Jullie hebben van die leuke ideeën 1



Vergelijkbare documenten
Voorwoord. Erik Sterk Guido Walraven

Sociaal ondernemerschap in de participatiesamenleving

onderzoek op het hbo transformeert de samenleving tekst: Rob Voorwinden

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Inhoud. 2 Ondernemen in een veranderende wereld. 4 Inzicht in jezelf en de ander

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Cultuurverandering. Van Oort & Ros Partners bij ontwikkeling. Inhoudsopgave 1. Visie op cultuurverandering 2. Schema Afstemming individu organisatie 5

Eigen en WIJze buurten

Inspiratie voor Nieuwe Business Modellen

Filmpje hcc4 Casus. ICT of WMO. Warming up

Investeren in mantelzorg/ 1

Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap

Civic economy; de hype voorbij

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept

De samenleving verandert, de overheid ook?

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

1. De Vereniging - in - Context- Scan Wijk-enquête De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse Talentontwikkeling...

Mantelzorg, waar ligt de grens?

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.'

Uiteindelijk gaat het om het openbreken van macht

BESTURINGSFILOSOFIE GEMEENTE GOOISE MEREN

Zorg en Welzijn. Introductie. April 2016

Sociaal ondernemerschap & de overheid. Prof. Dr. Mark van Twist

Stichting Marokkaanse Moslims in Breda. Antiloopstraat LB Breda. Tel/Fax Kvk nr:

Leiderschap met Ziel en Zakelijkheid

Kerk en duurzaamheid. Van duurzaamheid naar levenskunst

Colofon Juni Eindredactie: Dorine van Walstijn, projectleider. EDventure Bezuidenhoutseweg AG Den Haag

omgeving wereld regie vanuit de jongere Jongeren leren organiseren

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

Aanjagers 1 december 2015 Ctylab

Introductie over ons Presentatie werkwijze en business model Aan de slag met oefening naar keuze Presentatie groeimodel toekomst

De paradox van de burger als uitgangspunt

Pamflet 11 Peel en Maas 11 succesfactoren voor opbouwwerk en sociale wijkteams

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014

Les 5: Sociaal ondernemen

Toekomstscenario s ROC ASA Utrecht Sport en bewegen

Begrijpen Verbinden Meedoen communicatieplan transities sociaal domein Rivierenland

Kennisdag HAN Sociaal 2013

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren

Eerst even: terug naar de bedoeling Preventief en Collectief wijkgericht Werken

GEWOON OF JUIIST HEEL ONGEWOON?

Dimensie Beginnend Ontluikend In ontwikkeling Gevorderd Bekwaam Economisch en sociaal ondernemerschap

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Nieuwe tijden ander sociaal werk. Hans Boutellier Conferentie Wmo-werkplaatsen Utrecht 10 oktober 2014

Dit zijn de nieuwe trainingen en workshops van Mankind Mens & Organisatie in 2016:

NL COACH CONGRES 01/12/2017

Leerkring Samen werken en samen leren in wijkteams. Erik Sterk, 5 maart 2015

ArbeidsFit BLIJVEND INZETBAAR IN VERANDERENDE ORGANISATIES

ANBI PROFIEL IMMERSIVE IMPACT FOUNDATION

Bewoners gaan het doen...

Gemeente Dronten MijnBurgemeester. Een nieuwe burgemeester voor Dronten

Eerst even: de bedoeling Transformatie-opgave:

Ondernemer Monumenten Fonds Brabant

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Het Croqqer Cookbook: krijg samen meer voor elkaar

PRESENTATIE DE KRACHTLIJNEN VAN STERK SOCIAAL WERK VOOR DE TOEKOMST

TOVERSTRALEN werken aan een duurzaam ontspannen samenleving Stedenbouw - Landschap - Architectuur

Civic economy; de hype voorbij

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

DOEN WE HET GOEDE? EN DOEN WE DAT GOED GENOEG?

Verhaal van verandering

wat doen we aandacht ambitie leren dialoog

De Trend van Zelforganisatie de rol van burgers & sociaal ondernemers in transities Dr. Flor Avelino Bouwcampus Duurzaamheid, 27 juni 2012,

VRAGENLIJST JOnG. Mail het formulier met jouw antwoorden naar Dionne Neven (Regioadviseur MKB Limburg):

Het (verder) versterken van de leefbaarheid in multiculturele buurten, wijken en regio s, een en ander in de ruimste zin.

In haar openingsrede haalt rector Gerty Lensvelt-Mulders alvast een aantal ervaringen aan:

De Wmo en de decentralisaties

Strategisch beleidsplan Stichting Promes

Burgerkracht in het Groen Relatie burgerinitiatieven en gemeenten

WELKOM CARE. ACT. SHARE. LIKE CORDAID.

