Het koopstromenonderzoek is openbaar en kan worden geraadpleegd via

Vergelijkbare documenten
College van Burgemeester en Wethouders

LEESWIJZER FACTSHEETS

Koopstromen in beweging

Herkomsttabellen Almere & Nijkerk Randstad Koopstromenonderzoek 2011

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I

Rapport KOOPSTROMENONDERZOEK PROVINCIE UTRECHT Februari

LEESWIJZER FACTSHEETS

Koopstromen Hellevoetsluis Randstad Koopstromenonderzoek 2011

Inhoudsopgave. 2. Regiofunctie Amersfoort Centrum. 3. Functioneren van de binnenstad. 4. Vergelijking van Amersfoort met andere binnensteden

Factsheets Leeswijzer

Koopstromen Zeist Randstad Koopstromenonderzoek 2011

Koopstromen in Utrecht mei 2012

Acht opvallende weetjes over koopstromen in de Randstad :58

KoopstromenMonitor Gemeente Hilversum

Kopen in Utrecht. Winkelatlas gemeente Utrecht Maart 2012

Randstad Koopstromenonderzoek 2011 Regiorapport Westfriesland. Koopstromen regio Westfriesland Randstad Koopstromenonderzoek 2011.

Rapport WINKELATLAS DEVENTER. Resultaten koopstromenonderzoek 2015 December

WAAR GAAT HET HEEN? Randstad Koopstromenonderzoek 2011

Winkelen in het Internettijdperk

Internetwinkelen: bijna iedereen doet het Resultaten uit het Koopstromenonderzoek Randstad 2011 (KSO2011)

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT STEENWIJK. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Augustus

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT GOOR. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Fun of functie: koopstromen. Kennis en Economisch Onderzoek

Factsheets. Profielen gemeentes van Utrecht

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente

Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Samenvatting Inleiding Werkgelegenheid Brabantse detailhandel Winkelaanbod in Noord-Brabant... 8

Gemeente Hof van Twente. Koopstromenonderzoek 2005 Deelrapport kernen Hof van Twente

De KoopstromenMonitor

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT HATTEM. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT MARKELO. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

VOOR WIE? WAAROM? WAT? DOOR WIE?

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT ENSCHEDE. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT ENSCHEDE. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 December

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT HENGELO. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT WEZEP. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Scheveningen DPO niet-dagelijkse sector

Leegstand van bedrijfsvastgoed in de Dordtse Binnenstad

Koopstromenmonitor. Druten

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT DELDEN. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Distributieve analyse uitbreiding supermarkt Beethovenstraat Heemskerk

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT KERN DEDEMSVAART. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

KOOPSTROMENSCAN CENTRUM DRACHTEN

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

Alles blijft Anders. Het winkellandschap Gerard Zandbergen CEO Locatus

Onderwerp: Regionaal en lokaal Koopstromenonderzoek 2016 in het kader van het proces Regionaal Programma Werklocaties (RPW)

winkelmarkt zuid-nederland Noord-Brabant en Limburg

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT KERN HARDENBERG. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN HOOFDRAPPORT. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 September

Deelrapport gemeente Arnhem KOPEN IN ARNHEM. Koopstromenonderzoek regio Arnhem-Nijmegen 2016 Oktober

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT ERMELO. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Nieuwegein is geen eiland, ontwikkelingen in de regio

De KoopstromenMonitor. Consumentenbestedingen gemeente Beek. Samengesteld in opdracht van Rabobank Westelijke Mijnstreek

Begeleidingscommissie

De KoopstromenMonitor. Consumentenbestedingen gemeente Assen. Samengesteld in opdracht van Rabobank Assen-Beilen

research Rapport Koopstromenonderzoek regio Arnhem-Nijmegen 2016 Oktober 2016 >

Koopstromenonderzoek 2011 Gemeenterapport gemeente Hoorn. Koopstromen Hoorn Koopstromenonderzoek Gemeenterapport gemeente Hoorn

Leegstand detailhandel: oorzaken en wat doen we ermee? Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 22 april 2015

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april super

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT KERN OLDEBROEK. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Koopstromenonderzoek 2011 Gemeenterapport Enkhuizen. Koopstromen Enkhuizen Koopstromenonderzoek Gemeenterapport Enkhuizen

Koopstromen Stede Broec Koopstromenonderzoek 2011

Koopstromenonderzoek 2011 Gemeenterapport gemeente Medemblik. Koopstromen Medemblik Koopstromenonderzoek Gemeenterapport gemeente Medemblik

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT GEMEENTE WESTERVELD. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Staat van de detailhandel, Stadsdeel Noord

Koopstromenonderzoek 2011 Gemeenterapport gemeente Opmeer. Koopstromen Opmeer Koopstromenonderzoek Gemeenterapport gemeente Opmeer

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april super

Vereniging van Commercieel Vastgoed Binnenstad Dordrecht. Jasper Mos, wethouder economie Dordrecht Dordrecht, 6 februari 2012

Koopstromen Drechterland Koopstromenonderzoek 2011

ZWOLLE perifere detailhandel hoek Blaloweg/Katwolderweg

winkelruimte zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland

Bijlage 2: Koopstromenonderzoek. Binnenstad Breda Voorjaar Opdrachtnummer: Dataverzameling: maart 2013 Oplevering: maart 2013

Winkelatlas Rotterdam2011

KOOPSTROMENONDERZOEK.

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2017 Toelichting, 23 mei super

Onderwerp Brief aan gemeenteraad inzake Koopstromenonderzoek Randstad 2011

Gemeente Haaksbergen kern Haaksbergen

Randstad Koopstromenonderzoek 2011 Hoofdrapport. 4 Economisch functioneren

Gemeente Haren Actualisatie Distributie planologisch onderzoek

Koopstromenonderzoek 2011 Gemeenterapport gemeente Koggenland. Koopstromen Koggenland Koopstromenonderzoek Gemeenterapport gemeente Koggenland

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT ZWOLLE. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Perspectief Kerkelanden. 1 Inleiding. 2 Actuele situatie. 2.1 Actueel winkelaanbod Hilversum. Blauwhoed Vastgoed. Actueel DPO.

