SOEK Senioren Op Eigen Kracht Binnenstad Almelo 2014

Vergelijkbare documenten
SOEK Senioren Op Eigen Kracht. Noorderkwartier, Nieuwstraatkwartier, Hofkamp, Aadorp en Bornerbroek in Almelo 2015 en 2016

SOEK Senioren Op Eigen Kracht Schelfhorst Almelo 2013

Samen tegen eenzaamheid

SOEK Senioren Op Eigen Kracht Hellendoorn 2015

SOEK Senioren Op Eigen Kracht Hof van Twente 2014

SOEK Senioren Op Eigen Kracht Hof van Twente 2013

SOEK Senioren Op Eigen Kracht. Preventieve huisbezoeken bij allochtone ouderen in Almelo

Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen

SOEK Senioren Op Eigen Kracht Hellendoorn 2012

SOEK Senioren Op Eigen Kracht Hof van Twente 2016

Senioren Op Eigen Kracht

Preventief huisbezoek 75+

Mantelzorg. Figuur 1. Mantelzorg per GGD regio. 2 van 6 Rapport Mantelzorg. Bron: Zorgatlas RIVM

SOEK Senioren Op Eigen Kracht Hof van Twente 2018

Presentatie onderzoeksresultaten werkgroep zorg en welzijn Westerbeek

Huisbezoekproject 75 jarigen

Rapportage Preventief Huisbezoek Ouderen 2014

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Resultaten buurtonderzoek Zorg Dichtbij

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

SOEK Senioren Op Eigen Kracht Wierden 2011

Welzijnsbezoek. Voorbeelden van aanpassingen aan het huis die nodig zijn:

Eenzaamheid onder ouderen

5 Ouderen in de regio Gelre-IJssel

Onderzoek naar wensen en behoeften op het gebied van dagbesteding van (kwetsbare) ouderen en hun mantelzorgers in het Schilderskwartier in Woerden

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

BURGERPANEL CAPELLE OVER EENZAAMHEID

Ouderenbeleid met specifieke aandacht voor volksgezondheid. Raadsrotonde 22 september 2011

Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen. Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012

Hoofdstuk 31. Mantelzorg

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Ouderenonderzoek Kennemerland

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente?

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Kanteling Wmo Iedereen doet mee

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoofdstuk 19. Vrijwilligerswerk (en mantelzorg)

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Rapportage Huisbezoek 75+ De Riet 2012

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

De gezondheidssituatie van ouderen in Gelderland Midden 2005

Sociale samenhang in Groningen

Hoofdstuk 14. Mantelzorg

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Vrijwilligers maken het verschil!

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot

Burgerpanel Gorinchem. 1 e peiling: Sociale monitor. Juli 2014

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Rapportage huisbezoek 75+ Wilderinkshoek en Berflo Es

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.

Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning

Werkbezoek Gemeenteraad Leiderdorp 21 mei 2014

Welzijnsbezoek Inhoud. 1 Conclusies

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Steunpunten vrijwilligers en mantelzorg

Raads informatiebrief

Gezondheidsmonitor gemeente Neder-Betuwe

Ouderenonderzoek in de Hilversumse Meent, voorjaar Enquête voorjaar 2015, Zorg & Ondersteuning,

GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Houten, (sub)regio en Nederland

Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

Meldactie AWBZ oktober 2010

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Sedentair gedrag bij ouderen STA OP VOOR GEZONDHEID!

s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

2014, peiling 1 maart 2014

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Kernboodschappen Gezondheid Wierden

Uitslag enquête Wmo-beleid gemeente Heumen

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

Evaluatie SamenOud-dagen voorjaar 2014

Ouderenmonitor Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Wijkscan Enschede Zuid-West. November 2013

Het sociaal netwerk en het gebruik van zorg door ouderen (55+) in Limburg

Conclusies en aanbevelingen

Enquêtevragen Zorg en Welzijn Dirkshorn e.o. april 2014

Ouderen in Rivierenland

18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde

MARKTONDERZOEKVERSLAG. Goldensports, juni 2016

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Inventarisatielijst oorzaken eenzaamheid

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Gemeente IJsselstein. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Concept 12 juli 2016

Welzijn en (gezondheids)zorg

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Transcriptie:

SOEK Senioren Op Eigen Kracht Almelo 2014

Colofon Senioren Op Eigen Kracht 2014 Almelo, wijk Juli 2015 Tekst: Jannet Visser (GGD Twente) Uitvoering: Mirjam van Baalen (Scoop) Scoop Plesmanweg 9L 7602 PD Almelo Telefoon: 0546 544100 www.scoopwelzijn.nl GGD Twente Nijverheidstraat 30 7511 JM Enschede 053-4876543 www.twentsegezondheidsverkenning.nl GGD Twente Overname van dit rapport of gedeelten daaruit is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. 2

Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 SOEK, uitvoering en organisatie 7 1.1 Doel 7 1.2 Doelgroep 7 1.3 Werkwijze 7 1.4 Werving en publiciteit 7 1.5 Vragenlijst 8 1.6 Begeleidend onderzoek 8 1.7 Samenwerking Almelo, Wierden, Tubbergen, Hellendoorn en Hof van Twente 8 2 Aantal huisbezoeken 9 2.1 Aantal deelnemers 9 2.2 Aantal afwijzers 11 3 Resultaten van het huisbezoek 12 3.1 Wonen en woonomgeving 12 3.1.1 Wonen 12 3.1.2 Veiligheid 13 3.2 Gezondheid en zelfredzaamheid 13 3.2.1 Ervaren gezondheid 13 3.2.2 Zorgen 14 3.2.3 Beperkingen 15 3.2.4 Zelfredzaamheid bij boodschappen doen 15 3.2.5 Zelfredzaamheid bij warm eten klaar maken 16 3.2.6 Zelfredzaamheid bij vervoer 16 3.2.7 Vallen 17 3.2.8 Medicijngebruik 18 3.3 Tijdsbesteding 18 3.3.1 Bewegen 18 3.3.2 Recreatieve bezigheden 20 3.3.3 Vrijwilligerswerk, mantelzorg en andere bezigheden 22 3.3.4 Tevredenheid tijdsbesteding 23 3.4 Sociale contacten en eenzaamheid 24 3.4.1 Huishoudsituatie 24 3.4.2 Sociale contacten 24 3.4.3 Eenzaamheid 25 3.5 Voorzieningen 26 3.6 Reacties op de huisbezoeken 27 4 Informatie van de seniorenvoorlichters 29 4.1 Informatie geven 29 4.2 Vervolgcontacten en verwijzingen 29 4.3 Gespreksduur 310 4.4 Oordeel over bezoek 301 5 Conclusies 32 6 Aanbevelingen 35 Bijlage 1 Opmerkingen bij de vragenlijst 3

