Evaluaties. Milou Visser Iselinge Hogeschool

Vergelijkbare documenten
Rekenactiviteiten voor de onderbouw

Gestrikt voor Vaderdag

Schooljaar : Spelletjes in je taal- en rekenles

Vingertwister. Spelvariant met drie vingers

De ontwikkelde materialen per unit.

Vingertwister. Spelvariant met twee vingers

Verbeter het automatiseren van rekenen met 10 minuten per dag

Gestrikt voor Vaderdag

Gestrikt voor Vaderdag

Reken doe-activiteiten en spelletjes

Gestrikt voor Vaderdag

LES: Eerlijk verdelen

Netwerk Dalton in 3. Materiaal periodetaak reken en lezen. 02 november

Klanttest 2. Sint- Petrusschool Diemen Groep 7. Nicole Blok Top-ondernemen

Ideeën om spelenderwijs thuis de rekenvaardigheid te stimuleren

Rekenfolder o.b.s. Henri Dunant groep 3

Tellen Meten Meetkunde

LES: Vallende sommen 3

1. CIJFERSPEL 2. DOBBELEN

Breukenpizza! Ga je mee om de wonderlijke wereld van de breuken te ontdekken? Bedacht en ontwikkeld door Linda van de Weerd.

Rob Bervoets - 3 Balo a 0. Het verhaal achter het spel

9. Aftrekken met de kralenketting

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen

Preventie rekenproblemen door effectief rekenonderwijs in de groepen januari 2015

20 Ideeën met speelkaarten

Tijdens de lessen loop ik rond en probeer ik de leerlingen te helpen, vragen te beantwoorden, tips te geven en de leerlingen wat te leren.

Genoeg ruimte? In de methodes

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

MEMORIE OUD-NIEUW VARIANT

Observatie l gedrag leerlingen

LES: Vallende sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad "Groter of kleiner" (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Vergroting. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Hoe vaak past het? (zie p. 5) rood kleurpotlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Getallenfabriek 2

Onderdeel nummer 5 Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen

Lesontwerp 7. Een verklaring voor het uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid door Soekarno en Hatta op 17 augustus 1945

Schoolbrede start (15 min) Zie hoofdstuk Schoolbrede start.

LES: Wie van de drie? 2

69. De racebaan (<6) Verwante activiteiten - de kikkers - de autoracebaan - de getalkaartjes

(Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten

LES: Betaal gepast. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Munten of briefjes (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Algemeen. Aansluitend bij dit doel, volgt het Wis & Co project de ontwikkeling van een grote groep 4-5-jarigen op gedurende een periode van 5 jaar.

ALGEMEEN. Leermiddel bij het splitsboxje. Splitsboxje GROEP 3 4

Diagnostisch rekenonderzoek

LES: Betaal gepast 2. inzicht ontwikkelen in deelbaarheid en factoren van getallen. BENODIGDHEDEN Per leerling

Een recept van de dokter

Tijd Winnen (een kaartspel voor vier spelers) Groep / niveau Groep 5/6

Geef een. Over rapportgesprekken en eigenaarschap

LES: Wie van de drie?

Caféplay II Spel - Turnbased strategiespel met alledaagse voorwerpen. Misha Heesakkers

Eerste hulp bij kiezen!

Voorwaardelijke vaardigheden. Lesactiviteit

Spelenderwijs leren in de herfst

Mentor Datum Groep Aantal lln

Verslag gehandicapten platform.

Als iemand zegt STOP, dan houd je op! verantwoordelijkheid. Agenda:

Reflectiedocument. Proces. CMDG Maarten Bijnens (Groep 5)

Hoi boer. De speler links van de gever begint het spel door een kaart open op tafel te draaien. Daarna doet de volgende speler hetzelfde; enzovoort.

Voorblad... Inhoudsopgave... Inleiding... De lessen... Examen... Tips & tops...

d. P(2 witte kn. ) = P(2 witte kn. en 1 niet witte kn,) = 0, rode, 12 blauwe en 32 witte knikkers ; 6 knikkers pakken zonder terugleggen.