Eindhoven, regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven SRE Eindrapport

97% 24% 27% 0% 25% 50% 75% 100%

Notitie Onderzoek Verruiming Winkeltijden

Zuidwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

winkelruimte oost-nederland Overijssel en Gelderland

Centrummonitor Hengelo Oktober 2014

De KoopstromenMonitor

ARNHEM-NIJMEGEN

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2019 Toelichting, 2 juli 2019

Drenthe, Friesland en Groningen. Landelijke marktontwikkelingen

Gemeente Hof van Twente kern Diepenheim

Rapportage DistributiePlanologischOnderzoek (DPO) ten behoeve van de uitbreiding van Tuincentrum de Bosrand te Alphen aan den Rijn 2012

DE ECONOMIE VAN HOORN IN CIJFERS

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Koopstromenonderzoek. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp. BW-nummer. Programma Economie & Werk

Transcriptie:

Bijlage aan onderwerp van dienst afdeling telefoon datum Gemeenteraad Gouda Koopstromenonderzoek 2011 Hans van den Akker 16 januari 2012 Analyse Koopstromenonderzoek 2011 voor Gouda en Midden-Holland 1. Inleiding 1.1 Achtergrondinformatie Op 23 november jl. is het Randstad Koopstromenonderzoek 2011 verschenen. Dit is de vijfde editie van het koopstromenonderzoek, dat oorspronkelijk is gestart door de Provincie Zuid-Holland. Dit jaar is naast Zuid-Holland en Utrecht, ook de provincie Noord-Holland in het onderzoek vertegenwoordigd. Het onderzoek bestrijkt daarmee vrijwel de gehele Randstad. Het koopstromenonderzoek (KSO) brengt de samenstelling van het winkelaanbod en het koopgedrag van consumenten in beeld. Daarnaast signaleert het KSO trends en ontwikkelingen voor de detailhandel. Dit jaar is speciale aandacht besteed aan internetwinkelen en het winkelen op zondag. Het koopstromenonderzoek biedt inzicht in het ruimtelijk koopgedrag en de beleving van de consument en het economisch functioneren van winkelgebieden. Het laatste koopstromenonderzoek dateert uit 2004. Sinds 2004 is het economisch landschap in Nederland fors veranderd. In 2008 kenden we de kredietcrisis die inmiddels is verdiept in een economische crisis die trekken heeft van een economische recessie. Dit heeft gevolgen voor het koopgedrag van consumenten. Daarnaast heeft het internet als alternatief aankoopkanaal sinds 2004 een enorme vlucht genomen. De gevolgen hiervan voor de omzetontwikkeling in winkelgebieden laten zich in dit koopstromenonderzoek zien. Het koopstromenonderzoek is openbaar en kan worden geraadpleegd via www.kso2011.nl. 1.2 Begripsbepaling Centrale thema s in het onderzoek zijn koopkrachtbinding, koopkrachttoevloeiing, koopkrachtafvloeiing, detailhandelsomzet en vloerproductiviteit. Koopkrachtbinding is de mate waarin inwoners van een plaats hun aankopen doen in winkels die in deze plaats gevestigd zijn. Koopkrachttoevloeiing is de mate waarin inwoners uit andere plaatsen aankopen doen in een aankoopplaats. Koopkrachtafvloeiing zijn de bestedingen van inwoners van een gemeente die buiten de eigen plaats worden gedaan.

Het bestedingspotentieel van een geografisch gebied is het totaal aan winkelbestedingen die door inwoners van dit gebied gedaan kunnen worden. Dit wordt berekend door het inwoneraantal te vermenigvuldigen met de gemiddelde (landelijke) besteding per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd naar de inkomenssituatie in het betreffende gebied. De koopkrachtbinding en toevloeiing worden uitgedrukt als percentage van het bestedingspotentieel in het geografisch gebied. Dit geldt ook voor de koopkrachtafvloeiing naar andere aankoopgebieden en internet. De detailhandelsomzet in een bepaald aankoopgebied wordt berekend door de koopkrachtbinding en de koopkrachttoevloeiing bij elkaar op te tellen. De vloerproductiviteit is de gemiddelde detailhandelsomzet (inclusief BTW) per vierkante meter winkelvloeroppervlak (exclusief leegstandsmeters). Een lage vloerproductiviteit duidt op een situatie van disbalans: ofwel er is sprake van overbewinkeling of er is sprake van een te lage oriëntatie op de eigen winkelvoorzieningen, of er is sprake van een combinatie van beide. De vloerproductiviteit wordt beïnvloed door de hoeveelheid winkelvloeroppervlak in een aankoopgebied, de ligging, de prijs/kwaliteit segmentering van de gevestigde winkels en de branchering. Het onderzoek maakt onderscheid tussen dagelijkse en niet-dagelijkse aankopen. Dagelijkse aankopen zijn uitgaven aan boodschappen en persoonlijke verzorging. Niet-dagelijkse aankopen zijn bestedingen aan de volgende artikelen: kleding, schoenen en lederwaren, electronica en bruin- en witgoed, huishoudelijke artikelen, woninginrichting, doe-het-zelf, bloemen, planten en tuinartikelen, vrijetijdsartikelen (sportartikelen maar ook bijvoorbeeld speelgoed, games, boeken en DVD s) en juweliersartikelen. 1.3 Opzet analyse Deze analyse biedt inzicht in de resultaten van het koopstromenonderzoek 2011. Paragraaf 2 beschrijft de algemene tendensen die uit de resultaten naar voren komen. Paragraaf 3 gaat in op de specifieke resultaten voor Midden-Holland en Gouda ten aanzien van het winkelaanbod en de leegstand. Paragraaf 4 gaat in op de specifieke resultaten voor Midden-Holland en Gouda ten aanzien van de koopstromen. Paragraaf 5 biedt inzicht in het economisch functioneren van Gouda in relatie tot de regio Midden-Holland en de benchmark van in grootteklasse vergelijkbare gemeenten. In paragraaf 6 wordt de prestatie van de Goudse binnenstad vergeleken met een aantal omliggende en benchmarksteden. Paragraaf 7 bevat enkele conclusies. De onderzoeksresultaten zijn opgenomen in een hoofdrapport en een aantal factsheets. De factsheets voor Midden-Holland en Gouda zijn als bijlagen bij deze analyse gevoegd. 2. Algemene resultaten Het onderzoek laat de volgende algemene tendensen zien: a. De omzet in de dagelijkse sector is (sterk) toegenomen; de omzet in de niet-dagelijkse sector staat onder druk. De omzet in de dagelijkse sector is groter dan de omzet in de niet-dagelijkse sector. De dagelijkse sector heeft nog nauwelijks concurrentie van het internet als aankoopkanaal. Daarnaast blijken supermarktbestedingen en bestedingen voor persoonlijke verzorging meer crisisbestendig te zijn dan de bestedingen in de niet-dagelijkse sector, waar bovendien nog een strijd gaande is tussen consuminderen en beleven ( shop till you drop ), die door (dreigend) koopkrachtverlies in het voordeel van minder besteden lijkt uit te pakken. pagina 2