4

Samenvatting In 2006 is Scoop in de gemeente Almelo begonnen met preventieve huisbezoeken bij 75-plussers. In de daarop volgende jaren zijn wijk voor wijk ouderen bezocht. Veranderingen op demografisch, politiek en maatschappelijk vlak hebben geleid tot een herziening van de opzet van de huisbezoeken. Immers het aantal ouderen neemt toe, er treden ingrijpende verschuivingen op in de Wmo en de AWBZ en er is sprake van bezuinigingen in de zorg. Een en ander dwingt tot meer aandacht voor preventieve ouderengezondheidszorg. Ouderen worden ook mondiger, willen zelf meer regie dragen over het eigen leven en willen graag zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen woning blijven wonen. In dit kader past een werkwijze, die gericht is op vroegsignalering en voorkomen van problemen op het gebied van gezondheid en welzijn, maar die ook recht doet aan de behoefte van ouderen om zelf de regie te houden over het eigen leven. Dit gebeurt nadrukkelijk bij de SOEK = Senioren Op Eigen Kracht werkwijze. De SOEK huisbezoeken zijn bedoeld om problemen op het gebied van eenzaamheid, zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie tijdig te signaleren. De werkwijze is oplossingsgericht en stimuleert de eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid van de bezochte ouderen. SOEK richt zich op zelfstandig wonende ouderen. Seniorenvoorlichters (vrijwilligers) voeren de huisbezoeken uit. Dit is de tweede rapportage over SOEK-huisbezoeken in Almelo. In 2013 is SOEK uitgevoerd in de. Deze rapportage gaat over SOEK in de. De rapportage beschrijft de situatie van 75-plussers op het gebied van gezondheid en welzijn. Het begeleidend onderzoek is uitgevoerd door GGD Twente. In 2014 zijn in totaal 287 ouderen bezocht door 12 vrijwilligers. De respons is 41%. De belangrijkste resultaten zijn: Wonen Het merendeel van de ouderen in de is tevreden over de woning en de woonomgeving. 93% bevalt het wonen in de buurt goed en 95% is tevreden over de woning. 17% van de bezochte ouderen zegt zich niet meer zo goed te kunnen redden in de woning. Voor vrouwen is dit vaker een probleem, dan voor mannen. De problemen nemen snel toe met de leeftijd. Gezondheid Van de bezochte ouderen ervaart 59% de eigen gezondheid als (zeer) goed tot uitstekend. Ondanks de goed ervaren gezondheid brengt de gezondheidssituatie echter wel beperkingen met zich mee. 63% van de bezochte ouderen zegt door de gezondheid beperkt te zijn in allerlei activiteiten. Het meest genoemd worden beperkingen bij het uitvoeren van huishoudelijke taken en beperkingen in mobiliteit (lopen, tillen, bukken). De verschillen naar leeftijd en geslacht zijn groot. 26% van de ouderen is in de afgelopen 3 maanden gevallen. Het medicijngebruik onder ouderen ligt zeer hoog. 91% van de bezochte ouderen gebruikt medicijnen (op doktersvoorschrift). De meeste ouderen kunnen zich goed redden met de medicijnen. Zelfredzaamheid 18% van de ouderen kan niet meer zelfstandig boodschappen doen. Vrouwen hebben hier vaker problemen mee dan mannen. 22% van de bezochte ouderen maakt niet elke dag zelf warm eten klaar. Op dit terrein hebben de mannen veel meer problemen, dan de vrouwen. 17% van de bezochte ouderen heeft vervoersproblemen, waardoor men ergens niet naartoe kan gaan, waar men wel graag naartoe had gewild. Meest genoemde oorzaken van vervoersproblemen zijn niet meer durven fietsen en auto rijden. Tijdsbesteding Veel ouderen doen regelmatig aan beweegactiviteiten, namelijk 74%. Er is echter niet gevraagd, hoe lang en hoe vaak men beweegt. Mannen bewegen meer dan vrouwen. Het meest genoemd zijn fietsen en wandelen. 92% van de ouderen heeft recreatieve bezigheden. Verreweg het meest genoemd worden lezen, puzzelen en computeren. 43% van de ouderen zit regelmatig achter de computer. Mannen doen dit vaker dan vrouwen. Vrijwel alle ouderen hebben meerdere recreatieve bezigheden. 5

17% van de bezochte ouderen doet aan vrijwilligerswerk. 10% is mantelzorger. De meeste mantelzorg wordt aan de partner gegeven. De meeste ouderen zijn tevreden over de manier waarop zij hun tijd vullen Sociale contacten en eenzaamheid Het aantal alleenstaande ouderen neemt snel toe met de leeftijd. 63% van de bezochte ouderen woont alleen. Vrouwen wonen vaker alleen, dan mannen. Vrijwel alle ouderen hebben regelmatig contacten met kinderen, familie en/of vrienden en buren. Ook kan vrijwel iedereen bij iemand terecht als er vragen of problemen zijn. De tevredenheid over de sociale contacten is dan ook groot: 92% is tevreden. Ondanks de positieve ervaring met de sociale contacten voelt 15% van de bezochte ouderen zich wel eens eenzaam. Mogelijk ligt dit percentage in werkelijkheid hoger. Volgens recent GGD onderzoek (2012) is 46% van de 75-plussers in Twente matig tot (zeer) ernstig eenzaam. Een klein aantal ouderen ervaart eenzaamheid als een probleem, waarover zij met de ouderenadviseur nog eens door willen praten. Voorzieningen Van de bezochte ouderen weet 91%, waar men voor het aanvragen van hulp moet zijn. 64% van de bezochte ouderen weet waarvoor men bij Scoop terecht kan. In alle gesprekken zijn de onderwerpen eenzaamheid en zelfredzaamheid aan de orde geweest. Het huisbezoek is daardoor een manier van werken om problemen op dit gebied (tijdig) te signaleren. Daarnaast kunnen ouderen zich uiten over de beperkingen die zij ervaren in relatie tot hun gezondheid, maar kunnen zij ook praten over de prettige dingen in het leven en de manier waarop zij een zinvolle en bevredigende dagbesteding vinden. De meeste ouderen willen graag zelfstandig blijven wonen en deelnemen aan de samenleving. Dit betekent dat juist voor deze groep veel voorzieningen en regelingen moeten worden getroffen, die dit ook daadwerkelijk mogelijk maken. Ouderen tonen zich uiterst positief over de huisbezoeken. Folders worden naar behoefte uitgereikt en eventueel afspraken gemaakt voor een vervolggesprek met de ouderenadviseur. Ouderen worden zoveel mogelijk gestimuleerd om zelf initiatief te nemen. Lukt dat niet, dan kunnen zij rekenen op een steuntje in de rug. 6

1 SOEK, uitvoering en organisatie 1.1 Doel De doelstelling van Senioren Op Eigen Kracht (SOEK) is het in een vroeg stadium signaleren van problemen op het gebied van eenzaamheid, zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie en het versterken van eigen initiatief en verantwoordelijkheid van ouderen. Scoop wil ouderen die het risico lopen te vereenzamen al in een vroeg stadium opsporen en niet afwachten tot sociale contacten wegvallen. De SOEK-werkwijze sluit goed aan bij de uitgangspunten van de Wmo om ouderen mogelijkheden te bieden om zo lang mogelijk in de eigen woning te blijven wonen en te laten participeren aan de samenleving. Hoofddoel van de huisbezoeken is het bespreekbaar maken van het onderwerp eenzaamheid en het vergroten van de zelfredzaamheid van ouderen. Niet door middel van het traditionele beroep op voorzieningen en zorg, maar door in te zetten op eigen kracht, initiatief en aandacht voor leefstijl. Komen ouderen er zelf niet uit, dan wordt aanvullende ondersteuning geboden. Het huisbezoek biedt de gelegenheid om onder andere het publieksbureau, de activiteiten voor ouderen van Scoop, het maatschappelijk werk en mogelijkheden voor financiële ondersteuning onder de aandacht van ouderen te brengen. 1.2 Doelgroep De huisbezoeken richten zich op alle zelfstandig wonende ouderen vanaf 75 jaar in een bepaalde wijk. Ouderen krijgen vanaf 75 jaar steeds vaker te maken met lichamelijke achteruitgang en verlies van een partner. Bij jongere ouderen kan vaak nog het sociale netwerk gestimuleerd worden. Moeilijker ligt het bij oudere ouderen. Zij vormen een steeds kwetsbaarder groep met grote kans op overlijden. Zij moeten, zo lang het nog kan, ook van een huisbezoek gebruik kunnen maken. In 2014 zijn in de 698 ouderen uitgenodigd voor een huisbezoek. 1.3 Werkwijze De SOEK-huisbezoeken worden uitgevoerd door vrijwilligers (seniorenvoorlichters). In 2014 is een team van 13 seniorenvoorlichters op pad geweest. Samen met de voorlichters is een vragenlijst opgesteld, die als leidraad dient voor de gesprekken. Door de opbouw van de vragenlijst en de volgorde van de thema s worden de onderwerpen eenzaamheid en zelfredzaamheid bespreekbaar gemaakt. Het gaat er niet om allerlei mogelijkheden voor hulpen ondersteuning onder de aandacht te brengen, maar om erachter te komen welke vragen, behoeften en problemen er bij de ouderen zelf leven en welke oplossing men zelf weet of uit kan voeren. Zo nodig wordt een steuntje in de rug gegeven bij vervolgstappen. Het is de bedoeling om niet aanbod-, maar vraaggericht te werken. De seniorenvoorlichters komen om de zes weken bij elkaar. Naast inhoudelijke onderwerpen worden bij deze teambijeenkomsten praktische informatie en ervaringen uitgewisseld. Regelmatig vinden themabijeenkomsten plaats, gaan vrijwilligers op werkbezoek of komen organisaties hun werk toelichten. In 2014 is een bezoek gebracht aan Beth TMZ en de Zwanenhof in Zenderen. Steunpunt Mantelzorg, Zorgzuster Twente en de bibliotheek hebben een toelichting gegeven. In principe is het huisbezoek eenmalig. Bij gesignaleerde problematiek wordt de ouderenadviseur ingeschakeld. Zij houdt vinger aan de pols, neemt nog eens contact op en geeft indien nodig extra ondersteuning. Bij complexe problematiek verwijst de ouderenadviseur door naar het maatschappelijk werk, geestelijke gezondheidszorg, MEE, Steunpunt Mantelzorg of andere hulpverlenende organisaties of personen. Deelname aan de huisbezoeken is vrijwillig en gratis. 1.4 Werving en publiciteit De deelnemers aan de huisbezoeken worden persoonlijk aangeschreven. Op basis van gegevens uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) worden namens Scoop uitnodigingen gestuurd naar alle ouderen in een bepaalde wijk. Eens in de twee weken gaat een mailing de deur uit. In de brief wordt aangegeven, dat een vrijwilliger contact opneemt voor het maken van een afspraak. De adressen worden verdeeld over de seniorenvoorlichters, die vervolgens zelf een afspraak maken voor een huisbezoek. Het aantal adressen per seniorenvoorlichter verschilt tussen de vier en zes per twee weken. Dit heeft direct te maken met de beschikbare tijd van de seniorenvoorlichter. Bij de start van de huisbezoeken in een bepaalde wijk wordt hier in de media aandacht aan besteed. 7