Werken aan 21 e eeuwse vaardigheden met NPDL

VISIEDOCUMENT R DAMSE NIEUWE SAMEN DE STAD VERDER BRENGEN. MAART 2014

Koers naar De Bedoeling met Haarlemmermeer. Tekst: Martine van Dijk, A+O fonds Gemeenten/ Fotografie: Kees Winkelman

DE KRACHT VAN DE STAD DE PRAKTIJK VAN ZELFORGANISATIES. Thaddeus Müller De Warme Stad

identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord

vijf debatten over het strategische en publieke belang van kunst en cultuur als basis voor nieuwe vormen van leefbaarheid, zorg en welzijn

Publieke waarde creëren. Daniël van Geest en Peter Teesink

Samen vormgeven aan de toekomst

Een verandering van tijdperken: wat betekent dat voor de zorg?

3D Design Academy S4C Programma Amsterdam Oost, 2014

Bouwstenen voor Burgerkracht. Dag van de transities, 19 november 2014 Helga Koper en Lydia Sterrenberg

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Informeel Delen van Ervaringen en Expertise IDEE 13 mei

LEREN IN EEN COMMUNITY OF PRACTICE

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Wijkteams als living lab

Integraal coachen. Meedenken en faciliteren bij ambities, dilemma s of problemen op de werkvloer

HU GERICHT IN BEWEGING

Lessen uit onderzoek naar burgerinitiatieven

Vanuit een gezamenlijk belang, duurzaam verbinden.

Naslagwerk KOERS. Producten van dit documenten zijn:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

ONDERNEMEND ZIJN? HOE HIP

Transcriptie:

Jullie hebben van die leuke ideeën 1 Over de mogelijkheden en grenzen van lokaal sociaal ondernemerschap tussen overheid, markt en samenleving Erik Sterk Over sociaal ondernemerschap is de laatste jaren veel geschreven. Van een recente datum is dat dit fenomeen wordt bezien in het licht van de veranderende relatie tussen overheid, markt en samenleving. Tegen deze achtergrond krijgt sociaal ondernemerschap (traditioneel gezien als een vorm van zakelijk ondernemen met oog voor mens en milieu) nieuwe betekenissen. In dit essay belicht ik hoe lokaal sociaal ondernemerschap zich kan ontwikkelen in een lokale context, en wat dat betekent voor lokale overheden. De kwesties die in dit essay centraal staan zijn: Wat betekent sociaal ondernemerschap in een beleidscontext van minder overheid, meer civil society? Is er voldoende ruimte voor de idealen van sociaal ondernemers? Wat vraagt dit van de overheid? En is de samenleving wel klaar voor dit idee? Ik ben sociaal ondernemer Even voorstellen. Mijn naam is Erik Sterk, ik ben sociaal ondernemer. Tenminste, als het zo uitkomt. Ik ben immers ook onderzoeker bij het lectoraat Dynamiek van de Stad, adviseur/eigenaar bij buro erik sterk, bestuurslid bij de stichtingen Voedseltuin, Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt en Scheepsopera Noordereiland. Sociaal ondernemers hebben idealen. Wat wil de sociaal ondernemer in mij, als het gaat om deze maatschappelijke activiteiten? Als sociaal ondernemer wil ik maatschappelijke problemen oplossen, interessante projecten starten en een rol spelen in het versterken van de kracht van de civil society. Dat doe ik niet alleen vanuit genoemde stichtingen, maar ook vanuit onderzoeks- en advieswerkzaamheden voor gemeentes als Rotterdam en Schiedam, en sociale instellingen als SONOR, Wilskracht Werkt en Pameijer. En ook binnen het lectoraat Dynamiek van de Stad werk ik als externe - als sociaal ondernemer. In mijn directe omgeving zie ik tal van professionals maatschappelijke activiteiten ontplooien die in samenwerking met mensen en organisaties in hun eigen netwerk op allerlei manieren sociale waarde creëren. De laatste jaren zie ik daarin een trendbreuk: het zijn niet alleen leuke activiteiten, het worden steeds vaker bedrijfjes die inhoudelijk kunnen concurreren met organisaties in het traditionele maatschappelijk middenveld. De vraag die ik mezelf als onderzoeker heb gesteld is: vanuit welk conceptueel kader kan dit sociaal ondernemerschap op een vruchtbare en interessante wijze onderzocht worden? In deze bijdrage is het antwoord: vanuit het kader van sociaal kapitaal en andere vormen van kapitaal (zoals economisch en cultureel) en sociaal leren. Dit alles natuurlijk in relatie tot het huidige 1 Dit essay is grotendeels gebaseerd op de bevindingen van de onderzoeksgroep Sociaal ondernemerschap in onzekere tijden binnen het lectoraat Dynamiek van de Stad, bestaande uit Guido Walraven, Erik Sterk, Maurice Specht, Rineke Kraaij en Monique de Jong. 1