Daarnaast noemt het rapport de toegenomen mobiliteit en de wens tot efficiënt inkopen bij de consument en de krimp in bepaalde regio s als beïnvloedende factoren 1. b. De vloerproductiviteit in de dagelijkse sector is gestegen en in de niet-dagelijkse sector gedaald. Overaanbod en internet zijn de belangrijkste verklaring voor de dalende vloerproductiviteit in de niet-dagelijkse sector. c. Het functioneren van binnensteden staat onder druk. Binnensteden hebben mede door hun ruimtelijke structuur moeite om te voldoen aan de vraag van aanbieders in de detailhandel waardoor hun aantrekkelijkheid als aankooplocatie afneemt. De schaalvergroting in de detailhandel zet zich door. Dit betekent dat retailers grotere winkelvloeroppervlakken vragen die in de historische binnensteden niet gemakkelijk te realiseren zijn. Gekoppeld aan de tendens tot opschaling bij branchespecifieke winkelketens (grotere winkels op minder plaatsen) leidt dit ertoe dat deze retailers de binnensteden overslaan ten gunste van de (goed bereikbare) stadsdeelcentra. Dit leidt er toe dat binnensteden in toenemende mate een incompleet winkelaanbod hebben waardoor de consument die minder frequent, maar meer gericht winkelt anno 2011, de gang naar binnensteden minder (snel) maakt. Daarnaast ondervinden de binnensteden relatief veel hinder van internet. De aankopen via internet worden vooral gedaan in de branches mode en luxe, vrijetijdsartikelen en electronica. Dit zijn de branches die oververtegenwoordigd zijn in binnensteden. d. Het functioneren van woonboulevards staat onder druk. De woonboulevards ondervinden hinder van internet als alternatief aankoopkanaal en een groeiende tweedehands(internet)markt. Daarnaast lijkt het aanbod voor de huidige consument te eenzijdig te zijn. e. Stadsdeelcentra en grootschalige detailhandelsconcentraties met een grote supermarkt functioneren bovengemiddeld goed. De stadsdeelcentra (zoals Alexandrium) zijn de grote winnaars in dit koopstromenonderzoek. De centra zijn de laatste jaren uitgebreid en hebben daardoor een compleet aanbod, zijn goed bereikbaar met voldoende parkeergelegenheid en zijn veelal op zondag open waardoor zij de consument (bij wie efficiencyoverwegingen een steeds grotere rol spelen) een aantrekkelijk alternatief bieden. f. Internet ontwikkelt zich steeds meer als volwaardig aankoopkanaal. Sinds 2004 heeft het internet zich als een geducht alternatief aankoopkanaal ontwikkeld. Internetaankopen vinden met name plaats in de branches mode, vrijetijdsartikelen, electronica en tweedehandsartikelen (gemiddeld 8% van de inernetaankopen betreft tweedehandsartikelen, bij de branches woninginrichting, doe-het-zelf en vrije tijd is de aankoop van een gebruikt artikel bovengemiddeld). g. De koopzondag is als fenomeen ingeburgerd. De zondag wordt naast het recreatieve winkelen ook steeds meer gebruikt om doelgerichte aankopen te doen (supermarktbezoek). De bestedingen op koopzondag liggen relatief hoog. Overigens blijft er ook een groep consumenten die winkelen of boodschappen doen op zondag niet vindt passen in de zondag als rust- en ontspandag (34% van de consumenten geeft aan nooit een koopzondag te bezoeken en 45% van de consumenten geeft aan nooit een supermarkt op zondag te bezoeken). Binnen de detailhandel lijkt er door de koopzondag vooral een verschuiving van omzet op te treden (dus minder omzet op de andere winkeldagen). Winkelgebieden die niet op zondag open zijn zien ook een deel van hun omzet wegvloeien naar de zondagopenstelling in andere gebieden (met name een deel van de zaterdagomzet). h. De leegstand is de laatste jaren toegenomen; De netto leegstand is gelijk aan 2004 (7%). Sinds 2004 is het winkelvloeroppervlak in de Randstad met 1,2 miljoen gegroeid tot 11 miljoen vierkante meter winkelvloeroppervlak. Het aantal winkels nam af (met name in Zuid-Holland) hetgeen duidt op een tendens van schaalvergroting. De leegstand nam tussen 2004 en 2011 toe met 9%, de laatste jaren is de toename in leegstand scherper. In Zuid-Holland is het absolute aantal leegstandsmeters ten opzichte van 2004 met 8% afgenomen terwijl de 1 In het rapport niet zozeer genoemd maar als trend wel van invloed op deze tendens is het fenomeen branchevervaging: de ontwikkeling waarbij niet-dagelijkse artikelen worden verkocht via het supermarktkanaal en de drogisterijen. pagina 3