1.5 Vragenlijst Alle seniorenvoorlichters worden direct betrokken bij het evalueren en verbeteren van de vragenlijst. De resultaten van de huisbezoeken worden ook weer met hen teruggekoppeld. Hiermee komt een proces op gang van uitwisseling van kennis en ervaring, niet alleen tussen professionals onderling, maar vooral ook tussen professionals en vrijwilligers. De bij de huisbezoeken gebruikte vragenlijst is vergelijkbaar met die in buurgemeenten wordt gebruikt. Hier en daar is de onderwerpen volgorde gewijzigd. Enkele vragen zijn toegevoegd of juist verwijderd, maar de grote lijn is hetzelfde. 1.6 Begeleidend onderzoek Om inzicht te verkrijgen in de situatie van de doelgroep wordt begeleidend onderzoek uitgevoerd door de GGD. Dit onderzoek geeft een beeld van de totale groep, zodat zo nodig de werkwijze van de seniorenvoorlichters hierop aangepast kan worden. Het onderzoek biedt handreikingen voor kwalitatieve verbeteringen of veranderingen. De onderzoeksresultaten kunnen bovendien aanknopingspunten geven voor preventief ouderenbeleid van de gemeente en het welzijnswerk of andere organisaties die zich met ouderen bezig houden, zoals de thuiszorg en de huisartsen. Ook kan een aanzet gegeven worden voor het ontwikkelen van een vervolgaanbod. De vragenlijsten van de huisbezoeken worden op internet ingevoerd door twee vrijwilligers bij Scoop. De gegevens worden vervolgens door de GGD gedownload, waarna analyse van de resultaten plaats vindt. Bovendien wordt een vergelijking gemaakt met cijfers uit het ouderenonderzoek in Almelo van 2010 of de gezondheidsmonitor in Twente van 2012. Beide onderzoeken zijn uitgevoerd door de GGD. 1.7 Afstemming Almelo, Wierden, Tubbergen, Hellendoorn en Hof van Twente De SOEK-huisbezoeken in Almelo staan niet op zichzelf, maar zijn afgestemd met het welzijnswerk voor ouderen in Hellendoorn, Tubbergen, Wierden en Hof van Twente. De GGD is daarbij de verbindende schakel. De werkwijze in de vijf gemeenten is vergelijkbaar. Ouderenadviseurs maken direct gebruik van elkaars ervaringen en expertise. De vragenlijsten zijn identiek en er wordt op dezelfde wijze geregistreerd door vrijwilligers. Dit maakt vergelijking van de resultaten tussen de gemeenten, maar ook tussen verschillende leeftijdsgroepen mogelijk. Primair doel van de samenwerking is professionalisering van het werk van de seniorenvoorlichters en het aanbieden van een kwalitatief goed product. De signalerings- en ondersteuningsfunctie van de huisbezoeken kan hierdoor steeds beter tot haar recht komen, terwijl er ook aandacht is voor de vervolgcontacten en een vervolgaanbod in de preventieve sfeer. 8

2 Aantal huisbezoeken 2.1 Aantal deelnemers De doelgroep voor het welzijnswerk ouderen groeit met de jaren, al zijn er kleine schommelingen. Bij deze groei gaat het niet om tientallen, maar om honderdtallen, zoals blijkt uit tabel 2.1. Tabel 2.1. Inwonertal Almelo 2011 2012 2013 2014 2015 Totaal aantal inwoners 72.599 72.757 72.729 72.459 72.291 Aantal 65+ 11.474 11.951 12.754 12.684 13.100 Bron: CBS In 2014 bedraagt het aantal inwoners van de gemeente Almelo 72.459. Daarvan zijn 12.684 personen 65 jaar of ouder. Dit is 17,6% van het totaal aantal inwoners. Voor 2015 is een prognose gegeven. In de komende jaren zal het aantal 65-plussers in Almelo toenemen tot ongeveer 28% van de totale bevolking in 2040. Daarmee behoort Almelo tot de middenmoot van de Twentse gemeentes wat het percentage ouderen betreft. Het hoogst scoort volgens de prognoses van het CBS Haaksbergen in 2040 met 31% 65-plussers. Figuur 2.1 Bevolkingsprognose voor Almelo naar leeftijdsgroep Uit figuur 2.1 is duidelijk te zien, hoe sterk het aantal 65-plussers in de komende jaren zal toenemen in verhouding tot jeugd en volwassenen. Het aandeel van de jeugd en de ouderen in de totale bevolking zal in 2040 ongeveer even groot zijn. In de wonen relatief veel ouderen. 24,7% van de inwoners is 65 jaar of ouder. In de was dat 20,6%. Het gemiddelde voor Almelo is 17,6%. De doelgroep voor SOEK zijn de 75- tot en met 100-jarigen. In 2014 zijn 698 ouderen van deze leeftijd in de uitgenodigd voor een huisbezoek. In 2009 hebben voor het laatst huisbezoeken in 9

deze wijk plaats gevonden. Van de uitgenodigde groep zijn 287 ouderen daadwerkelijk bezocht. Dit is een respons van 41%. In de was de respons 50%. De huisbezoeken hebben plaats gevonden in de periode januari 2014 tot en met maart 2015. De oudste deelnemer is 97; de jongste 75 jaar. De gemiddelde leeftijd van de bezochte ouderen is 83 jaar. De verdeling van het aantal huisbezoeken per leeftijd ziet er als volgt uit: Tabel 2.2 Aantal deelnemers naar leeftijd Leeftijd 97 1 0 96 1 0 95 0 2 94 1 0 93 3 2 92 0 2 91 4 4 90 7 3 89 12 11 88 10 13 87 9 14 86 10 11 85 10 16 84 14 22 83 13 18 82 26 21 81 22 22 80 20 26 79 14 28 78 22 23 77 17 24 76 16 29 75 20 14 Het aantal huisbezoeken neemt af met de leeftijd. Dit is duidelijk te zien in figuur 2.2. 35 30 25 20 15 10 5 0 97 96 95 94 93 92 91 90 89 88 87 86 85 84 83 82 81 80 79 78 77 76 75 Figuur 2.2 Deelnemers SOEK naar leeftijd 10