burgerschapsdiscours (vgl. Tonkens, 2009; Wagenaar en Specht, 2009; Verhoeven en Ham, 2010). Voordat we daar nader op ingaan, zullen we allereerst kijken naar het onderzoeksveld. Sociaal ondernemerschap als maatschappelijk fenomeen Het academische debat over sociaal ondernemerschap neemt de kloof tussen economische winst en sociale winst als uitgangspunt en zoekt naar oplossingen om die kloof te overbruggen. Dit debat leunt sterk op bedrijfskundige inzichten. Vanuit deze beperkte blik is het volgens mij niet goed mogelijk om de betekenis van sociaal ondernemerschap in de huidige institutionele en stedelijke omgeving te kunnen bestuderen. Daarvoor hebben we ook inzichten nodig vanuit de bestuurskunde (denk aan thema s als governance en zelforganisatie) en de sociologie (denk aan thema s als burgerschap en solidariteit). Het lectoraat Dynamiek van de Stad neemt, in tegenstelling tot de bedrijfskunde, niet de organisatie en de ondernemer maar de stad als object van haar onderzoek. Ze doet dat vanuit een multidisciplinaire invalshoek. Daarbij zijn thema s aan de orde als economische vitaliteit, welzijn, onderwijs en gezondheidszorg in grote steden. In het praktijkgerichte onderzoek van het lectoraat nemen processen van sociale insluiting en uitsluiting een centrale positie in, evenals het concept van stedelijk burgerschap en sociaal ondernemerschap. Binnen het lectoraat zien we sociaal ondernemerschap als een maatschappelijk fenomeen dat publieke waarde creëert (vgl. De Brabander, 2009). We bezien dit fenomeen vanuit een verwevenheid tussen de geplande stad dat is de stad zoals overheden en maatschappelijke organisaties in hun beleid voorstellen - en de alledaagse stad - dat is de stad zoals bewoners die dagelijks ervaren. Twee tegengestelde werelden die als je goed kijkt toch verweven zijn. De overheid en maatschappelijke organisaties hebben in mijn optiek een strategie waarlangs ze grote maatschappelijke doelen nastreven; de sociaal ondernemer zet zich daar niet tegen af, maar reageert tactisch en trekt in het dagelijks leven zijn eigen plan. 2 Vanuit deze verwevenheid bezien wordt het goed mogelijk om de hedendaagse betekenis van sociaal ondernemerschap in de participatiesamenleving te kunnen bestuderen. Een hedendaagse omschrijving van sociaal ondernemerschap, die we zullen gebruiken als een moderne bril is 3 : Social entrepreneurship can be defined as "the creation of a social value that is produced in collaboration with people and organisations from the civilsociety who are engaged in social innovations that usually imply an economic activity" (Hulgård, 2010). 2 Vgl. Reijndorp en Reinders (2010), De alledaagse en de geplande stad. Over identiteit, plek en thuis. 3 De ambitie om een definitieve omschrijving van sociaal ondernemerschap te formuleren is weinig zinvol, alleen al gezien het grote aantal omschrijvingen dat internationaal in omloop is. Hier zijn we op zoek naar een bril die ons kan helpen om sociaal ondernemerschap te begrijpen in de context van Nederland in transitie (Rotmans, 2012). 2