Als jij mocht vragen wat je wilde, wat zou je dan bovenaan je verlanglijstje zetten? Waarom wil je juist dat graag hebben?

Ik ga u nu kort iets vertellen over dyscalculie.

Welkom bij: Grip op gedrag:

DIDACTISCH GROEPSPLAN

- Printversie van het Grote Sinterkerst Dobbelspel - - Veel plezier! -

Overzicht evolutie lln G

LESBRIEF. Samenvatting: Bij dit boek horen diverse bijlagen: thema s: Ben jij ooit naar een neuzenfeest geweest?

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

Samen rekenen... alleen!

Inhoudsopgave. Inleiding 3 - Tellen van een ongeordende hoeveelheid - Tellen van een geordende hoeveelheid - Software

Genieten met getallen

het grote kerstdobbelspel

1 Uit de map: Probleemoplossen in interactie

Oefenen met breuken. Circuitles voor groep 6

LES: Snelle sommen 2. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen.

Pak de jas! Werkvorm: Spel. Materiaal: Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes. Verloop:

SPELREGELS SPELMATERIAAL BIG BROTHER VOORBEREIDING roddeltabel confrontatiekaarten camerakaarten de 20 stemkaartjes SPELVERLOOP 4 spelers

In groep 3 is het leren lezen en het plezier in het lezen erg belangrijk. We gebruiken hiervoor de methode Veilig leren lezen.

Tussen d oortjes.

AANMELDINGSFORMULIER OUDERS VOOR ONDERZOEK VAN DYSCALCULIE

De vraag is nu: hoe oud is Nina geworden?

Spelregels voor 4 personen KAART EN SPELAVOND Initiatie Manillen. Jenthe Soenens. Club 250 Ouderraad Sint-Lodewijkscollege Spoorwegstraat 1

herfst winter lente zomer

Groep 3/4 - De leerlingen houden de hockeystick op de juiste manier vast. - De leerlingen kennen de regels wat betreft de veiligheid van hockey.

Checklist Rekenen Groep Tellen tot Getallen splitsen. Hoe kun je zelf het tellen controleren?

Ik weet dat het goed is om eerst tot tien te tellen voordat ik iets doe.

(Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten

Tafels bloemlezing. Inhoud 1

Racen maar!

LES: Snelle sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

3 Kansen vermenigvuldigen

Kleuters spelen spelletjes

Modellen onderlinge relaties cruciale leermomenten

Transcriptie:

2012 Evaluaties Milou Visser Iselinge Hogeschool

Evaluatie rekenles bingo Aantal leerlingen: 6 leerlingen hebben het spel bingo gespeeld. Groep: 2 Ik startte de les met een inleiding over het spel bingo. De leerlingen kregen een speelkaart en het spel begon. De eerste kaart hebben we samen nagekeken. Y. had nummer 6, ik stelde de vraag: wat mag je nu doen? Ze vertaalde haar handelingen en legde het fiche op nummer 6. Zo speelde we dit een aantal keren. Na 4 kaartjes kwam er een dilemma ter tafel: als twee kinderen allebei het goede cijfer hebben, wie mag er dan een fiche? Al snel kwamen erachter dat beide kinderen gewoon een fiche mochten pakken. Er was een leerling die moeite had met de cijfers 6 en 9. Als leerkracht is het van belang dit goede in de gaten te houden. De leerlingen hebben het spel erg goed meegespeeld. Sommige hadden moeite met het overzien van de getallen in het speelvlak maar naar mate het spel vorderde kreeg het spel een vloeiende lijn en kon er ook vlot doorgespeeld worden. Het verschil tussen 6 en 9 moet goed aangegeven worden, sommige leerlingen hadden hier nog moeite mee. Het is een geluksspel, de leerlingen krijgen inzicht in eerlijk spelen, het is maar een spelletje en er kan ook vals gespeeld worden. Leerlingen zien bij cijfersymbolen direct welke hoeveelheid het is, bij de andere structuren wordt er echter steeds opnieuw geteld. wellicht aandacht besteden

2. Evaluatieles duo en trio De hele klas kringactiviteit De leerlingen zaten in de kring en kregen van de leerkracht een kaart. Het begrip buurgetallen werd nog een uitgelegd. Daarna werd er in stilte gezocht naar de juiste duo s. De les verliep prima, alle kinderen deden precies wat er gedaan moest worden. Daardoor zijn er weinig opmerkingen te plaatsen. een tip voor de volgende keer, belangrijkste punten Wellicht de les uitvoeren met alleen groep 1 en alleen groep 2. Er zal dan beter te zien zijn of de leerlingen van groep 1 ook goed begrijpen wat er bedoeld wordt buurgetallen.

