Evolutionair perspectief op PTSS Een evolutionair perspectief kan informatie geven over een psychische stoornis, zoals Posttraumatische Stressstoornis (PTSS), die misgelopen wordt wanneer enkel aangenomen wordt dat de geest bepaald wordt door culturele factoren, zoals religie en opvoeding (Dooremalen, de Regt & Schouten, 2010). De hypothese volgens de evolutionaire psychologie (EP) is dan dat PTSS niet alleen maladaptief is, maar juist adaptief voor diegenen die in traumatische situaties terecht gekomen zijn. In dit essay wordt besproken wat EP is en wordt vanuit dat perspectief een blik geworpen op de PTSS. Daarbij heeft iemand ervaringen, zoals herbelevingen van een trauma en schuldgevoelens, die pathologisch lijken. Die ervaringen zijn persoonlijk en vallen onder het bewustzijn (Blackmore, 2010). Na de uitleg van de EP wordt gekeken naar overeenkomsten van PTSS met verdedigingsmechanismen bij onze voorouders. Tenslotte wordt er een conclusie getrokken over het nut van een evolutionair perspectief op bewustzijn van PTSS. Evolutietheorie In de wetenschap gaat men ervan uit dat de evolutietheorie in grote lijnen klopt (Dooremalen, 2014). De evolutieleer is gebaseerd op natuurlijke selectie en survival of the fittest. Darwin verstond onder natuurlijke selectie het behouden van gewilde en het vernietigen van schadelijke individuele verschillen en variaties (Dooremalen, 2014). Een eigenschap is adaptief als het de overlevings- en reproductiekansen verhoogt. Dit wordt survival of the fittest genoemd. De evolutietheorie probeert een antwoord te vinden op waarom -vragen (Blackmore, 2010). Een vraag zou kunnen zijn waarom mensen een bewustzijn hebben. Het antwoord zou dan 1
moeten zijn dat het bewustzijn ergens adaptief voor is, want anders zou het niet geëvolueerd zijn of zou het uitgeselecteerd zijn. Evolutionaire psychologie Binnen de EP gaat men ervan uit dat psychologische mechanismen een bepaalde adaptieve functie hebben en dat deze tot stand komen door processen in het brein (Dooremalen, 2014). Als PTSS adaptief is, is er een hypothese waarom PTSS kan voorkomen bij mensen die een trauma hebben opgelopen en ook waarom het bij andere dieren voorkomt. Dat lijkt tegenstrijdig, aangezien symptomen van PTSS ernstig zijn. Denk hierbij onder andere aan flashbacks, nachtmerries, extreme waakzaamheid, geen relaties met anderen aan kunnen gaan en geen toekomstplannen kunnen maken (Dooremalen, 2014). Volgens de evolutionaire theorie zou je verwachten dat een eigenschap, die alleen negatieve gevolgen heeft, weg geëvolueerd zou zijn via natuurlijke selectie. Een evolutionair psycholoog ziet echter meer dan enkel de pathologie. Verdedigingsmechanismen Volgens docent in de psychiatrie Cantor (2005) reflecteert PTSS defensief gedrag dat adaptief was in het verleden. Hij stelt: PTSD is a disorder of defence that is likely to use existing brain neurocircuitry-controlling defensive functions. Verdedigingsmechanismen zijn mechanismen die je nodig hebt om je te verdedigen tegen bedreigingen van de omgeving, van roofdieren en van de eigen soort (Dooremalen, 2014). Bij de laatste is er onderscheid in bedreigingen door een andere groep en door individuen uit de eigen groep. Verdedigingsmechanismen zijn adaptief, want ze vergroten de kans op overleven. Het is echter wel afhankelijk van de situatie of iets adaptief is (Dooremalen, 2014). Een maladaptatie is een 2
adaptatie voor een andere tijd of plaats. Klaar staan om te vechten is bijvoorbeeld adaptief als je als soldaat op uitzending bent, maar niet als je thuis bent, want dan wordt het gezien als agressief en ongepast gedrag. De vraag is nu of er omstandigheden zijn waarin PTSS adaptief is, of dat dit in een andere plaats en/of tijd het geval was. Daarvoor moet eerst gekeken worden naar de voorouders van de mens. Als die verdedigingsmechanismen hadden, die lijken op symptomen van PTSS, zijn de symptomen beter te begrijpen. Onze voorouders Reptielen leven voor het grootste deel solitair en hebben daardoor meestal vaker te maken met bedreigingen van roofdieren dan van soortgenoten (Dooremalen, 2014). In je eentje tot de tegenaanval overgaan is niet adaptief. De verdedigingsmechanismen van reptielen zijn camoufleren, stilzitten, verstoppen en vluchten (Dooremalen, 2014). Het stilzitten, ook wel de freeze reactie genoemd, zit al in het reptielenbrein. Het is daarmee een primitieve en onbewuste reactie. De eerste zoogdieren ontstonden uit reptielen en hadden daarom dezelfde verdedigingsmechanismen (Dooremalen, 2014). Die vroege zoogdieren waren heel klein. Dat was adaptief omdat ze zo minder zichtbaar waren voor dinosauriërs Ze leefden daarom, net als de reptielen, vrijwel solitair. Toen de dinosaurussen uitstierven, maakten de zoogdieren een enorme groei door. Sommige zoogdieren, zoals primaten, gingen in sociale groepen leven. Dat was adaptief omdat de groep een roofdier weg kon jagen of kon doden (Dooremalen, 2014). Of een verdedigingsmechanisme adaptief is, bijvoorbeeld bevriezen of aanvallen, hing dus af van de situatie, bijvoorbeeld alleen of in een groep zijn. 3