Opvallend is de lage respons in de groep 75-jarigen. Dit heeft te maken met het tijdstip waarop de adressen worden uitgedraaid, waardoor een deel van de ouderen die in 2014 75 zijn geworden niet is benaderd. Van de bereikte ouderen is 34% man en 66% vrouw. De werkelijke man-vrouw verdeling in Almelo bij 75-plussers is 37% mannen en 63% vrouwen (cijfers CBS). 2.2 Aantal afwijzers Er zijn 698 uitnodigingen voor een huisbezoek de deur uit gegaan. Van deze groep zijn 593 personen daadwerkelijk bereikt. 105 personen zijn helemaal niet bereikt. De meest genoemde oorzaak is, dat men ook na herhaaldelijk bellen of langs gaan niet thuis was. Bij alle niet bereikte ouderen wordt wel een kaartje in de bus gedaan, zodat men kan bellen als men toch een huisbezoek wenst. De oorzaken van niet-bereiken verdelen zich als volgt: Tabel 2.3 Oorzaken niet bereikt Verhuisd 9% 4% Overleden 7% 7% Opname 9% 3% Herhaaldelijk niet thuis 67% 79% Helemaal niets bekend 4% 4% Anders... 4% 3% Uit tabel 2.3 blijkt dat er wat de oorzaak van niet bereiken betreft er weinig verschil is tussen de en de. Bij andere oorzaken worden onder andere genoemd: - Ongeneeslijk ziek - Meneer is meestal bij zijn vriendin - Volgens de familie niet aanspreekbaar. Niet alle bereikte ouderen stellen een huisbezoek op prijs. Van ruim 300 personen is bekend, waarom zij geen huisbezoek willen of waarom een contact niet tot stand is gekomen. Het merendeel van deze groep vindt een huisbezoek niet nodig. Het zijn vooral de jongere ouderen, die deze reden noemen. Opnieuw is er geen verschil tussen de en de. Tabel 2.4 Reden afwijzen huisbezoek Reden Stond afwijzend tegenover bezoek 20% 20% Vindt het niet nodig 70% 71% Geen contact mogelijk 3% 2% Ziekte 5% 6% Rouw/ingrijpende gebeurtenis 0% 0% Anders 2% 2% Enkele opmerkingen bij deze vraag: - Vertelde dat ze geen brief had gekregen. - Vroeg of we de vragenlijst konden opsturen zodat hij het zelf kon invullen. - Niet aanspreekbaar. Begreep er niets van, had nog nooit van Scoop gehoord of brief gehad. - Zou terug bellen, maar heeft dat niet gedaan. - Meneer kent Scoop en heeft de Infowijzer. Wanneer nodig neemt hij contact op. - Zeer actief, bezoekt ouderen namens de Zonnebloem - Wel interesse maar voorlopig geen tijd. - Het gaat nog prima 11

3 Resultaten van het huisbezoek In dit hoofdstuk zijn de gegevens van 261 vragenlijsten verwerkt. Er is een vergelijking gemaakt tussen de en de. De omvat de buurten Noord en Zuid, Ulk en omgeving en Java en omgeving. In een aantal gevallen zijn echtparen bezocht. Dit is altijd gerekend als twee personen (er is voor elke partner een afzonderlijke vragenlijst ingevuld). De beschreven thema s volgen de onderwerpen volgorde van de vragenlijst. Naast percentages wordt ook een deel van de aanvullende opmerkingen weergegeven in cursief. Deze opmerkingen zijn door de ouderen zelf gemaakt. Zo mogelijk worden de gegevens uit de huisbezoeken aangevuld met informatie uit het ouderenonderzoek dat in 2010 is uitgevoerd in Almelo, of de Twentse gezondheidsmonitor van 2012. Beide onderzoeken zijn uitgevoerd door de GGD. 3.1 Wonen en woonomgeving 3.1.1 Wonen Hoe bevalt het wonen u in deze buurt? Slecht Niet altijd goed Goed 1% 1% 2% 6% 97% 93% Figuur 3.1 Tevredenheid woonomgeving/buurt De vraag over wonen is gesteld als gemakkelijke introductievraag, om het gesprek op gang te brengen en om de cliënt en wellicht ook de seniorenvoorlichter een beetje op gemak te stellen. Het wonen in de bevalt het overgrote deel van de bezochte ouderen goed. Slechts 6% van de bezochte ouderen is niet altijd tevreden en 1% is ontevreden. Er wonen in de iets meer ontevreden ouderen dan in de. Er worden wel enkele (kritische) opmerkingen gemaakt: - Last van bezoekers van Barbiertje - Veel ouderen, verschillende culturen - Veel last van verkeer en treinen - Last van zwervers - Winkels te ver weg - Veel oude vertrouwde buren weg of overleden. Weinig of geen contact met nieuwe bewoners. Hoe bevalt de woning? Slecht Niet altijd goed Goed 0% 0% 3% 5% 97% 95% Figuur 3.2 Tevredenheid woning Ook over de woning zelf zijn de meeste ouderen tevreden. Heeft u verhuisplannen? Bijna alle ouderen, 95%, hebben geen verhuisplannen. Daar is ook weinig reden toe, gezien de tevredenheid over de buurt en de woning. In de hadden iets meer ouderen het plan om te verhuizen, namelijk 7%. 12

Uit het ouderenonderzoek van de GGD komt naar voren, dat 82% van de 75-plussers in Almelo niet van plan is om te verhuizen. Dit percentage is een gemiddelde voor heel Almelo. De ouderen in de en in de oordelen blijkbaar positiever over hun wijk, dan uit anonieme monitor gegevens blijkt. Er zijn allerlei redenen om te (moeten) verhuizen. Behalve ziekte en zorg worden ook vaak andere redenen genoemd, zoals niet alles gelijkvloers of dat het huis te groot is. Zo lang men zich in huis nog goed kan redden, zal er weinig reden zijn om te verhuizen, maar is dat ook zo? Kunt u zich nog goed redden in uw woning? 10% 17% Figuur 3.3 Zich niet kunnen redden Ongeveer 17% van de bezochte ouderen kan zich niet meer goed redden in de woning, waar zij nu wonen. Vrouwen hebben hier wat vaker moeite mee, dan mannen, maar het verschil is klein. Ouderen in de redden zich duidelijk minder goed in hun woning dan ouderen in de. Aan de bezochte ouderen is gevraagd of zij mogelijkheden zien om zelf hun zelfredzaamheid in de woning te vergroten. Meer huishoudelijke hulp wordt verreweg het meest genoemd om zich beter in huis te kunnen redden, ook persoonlijke verzorging, thuiszorg, buurthulp, een klussendienst en praktische aanpassingen worden genoemd. 3.1.2 Veiligheid Voelt u zich wel eens onveilig in uw woning? 11% 14% Figuur 3.4 Onveilig voelen De vraag is met name gesteld om ouderen te wijzen op de risico s van voor- en achterdeuren die niet op slot zijn en het gemak, waarmee louche figuren zich in huis weten te praten. Van de bezochte ouderen in de voelt 14% zich wel eens onveilig in de woning. Dit percentage ligt hoger, dan bij de ouderen in de en ook hoger dan bijvoorbeeld bij ouderen in Hellendoorn. Daar is bij het huisbezoek dezelfde vraag gesteld. In het ouderenonderzoek van de GGD is ook naar veiligheidsgevoelens gevraagd. 4% van de 75- plussers voelt zich overdag wel eens onveilig; 14% voelt zich in de avond of nacht wel eens onveilig. Enkele opmerkingen over veiligheidsgevoelens: - In het verleden inbraak gehad - Heeft een camera voor het raam geplaatst - Doet altijd de deur op slot - Veel inbraak en zwervers - Er worden fietsen gestolen - Als ze alleen is - Belletje trekken 3.2 Gezondheid en zelfredzaamheid 3.2.1 Ervaren gezondheid Van de ouderen in de geeft 59% aan de eigen gezondheid (zeer) goed of uitstekend te vinden (: 64%). Uit het ouderenonderzoek in Almelo kwam een veel hoger percentage naar voren. 73% van de 75-plussers vindt de eigen gezondheid (zeer) goed tot uitstekend. 13