Evaluatie rekenles SOT de hoogste kaart 3. Aantal leerlingen: 4 leerlingen spelen het spel de hoogste kaart. Groep: 2 Er is een uitleg gegeven over hoe het spel gespeeld wordt. Elke leerling krijgt een stapeltje kaarten met cijfersymbolen, dominostructuren, en eierdoosstructuren.(de kaarten worden nog niet bekeken) De leerlingen legden tegelijk hun eerste kaart op. Deze bekeken we vervolgens. Sommige leerlingen kwamen direct tot de conclusie welke kaart het meest/ hoogst was. Er zat echter tijdens deze eerste ronde al een probleem in, twee kinderen legden een kaart op met beide het aantal 5. Een leerling had het cijfersymbool 5, de andere leerling een dominostructuur. Het duurde bij sommige leerlingen lang voor dat ze zagen dat het even veel was en niet elke leerling was direct in staat tot een oplossing te komen. Het was zelfs even lastig. We bedachten diverse oplossingen: Een leerling krijgt alle kaarten, de andere krijgt niets. Ze kwamen al snel tot de conclusie dat dit helemaal niet eerlijk is. Elke leerling krijgt twee kaarten, dat is wel eerlijk want 2 en 2 is evenveel De kaarten houdt de juf bij zich, dat is de stapel die niet eerlijk was Iedereen houdt zijn eigen kaart, maar dat is niet het doel van het spel Met hulp van de leerkracht werd er gekozen voor de tweede oplossing. De leerlingen die een lage hoeveelheid hebben moeten direct te maken krijgen met nadelen van het spel en de pechkaarten. Een aantal ronden later kregen we het zelfde dilemma voorgelegd. Twee leerlingen hadden de hoeveelheid 8. Er was echter een oplettende leerling die het volgende zei: maar wie krijgt dat welke kaart van de andere leerlingen? Dat is 3 en 4 en 3 is minder dus wel een beetje een pechkaart. 4 is ook niet veel maar wel meer dat 3. We hebben er uiteindelijk voor gekozen om het kaartje te innen van de leerling die naast je zit. Dat is de meest eerlijke oplossing. Inzicht en groeiend getalbegrip Tevens was duidelijk te zien naarmate het spel vorderde, dat de leerlingen steeds meer inzicht kregen in wat de hoogste kaart was, en noemden de kaarten met de hoeveelheid 1,2,3 en 4 al snel de pechkaarten. De leerlingen speelden het spel steeds sneller en trokken zelf al conclusies: ik denk dat Roos gaat winnen want zij heeft al heel vaak de hoogste kaart gehad ik ga niet winnen want ik heb alleen maar pechkaarten Er was, naarmate de leerlingen het spel langer speelden, nog een opmerkelijk aspect opgevallen. Minstens 3 leerlingen probeerden kaarten te bekijken, schoven andere kaarten naar boven en dachten stiekem kaarten te verwisselen. Dit duidde direct op het feit dat de hoeveelheid van het getal of de structuur steeds meer.

