Houtribdijk bij Lelystad aangelegd. Zo n grootschalig oermoeras zorgt ervoor dat er bij zwaar weer minder hoge golven ontstaan waardoor er in het meer minder slib opwervelt. Deelgebieden Voor de computersimulatie zijn drie deelgebieden van het Markermeer en IJmeer onder de loep genomen. Het gaat om de Hoornse Hop, het eiland Marken en het midden van het meer. > Markermeer - IJmeer 5

Voor de Hoornse Hop zijn de resultaten van vier scenario s berekend waarin virtueel respectievelijk dammen, eilanden, putten en eilanden en putten werden aangelegd. Gebleken is dat een reeks aan eilanden en eilanden met putten (afbeelding 1) de beste resultaten te zien geven. Het effect van twee dammen aansluitend op de kust blijkt minder groot (afbeelding 2); de aanleg van een reeks putten geeft nauwelijks verlaging van de slibconcentratie, alleen direct boven de put. Bij het eiland Marken zijn twee scenario s. Het ene gaat uit van de aanleg van een grote dam aan de noordzijde van Marken in de vorm van een arm die bij Het Paard aan land vast zit, het andere van een kleine arm. De grote arm blijkt de grootste vermindering van slibconcentraties op te leveren (afbeelding 3) en ook nog invloed te hebben op een groter gebied om de dam heen. De kleine dam heeft alleen lokaal effect in het gerealiseerde luwtegebied. Verder is berekend wat het effect is van een grote put in het midden van het Markermeer. Daaruit bijkt dat een lagere slibconcentratie voornamelijk wordt gevormd aan de westkant van de put (afbeelding 4). De put blijkt als slibvang te werken en invloed te hebben op de dikte van de sliblaag. Vervolgens heeft Deltares bekeken welke effecten de som van de maatregelen voor het gehele meer heeft. In dit zogenaamde alles uit de kast - scenario zijn de best scorende maatregelen van de deelgebieden samengevoegd. Voor de Hoornse Hop is dat de combinatie van putten en eilanden. Voor het eiland Marken betekent het de aanleg van een grote arm. En voor het midden van het meer is het de aanleg van een grote put. Uit deze simulatie komt naar voren dat het effect van de gecombineerde maatregelen groter is dan de som der delen (afbeelding 5). Conclusie De berekeningen van het slibmodel laten zien dat het mogelijk is het slibprobleem te beheersen. Het alles uit de kast -scenario bevestigt wat al in het Ontwikkelingsperspectief staat. Met hulp van een aantal grootschalige maatregelen is er een slibgradiënt te maken. Enkele kleine maatregelen zoals de aanleg van een klein arm bij Marken of putten bij de Hoornse Hop zijn niet afdoende. Afbeelding 2: slibconcentraties in waterkolom bij model dammen, bron Deltares Afbeelding 3: slibconcentraties in waterkolom bij model grote arm, bron Deltares Afbeelding 4: slibconcentraties in waterkolom bij model grote put, bron Deltares Afbeeldinmg 5: slibconcentraties in waterkolom bij model alles uit de kast, bron Deltares 6

Europees Groenboek Territoriale Cohesie TMIJ genoemd als praktijkvoorbeeld Het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) organiseerden in samenwerking met het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP), de vier grote steden (G-4) en de stedelijke netwerken op 9 januari in Arnhem samen een werkconferentie. Deze was bedoeld als voorbereiding op de Nederlandse decentrale reactie op het Groenboek (discussiedocument) territoriale cohesie. Flevolands gedeputeerde Andries Greiner bracht het Ontwikkelingsperspectief Markermeer-IJmeer in. De ochtendsessie van de werkconferentie vormde een hoorzitting waaraan Lewis Dijkstra, werkzaam bij de Europese Commissie en mede-auteur van het Groenboek, en de Nederlandse Europarlementariër Lambert van Nistelrooij deelnamen. Van Nistelrooij is namens het Europees Parlement rapporteur over het Groenboek. De middagsessie bestond uit vier parallelle workshops en een afsluitende plenaire sessie. De conclusies uit de workshops vormen de input voor het uiteindelijke IPO/VNG-position paper, dat na bestuurlijke goedkeuring als reactie op het Groenboek bij de Europese Commissie zal worden ingediend. In zijn bijdrage namens Flevoland stelde gedeputeerde Greiner het project Toekomstagenda Markermeer- IJmeer voor als best practice van territoriale cohesie (zie de inleiding van deze nieuwsbrief). Greiner nam deel aan de workshop Duurzaamheid. De deadline voor het reageren op het Groenboek loopt af op 28 februari van dit jaar. Definitie De basis voor het concept territoriale cohesie ligt in het Verdrag van Lissabon. Hierin is territoriale cohesie opgenomen naast sociale en economische cohesie. Het vormt daarmee een Foto: Nieuwe Gracht cruciaal onderdeel voor het toekomstige regionaal beleid. Daarnaast vormt territoriale cohesie een belangrijk element van de Territoriale Agenda van de lidstaten uit mei 2007. Hoewel er al sinds het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw over territoriale cohesie wordt gesproken is er nog nooit een eenduidige definitie van het begrip vastgesteld. De Commissie is van mening dat er sprake moet zijn van een open discussie waarin verschillende partijen kunnen aangeven hoe zij territoriale cohesie zien en wat de implicatie van het begrip op het beleid is. Spoorboekje TMIJ Activiteit Tijdstip Ambtelijke sessies met de regio om wensen en kansen in kaart brengen t.b.v. de variantenstudie. Januari 2009 Markermeer - IJmeer 7