Sociaal ondernemerschap bezien vanuit de concepten sociaal kapitaal en sociaal leren Het dominante discours van deze tijd is het burgerschapsdiscours. In dit kader organiseert de gemeente Rotterdam dit jaar voor de tweede keer het Stadsinitiatief en hanteert ze Mee(r) doen als één van haar motto s. 4 Prima natuurlijk, die ambitie. Maar is dat voldoende? In mijn optiek leven we in een tijd waarin het niet alleen gaat om bezuinigen, maar zeker ook om realiseren van het politieke ideaal en de maatschappelijke noodzaak om op een efficiëntere, effectievere en duurzamer wijze gebruik te maken van onze primaire hulpbronnen in de samenleving. En dan alleen niet de economische hulpbronnen, maar vooral de maatschappelijke hulpbronnen zoals sociaal kapitaal en sociaal leren. Wat versta ik daaronder? Sociaal kapitaal - Sociaal kapitaal is een breed concept dat in verschillende betekenissen wordt gebruikt. Ik kijk hier vanuit het model van de Britse onderzoekers Ager en Strang (2004). Zij ontwikkelden in nauwe samenwerking met professionals en burgers een model met tien domeinen die van belang zijn voor de integratie. Geïnspireerd door Ager en Strang onderscheidt Walraven (2009) twaalf domeinen van sociaal kapitaal: werken, wonen, leren, gezondheid en vrije tijd (de leefgebieden); bridges, bonds en links (sociaal kapitaal); politiek kapitaal, culturele kennis en veiligheid en stabiliteit (faciliteren); en burgerschap (het fundament en/of het einddoel). Het is dit concept van sociaal kapitaal, dat we in ons vervolgonderzoek zullen gebruiken als analysekader. Sociaal leren - Om aanwezige sociaal kapitaal als sociaal ondernemer te kunnen mobiliseren en vorm te geven in dagelijkse praktijken in lokale contexten, zullen we ons volgens mij moeten bekwamen in sociaal leren. Sociaal leren wordt door Wildemeersch (1997) opgevat als groepsgericht en omgevingsgericht leren; sociaal leren kan gezien worden als het leren functioneren van groepen, organisaties of gemeenschappen in nieuwe onverwachte, onzekere en moeilijk te voorspellen omstandigheden. Het is gericht op het oplossen van onvoorziene contextproblemen en wordt gekenmerkt door een optimaal gebruik van 'probleemoplossingspotentieel' dat in die groep of gemeenschap aanwezig is. Sociaal kapitaal zouden we kunnen gaan zien als de grondstof voor sociaal ondernemerschap in de participatiesamenleving, sociaal leren als een noodzakelijke voorwaarde. Immers, zonder kapitaal geen bedrijf en zonder probleemoplossend vermogen geen toekomst. Van sociale ondernemers naar ondernemende gemeenschappen Op steeds meer plaatsen nemen mensen op eigen initiatief en op creatieve wijze verantwoordelijkheid voor hun (leef)omgeving. Ze leggen nieuwe verbindingen tussen mensen en hun omgeving; ze maken op een slimme manier gebruik van de middelen en mogelijkheden die de omgeving biedt. Wat lokaal een uniek project lijkt te zijn blijkt, als je er oog voor krijgt, een veel breder maatschappelijk fenomeen (Specht, 2012). De door Specht beschreven burgerinitiatieven in Community Lovers Guide to Rotterdam (Specht, 2012) kunnen zich ontwikkelen tot volwaardig sociaal ondernemerschap. Voorbeelden daarvan zijn het landelijk bekende Buurtzorg, maar ook Rotterdamse initiatieven als Uit Je 4 Zie Rotterdam (2011). Mee(r) doen: Rotterdammers in actie. 3

Eigen Stad, BuurtLAB en Voedselbank. Voor mij is de ondernemende burger de burger die de regie over maatschappelijke vraagstukken in de directe leefomgeving actieve burger (weer) in handen neemt en zich al doende ontwikkelt tot een sociaal ondernemer. Hij of zij is een individu dat optimaal gebruik weet te maken van zijn sociale, culturele, politieke en economische kapitaal, in zijn persoonlijke, professionele en anderszins nabije omgeving, die in samenwerking met anderen - op een min of meer zakelijke wijze - een positieve sociale verandering in de eigen woon-, werk- en leefomgeving weet te creëren. Het gaat hier om de ondernemingskracht van burgers, die als burgerkracht kan worden aangewend door burgers die hun invloed op een duurzame samenleving willen vergoten. De samenleving van authentieke burgers die hun kracht en inzicht aanwenden wordt ook wel civil society genoemd. Investeren in sociaal ondernemerschap zie ik vanuit deze (conceptuele) optiek als het zoeken naar een vruchtbare verbinding van het traditionele concept van de social enterprise, het fenomeen van ondernemende burgers en het concept relationeel burgerschap. Wat zo ontstaat zijn enterprising communities, maar daarover later meer. Eerst gaan we kort in op de genoemde begrippen. Social enterprise - De traditionele social enterprise wordt gezien als een vorm van zakelijk ondernemen om de wereld te verbeteren. Ze zijn volgens SE lab in alle sectoren van het bedrijfsleven (let op!) te vinden. Social Enterprises verdienen volgens SE lab geld aan producten en diensten, maar herinvesteren een groot deel van hun winst in hun bedrijf en in de gemeenschap om zo hun maatschappelijke missie te verwezenlijken. De maatschappelijke impact van Social Enterprises wordt gerealiseerd door het aanbod van (verantwoorde) producten en diensten, of door het personeel dat ze in dienst heeft, zoals mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt. Internationaal is Social Enterprise een gevestigde term en een veelbesproken fenomeen. In Nederland heerst echter nog veel onduidelijkheid over de inhoud van het begrip Social Enterprise. Social Enterprise NL houdt daarom de volgende brede definitie aan: een Social Enterprise 5 : Heeft primair een maatschappelijk doel: impact first. Realiseert dat doel als private onderneming, met of zonder winstoogmerk, die een dienst of product levert. Is financieel zelfvoorzienend gebaseerd op handel of andere vormen van waarde uitruil: is dus beperkt of niet afhankelijk van giften of subsidies Is sociaal in de wijze waarop de onderneming wordt gevoerd: de bestuursfilosofie is gebaseerd op medezeggenschap van alle betrokkenen, is fair naar medewerkers en leveranciers, en bewust van haar ecologische voetafdruk. Social Enterprises worden over het algemeen geplaatst in de sfeer van de markt. Echter, wij spreken hier over ondernemende burgers in de civil society die zich ontwikkelen tot nieuwe vormen van lokaal sociaal ondernemerschap tussen overheid, markt en samenleving. Om grip te krijgen op die ontwikkeling zullen we dan ook verder moeten kijken. 5 http://www.social-enterprise.nl/wat-is-social-enterprise/ 4

