M200903 MKB in grote steden: aanhaken bij het landelijke beeld drs. M. van Leeuwen Zoetermeer, februari 2009
Grootstedelijk MKB Uit eerder onderzoek van EIM 1 blijkt dat het vertrouwen van het MKB in de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) in de Nederlandse economie, de plaatselijke economie en het economische overheidsbeleid op een lager niveau ligt dan in de rest van Nederland. Om vast te stellen of MKB-ondernemers in de grote steden nog steeds minder vertrouwen hebben in de economie en het overheidsbeleid is voor het jaar 2008 opnieuw een analyse uitgevoerd. Het blijkt nu dat het MKB in de grote steden ongeveer evenveel vertrouwen heeft in de economie en het economische beleid als de gemiddelde MKB-ondernemer in Nederland. De bedrijfsprestaties van MKB-ondernemers in de grote steden zijn ook ongeveer gelijk aan de prestaties van de gemiddelde MKB-ondernemer in Nederland. 1 Inleiding Vaak wordt er in algemene termen een uitspraak gedaan over alle MKBbedrijven in Nederland. Er bestaan behoorlijke verschillen tussen Nederland als geheel, de grootste 32 steden (G32) en de vier grote steden (G4). Uit eerder onderzoek van EIM is gebleken dat het vertrouwen in de economie en de overheid van MKB-ondernemers in de grote steden duidelijk lager is dan van de gemiddelde MKB-ondernemer. In dit rapport wordt ingegaan op de ontwikkeling van het vertrouwen en de ontwikkeling van de bedrijfsprestaties van het MKB in Nederland, de G32 en de G4. Deze gegevens worden ontleend aan data uit het MKB-Beleidspanel uit 2008. Data Het MKB-Beleidspanel bestaat vanaf 1998 en meet drie keer per jaar de mening van ondernemers in het midden- en kleinbedrijf over actuele beleidsonderwerpen. In 2008 omvat de dataset 1.975 ondernemers in het MKB. Deze steekproef is representatief voor alle MKB-bedrijven in Nederland. Leeswijzer Deze minirapportage belicht de resultaten van de analyse. In het eerste deel staat het vertrouwen van het MKB centraal. Het tweede deel gaat in op de bedrijfsprestaties. Daarna wordt kort ingegaan op de MKB-ondernemer in grote steden (G32 en G4) ten opzichte van de gemiddelde MKB-ondernemer in Nederland. 1 Grootsteedse MKB heeft minder vertrouwen in de toekomst dan MKB elders (EIM, 2005). 2
2 Ontwikkeling van vertrouwen Na het uit elkaar spatten van de ICT-zeepbel nam het vertrouwen van het Nederlandse bedrijfsleven in de economische ontwikkeling af. Dit effect is terug te zien in de resultaten tot medio 2003, waarna economisch herstel zichtbaar werd. Tot medio 2007 blijft het vertrouwen van de ondernemers in de economische ontwikkelingen toenemen, van rond de 25% tot rond de 7. Toch begint een behoorlijk deel van de ondernemers gedurende 2007 en 2008 onrustiger te worden en loopt het vertrouwen terug. Het maakt eigenlijk geen verschil of er naar het landelijke beeld gekeken wordt, of naar ondernemers in de grote steden. Figuur 1 Vertrouwen MKB-ondernemers (G4, G32 en Nederland totaal) in de Nederlandse economische ontwikkeling (periode 2002-2008) 8 7 6 5 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 De ingezette daling van het vertrouwen na 2007 sluit aan bij de ontwikkeling van het producentenvertrouwen dat door het CBS gemeten wordt. Zoals in figuur 2 af te lezen valt, zet de daling van het producentenvertrouwen medio 2007 in. Zodra de eerste serieuze gevolgen van de kredietcrisis zichtbaar worden zet in medio 2008 een scherpe daling in. 3
Figuur 2 Producentenvertrouwen (periode 2006-2008) Bron: CBS, 2008. Vetrouwen in de regionale economie De ontwikkeling van het vertrouwen in de regionale economie toont een minder grote variatie in bandbreedte dan de ontwikkelingen van het vertrouwen in de nationale economie. Het vertrouwenspeil volgt grofweg dezelfde trend als bij de nationale economie. De uitzondering hierop is 2008: waar bij het vertrouwen in de nationale economie al sprake is van een daling, blijkt dit voor het vertrouwen in de regionale economie (nog) niet het geval. Vertrouwen in overheidsbeleid Het vertrouwen van MKB-ondernemers in het door de Nederlandse overheid gevoerde economische beleid geeft een wisselend beeld. Over het algemeen komt het vertrouwen van MKB-ondernemers niet boven de. MKBondernemers hebben het gevoel dat de overheid met regelgeving toch meer luistert naar de grote bedrijven. De grote bedrijven hebben vaak ook meer middelen en een sterker vertegenwoordigde lobby om hun aanwezigheid en belang onder de aandacht te brengen. 4