leegstand in Utrecht en Noord-Holland met iets meer dan 30% is toegenomen 2. In Zuid- Holland is het leegstandspercentage (8%) groter dan in Noord-Holland en Utrecht, waar het 6% is. De resultaten duiden erop dat door het proces van schaalvergroting meer kleine winkelpanden leeg staan. i. De warenmarkt heeft terrein verloren, met name in de dagelijkse sector. j. De automobiliteit is toegenomen. De consument maakt steeds meer gebruik van de auto om boodschappen te doen of een winkelbestemming te bereiken. Een van de overwegingen hierbij is het streven naar efficiency. Bij de dagelijkse boodschappen bezoeken de consumenten de supermarkt minder frequent en kopen meer artikelen per bezoek. k. Een transformatie in de winkelvooraad wordt verwacht of is al gaande. Hoewel de detailhandel onder druk staat zijn staan er nog veel nieuwbouw winkelprojecten op stapel. Zeer waarschijnlijk zullen in de toekomst slechte winkelmeters worden vervangen door betere of nieuwe winkelmeters. Dit houdt in dat het kernwinkelapparaat zich zal concentreren. Dit zal waarschijnlijk ten koste gaan van aanloop- en uitloopstraten, waar huuraanpassing en/of transformatiemogelijkheden (verandering van functie) verdere leegstand zullen (moeten) beperken. 3. Winkelaanbod en leegstand Midden-Holland / Gouda 3.1 Winkelaanbod Midden-Holland In Midden-Holland is het aantal winkelmeters gegroeid met 8%, van 295.900 m2 WVO in 2004 naar 320.400 m2 WVO in 2011. Het aantal winkels is met 7 % gekrompen, van 1.470 winkels in 2004 naar 1.360 winkels in 2011. De gemiddelde winkelgrootte is hierdoor toegenomen van 200 naar 240 m2 WVO. In Nederland is de gemiddelde winkelgrootte 267 m2 WVO, in de Randstad 245 m2 WVO. Ten aanzien van de winkeldichtheid (het aantal m2 WVO per 1.000 inwoners) behoort Midden-Holland tot de achterhoede (tot en met 1.350 m2 WVO) terwijl het landelijk gemiddelde op 1.690 m2 WVO per 1.000 inwoners ligt. Boskoop en Waddinxveen kennen in Midden-Holland de sterkste absolute afname in winkeloppervlak: in Boskoop is 17% (2.500 m2 WVO) aan het winkelareaal onttrokken, in Waddinxveen 16% (7.600 m2 WVO). 3.2 Leegstand Midden-Holland In Midden-Holland is het aantal m2-s WVO dat leeg staat, toegenomen met 32% van 20.000 m2 WVO in 2004 naar 26.400 m2 WVO in 2011. Van het totale winkelaanbod in m2-s WVO staat 8% leeg. Het aantal winkels dat leeg staat is met 7% toegenomen van 140 winkels in 2004 naar 150 winkels in 2011. 10% van het aanbod aan winkelpanden in Midden-Holland staat nu leeg. Ten opzichte van Zuid-Holland presteert Midden-Holland in absolute zin slechter; in Zuid-Holland is de leegstand in winkelmeters afgenomen met 8%. Maar het aantal leegstaande winkelpanden is ook in Zuid-Holland met 7% toegenomen. 12% van de beschikbare winkelpanden in Zuid-Holland staat leeg. De leegstandsontwikkeling in Midden-Holland is relatief ongunstig ten opzichte van de andere herkomstregio s in Zuid-Holland. Het rapport maakt nog speciale vermelding van Vlist als gemeente met relatief veel leegstand. 2 Het rapport verklaart dit verschil uit het feit dat in Zuid-Holland in de periode 1999-2004 veel winkelmeters zijn toegevoegd waardoor in de periode 204-2011 minder uitbreidingsplannen zijn uitgevoerd. De uitbreiding in de voorgaande periode kan ervoor gezorgd hebben dat in Zuid-Holland al kwalitatief minder goede winkelmeters uit de markt zijn gehaald. pagina 4

3.3 Winkelaanbod Gouda De factsheet van Gouda (zie bijlage 2) biedt een overzicht van de ontwikkeling van het winkelaanbod in Gouda tussen 2004 en 2011. In totaal is in deze periode 22.377 m2 WVO aan de winkelvoorraad toegevoegd. Dit is een stijging van 21%. Het aantal winkels in deze periode nam af met 41, dit is een daling van 7%. De schaalvergroting heeft zich dus ook in Gouda voorgedaan. In de dagelijkse sector is ruim 3.000 m2 WVO toegevoegd. Andere branches die een opvallende groei laten zien zijn de sector vrije tijd (ruim 7.000 m2 WVO toegevoegd) en de sector in en om het huis (bijna 9.000 m2 WVO toegevoegd). Tegelijkertijd is het aantal winkels in deze sectoren relatief sterk afgenomen wat aangeeft dat de huidige winkels meer vloeroppervlak gebruiken. In het centrum van Gouda is zowel het aantal winkels als het aantal m2-s van de winkels in deze sectoren juist afgenomen. Het zwaartepunt in deze sectoren is dus verschoven naar de periferie. De ontwikkeling van het winkelaanbod in Gouda kan worden vergeleken met de gemiddelde ontwikkeling van gemeenten in de benchmark grootteklasse 50.000-100.000 inwoners. Ten opzichte van deze benchmark laat Gouda relatief een grotere groei zien in het winkelvloeroppervlak in de afgelopen periode. In de sector dagelijks groeit Gouda met 18%. De benchmark noteert een ontwikkeling van + 9%. In de sector niet-dagelijks groeit Gouda met 21%. De benchmark laat voor deze sector een groei van 13 % zien. Met name in de sector dagelijks kan de relatieve groei verklaard worden door de relatieve achterstandspositie die Gouda in deze sector had. Hier is dus sprake geweest van een inhaalslag. In de sector niet-dagelijks is de relatieve groei te verklaren uit het feit dat Gouda in de regio Midden-Holland is aangewezen als opvanglocatie voor perifere detailhandel. Het winkelaanbod in het centrum van Gouda is afgenomen met 3.678 m2 WVO (6 %) en bedraagt nu 52.930 m2 WVO. Het aantal winkels is met 52 afgenomen (12%). Momenteel huisvest de binnenstad 396 winkels. Het centrum van Gouda is in de Top 30 winkelgebieden in de Randstad (op basis van het aantal m2-s WVO) gedaald van plek 13 in 2004 naar plek 28 in 2011. 3.4 Leegstand Gouda 3.4.1 Leegstand Gouda totaal De leegstand in Gouda is sinds 2004 met 29% toegenomen (8.991 m2 WVO in 2011). Het aantal winkels dat leeg staat is met bijna 10% toegenomen en bedraagt in 2011 75 winkels. De leegstand in Gouda bedraagt 14% (8.991 m2 WVO) en het aantal leegstaande winkelpanden is bijna 8% van het totale winkelaanbod. In vergelijking met de benchmark (gemeenten in de grootteklasse 50.000-100.000 inwoners) doet Gouda het slechter. In deze benchmarkcategorie staat gemiddeld 2.670 m2 WVO leeg. Dit is een gemiddelde toename ten opzichte van 2004 van 22%. 3.4.2 Leegstand in onderscheiden winkelgebieden in Gouda De absolute leegstand in Gouda Centrum is ten opzichte van 2004 afgenomen met 693 m2 WVO. Dit is bijna 10%. In 2011 staan 47 winkels leeg tegenover 59 winkels in 2004, een afname van 8%. De leegstand ten opzichte van het totale winkelvloeroppervlakte bedraagt in Gouda Centrum 9%. In winkelcentrum Bloemendaal is op het moment van peilen (begin 2011) nog relatief veel leegstand te zien (1.155 m2 WVO) verdeeld over 8 winkels. De uitbreiding en renovatie van het winkelcentrum was op dat moment nog niet voltooid. Uit deze momentopname zijn voor winkelcentrum Bloemendaal dus geen conclusies te trekken. In winkelcentrum Goverwelle staan op het moment van peilen 3 winkels leeg met in totaal 173 m2 WVO. Dit is 5% van het totale winkelvloeroppervlakte en bijna 15% van het aantal beschikbare winkelpanden. pagina 5