Hoe zou u over het algemeen uw gezondheid willen noemen? Slecht 3% 5% Matig 33% 35% Goed 50% 55% Zeer goed 7% 7% Uitstekend 2% 2% Figuur 3.5 Ervaren gezondheid Hoewel veel ouderen gezondheidsproblemen hebben, beoordelen zij hun eigen situatie niet per definitie als matig of slecht. Een derde van de bezochte ouderen beoordeelt de eigen gezondheid als matig. Slechts 5% vindt de eigen gezondheid slecht. Er zijn kleine verschillen tussen de ervaren gezondheid van ouderen in de en van ouderen in de. Mannen oordelen iets positiever over hun gezondheid dan vrouwen. 3.2.2 Zorgen Maakt u zich wel eens zorgen? 62% 58% Figuur 3.6 Zorgen Veel ouderen maken zich zorgen, in de wat meer dan in de. Veel zorgen kunnen een negatief effect hebbe op de ervaren gezondheid en het algeheel welbevinden. Waar maakt u zich zorgen over? Anders Onveilig voelen Angst voor de toekomst Financiële zorgen Alleen zijn, eenzaamheid Overlijden van naaste Zorg om mijn (klein)kinderen Zorg om mijn partner Gebrek aan zorg Mijn geestelijke gezondheid Mijn lichamelijke gezondheid 5% 5% 4% 2% 10% 17% 6% 5% 6% 13% 7% 5% 19% 13% 2% 8% 8% 5% 31% 39% 37% 39% Figuur 3.7 Zorgthema s 14

De meeste zorgen zijn er over de kinderen en/of kleinkinderen en over de eigen lichamelijke gezondheid. In grote lijnen zijn de zorgen van de ouderen in de en in de vergelijkbaar. Opvallend is wel, dat de ouderen in de meer zorgen hebben over de toekomst, misschien door alle ontwikkelingen in het afgelopen jaar. Bovendien maken ouderen in de zich duidelijk meer zorgen over eenzaamheid. Enkele zorgen, die ouderen expliciet benoemen: - Inlevering van de zorg - Onrust in de wereld - Het verleden speelt nog een rol - Zorg om kleinkinderen als ik er niet meer ben - Over vrienden 3.2.3 Beperkingen Zijn er dingen die u niet (meer) kunt doen vanwege uw gezondheid? 60% 63% Figuur 3.8 Door gezondheid iets niet kunnen Van de ouderen in de zegt 63% vanwege de gezondheid beperkingen te hebben op allerlei vlak. Dat is iets meer dan bij de ouderen in de. Wat kan men niet meer? Mobiliteit (bukken, tillen, lopen) 52% 65% Persoonlijke verzorging 21% 21% Huishoudelijke taken 76% 85% Figuur 3.9 Beperkingen Het hoogst scoren de huishoudelijke taken. Op de tweede plaats komen de beperkingen in mobiliteit. Meestal wordt een combinatie van beperkingen genoemd, dus bijvoorbeeld niet alleen beperkingen bij huishoudelijke taken, maar ook beperkingen in mobiliteit (bukken, tillen, lopen). Mobiliteit is voor de ouderen vaker een probleem, dan voor ouderen in de. Om problemen te voorkomen wordt uitsluitend ingezet op huishoudelijke hulp en thuiszorg. Ook is er vaak hulp van partner en kinderen. 3.2.4 Zelfredzaamheid bij boodschappen doen Kunt u zelf de dagelijkse boodschappen doen? 82% 82% Figuur 3.10 Boodschappen 15

Van de bezochte ouderen kan 82% nog zelfstandig boodschappen doen. Er zijn geen verschillen tussen de en de. Vrouwen hebben bij het boodschappen doen aanzienlijk meer problemen dan mannen. Het boodschappen doen wordt op allerlei manieren geregeld, zoals: - Vrijwilliger doet de boodschappen - Doet de partner - Doet de hulp - Soms met een kennis - Dochter doet grote boodschappen - Zoon verzorgt de boodschappen. - Doen de hulptroepen 3.2.5 Zelfredzaamheid bij warm eten klaar maken Maakt u zelf elke dag warm eten klaar? 74% 78% Figuur 3.11 Warm eten 78% van de bezochte ouderen maakt elke dag warm eten klaar. Dat is iets meer dan in de. Bijna een kwart van de ouderen regelt het warm eten opeen andere manier. Vaak is het een combinatie van zelf koken en laten bezorgen. Mannen hebben wat vaker problemen met warm eten klaar maken, dan vrouwen. Enkele opmerkingen, die bij deze vraag worden gemaakt: - Tafeltje-dek-je - Maaltijdvoorziening - Samen met partner - Mijn vrouw - Dochter kookt - Kant en klare maaltijden - Food Connect 3.2.6 Zelfredzaamheid bij vervoer Heeft u wel eens problemen met vervoer, waardoor u ergens niet naartoe gaat, waar u wel naartoe had gewild? 20% 17% Figuur 3.12 Vervoersproblemen Ouderen in de hebben iets vaker vervoersproblemen, dan ouderen in de. Vrouwen hebben hier veel vaker last van dan mannen. Uit het ouderenonderzoek van de GGD komt een vergelijkbaar percentage naar voren. 20% van de Almelose 75-plussers kan niet geheel zelfstandig gebruik maken van eigen of openbaar vervoer. Er zijn verschillende oorzaken voor vervoersproblemen. Het meest genoemd zijn het niet meer kunnen fietsen en auto rijden. Ook het slecht kunnen zien wordt vaak genoemd als reden om niet goed meer te kunnen fietsen of auto rijden. Er zijn kleine verschillen tussen de ouderen van de en de, maar de grote lijn is vergelijkbaar. Meest genoemde reden voor oplossing van vervoersproblemen is gebruik maken van de regiotaxi en Valys. Daarnaast doet men toch vaak een beroep op de kinderen, buren of andere familieleden of kennissen in de buurt. 16

Andere reden. 20% 17% Ik vind de regiotaxi te duur. Ik weet niet wie ik moet vragen. 4% 9% 12% 9% Ik durf geen auto meer te rijden. Ik durf niet meer alleen te fietsen. 47% 45% 54% 57% Figuur 3.13 Oorzaak vervoersproblemen De zelfredzaamheid van ouderen neemt af met de leeftijd. In de Twentse gezondheidsmonitor van 2012 is gevraagd in hoeverre men nog in staat is om dagelijkse activiteiten geheel zelfstandig te doen. In figuur 3.14 zijn de percentages weergegeven van de ouderen, die minstens één activiteit niet zelfstandig kunnen uitvoeren. Van de groep 65-75 jaar kan 20% minstens één activiteit niet zelfstandig uitvoeren; bij de 75-plus groep is dat 60%. Uit figuur 3.16 blijkt dat de verschillen tussen jongere en oudere ouderen erg groot zijn. Vooral het zwaardere huishoudelijke werk, zoals stofzuigen en ramen zemen, gaat steeds meer problemen opleveren, evenals het bedden opmaken en verschonen. Voor deze activiteiten zal zeker hulp nodig zijn. Ontbijt of lunch klaar maken Lichte huishoudelijke werkzaamheden Warm eten klaar maken Gebruik maken van vervoer Boodschappen doen Kleren wassen en strijken Bedden verschonen en/of opmaken Zware huishoudelijke werkzaamheden 9% 0% 1% 5% 3% 4% 9% 10% 10% 18% 22% 32% 32% 34% 44% 49% 75-plus 65-75 jaar Figuur 3.14 Dagelijkse activiteiten die men niet meer geheel zelfstandig uit kan voeren Bron: Op verkenning in Twente, GGD, 2012 3.2.7 Vallen Bent u de laatste drie maanden wel eens gevallen? 15% 26% Figuur 3.15 Vallen In de zijn aanzienlijk meer ouderen de afgelopen drie maanden gevallen, dan in de. Aan de leeftijd ligt het niet, want die is voor beide groepen ongeveer hetzelfde. 17