Figuur 3 Vertrouwen van MKB-ondernemers (G4, G32 en Nederland totaal) in het economische beleid van de Nederlandse overheid (periode 2003-2008) 35% 25% 15% 5% 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Vanaf 2004 hebben MKB-ondernemers in de grote steden duidelijk minder vertrouwen in het overheidsbeleid dan de gemiddelde MKB-ondernemer in Nederland. In de vier grote steden is het vertrouwen nog wat lager dan in de G32. 3 Ontwikkeling van bedrijfsprestaties Ondanks dat de economie vanaf eind 2003 aantrekt, valt dit nog niet direct terug te zien in de omzetgroei. Sterker nog: tot medio 2005 neemt het aantal MKB-ondernemingen met omzetgroei zelfs af. Alleen voor MKB-ondernemers in de vier grote steden geldt dat het aantal ondernemingen met omzetgroei toeneemt. In 2008 neemt het aantal MKB-ondernemingen met omzetgroei ten opzichte van 2007 nog licht toe. Gezien de economische crisis die zich in de loop van 2008 ontvouwde mag voor 2009 en wellicht ook de daarop volgende jaren verwacht worden dat het aantal ondernemingen met omzetgroei af gaat nemen. 5
Figuur 4 Percentage MKB-ondernemingen (G4, G32 en Nederland totaal) met omzetgroei (periode 2003-2008) 7 6 5 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Werkgelegenheid Het aandeel MKB-bedrijven met een groeiende werkgelegenheid laat tussen 2003 en 2004 een dalende tendens zien. Gezien de afname van het aantal bedrijven met winstgroei is het niet zo verwonderlijk dat er op het gebied van personeel pas op de plaats gemaakt wordt. Het aandeel MKB-bedrijven met werkgelegenheidsgroei bevindt zich voor alle categorieën tussen 20 en 35%. Opvallend is dat waar het percentage MKB-ondernemingen met werkgelegenheidsgroei voor geheel Nederland weer begint te dalen, het percentage MKB-ondernemingen met werkgelegenheidsgroei in de vier grote steden en de G32 verder stijgt. Investeringen Evenals de ontwikkeling van het aantal MKB-ondernemingen met omzetgroei, laat de ontwikkeling van het aantal MKB-bedrijven met investeringsgroei vanaf 2007 nog geen afname zien. Sterker nog: de investeringen nemen na 2007 toe. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de afname in het vertrouwen in het economisch beleid en de Nederlandse economie na 2007 niet direct leidt tot een afname van de investeringen. Overigens is er nog geen inzicht in de vraag hoe de investeringsgroei zich verder gaat ontwikkelen nu de economische situatie is omgeslagen. Veel bedrijven lijken eerder geneigd te zijn om de hand op de knip te houden. De verwachting is - net als voor de ontwikkeling van de omzetgroei - dat de investeringsgroei in 2009 zal afnemen, evenals in de daaropvolgende jaren. 6
Figuur 5 Percentage MKB-ondernemingen (G4, G32 en Nederland totaal) met investeringsgroei (periode 2003-2008) 6 5 2003 2004 2005 2006 2007 2008 4 Grote steden en de rest van Nederland Het MKB in de vier grote steden verschilt wat betreft het economische vertrouwen niet noemenswaardig van MKB-ondernemingen in de overige grote steden en de gemiddelde MKB-onderneming in Nederland. Deze uitkomst mag opvallend genoemd worden, omdat uit eerder onderzoek van EIM is gebleken dat MKB-ondernemers in de vier grote steden aanzienlijk vaker knelpunten ervaren dan de gemiddelde MKB-ondernemer. Een eerste mogelijke verklaring is in het Grotestedenbeleid gelegen. De overheid heeft met het Grotestedenbeleid 3 (2005-2009) zichzelf ten doel gesteld de economische groei in de steden te versterken. Economische groei is een voorwaarde voor het oplossen van sociale, fysieke en veiligheidsproblemen. In het kader van Grotestedenbeleid 3 (2005-2009) heeft de overheid 3,5 miljard uitgetrokken voor stadscontracten met een nieuwe aanpak. Hoe succesvol deze nieuwe aanpak is, is nog niet bekend. Wel is de tevredenheid over het overheidsbeleid van MKB-ondernemers in de grote steden na 2005 voorzichtig aan het toenemen. Een tweede mogelijke verklaring is gelegen in de maatregelen die MKBondernemers inmiddels genomen hebben om de knelpunten waar ze mee te maken hebben zelf op te lossen. Een voorbeeld hiervan is het in toenemende mate inzetten van thuiswerken en flexibele werktijden om de files te omzeilen en het knelpunt van bereikbaarheid te verkleinen 1. 1 EIM, MKB pakt knelpunten van bereikbaarheid aan (2008). 7