4. Koopstromen in Midden-Holland en Gouda 4.1 Koopstromen Midden-Holland De meeste regio s in de Randstad kennen een afgenomen koopkrachtbinding. Dit kan worden verklaard uit een aantal factoren: ruimere winkelmogelijkheden (meer aanbod van winkellocaties en de opkomst van de koopzondag), een toegenomen mobiliteit en een toenemend belang van internet als aankooplocatie (er is in 2011 een verdubbeling van het aantal internetwinkels ten opzichte van 2004). De koopkrachtbinding in Midden-Holland is ten opzichte van andere regio s in Zuid-Holland relatief laag. Midden-Holland staat op plek 13 (van de 15). In 2011 is de koopkrachtbinding in de dagelijkse sector 87% (was 92%) en in de niet-dagelijkse sector 57% (was 67%). De koopkrachttoevloeiing in de dagelijkse artikelen is licht toegenomen ten opzichte van 2004: 5% tegenover 3%. Mogelijk dat de uitbreiding van het supermarktaanbod in Gouda hieraan heeft bijgedragen. De koopkrachttoevloeiing in de niet-dagelijkse artikelen is afgenomen ten opzichte van 2004: 13% tegenover 17%. In detailhandelsomzet laat de niet-dagelijkse sector een afname aan bestedingen zien van 28 miljoen. In de dagelijkse sector is de detailhandelsomzet gestegen met 14 miljoen. Het onderzoek biedt inzicht in de bijdrage van in de regio gevestigde gemeenten aan de regionale koopkrachtbinding. In Midden-Holland komt 37% van de regionale koopkrachtbinding in de dagelijkse sector terecht bij de gemeente Gouda, en 51% van de regionale koopkrachtbinding in de nietdagelijkse sector. Hiermee neemt Gouda een 12 e plek in (van de 15) op de ranglijst van regiogemeenten in Zuid-Holland. In Zuid-Holland doen Delft en Katwijk het slechter dan Gouda (34%- 42% en 34%-35%) en scoort Dordrecht vergelijkbaar (41%-49%). Onderstaande tabel laat zien in welke mate de gemeenten in Midden-Holland voor de dagelijkse- en niet-dagelijkse sector zijn georiënteerd op Gouda als aankoopplaats. Gemeente Dagelijks Niet-dagelijks Bergambacht 2% 15% Bodegraven-Reeuwijk 10% 15% Boskoop - - [Gouda] [93%] [68%] Nederlek 0% 2% Ouderkerk 10% 18% Schoonhoven 2% 9% Vlist - - Waddinxveen 5% 18% Zuidplas 4% 8% Tabel 1: Koopkrachtoriëntatie Midden-Holland gemeenten op Gouda De inwoners van Midden-Holland besteden in 2011 112 miljoen euro in de sector niet-dagelijks in Gouda Centrum, dit was in 2004 203 miljoen euro. Dit is een afname van bijna 45%. In de dagelijkse sector besteden inwoners van Midden-Holland in 2011 52 miljoen euro in winkelcentrum Bloemendaal en 32 miljoen in winkelcentrum Goverwelle. Het valt op dat de inwoners van Nederlek en de gemeente Zuidplas veel minder op Gouda zijn georiënteerd dan de inwoners van de overige Midden-Holland gemeenten. Andere gemeenten waar inwoners van Midden-Holland graag boodschappen doen en winkelen zijn Bodegraven (beide sectoren), Nieuwerkerk aan den IJssel (dagelijkse sector) en Boskoop centrum (niet-dagelijkse sector). In mindere mate is er ook een oriëntatie op Schoonhoven in de categorie nietdagelijks. De koopkrachtafvloeiing in Midden-Holland in de dagelijkse sector is de afgelopen jaren toegenomen. In 2011 vloeit 12% omzet weg ( 72 miljoen) (was 8%, 40 miljoen euro). De koopkrachtafvloeiing in pagina 6

de niet-dagelijkse sector is slechts met 1% teruggelopen in 2011 ten opzichte van 2004. In 2011 is de afvloeiing 32 % ( 181 miljoen). In 2004 was dit 33% ( 192 miljoen). Midden-Holland heeft zijn positie in de niet-dagelijkse sector dus redelijk op peil gehouden. De koopkrachtafvloeiing naar internetaankopen is in 2004 niet gemeten. In 2011 vloeit 1% van de omzet in de dagelijkse sector weg naar internet ( 6 miljoen). In de niet-dagelijkse sector is dit 11% ( 65 miljoen). Wanneer we de koopkrachtafvloeiing afzetten tegen de koopkrachttoevloeiing ontstaat een beeld ten aanzien van het weglekken van omzet uit de regio. In Midden-Holland is in de dagelijkse sector sprake van een weglekken van 35 miljoen detailhandelsomzet en in de niet-dagelijkse sector van 195 miljoen. Naast internet vloeit veel omzet weg naar de regio s Rotterdam/Capelle aan den IJssel, Zoetermeer, Utrecht en Den Haag. In Zuid-Holland kennen de herkomstregio s Rotterdam en Zoetermeer/Rijswijk een overschot waardoor per saldo koopdracht naar deze regio s toevloeit. Ten aanzien van Zoetermeer/Rijswijk geldt dat Zoetermeer vooral veel koopkrachtbinding kent (ook in de categorie niet-dagelijks) en Rijswijk relatief veel koopkrachttoevloeiing. 4.2 Koopstromen Gouda 4.2.1 Koopkrachtbinding De cijfers voor de koopkrachtbinding voor geheel Gouda alsmede voor Gouda Centrum, Bloemendaal en Goverwelle zijn in onderstaande tabel samengevat. Koopkrachtbinding Totaal Gouda Centrum Bloemendaal Goverwelle 2004 2011 2004 2011 2004 2011 2004 2011 Dagelijks 93% 144 93% 161 23% 33 14% 25 26% - 26% 44 13% - 16% 28 Nietdagelijks 74% 131 68% 112 58% 99 38% 63 6% - 6% 10 2% - 3% 6 Totaal 83% 275 81% 273 42% 133 26% 87 15% - 15% 54 7% - 10% 34 Tabel 2: Koopkrachtbinding in Gouda in 2011 verdeeld naar aankoopcentra Uit de tabel blijkt dat de koopkrachtbinding in de categorie dagelijkse artikelen voor Gouda als totaal op peil is gebleven en dat in de categorie niet-dagelijkse artikelen een daling van de koopkrachtbinding is opgetreden. Ten aanzien van de aankoopcentra springt Gouda Centrum er in ongunstige zin uit. De binnenstad levert fors in op zowel de koopkrachtbinding in de categorie dagelijks als in de categorie niet-dagelijks. Dit leidt per saldo tot een omzetdaling van 46 miljoen. Winkelcentrum Bloemendaal heeft zijn positie in 2011 gehandhaafd ten opzichte van 2004 en winkelcentrum Goverwelle heeft zich licht verbeterd. Wanneer we de prestatie van Gouda vergelijken met de benchmark (gemeenten in de grootteklasse 50.000-100.000 inwoners) en de regio Midden-Holland ontstaat het volgende beeld. Koopkrachtbinding Totaal Gouda Benchmark Midden-Holland 2004 2011 2004 2011 2004 2011 Dagelijks 93% 93% 93% 89% 92% 87% Niet-dagelijks 74% 68% 70% 60% 67% 57% Tabel 3: Koopkrachtbinding Gouda vergeleken met benchmark en regio Midden-Holland Uit deze tabel komt naar voren dat Gouda in vergelijking met de benchmark beter presteert ten aanzien van de koopkrachtbinding en op dit aspect ook beter presteert dan de regio. pagina 7