Een nadeel van de omslag van solitair naar in groepsverband leven was het ontstaan van spanningen tussen en binnen groepen. Dit leidde bij de primaten tot moorden, gevechten en verkrachtingen (Dooremalen, 2014). De voorouders van de mens leefden waarschijnlijk in zulke groepen (Dooremalen, 2014). Net als bij primaten ontstonden er bedreigingen tussen en binnen groepen. Wanneer je de groep zou verlaten, had je geen bescherming meer van deze groep. Wanneer je bleef, moest je leren omgaan met de stressvolle situaties. Met dit inzicht, zou je naar stresssituaties van vandaag de dag kunnen kijken. Sommige personen krijgen zelfs PTSS na het meemaken van een stressvolle situatie. PTSS PTSS is een ernstige en complexe stoornis die kan volgen op een psychologisch stressvolle situatie. De symptomen zijn grofweg herbelevingen, vermijden en hypergevoeligheid (APA, 2000). Hier vallen andere kenmerken onder, zoals schuldgevoelens en nachtmerries. Deze twee kenmerken worden in dit essay besproken. Sommige slachtoffers van een trauma voelen zich later schuldig omdat ze de freeze reactie hebben gehad. Dit wordt survivor- of victim guilt genoemd (Dooremalen, 2014). In therapie kan je uitleggen aan de getraumatiseerde persoon dat de freeze reactie begrijpelijk is, omdat het evolutionair te verklaren is. Het was namelijk een verdedigingsmechanisme dat reptielen en zoogdieren ook al hadden. Dat zat in hun brein en was geen bewuste handeling. Je kunt zo duidelijk maken dat de getraumatiseerde persoon niets had kunnen doen aan de freeze reactie, in de hoop dat de persoon zich dan niet meer schuldig voelt. Herbeleven van een trauma is, naast schuldgevoelens, een kenmerk van PTSS (Dooremalen, 2014). Nachtmerries zijn hier een voorbeeld van en die zou je ook evolutionair 4
kunnen verklaren. De beste bescherming tegen bedreigingen is om de confrontatie met het gevaar uit de weg te gaan. Zo camoufleren sommige dieren zich, zodat ze minder opvallen voor roofdieren. Een andere mogelijkheid is om de bedreigende situatie te vermijden, maar dan moet duidelijk zijn wat er moet worden vermeden. Het is evolutionair gezien dan adaptief om nachtmerries te hebben, want die zorgen ervoor dat de situatie niet vergeten wordt en dat iemand voortaan uit die situaties wegblijft (Dooremalen, 2014). Dit inzicht zouden behandelaars kunnen gebruiken bij de behandeling van mensen met PTSS. Bij de behandelingen die er nu zijn, herstelt ongeveer de helft van de patiënten niet helemaal, dus verbetering in behandeling is gewenst (Bradley, Greene, Russ, Dutra, & Westen, 2005). Wellicht zou het percentage mensen dat (volledig) geneest stijgen als de inzichten uit de EP worden gebruikt. Opmerkingen De bouw van het brein is echter niet enkel een verzameling adaptaties aan de omgeving van onze voorouders (Dooremalen, de Regt & Schouten, 2010). De EP erkent ook dat sommige mentale toestanden en gedragingen niet adaptief zijn, maar bijproducten van evolutie via natuurlijke selectie. Het is dus niet zo dat alle huidige gedragingen overleven en reproductie bevorderen (Dooremalen, 2014). De enorme flexibiliteit aan de menselijke cultuur en hun vermogen tot leren maakt mensen niet slechts aangepast aan een enkele omgeving. Geen enkele evolutiepsycholoog zal ook stellen dat alles wat mensen doen volledig te verklaren is vanuit een evolutionair perspectief. Conclusie 5
In dit essay is vanuit een evolutionair perspectief naar PTSS gekeken. Daarbij zijn de symptomen schuldgevoelens en nachtmerries bekeken in het licht van onze voorouders. De hypothese was dat PTSS niet alleen maladaptief is, maar juist adaptief voor diegenen die in traumatische situaties terecht gekomen zijn. Adaptief in de zin dat het veiligheid geeft, want het zorgt ervoor dat iemand niet meer in die onveilige situatie terecht komt. Dan is PTSS niet zo pathologisch als in eerste instantie lijkt. Dat kan relevant zijn voor de behandeling van PTSS, maar wellicht ook voor andere psychische stoornissen zoals depressies. Wetenschappelijk onderzoek moet de hypothese nog wel bevestigen of weerleggen. Wetenschap doet immers falsifieerbare uitspraken (Dooremalen, 2014). Referenties American Psychiatric Association. (2000). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (4th ed., text revision). Washington, DC: Author. Blackmore, S. J. (2010). Consciousness: An introduction. London: Hodder Education. Bradley, R., Greene, J., Russ, E., Dutra, L., & Westen, D. (2005). A multidimensional metaanalysis of psychotherapy for PTSD. American Journal of Psychiatry, 162, 214 227. Cantor, C. (2005), Evolution and posttraumatic stress, Disorders of vigilance and defence. Routledge, London & New York. Dooremalen, H., Regt, H. C. D. G., & Schouten, M. (2010). Stof tot denken: Filosofische aspecten van brein en bewustzijn. Amsterdam: Boom. Dooremalen, H. (2014). Slides colleges Filosofie voor Psychologen 2013-2014. Tilburg University. 6