Colofon Redactie en vormgeving: Projectbureau TMIJ m.m.v. Hugo van den Broeke, Ingrid van Bree en Axis Media-ontwerpers Even voorstellen: Sandra van der Vegt Na de start van het project Toekomst Markermeer-IJmeer (TMIJ) is Sandra in december 2006 begonnen als programmasecretaris van het omgevingsmanagement. Bij TMIJ draagt zij zorg voor de procesaansturing van het project en bewaakt zij de strategie. Zij werkte voorheen al bij Provincie Flevoland aan het omgevingsplan waarvan TMIJ een van de speerpunten is. Ook heeft ze geholpen met de startup van kleinere projecten waarbij ze projectleiders heeft begeleid in het projectmatig werken en het opstellen van projectplannen. Vanuit haar achtergrond als hydroloog is Sandra erg geïnteresseerd in alles wat met water te maken heeft. Zo heeft zij voorheen onder meer gewerkt bij een waterschap, een waterleidingsbedrijf en een ingenieursbureau. Bij TMIJ werken mensen uit verschillende vakgebieden. Iedereen spreekt hier dan ook een eigen taal, onder meer vanuit management, juridica of ecologie. Ervoor zorgen dat iedereen elkaar begrijpt en op dezelfde lijn werkt zie ik als mijn grootste uitdaging. Ook het werken binnen integrale projecten waarbij je te maken hebt met mensen die vanuit diverse vakgebieden hun belangen proberen te behartigen maakt dit werk voor Sandra zo interessant. Daarnaast creëert ze graag een omgeving waarin mensen de ruimte krijgen om te kunnen doen waar ze goed in zijn. Oorspronkelijk komt zij uit Den Haag en ze is nu woonachtig in Lelystad. Haar grootste hobby is het zorgen voor haar twee kleine kinderen. Daarnaast vind ze het leuk om bezig te zijn met creatieve taartdecoraties e.d. Sandra is drie dagen per week werkzaam voor TMIJ. Even voorstellen: Voorstellen Dennis Menting Sinds het prille begin van het project Toekomstagenda Markermeer-IJmeer (TMIJ), augustus 2006, is Dennis Menting hierbij betrokken. Momenteel vervult hij de functie van deelprojectleider van de Variantenstudie. Deze studie heeft als doel om samen met de regio ruimtelijke, integrale inrichtingsvarianten voor het Markermeer en IJmeer te ontwikkelen. Bij zijn sollicitatie in 2006 als beleidsmedewerker bij Provincie Flevoland wist hij dat TMIJ een fors deel van zijn werkzaamheden zou omvatten. Na het VWO is hij sociale geografie gaan studeren in Utrecht waarbij hij zich in het derde en vierde jaar heeft gespecialiseerd in het vakgebied planologie. De grootste uitdaging van het project TMIJ vind Dennis de inhoudelijke en procesmatig complexiteit. Om onder voortdurende tijdsdruk tijdig je producten te ontwikkelen waar ook het samenwerkingsverband en de regio zich in kunnen vinden, spreekt me ontzettend aan. Naast TMIJ houdt hij zich bezig met het uitvoeren van het provinciaal windenergiebeleid dat moet resulteren in een vermindering van het aantal windturbines in Flevoland en een vergroting van het opgewekt vermogen. Voordat Dennis bij TMIJ is komen werken was hij adviseur regionale ontwikkeling en strategie bij Rijkswaterstaat IJsselmeergebied. Daarvoor werkte hij als projectleider vergunningen in de spoorwegbouw. Dennis is geboren en getogen in Meddo, een dorp in de buurt van Winterswijk. Als hobby s doet hij aan hardlopen en fietsen. Verder kookt en leest hij graag en gaat hij vaak naar de bioscoop. Dennis is twee dagen per week werkzaam voor TMIJ. Markermeer - IJmeer