4.2.2 Koopkrachttoevloeiing De cijfers voor de koopkrachttoevloeiing voor geheel Gouda alsmede voor Gouda Centrum, Bloemendaal en Goverwelle zijn in onderstaande tabel samengevat. Koopkrachttoevloeiing Totaal Gouda Centrum Bloemendaal Goverwelle 2004 2011 2004 2011 2004 2011 2004 2011 Dagelijks 8% 13 15% 30 12% 5 19% 6 - % - 15% 8 - % - 11% 3 Nietdagelijks - % - 39% 71 51% 104 44% 49 - % - 27% 4 - % - 15% 1 Totaal - % - 27% 101 45% 108 39% 55 - % - 18% 12 - % - 12% 4 Tabel 4: Koopkrachttoevloeiing in Gouda in 2011 verdeeld naar aankoopcentra Deze tabel laat zien dat de koopkrachttoevloeiing voor Gouda als totaal in de categorie dagelijks is toegenomen. Dit geldt ook voor de koopkrachttoevloeiing in deze categorie voor Gouda Centrum. Voor de categorie niet-dagelijks is alleen informatie over het functioneren van Gouda Centrum bekend. Hieruit blijkt dat de koopkrachttoevloeiing naar het centrum van Gouda in de afgelopen 7 jaar met 7% is gedaald, resulterend in een omzetverlies van 55 miljoen. De oriëntatie van de (regionale) consument op Gouda Centrum als winkelstad is in de afgelopen 7 jaar afgenomen. In paragraaf 3.5.1 bleek ook de lokale consument verminderd georiënteerd te zijn op de eigen stad voor het winkelen. Dit heeft geleid tot een gevoelige klap voor het functioneren van de binnenstad. In het rapport wordt een algemene trend gesignaleerd ten aanzien van het slechter presteren van de binnensteden. Paragraaf 2.c van deze analyse gaat in op de mogelijke oorzaken hiervoor. Omdat voor winkelcentra Bloemendaal en Goverwelle geen gegevens beschikbaar zijn over de koopkrachttoevloeiing in 2004, kunnen geen conclusies getrokken worden ten aanzien van het functioneren van beide centra op dit aspect. Gouda presteert vergelijkbaar met de benchmark (gemeenten in de grootteklasse 50.000-100.000 inwoners) waar de koopkrachttoevloeiing in de categorie dagelijkse artikelen op 14% ligt (Gouda 15%) en in de categorie niet-dagelijkse artikelen op 41% (Gouda 39%). 4.2.3. Koopkrachtafvloeiing De koopkrachtafvloeiing kan alleen op het niveau van de totale stad worden bekeken. Onderstaande tabel biedt een overzicht van de koopkrachtafvloeiing van Gouda en 2004 en 2011. Koopkrachtafvloeiing Totaal Gouda 2004 2011 Dagelijks 7% 10 7% 11 Niet-dagelijks 26% 46 22% 36 Internet - - 10% 18 Totaal 17% 56 (14%+5%)19% 65 Tabel 5: Koopkrachtafvloeiing Gouda naar andere gemeenten en internet De koopkrachtafvloeiing in de categorie niet-dagelijkse artikelen is teruggelopen ten opzichte van 2004. Mogelijk dat een deel van deze omzet is verschoven naar het internet aankoopkanaal. 4.2.4 Confrontatie koopkrachttoevloeiing en koopkrachtafvloeiing De confrontatie tussen de koopkrachttoevloeiing en de koopkrachtafvloeiing biedt inzicht in de detailhandelsomzet die uit Gouda weglekt of naar Gouda toevloeit. Onderstaande tabel biedt een overzicht van de koopkrachtafvloeiing naar andere gemeenten en internet en de toevloeiing van koopkracht uit de ons omliggende gemeenten. Hierbij is ter vergelijking dezelfde informatie voor de benchmark (gemeenten in de grootteklasse 50.000-100.000 inwoners) in de tabel opgevoerd. pagina 8