Uit het ouderenonderzoek van de GGD komt voor Almelo een lager percentage (15%) naar voren. De meeste valpartijen zijn in huis. Dit is in de ook zo. 3.2.8 Medicijngebruik Gebruikt u medicijnen (op doktersvoorschrift)? 85% 91% Figuur 3.16 Medicijngebruik 91% van de ouderen gebruikt medicijnen. Dit is duidelijk meer, dan in de. Dit zou kunnen samenhangen met het meer voorkomen van chronische ziektes en aandoeningen bij de ouderen in de, maar het kan ook veroorzaakt worden door ander voorschrijfgedrag bij de huisartsen. Er zijn geen verschillen tussen mannen en vrouwen. Kunt u zich met de medicijnen redden? Nee Ja, maar 4% 4% 1% 0% Ja 95% 96% Figuur 3.17 Redzaamheid met medicijnen De vraag naar medicijnen is niet bedoeld om te informeren naar welke medicijnen er worden gebruikt. De vraag is een aangrijpingspunt om te wijzen op mogelijkheden om het medicijngebruik goed te regelen, zoals door afspraken met de thuiszorg of apotheek. Ook wordt zo nodig gewezen op het verband tussen medicijngebruik en vallen. De meeste ouderen kunnen zich goed redden met de medicijnen. Er is geen verschil tussen de ouderen van de en de ouderen in de. Enkele ouderen benadrukken, dat het wel goed gaat, maar dat het wel noodzakelijk is om afspraken te maken. Vaak is het klaar zetten van de medicijnen een gezamenlijke afspraak tussen man en vrouw. In andere gevallen wordt de thuiszorg ingezet, de hulp, de apotheek of de kinderen. Ruim 4% van de bezochte ouderen kan zich niet goed redden met de medicijnen. 3.3 Tijdsbesteding 3.3.1 Bewegen Doet u regelmatig aan sport- of bewegingsactiviteiten? 71% 74% Figuur 3.18 Sportieve of beweegactiviteiten Van de ouderen zegt 74% regelmatig aan sport- of beweegactiviteiten te doen. Dat is iets meer dan in de. Mannen bewegen meer dan vrouwen. Gezien de gezondheidsproblematiek van vrouwen (meer lichamelijke beperkingen en chronische ziekten dan bij mannen) is dit niet verwonderlijk. Voldoende bewegen wordt op hogere leeftijd steeds meer een probleem. Overigens is 18

gevraagd naar regelmatig bewegen. Ouderen geven daar zelf een interpretatie aan, of dat inderdaad voldoende is, is onbekend. Twee derde van de bewegende ouderen zegt dagelijks te bewegen. Uit de Twentse gezondheidsmonitor van 2012 komt een opvallend beeld naar voren van volwassenen en ouderen, die aan de beweegnorm voldoen (minimaal half uur per dag matig, intensief bewegen gedurende 5 dagen per week). Tijdens de SOEK-huisbezoeken wordt niet naar de beweegnorm gevraagd, alleen naar regelmatig bewegen. Bij de GGD monitor is nauwkeurig gevraagd hoeveel tijd (in minuten) en hoe vaak per dag en week aan verschillende activiteiten wordt besteed. Bovendien is rekening gehouden met afnemende fysieke kracht bij het ouder worden. 5 km wandelen is doorgaans voor een oudere een grotere inspanning, dan voor een jong volwassene. 19-35 jaar 35-50 jaar 62% 66% 50-65 jaar 65-75 jaar 75% 80% 75 jaar en ouder 49% Twente totaal 67% Figuur 3.19 Voldoen aan beweegnorm in Twente Bron: Op verkenning in Twente, GGD 2012 Uit figuur 3.19 blijkt dat 80% van de 65-75 jarigen voldoet aan de beweegnorm. Dit percentage loopt flink terug bij de 75-plussers, de doelgroep van SOEK. De SOEK percentages vallen gunstiger uit, maar flatteren wellicht de werkelijkheid. Regelmatig bewegen is toch iets anders, dan voldoen aan de beweegnorm. Aan welke sport- en/of bewegingsactiviteiten doet u? Anders Fitness Zwemmen Werken in de tuin Wandelen Fietsen MBvO 19% 10% 15% 20% 7% 8% 3% 10% 12% 40% 55% 59% 56% 68% Figuur 3.20 Beweegactiviteiten Fietsen en wandelen zijn het meest populair, zowel bij mannen, als bij vrouwen en dit blijft zo ook al wordt men ouder. In de tuin werken is er voor de meeste ouderen niet bij. Uit de SOEKregistratie blijkt verder, dat als ouderen bewegen, zij vaak meerdere activiteiten benoemen. In de categorie anders worden nogal wat verschillende activiteiten genoemd. Enkele genoemde bewegingsactiviteiten: 19

- Jeu de boules - Tennissen - Yoga - Koersbal - Dansen - Kegelen en koersbal - Met de hond - Hometrainer - Krachttraining - Volleybal - Golfen - Bowlen, kegelen, klootschieten - Gymoefeningen thuis 3.3.2 Recreatieve bezigheden Heeft u recreatieve bezigheden? 93% 92% Figuur 3.21 Recreatieve bezigheden Het percentage ouderen in de met recreatieve bezigheden ligt uitzonderlijk hoog met 92%. Zij verschillen daarin niet van de ouderen. Er is een klein verschil tussen mannen en vrouwen. Bijna iedereen noemt meerdere bezigheden. Welke recreatieve bezigheden heeft u? Anders Muziek en/of koor Computeren Bingo Biljarten Kaarten Vissen Puzzelen Handwerken/knutselen Lezen 5% 6% 3% 3% 1% 1% 29% 23% 20% 17% 30% 32% 18% 21% 21% 21% 45% 51% 69% 68% Figuur 3.22 Recreatieve bezigheden Lezen en puzzelen worden het meest genoemd, maar ook computeren, handwerken, knutselen, kaarten, muziek luisteren en zang. Er is weinig verschil in bezigheden tussen de en de ouderen. Andere activiteiten zijn bijvoorbeeld: - Cactussen kweken - Elektronica - Fotograferen - Sjoelen - TV. kijken 20

- Schilderen - Reizen - Postzegels verzamelen - Soos - Bloemschikken - Sport kijken (tv en Heracles) - Modelboot bouwen - Mini stekken - Luisterboeken - Kaarten maken Veel ouderen lezen, maar zijn zij ook geabonneerd op een krant of tijdschrift? Driekwart van de bezochte ouderen heeft inderdaad een krant of tijdsschrift. Heeft u een krant of tijdschrift? 76% 78% Figuur 3.23 Krant of tijdschrift Driekwart van de ouderen heeft een krant of tijdschrift. De ouderen verschillen daarin nauwelijks van de ouderen. Maakt u gebruik van de computer? 44% 43% Figuur 3.24 Computeren Er wordt in de ongeveer even vaak gecomputerd als in de. Mannen computeren vaker dan vrouwen. Waarvoor gebruikt u de computer? Anders Internet bankieren Teksten maken Foto's verwerken Spelletjes Informatie opzoeken Contacten onderhouden 7% 6% 6% 11% 20% 23% 56% 47% 41% 46% 72% 76% 86% 86% Figuur 3.25 Computer activiteiten 21