Belangrijkste punten samengevat: Inzicht in getallen en getal relaties worden vergroot. Het is een geluksspel, de leerlingen krijgen inzicht in eerlijk spelen, het is maar een spelletje en er kan ook vals gespeeld worden. Leerlingen zien bij cijfersymbolen direct welke hoeveelheid het is, bij de andere structuren wordt er echter steeds opnieuw geteld. wellicht aandacht besteden

4. Evaluatieles wie het meest gooit Meerdere malen uitgevoerd in tweetallen Groep 1: De jongste leerlingen hadden het meeste moeite met het uitvoeren van de handelingen. Daarom heb ik gebruik gemaakt van één dobbelsteen. De leerlingen mochten een aantal keren gooien met de dobbelsteen en de stipjes tellen. De vijf en zes waren daarbij erg lastig te tellen. Daarom oefenden we een aantal keren. Ook het verschil tussen meer en minder was niet direct voor hen zichtbaar. Ze wilden beide graag fiches pakken. Omdat het aantal stippen niet concreet zichtbaar was voor de leerlingen, hebben we blokjes gepakt en het nog eens gelegd. Leerling 1 gooide 3, ze mocht drie blokjes pakken om nog eens te controleren Leerling 2 gooide 4, hij mocht vier blokjes pakken. Met behulp van de blokjes was goed zichtbaar welke hoeveelheid ook meer was, en zo gingen we het spel verder. Groep 2: Zij hadden direct door wat het spel inhield en mochten dan ook met twee dobbelstenen gooien. Het optellen van 5 en 6 was soms lastig, want door de vraag: hoe weet je dat? telden sommige leerlingen nog eens. Daardoor kwamen ze er wel achter dat 5 en 6 altijd 11 is. Net als de leerlingen weten dat 5 en 5 altijd 10 is. De leerlingen spraken wederom van pechcijfers, zoals de 1, 2 en 3. Ze wisten precies wat ze moesten gooien om te kunnen winnen. Groep 1: Het is een lastig spel als het gaat om meer / minder. Dit moet eerst goed toegelicht worden, eventueel eerst een klein spelletje doen met concrete voorwerpen. Groep 2: De leerlingen moet je laten verwoorden wat ze denken, zodat je als leerkracht weet welke denkhandelingen zij uitvoeren.

5. Evaluatie bakjesspel Uitgevoerd met groep 1 in de kleine kring (de les is ter introductie iets anders uitgevoerd, de leerlingen hebben dit spel de rest van de week tijdens de inloop mogen spelen) De leerlingen zaten in een kleine kring, de bakjes op tafel. Daarbij was al direct een klein probleem: voor sommige leerlingen waren de cijfers niet goed zichtbaar. Daarom mochten een aantal leerlingen op de grond gaan zitten. De leerlingen mochten gooien met een grote dobbelsteen. De les verliep prima, het was een korte les, waarbij de leerlingen uitgelegd kregen hoe het spel in zijn werking ging. Tijdens de inloop mochten twee leerlingen dit samen uitvoeren. Er was een tweetal (twee jongens) die het niet uitvoerden zoals uitgelegd was. Gooien met de dobbelsteen was voor hen velen malen leuker, dus daar ben ik bij gaan zitten. Samen hebben we het spel gespeeld, waarna ze later wel met de dobbelsteen mochten gooien. De leerlingen moeten goed zicht hebben op de bakjes, zodat zij alles meekrijgen van de les. Ze zouden afdwalen en het leerstofaanbod niet meer meekrijgen. Als de leerlingen het spel zelfstandig uitvoeren, moet er wel toezicht op zijn.

6. De buschauffeur Uitgevoerd met groep 1 en 2 in de grote kring Een leuk spel die aansloot bij het thema van de week, beroepen. Ik begon de inleiding met een verhaal over een reisje met de klas. In de kring stonden 6 stoelen in het midden. Ik stapte als eerste in de bus, waarna ik twee namen van de leerlingen opnoemden. Zij mochten ook in de bus stappen. Ik vertelde verder dat de bus verder reed en ik benieuwd was hoeveel kinderen er nu in de bus zaten. Ze speelden we het rekenspel met instappen, uitstappen (optellen en aftrekken, eentje meer, eentje minder) Een aantal leerlingen van groep 1 zagen niet in een keer het aantal en mochten dat tellen. Alleen spelen met groep 1. Er is dan beter zichtbaar hoe ver de leerlingen zijn met het tellen en inzien van een hoeveelheid. Groep 2: de leerlingen kunnen dit ook spelen door te tekenen op het bord. Ik heb dit uitgeprobeerd en, het voordeel is dan de hoeveelheden hoger aangenomen kunnen worden.