Omzet Gouda Benchmark Dagelijks Niet-dagelijks Dagelijks Niet-dagelijks Afvloeiing elders 11 miljoen 36 miljoen 16 miljoen 50 miljoen Afvloeiing internet 1 miljoen 17 miljoen 1 miljoen 17 miljoen Totaal afvloeiing 12 miljoen 53 miljoen 17 miljoen 67 miljoen Toevloeiing 30 miljoen 71 miljoen 25 miljoen 68 miljoen Saldo + 18 miljoen + 18 miljoen + 8 miljoen + 1 miljoen Tabel 6: Confrontatie koopkrachtafvloeiing en koopkrachttoevloeiing voor Gouda vergeleken met de benchmark Uit deze tabel komt naar voren dat Gouda in vergelijking met de benchmark, ten aanzien van de confrontatie van de koopkrachtafvloeiing en koopkrachttoevloeiing, net zoals ten aanzien van de koopkrachtbinding, beter presteert dan de benchmark. Dit betekent dat per saldo zowel in de categorie dagelijks als in de categorie niet-dagelijks meer omzet naar Gouda toe gaat dan er uit Gouda wegvloeit. In de top 10 aankoopplaatsen detailhandelsomzet van buiten de eigen gemeente staat Gouda Centrum op de 9 e plaats. Dit is achter Rotterdam Centrum, Rijswijk, Delft, Leidschendam, Leiden en Zoetermeer, maar voor Alphen aan den Rijn en Dordrecht. 5. Economisch functioneren 5.1 Algemeen Informatie over koopstromen en het winkelaanbod vormen belangrijke elementen om het economisch functioneren van de detailhandel in een aankoopgebied inzichtelijk te kunnen maken. De koopstroomgegevens leiden tot informatie over de detailhandelsomzet en door de vraag en het aanbod tegen elkaar af te zetten kan inzicht worden verkregen in de omzet per winkelmeter. De winkelbestedingen zijn de afgelopen jaren toegenomen. In de dagelijkse sector stegen de gemiddelde jaarlijkse bestedingen in de periode 2004-2010 van 2.060 naar 2.510 per hoofd van de bevolking, dit is een groei van 22%. In de niet-dagelijkse sector was de groei minder groot, namelijk van 2.400 naar 2.460, dit is een groei van 2,5%. In de niet-dagelijkse sector is sinds 2008 sprake van een kanteling; in deze sector zien we sindsdien een omzetdaling. 5.2 Detailhandelsomzet Midden-Holland De omzet in Midden-Holland bedraagt in 2011 voor de dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen totaal 921 miljoen. Hiermee neemt Midden-Holland in Zuid-Holland een 7 e plaats in (van de 15). In totaal wordt 5,9% van de omzet in Zuid-Holland in Midden-Holland gerealiseerd. In de dagelijkse sector komt 6,5% van het omzetvolume in Zuid-Holland uit Midden-Holland (totaal 543 miljoen). In de nietdagelijkse sector komt 5,3% van het omzetvolume in Zuid-Holland uit Midden-Holland (totaal 378 miljoen). Ten opzichte van 2004 is de totale omzet in Midden-Holland afgenomen met ruim 1,5%. In de dagelijkse sector zien we een omzetstijging van 72 miljoen, dit is 15%. In de niet-dagelijkse sector zien we daarentegen een omzetdaling van 87 miljoen, dit is een daling van ruim 18%. De bestedingen in de niet-dagelijkse sector staan in Midden-Holland dus onder druk. De top 3 aankoopplaatsen in Midden-Holland zijn: Gouda Centrum ( 142 miljoen), Bodegraven Centrum ( 67 miljoen) en winkelcentrum Bloemendaal ( 66 miljoen). pagina 9

5.3 Detailhandelsomzet Gouda De detailhandelsomzet in Gouda bedraagt in 2011 voor de dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen totaal 373 miljoen. Onderstaande tabel laat de verdeling van de omzet over de belangrijkste winkelgebieden van de stad zien. Omzet Totaal Gouda Centrum Bloemendaal Goverwelle Overige gebieden Dagelijks 190 30 52 31 77 Niet-dagelijks 183 112 14 7 50 Totaal 373 142 66 38 127 Tabel 7: Detailhandelsomzet in Gouda in 2011 verdeeld naar aankoopcentra Ten opzichte van de benchmark (gemeenten in de grootteklasse 50.000-100.000 inwoners) doet Gouda het relatief goed: gemiddeld zetten de benchmarkgemeenten in de dagelijkse sector 180 miljoen om, in de niet-dagelijkse sector 167 miljoen. Ten opzichte van de benchmark realiseert de gemeente Gouda in totaal dus 26 miljoen meer omzet. Er zijn alleen omzetgegevens uit 2004 bekend voor de binnenstad van Gouda. Hieruit blijkt dat de totale omzet in Gouda Centrum in 2011 ( 142 miljoen) fors is afgenomen ten opzichte van 2004 ( 241 miljoen). Een relatieve daling van 40%. Hiermee is Gouda Centrum een van de grootste dalers in het onderzoek, naast Leiden Centrum, Utrecht Centrum en Dordrecht Centrum. In de top 50 aankoopplaatsen naar totale detailhandelsomzet staat Gouda Centrum op plaats 29. Hiermee bevestigt Gouda (helaas) het algemene beeld uit het koopstromenonderzoek dat het functioneren van binnensteden onder druk staat. De volgende tabel laat de ontwikkeling van het marktaandeel in de niet-dagelijkse sector van Gouda Centrum over een reeks van jaren zien. Ontwikkeling marktaandeel in de niet-dagelijkse sector van Gouda Centrum 1978 1988 1994 1999 2004 2011 1,9% 2,8% 2,2% 2,4% 2,4% 1,6% Tabel 8: Ontwikkeling marktaandeel Gouda Centrum in de niet-dagelijkse sector Tussen 2004 en 2010 heeft zich een sterk negatieve ontwikkeling in het marktaandeel voorgedaan. Het koopstromenonderzoek noemt de volgende algemene oorzaken die de algemene teruggang van het economisch functioneren van binnensteden zouden kunnen verklaren: Sterk accent op deels kleinschalige niet-dagelijkse sector in binnensteden (waar de grootste klappen zijn gevallen). Doorgroei van internet als aankoopkanaal met name in de niet-dagelijkse artikelen. Effect van de economische crisis. Infrastructurele werkzaamheden in/rond de binnenstad. Veroudering van het winkelaanbod. Incompleet winkelaanbod. Doorgroei van nabijgelegen stadsdeelcentra en suburbane winkelgebieden. Een opvallend resultaat in het onderzoek heeft betrekking op de sterk positieve ontwikkeling van het marktaandeel van stadsdeelcentrum Alexandrium. Het marktaandeel in de niet-dagelijkse sector van Alexandrium is gegroeid van 2,1% in 1988 naar 4,0% in 2011. De relatief grote positieve ontwikkeling die Alexandrium heeft doorgemaakt wordt door de onderzoekers deels toegeschreven aan de komst van de Ierse modeketen Primark. pagina 10