Ondernemende burgers en relationeel burgerschap - In mijn optiek zijn Social Enterprises niet alleen actief in het bedrijfsleven, maar ook binnen de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan het in Nederland opkomende fenomeen van de wijkonderneming. Landelijke voorbeelden daarvan staan o.a. beschreven op www.wijkondernemingen.nl. Voorbeelden van Rotterdams sociaal ondernemerschap vinden we onder andere in de eerder genoemde Community Lovers Guido to Rotterdam. Sociaal ondernemen vanuit de markt of sociaal ondernemen vanuit de samenleving is een heel ander verhaal; in de samenleving gelden bv. andere logica s dan binnen het bedrijfsleven. Het voert te ver om deze logica s hier nader toe te lichten, maar om een indruk te geven wijs ik hier op een tekst van Pieter Hilhorst over de zgn. via-via logica, die hij beziet in relatie tot het concept van de (pedagogische) civil society: hij laat daarbinnen zien dat de inzet van ondernemende burgers vooral gericht is op het realiseren van eigen belangen in de directe woon-, werken leefomgeving, en dat zaken als sociale cohesie eigenlijk een bijproduct zijn. Hij noemt daarbij het voorbeeld van de ouderparticipatiecrèches die zijn begonnen als een praktische oplossing voor een praktisch probleem. De onbedoelde winst is vervolgens dat er een prachtig netwerk ontstaat waarin ouders hun opvoedingspraktijk aan elkaar toetsen en elkaar bijstaan als ze hulp nodig hebben (Hilhorst, 2012). Vertaald naar ons object van onderzoek; ook bij opkomend sociaal ondernemerschap in de civil society staan belangen, betrokkenheid en interesse voorop. Een belangrijk uitgangspunt in deze manier van kijken is het collectief (ofwel, de sociale netwerken in de directe woon-, werk- en leefomgeving). In de traditionele opvatting van de social enterprise wordt echter niet het collectief, maar het individu en/of de organisatie als uitgangspunt genomen. Het opkomend sociaal ondernemerschap dat wij in Rotterdam hebben gevonden, leunt primair op het collectief. Vanuit die optiek wordt het o.a. zinvol om te kijken naar de relationele dimensie van burgerschap. Deze dimensie staat in mijn optiek voor de manier waarop de relatie van de burger tot de overheid wordt begrepen en vormgegeven. Door zo naar burgerschap te kijken is er ruimte om burgerschap vooral te zien in termen van de activiteiten, interacties en ervaringen van mensen en organisaties. Niet alleen in de sfeer van de markt en overheid, maar zeker ook binnen de samenleving 6. Het combineren van de concepten social enterprise, ondernemende burgers en relationeel burgerschap leidt voor mij tot een nieuwe conceptie van sociaal ondernemerschap, een vorm van ondernemend burgerschap in en vanuit de civil society. Sociaal ondernemerschap verschijnt daarin als een enterprising community. 7 Naast traditioneel sociaal ondernemerschap zien we, o.a. in Rotterdam, de opkomst van andere sociaal ondernemers; ondernemende burgers die niet zozeer anders ondernemen, maar die werkzaam zijn vanuit een andere oriëntatie en met andere vormen van kapitaal. Het gaat daarbij niet zozeer om ondernemers met een oriëntatie op sociale of financiële winst, maar vooral om ondernemende burgers met een oriëntatie op sociale én economische duurzaamheid. Het gaat om individuen en gemeenschappen die hun sociaal, cultureel en economische kapitaal in lokale gemeenschappen op een ondernemende manier aanwenden, om al doende 6 Vgl. Wagenaar en Specht, Geëngageerd burgerschap. Bewonersparticipatie in drie Europese steden. 2010. 7 De uitwerking van dit concept is één van de thema s in het tweejarige onderzoeksproject naar sociaal ondernemerschap van het lectoraat Dynamiek van de Stad van Inholland. 5