De computer wordt het meest gebruikt om contacten te onderhouden (email en skypen met de (klein)kinderen) en om informatie op te zoeken. Ook het internet bankieren scoort hoog, evenals spelletjes doen.. Vrouwen doen veel vaker spelletjes op de computer, dan mannen. 3.3.3 Vrijwilligerswerk, mantelzorg en andere bezigheden Naast bewegen en recreatieve activiteiten zijn er nog heel veel andere manieren om de tijd zinvol door te brengen, bijvoorbeeld door het uitvoeren van vrijwilligerswerk of het geven van mantelzorg. Doet u aan vrijwilligerswerk? 22% 17% Figuur 3.26 Vrijwilligerswerk Van de bezochte ouderen doet 17% aan vrijwilligerswerk. Dat is wat minder dan in de. Uit de gezondheidsmonitor van 2012 komt voor de Twentse 75-plussers een percentage van 20% naar voren bij de 75-plussers. Het meeste vrijwilligerswerk wordt gedaan door ouderen in de groep 65-75 jaar (42%). Bij volwassenen ligt het percentage lager. Er is bij SOEK een opvallend verschil tussen mannen en vrouwen. Mannen doen vaker vrijwilligerswerk, dan vrouwen. Dit komt ook uit GGD onderzoek naar voren. Uit de opmerkingen bij deze vraag wordt duidelijk welk type vrijwilligerswerk men verricht. Enkele voorbeelden: - Meubelproject via Elisakerk - Koffie schenken - Zonnebloem - Bij Eugeria - Gastvrouw van Scoop - Kringloopwinkel - Chauffeur bij Meulenbelt - Bingo organiseren - Penningmeester activiteitencommissie - Organiseren van activiteiten in de Driehoek - Radio Almelo seniorentijd - Kerk en wevershuisje - Bij de Driehoek - Leerlingen lagere school ondersteunen Behalve vrijwilligerswerk kan men ook mantelzorg geven. Soms lopen deze activiteiten door elkaar, blijkt uit alle opmerkingen. Mantelzorg is in de vragenlijst duidelijk omschreven. Mantelzorg is zorg die wordt gegeven aan een bekende uit uw omgeving, zoals uw partner, kinderen, buren of vrienden, als deze voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt zijn. Geeft u mantelzorg? 13% 10% Figuur 3.27 Mantelzorg geven In de wordt door iets minder ouderen mantelzorg gegeven, dan in de. Uit het ouderenonderzoek van de GGD blijkt, dat in Almelo 9% van 75-plussers het afgelopen jaar mantelzorg heeft gegeven; 7% geeft deze zorg nu nog. Het geven van mantelzorg loopt flink terug met de leeftijd. De kans dat men zelf mantelzorg nodig heeft wordt tegelijkertijd groter. De meeste 22

mantelzorg wordt aan de partner gegeven. Ongeveer de helft van de mantelzorgers doet dit. Een aantal keren worden ook buren genoemd en een enkele keer een kennis of andere naaste familie. In een vervolgvraag over mantelzorg is wat dieper ingegaan op de motieven om mantelzorg te geven en wat dit voor de mantelzorger zelf betekent. Van de 26 respondenten geeft de helft aan, dat het voldoening geeft en dat mantelzorg er gewoon bij hoort. Vijf personen ervaren mantelzorg als emotioneel en/of lichamelijk zwaar. Bijna een kwart van de bezochte ouderen (58 personen) noemt naast alle voorgaande activiteiten nog andere bezigheden. Welke activiteiten dit zijn, is zichtbaar in figuur 3.28. Heeft u nog andere bezigheden? Anders Bestuursfunctie 23% 22% 18% 39% Lid van een vereniging 23% 33% Oppassen op de kleinkinderen Figuur 3.28 Andere bezigheden 20% 40% Het oppassen bij de kleinkinderen is in de populairder, dan in de. Omgekeerd hebben ouderen in de meer andere bezigheden. Genoemd worden onder andere: - Oecumenisch leerhuis - Lid van de filmclub - Geeft yoga lessen - Uitgaan - Diverse clubjes - Kamperen - Handwerken in clubverband - Oppassen op een hond - Lid van de Driehoek - Voor de kerk 3.3.4 Tevredenheid tijdsbesteding Bent u tevreden over de manier waarop u uw tijd kunt besteden? Nee, niet tevreden 3% 3% Redelijk tevreden 13% 12% Ja, tevreden 84% 85% Figuur 3.29 Tevredenheid over tijdsbesteding Bijna alle bezochte ouderen zijn tevreden of redelijk tevreden over hun tijdsbesteding. Enkele ouderen (7 personen) zijn ontevreden. Een aantal ouderen (11 personen) wil toch wat veranderen aan de tijdsbesteding. Genoemd worden dan bijvoorbeeld: - Bezoek van de ouderenadviseur 23

- Heeft interesse voor de Zonnebloem - Een maatje om leuke dingen te doen - Huiskamer project - Vrijwilligster van de zonnebloem voor bezoek - Dat de kinderen mij eens een keer ophalen - Zou wel bij een klaverjasclub willen - Zou graag in contact komen met andere slechtzienden om samen iets te organiseren op recreatief gebied. 3.4 Sociale contacten en eenzaamheid 3.4.1 Huishoudsituatie Na een aantal inleidende gespreksonderwerpen over wonen, zelfredzaamheid, gezondheid en tijdsbesteding volgt het wat zwaardere onderwerp sociale contacten en eenzaamheid. Allereerst is gevraagd naar de huishoudsituatie. Wie wonen er bij u in huis? Anders Samen met partner 3% 1% 36% 47% Ik woon alleen 51% 63% Figuur 3.30 Huishoudsituatie In de zijn meer alleenstaanden, dan in de. Dit kan voor en deel samenhangen met de gemiddelde leeftijd. In de zijn de bezochte ouderen gemiddeld één jaar ouder. Vrouwen zijn veel vaker alleen, dan mannen. Er is nadrukkelijk gevraagd naar het al dan niet hebben van kinderen, omdat zij een belangrijke rol hebben bij het onderhouden van sociale contacten en het geven van zorg en praktische ondersteuning. Zijn er geen kinderen, of wonen de kinderen ver weg, dan is de oudere aangewezen op een ander sociaal netwerk. Van de bezochte ouderen heeft 89% kinderen. 3.4.2 Sociale contacten Regelmatig contact met kinderen, familie, vrienden en buren kan een gevoel van eenzaamheid wellicht voorkomen of temperen of kan iemand door een moeilijke periode heen helpen. Heeft u regelmatig contact met uw familie, vrienden en/of mensen uit de buurt? Heeft u regelmatig contact met uw kinderen? Contact overig Contact met kinderen 95% 96% 98% 98% Figuur 3.31 Contacten Naast regelmatige contacten met de kinderen hebben bijna alle ouderen ook regelmatig contact met familie, vrienden of mensen uit de buurt. De ouderen hebben iets minder contacten, dan de ouderen. Door de regelmatige contacten kan bijna iedereen wel met vragen of problemen bij iemand terecht. 96%van de ouderen beantwoordt een vraag hierover bevestigend. 24

Bent u tevreden over uw sociale contacten? Nee Even tevreden als ontevreden Ja 2% 1% 6% 7% 92% 92% Figuur 3.32 Tevreden over sociale contacten De meeste mensen, 92%, zijn tevreden met hun sociale contacten. Dit geldt zowel voor de, als voor de. Slechts twee personen zijn ontevreden. Het ouderenonderzoek van de GGD bevestigt dit beeld. 90% van de 75-plussers in Almelo toont zich (zeer) tevreden, 9% is even tevreden als ontevreden en 1% is (zeer) ontevreden. Een aantal ouderen (14 personen) wil toch wel graag wat veranderen of verbeteren aan de sociale contacten, die zij hebben. Genoemd worden bijvoorbeeld: - Af en toe bezoek - Maatjes project - Meer contact met mensen - Een gesprek met een vrijwilliger - Meer contact met kinderen en kleinkinderen 3.4.3 Eenzaamheid Na de vragen over sociale contacten zijn twee directe vragen gesteld over alleen zijn en eenzaamheid. Voelt u zich wel eens alleen? 25% 36% Figuur 3.33 Alleen zijn Voelt u zich wel eens eenzaam? 16% 15% Figuur 3.34 Eenzaamheid Gemiddeld voelt ruim een derde van de bezochte ouderen zich wel eens alleen; 15% voelt zich wel eens eenzaam. In de voelen ouderen zich opvallend vaker alleen, dan in de. Uit het ouderenonderzoek in 2010 komt een veel hoger percentage eenzaamheid naar voren. 45% van de 75-plussers in Almelo is matig tot (zeer) ernstig eenzaam. Er is een duidelijke toename van eenzaamheidsgevoelens naar leeftijd. Vrouwen hebben vaker last van eenzaamheidsgevoelens of voelen zich alleen, dan mannen, maar zij staan er ook vaker alleen voor. De GGD monitor van 2012 laat wat eenzaamheid in Twente betreft het volgende beeld zien: 25