5.4 Vloerproductiviteit 5.4.1 Vloerproductiviteit Midden-Holland De vloerproductiviteit in Midden-Holland krijgt reliëf door deze te vergelijken met de vloerproductiviteit in de Randstad en de Provincie Zuid-Holland. Vloerproductiviteit Midden-Holland Randstad Provincie Zuid-Holland Dagelijks 7.857 7.760 7.630 Niet-dagelijks 1.506 1.800 1.790 Totaal 2.876 3.000 3.060 Tabel 9: Vergelijking vloerproductiviteit Midden-Holland, Randstad en provincie Zuid-Holland De vloerproductiviteit in Midden-Holland ligt in de categorie dagelijkse artikelen hoger dan in de Randstad en in de provincie Zuid-Holland. In de categorie niet-dagelijks ligt de vloerproductiviteit in Midden-Holland lager. Dit heeft een dempend effect op de totale vloerproductiviteit, die daardoor ook lager uitkomt dan in de Randstad en de provincie Zuid-Holland. 5.4.2 Vloerproductiviteit Gouda De vloerproductiviteit in Gouda kan worden vergeleken met de vloerproductiviteit in de benchmark (gemeenten in de grootteklasse 50.000-100.000 inwoners). Vloerproductiviteit Totaal Gouda Benchmark Dagelijks 8.765 7.870 Niet-dagelijks 1.877 1.820 Totaal 3.133 3.020 Tabel 10: Vergelijking vloerproductiviteit Gouda totaal met de benchmark Over de gehele linie realiseert Gouda een hogere vloerproductiviteit dan de benchmark. De vloerproductiviteit kan meer en detail worden beschouwd door in te zoomen op de onderscheiden aankoopcentra in Gouda. De vloerproductiviteit van deze centra kan worden vergeleken met de benchmarkcijfers van de categorieën grootteklasse aankoopplaatsen waartoe zij behoren. Onderstaande tabel laat deze vergelijking zien. Centrum Benchmark >50.000 m2 WVO Bloemendaal Benchmark 10-20.000 m2 WVO Goverwelle Benchmark 5-10.000 m2 WVO Dagelijks 5.373 7.640 10.839 8.460 16.051 7.720 Vloerproductiviteit Nietdagelijks 2.641 2.750 4.169 2.280 4.801 2.040 Totaal 2.962 3.380 8.106 4.040 11.369 4.210 Tabel 11: Vergelijking vloerproductiviteit Goudse aankoopcentra met benchmark Voor Gouda Centrum geldt dat dit aankoopgebied lager scoort dan de benchmark. Dit toont in productiviteitscijfers aan dat het economisch functioneren van de binnenstad onder druk staat. Vergeleken met 2004 is de totale vloerproductiviteit voor het centrum afgenomen met 37%. Voor de categorie dagelijks is deze afname in vloerproductiviteit 29%, voor de categorie niet-dagelijks is de afname 40%. Voor winkelcentrum Bloemendaal geldt dat de vloerproductiviteit fors hoger ligt dan in vergelijking met de benchmark. De koopkrachtbinding is in Bloemendaal sinds 2004 op niveau gebleven. De koopkrachttoevloeiing kon niet worden vergeleken met de situatie in 2004. De vloerproductiviteit doet echter vermoeden dat winkelcentrum Bloemendaal bovengemiddeld scoort in termen van koopkrachttoevloeiing waardoor het bovengemiddeld presteren (deels) kan worden verklaard. pagina 11

De vloerproductiviteit in winkelcentrum Goverwelle ligt over de gehele linie meer dan twee keer zo hoog dan de benchmark. Dit duidt erop dat er in Goverwelle relatief veel geld verdiend wordt per vierkante meter vloeroppervlak. Met name de vloerproductiviteit in de dagelijkse sector is opvallend. De cijfers weerspiegelen het feit dat winkelcentrum Goverwelle aan de kleine kant is ten opzichte van het verzorgingsgebied en dat in de categorie dagelijks slechts één supermarkt in het winkelcentrum gevestigd is. 6. Goudse binnenstad in vergelijking met prestaties andere binnensteden Het functioneren van de Goudse binnenstad kan worden vergeleken met het functioneren van andere binnensteden en aankoopgebieden. Bijlage 6 biedt hiervan een overzicht. Opvallende aspecten uit dit overzicht zijn in de eerdere besprekingen in deze analyse al aan de orde gekomen, met name in paragraaf 3, 4 en 5. Het overzicht laat zien dat Gouda Centrum fors aan omzet heeft ingeleverd. Vergelijken we echter de koopkrachtbindings- en toevloeiingspercentages in 2011, dan loopt Gouda centrum nog redelijk in de pas met de andere gemeenten. 7. Conclusies De stad Gouda scoort redelijk tot goed in vergelijking met het gemiddelde van de benchmark van gemeenten in de grootteklasse 50.000 100.000 inwoners. De koopkrachtbinding is relatief op peil gebleven. Dit geldt eveneens voor de koopkrachttoevloeiing die met name in de dagelijkse sector is toegenomen. De koopkrachtafvloeiing is in lichte mate afgenomen, met name in de categorie nietdagelijkse artikelen. Toch ondervindt Gouda wel de effecten van de komst van internetwinkelen en mogelijk ook de koopzondag (afvloeiing naar o.a. Alexandrium). Daarnaast zal Gouda ook de effecten merken van een algemene afgenomen kooporiëntatie (minder bestedingen in de categorie nietdagelijks) in Midden-Holland. Gouda Centrum laat in vergelijking met 2004 een slechtere score zien. De koopkrachtbinding is afgenomen, de bestedingen zijn omlaag gegaan, de koopkrachttoevloeiing is achteruit gegaan (met uitzondering van de sector dagelijkse artikelen) en de vloerproductiviteit is dientengevolge sterk verminderd. Hoewel de totale koopkrachtbindings- en toevloeiingspercentages voor het centrum, ondanks de algemene daling, nog redelijk in lijn liggen met die van andere (omliggende en vergelijkbare) steden, is de omzet in de binnenstad fors afgenomen. De binnenstad van Gouda staat hierin niet alleen. Het rapport benoemt de binnensteden in het algemeen als de verliezers van de afgelopen periode. Een aantal mogelijke oorzaken hiervoor wordt in het rapport genoemd en zijn in deze analyse opgenomen. Bijlagen 1. Factsheet Midden-Holland 2. Factsheet Gouda 3. Factsheet Gouda Centrum 4. Factsheet Gouda Bloemendaal 5. Factsheet Gouda Goverwelle 6. Overzicht Gouda Centrum in relatie tot andere binnensteden pagina 12