(dat wil zeggen: zonder vooropgezette strategie) vorm te geven aan hun burgerschap. Het gaat hier om zgn. enterprising communities. Binnen het lectoraat Dynamiek van de Stad zullen we daar de komende jaren aandacht aan blijven besteden. Naar een omschrijving van sociaal ondernemerschap 3.0 - Op basis van een vooronderzoek naar sociaal ondernemerschap vanuit het lectoraat Dynamiek van de Stad, definiëren wij een sociaal ondernemer 3.0 als iemand die: in samenwerking met mensen en organisaties vanuit de civil society, en eventueel in samenwerking met mensen en organisaties in de markt en/of de staat, de missie heeft om waarde te creëren op het gebied van People, Planet en/of Prosperity (het waarom); een maatschappelijk doel heeft dat duidelijk boven financiële doelen staat, waarbij de zoektocht naar sociale én economische duurzaamheid de drijfveer is (het wat); dit doel als marktonderneming of coöperatie realiseert met of zonder winstoogmerk, dat een dienst of product levert en/of op een andere wijze publieke waarde creëert (delen, ruilen en/of creëren) (het hoe); financieel zelfvoorzienend is, gebaseerd op handel en/of andere vormen van waarde-uitruil, en dus beperkt of niet afhankelijk is van giften of subsidies (het hoe); sociaal is in de wijze waarop de onderneming wordt gevoerd. Dat wil zeggen: heeft een participatieve besturingsfilosofie, is fair naar medewerkers, fair naar leveranciers en andere partners, minimaliseert de ecologische voetafdruk (het hoe). Nederland in transitie: ruimte voor sociaal ondernemerschap? Komt deze aandacht voor ondernemende burgers en sociaal ondernemerschap uit de lucht vallen? Of moeten we die zien in het licht van ontwikkelingen in onze samenleving? Het laatste is het geval, volgens mij. Dat heeft alles te maken met de eerder genoemde sociaal-maatschappelijke en sociaal-economische veranderingen. Onze samenleving bevindt zich volgens Rotmans (2012) op een kantelpunt. Op zo n moment is de maatschappij instabiel en kwetsbaar voor verstoringen, maar wordt de deur voor radicale veranderingen geopend. Een maatschappelijk systeem geeft op een kantelpunt zelf signalen af, maar die worden lang niet door iedereen herkend. In de onderzoeksliteratuur zien we voorbeelden van succesvolle sociaal ondernemers, die niet alleen zien wat er gebeurt in deze momenten van kanteling, ze weten er ook op een geweldige manier, als we de vele publicaties mogen geloven - een positieve richting aan te geven. Het bekendste voorbeeld is Muhammad Yunus van de Grameen bank. Bekend geworden met zijn microkredieten aan kleine (vrouwelijke) ondernemers in ontwikkelingslanden en Nobelprijswinnaar in 2006. Maar niet iedereen is een Muhammed Yunus of zou er één kunnen worden (mocht dat een ambitie zijn). 6