Man Vrouw 75 jaar en ouder 65-75 jaar 40% 43% 46% 38% Figuur 3.35 Eenzaamheid in Twente Bron: Op verkenning in Twente, GGD 2012 De GGD monitor laat een veel hoger percentage eenzaamheid zien, dan uit de SOEK-huisbezoeken naar voren komt. 46% van de 75-plussers in Twente is matig tot (zeer) ernstig eenzaam. Het verschil tussen mannen en vrouwen wordt bevestigd, al is het minder groot dan bij SOEK. Het betekent, dat de aanwezigheid van een seniorenvoorlichter de beantwoording van de vraag over eenzaamheid beïnvloedt. Een directe vraag over eenzaamheid, zoals bij SOEK, wordt mogelijk ontwijkend beantwoord. Een vraag over hetzelfde onderwerp in een anonieme vragenlijst geeft een heel ander resultaat. Er wordt vanuit gegaan, dat de SOEK-cijfers over eenzaamheid aan de lage kant zijn en dat eenzaamheid vaker voorkomt, dan men wil toegeven. Heeft men een oplossing gevonden voor het verminderen van eenzaamheid? Enkele suggesties: - Afleiding zoeken - Aanvaarden en zoveel mogelijk ondernemen - 1 x per week komt er iemand van de Zonnebloem op bezoek - Ga ik de deur uit - Gaat de stad in Een aantal personen heeft geen oplossing gevonden voor zijn of haar eenzaamheidsprobleem. Vijf personen stellen een vervolgbezoek door de ouderenadviseur of iemand anders op prijs. 3.5 Voorzieningen Voor ouderen zijn veel voorzieningen en regelingen in het leven geroepen, maar maakt men er ook gebruik van? Als u hulp nodig heeft, weet u dan waar u terecht kunt? 93% 91% Figuur 3.36 Hulp De meeste ouderen weten waar zij terecht kunnen voor het aanvragen van hulp. Als u wel eens hulp hebt aangevraagd, wat was dan uw ervaring? Slecht Matig 4% 3% 6% 4% Goed 90% 94% Figuur 3.37 Ervaring met hulp 26

Bij deze vraag wordt veelal een oordeel gegeven over de ontvangen hulp via de thuiszorg. De ene thuiszorgorganisatie bevalt beter dan de andere; de ene thuishulp bevalt beter dan de andere. Er is weinig verschil in ervaringen met hulp tussen de ouderen van de en in de. De meesten zijn tevreden over de aangeboden hulp. Mannen en vrouwen oordelen ongeveer hetzelfde. Opmerkingen over slechte ervaringen hebben met name betrekking op thuishulp (steeds andere hulp, hulp die te laat komt), niet op het aanvragen van hulp. Een enkele keer wordt geklaagd de traagheid bij het behandelen van een aanvraag. Voor veel vragen en praktische ondersteuning kunnen ouderen terecht bij het welzijnswerk ouderen. Weet u waarvoor u terecht kunt bij Scoop Almelo? 62% 64% Figuur 3.38 Scoop Van de bezochte ouderen in de weet 64%, waarvoor zij bij Scoop terecht kunnen. Dit percentage is vergelijkbaar met dat van de ouderen in de. Vrouwen zijn iets beter op de hoogte dan mannen. Veel ouderen hebben informatiefolders van Scoop uitgereikt gekregen. Heeft u behoefte aan ondersteuning bij het doen van uw financiële administratie? Bent u op de hoogte van financiële regelingen, zoals PGB, huurtoeslag en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen? 8% 24% 6% 29% Figuur 3.39 Onbekendheid met financiële regelingen en behoefte aan ondersteuning Bijna driekwart (71%) van de ouderen in de is bekend met genoemde regelingen. 6% van de ouderen (15 personen) heeft behoefte aan ondersteuning bij het doen van de financiële administratie. Er is een klein verschil met de ouderen. 3.6 Reacties op de huisbezoeken Aan het einde van het gesprek is rechtstreeks gevraagd wat men van het gesprek vond en of men nog vragen, tips of adviezen heeft. Over het algemeen zijn de reacties positief. Fijn dat er iemand tijd neemt voor een goed gesprek en een luisterend oor biedt. De meest genoemde kwalificaties zijn prettig, goed en gezellig. Van de 257 reacties zijn er slechts drie wat minder. Over het gesprek zelf zijn de volgende opmerkingen gemaakt: Aangenaam 3x Aardig 3x Duidelijk 2x Fijn 2x Fijn open gesprek Fijn, prettig, vertrouwd Geeft verduidelijking Geen mening Geweldig Gezellig 45x Gezellig en nuttig Gezellig en pittig Gezellig en zinvol Gezellig, bijzonder, prima Gezellig, informatief Gezellig, onderhoudend 4x Goed 48x Goed,helder, prima Goed en informatief Goed gesprek 27

Goed gesprek, duidelijke vragen 2x Goed, gezellig Goed, helder, prima Goed, informatief Goed, informatief, gezellig Goed. gezellig Hartstikke leuk Heel fijn Heel gezellig 3x Heel goed 2x Heel leuk 2x Heel leuk, gezellig Heel prettig Ik heb mijn hart kunnen luchten Informatief Informatief en gezellig 2x Interessant Leuk 14x Leuk, gezellig 6x Leuk, interessant Moeilijk 2x Niet belangrijk Niet iets voor mij Nuttig Nuttig, kan mijn verhaal een keer kwijt Nuttig, prettig Onderhoudend 5x Onderhoudend, gezellig, informatief Openhartig/uitvoerig Plezierig 2x Positief Prettig 32x Prettig en gezellig 2x Prettig en nuttig 6x Prettig informatief Prettig, leuk Prima 16x Prima, gaf mij een opkikker Prima, gezellig Redelijk Spannend Verhelderend Vlot, gezellig Voldoende Vond het niet nodig Wel fijn Zinvol 5x Er zijn enkele aanvullende opmerkingen gemaakt. Zo worden de bankjes in de gemist en er wordt de suggestie gedaan voor infomiddagen, bijvoorbeeld over valpreventie, de veranderingen in de Wmo, erfeniskwesties, enzovoort. Ook is er een vraag over wat er met de vragenlijst wordt gedaan. 28

4 Informatie door de seniorenvoorlichters 4.1 Informatie geven Tijdens de huisbezoeken is de meeste informatie gegeven over Scoop zelf, de Infowijzer, de ouderenadviseur, Scoop algemeen en het Senioren Advies Team van Scoop. Meestal is over deze onderwerpen een folder of brochure uitgereikt. In figuur 4.1 wordt een volledig overzicht gegeven van de onderwerpen, waarover informatie kan worden gegeven. Bij de huisbezoeken ligt het accent op zelfredzaamheid en het voorkomen van eenzaamheid. Het is niet de bedoeling om zoveel mogelijk informatie over zoveel mogelijk onderwerpen te geven. Het gaat in de eerste plaats om de informatiebehoefte van de oudere zelf. Behalve over Scoop zijn er ook veel vragen over maaltijdvoorziening, de klussendienst en het publieksbureau/zorgloket. Anders Maatjes/Samen Actief Bezoekmogelijkheden Financiële regelingen Cursussen Activiteiten Personenalarmering/telefooncirkel Hulpmiddelen Maaltijdvoorziening Dagopvang Wonen en zorg Psychische ondersteuning Thuiszorg Klussendienst Inschrijving woningen Vervoersmogelijkheden Wonigaanpassingen Publieksbureau/Zorgloket SCOOP, algemeen SCOOP, Infowijzer SCOOP, Senioren Advies Team SCOOP, Ouderenadviseur 6% 3% 3% 2% 1% 24% 4% 16% 21% 4% 1% 1% 11% 2% 1% 9% 14% 17% 14% 36% 54% 87% Figuur 4.1 Informatie In de categorie anders worden onder andere nog genoemd informatie over De Zonnebloem, het huiskamerproject, het maatschappelijk werk en de boodschappendienst. 4.2 Vervolgcontacten en verwijzingen In principe is het huisbezoek eenmalig. Mochten er bepaalde vragen of problemen gesignaleerd worden, die men niet zelfstandig op kan lossen, dan wordt meestal verwezen naar de ouderenadviseur. De ouderenadviseur is vervolgens degene, die bepaalt welke vervolg acties nodig zijn. Soms is een telefonisch contact voldoende, maar veelal zal een steuntje in de rug nodig zijn om de eerste stappen naar een bepaalde instantie of persoon te zetten. Met 10 à 15% van de bezochte ouderen is een vervolgcontact, telefonisch, of een vervolghuisbezoek. 29