Hoeveel ruimte krijgt dit sociaal ondernemerschap van de overheid? Of moeten we de vraag omdraaien: zouden we ons moeten afvragen hoeveel ruimte deze sociaal ondernemers nemen om veranderingen teweeg te brengen? Vanuit de literatuur over sociaal ondernemerschap komt het beeld naar voren dat sociaal ondernemers over eigenschappen beschikken die de wereld nodig heeft in tijden van diepgaande verandering (Elkington en Hartigan, 2008). Sociaal ondernemers worden daarin voorgesteld als de helden van deze tijd, die daar waar de staat heeft gefaald redding kunnen brengen en voor eens en voor altijd een einde kunnen maken aan maatschappelijke vraagstukken op het gebied van bijvoorbeeld welzijn, zorg, duurzaamheid, en inkomensongelijkheid. In mijn optiek gaat dat veel te ver. De casus Muhammed Yunus is een mooi voorbeeld van een presentatie van sociaal ondernemers als vernieuwende denkers en doeners met een grote maatschappelijke impact. In de literatuur wordt deze manier van kijken ook wel social entrepeneurship 1.0 genoemd (vgl Bornstein, 2010). In latere onderzoeken naar sociaal ondernemerschap werd de focus verlegd van de oprichters en hun grootste betekenis naar het excellent organiseren van sociaal ondernemerschap (2.0). Volgens Bornstein zijn we tegenwoordig weer een stapje verder: bij social entrepeneurship 3.0 gaat het erom burgers toe te rusten om als changemakers te denken en handelen, en ook om hen te helpen krachtig samen te werken. Die omschrijving past geheel bij de vraag die veel gemeenten stellen naar wat burgers (kunnen) doen om bij te dragen aan de vraagstukken van deze tijd. Is de huidige overheid in staat om in voldoende mate ruimte te geven aan dit sociaal ondernemerschap? Dat valt nog te bezien, maar de voortekenen zijn positief. Door lokale overheden wordt veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van een profiel van de ambtenaar nieuwe stijl. In deze context wordt een selecte groep Rotterdamse ambtenaren door het lectoraat Dynamiek van de Stad in contact gebracht met lokale sociaal ondernemers op het gebied van zorg, welzijn, integratie, participatie en lokale economie. De komende twee jaar gaan we daarmee door. De tijd van Help! Een burgerinitiatief lijkt inmiddels voorbij 8 Ondernemende burgers: wat vraagt dit van de overheid? Sociaal ondernemers 3.0 nemen en creëren nieuwe publieke ruimte. Hoe kunnen lokale overheden zich verhouden tot dit sociaal ondernemerschap? Hoe kan dit sociaal ondernemerschap 3.0 door lokale overheden verder gestimuleerd worden? Van de overheid vraagt dit allereerst om een andere benadering van sociaal ondernemers. Tot voor kort dachten overheden over sociaal ondernemerschap als een bijzondere vorm van ondernemen waar verder niet zoveel speciaals mee was. Of je jezelf sociaal ondernemer noemt of een stichting met een ideële doelstelling, dat maakte niet zoveel uit als het bijvoorbeeld ging om het verdelen van subsidies. Die situatie lijkt veranderd; lokaal sociaal ondernemers zoals ZUS en Uit Je Eigen Stad (deelnemers aan het Rotterdamse Stadsinitiatief van vorig jaar) vragen om een aparte benadering. Ze zijn niet in te delen in bestaande categorieën. 8 Een werkboek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bedoeld ter ondersteuning van ambtenaren die geconfronteerd worden met opkomende burgerinitiatieven die van overheden en ambtenaren een andere houding en gedrag vragen. (2010) 7

Vanuit de bestuurskunde worden perspectieven aangereikt die deze bewegingen van onderop als uitgangspunt nemen. In dit kader heeft o.a. Floor Basten openingen gecreëerd. Waar de traditionele bestuurkunde vooral georiënteerd is op het functioneren van de officiële bestuurlijke organisaties en de mensen die daarbij betrokken zijn, vraagt Basten met het begrip civiele bestuurkunde aandacht voor alle vormen van openbaar bestuur die niet geïnitieerd worden door de overheid, maar door de burgers. ( ) Civiele bestuurskunde sluit niet uit dat de overheid in een latere fase betrokken raakt, al dan niet op haar eigen initiatief, maar gaat nadrukkelijk en in eerste instantie uit van de burgers. (Basten, 2010, p. 113). Civiele bestuurskunde kan volgens Basten gezien worden als datgene wat een persoon of groep doet wanneer ze geen sturing vanuit de overheid ervaart [endogeen karakter], en toch niet toevalligerwijs tot een resultaat komt [zelforganisatie] waarmee ze in een haar ogen publiek belang wil dienen [geen gesloten gemeenschap]; de wens de maatschappij te verbeteren voortkomt uit variabele en culturele tolerantiewaarden [persoonlijk geraakt zijn met erkenning voor het sociaal-culturele netwerk]; als inherent maatschappelijk verschijnsel de overheid een van de variabelen is in het denken en handelen van de civiele bestuurder [wetgeving], die als domeindeskundige optreedt (waarbij dat domein varieert van louter eigen ervaring tot een uitbreiding daarvan met kennis uit theorie en professionele praktijk) en daarmee bijdraagt aan het lerend vermogen van de samenleving [publiek en leren]. (Basten, 2010, p. 114) Sociaal ondernemerschap 3.0 vraagt in mijn woorden om een lokale overheid die open staat - en niet bang is! - voor het idee van spontaniteit, tijdelijkheid en ongeregelde orde. Een voorbeeld van een inspirerende hedendaagse benadering vinden we o.a. bij Leadbetter in The Socially Entrepeneurial City. Daarin onderzoekt sociaal ondernemerschap van onderop vanuit de connecties tussen drie ideeën: system-level social entrepeneurship; networked forms of organization; bottom-up social change. (Leadbetter, 2006; 234). Om op een gestructureerde manier aan sociaal ondernemerschap als zelforganisatie te bouwen, noemt hij vijf indicatoren: leadership, shared platforms, pragmatic philosophy, highly distributed resources, and collaborative civic engagement (Leadbetter, 2006: 236). Deze manier van denken, dat wil zeggen: een verbinding van de concepten governance en zelforganisatie aan de ene kant (het bestuurskundige perspectief) en sociale en economische duurzaamheid aan de andere kant (het bedrijfskundige perspectief), zal leidend zijn bij het verdere onderzoek naar sociaal ondernemerschap binnen het lectoraat Dynamiek van de Stad. Tot slot: Is de samenleving klaar voor sociaal ondernemerschap? In mijn optiek is de samenleving nooit klaar voor sociaal ondernemerschap. Sociaal ondernemers lopen als het goed is altijd iets voor op de ontwikkelingen. Maar goed, wat we in deze tijd wel zien is de opkomst van tal van burgerinitiatieven van ondernemende burgers die zich al doende ontwikkelen tot sociaal ondernemers. Dit ondernemerschap is namelijk zelden het vooraf gestelde doel, zo lijkt het. Het grote 8

verschil met het recente verleden is dat dergelijk ondernemerschap tegenwoordig een gewenste ontwikkeling is in het licht van het politieke ideaal van de participatiesamenleving. Daardoor komen er twee bewegingen samen (een beweging van onderop en een beweging van bovenaf). En wat blijkt: ze (b)lijken elkaar te kunnen versterken! Sociaal ondernemers 3.0 hebben niet alleen maar leuke ideeën. Sociaal ondernemerschap 3.0 zouden we niet moeten zien als een ongeregelde orde die we vanuit een institutionele logica in het gareel zouden moeten houden. Overheden zouden moeten beseffen dat zij de eigen verantwoordelijkheid van burgers cq. sociaal ondernemers niet altijd kunnen definiëren. Dat gebeurt nog te vaak. Men zet uiteen wat men van de burger verwacht en gaat ervan uit dat die daar als ondernemende burger en/of sociaal ondernemer energie in stopt. Het omgekeerde is veel realistischer: mensen stoppen energie in dingen die zij belangrijk vinden en juist die energie moet de overheid zien te benutten 9. Ondanks alle positieve ontwikkelingen kunnen we echter niet zeggen dat de samenleving klaar is voor het sociaal ondernemerschap, zoals ik dat hier heb gepresenteerd. Daarnaast zou het onzin zijn om te beweren dat de lokale civil society in staat zou moeten zijn om voorheen publieke voorzieningen volledig over te nemen. Waar we ons klaar voor moeten maken is het productief verbinden van de volgende twee eigentijdse idealen: het idee van een nieuwe maakbaarheid, waarbij de overheid niet zozeer zelf ingrijpt maar burgers zover probeert te krijgen dat zij de problemen oplossen die de overheid uit naam van het publieke belang benoemt 10. Ik noem dit de participatiesamenleving van bovenaf. het idee van een nieuwe betrokkenheid waarbij burgers initiatieven nemen die al dan niet gefaciliteerd door de overheid - bijdragen aan de maatschappelijke productie van o.a. zorg, welzijn, participatie, integratie en lokale economie. Ik noem dit de participatiesamenleving van onderop. To slot nog een relativerende opmerking. Als we spreken over de belofte van nieuwe vormen van sociaal ondernemerschap is het belangrijk om te beseffen dat we leven in door de geschiedenis gevormde, mentale structuren van steden en hun bewoners. Onze dominante logica verandert weliswaar voortdurend, maar meestal geleidelijk. Toch zijn er ook momenten van onverwachte en ingrijpende ontwikkelingen, die kunnen leiden tot verandering en vernieuwing. In zo n tijd leven wij. Vanuit dit perspectief kunnen we zeggen: ruim baan voor sociaal ondernemers in enterprising communities Erik Sterk, 26 november 2012 9 Vgl. Van den Brink, 2012. Zeer bedankt! Heel fijn dat u dit doet. In: Zorg voor onszelf? Jumelet en Wenink 2012 10 Zie o.a. Brave burgers gezocht. De grenzen van de activerende overheid. Verhoeven en Ham (red), 2010 9