Onderwerp Belastingverordeningen 2016 Volgnr. 2015-062 Corsa kenmerk Portefeuillehouder Ambtenaar Afdeling 15.0013539 / 2015Z02612 *15.0013539* wethouder R. Bergsma de raad J.C. Bakker Bedrijfsvoering Datum voorstel 21 oktober 2015 Opiniërende raad 24 november 2015 Agendapunt 12 Besluitvormende raad 15 december 2015 Agendapunt Samenvatting De afspraken die in het coalitieakkoord 2014-2018 zijn gemaakt hebben als uitgangspunt gediend. Dit alles is geformaliseerd in de Kadernota 2016 en financieel vertaald in de begroting van 2016. De tarieven zoals genoemd in de belastingverordeningen 2016 zijn hierop gebaseerd. Beslispunten Wij stellen u voor om: 1. De belastingverordeningen 2016 vast te stellen. Bijlagen ter inzage in de raadskamer Deze bijlagen zijn ook digitaal beschikbaar op www.woudrichem.nl/gemeenteraad 1. Belastingverordeningen 2016 2. Bijlage 1 Belangrijkste redactionele wijzigingen 2016 t.o.v. 2015 3. Bijlage 2 Vergelijking tarieven 2015-2016 uit de belastingverordeningen 4. BP procedures overzicht leges of anterieur Advies opiniërende vergadering Reactie college pagina 1/6
1. Inleiding Voorgesteld wordt om de belastingverordeningen 2016 vast te stellen. 2. Beleidskader, doel en effect In de begroting 2016 zijn uitgangspunten opgenomen met betrekking tot de gemeentelijke belastingen 2016. Deze uitgangspunten dienen door de gemeenteraad geformaliseerd te worden, door middel van het vaststellen van de belastingverordeningen 2016 (inclusief de tarieven). Daarnaast dienen jaarlijks als gevolg van wetswijzigingen en wijzigingen in regelgeving de teksten van verschillende verordeningen aangepast te worden. De wijzigingen ten opzichte van 2015 zijn voor u op een rijtje gezet in de volgende bijlagen: Bijlage 1 Belangrijkste redactionele wijzigingen 2016 t.o.v. 2015 Bijlage 2 Vergelijking tarieven 2015-2016 uit de belastingverordeningen 3. Argumenten en kanttekeningen Verwezen wordt naar de belastingverordeningen en tarieventabellen. De verordeningen zijn gebaseerd op de modelverordeningen van de VNG. Tarieven 2016 Onroerendezaakbelastingen Ieder jaar worden de onroerende zaken opnieuw gewaardeerd, zodat ieder jaar de tarieven opnieuw vastgesteld en aangepast worden aan de waardewijziging. De onroerendezaakbelastingen van 2016 worden opgelegd op basis van de WOZ-waarde naar de waardepeildatum 1 januari 2015. Uitgaande van de laatste prognose van het SVHW, moet er rekening gehouden worden met 0,5% waardestijging van woningen. De belastingopbrengst wordt verhoogd met de inflatiecorrectie IMOC van 1% (conform kadernota 2016); daarnaast is er rekening gehouden met een extra verhoging van 1,5% bovenop het IMOC-percentage zoals afgesproken bij de begroting 2015. Deze verhoging wordt opgevangen door compensatie via de rioolheffing (zie ook onder rioolheffing). De lokale lastendruk blijft hierdoor gemiddeld gelijk. Voorgesteld wordt om de tarieven voor 2016 voor de eigenaren woningen met 1,95% te verhogen, voor de eigenaren nietwoningen met 2,47% en voor de gebruikers niet-woningen met 2,47%. Bij de berekening van het tarief onroerendezaakbelastingen wordt rekening gehouden met waardeverlies als gevolg van waardebezwaren, vrijstellingen, leegstand, inflatiecorrectie etc. Hieruit is gebleken dat bovengenoemde tariefsverhoging nodig is om de geprognosticeerde totaalopbrengst te kunnen genereren. De tarieven zijn als volgt: 2015 2016 Woningen eigenaren 0,1078% 0,1099% Niet-woningen eigenaren 0,1981% 0,2030% Niet-woningen gebruikers 0,1558% 0,1597% Rioolheffing Op 23 november 2010 zijn het vgrp (verbreed gemeentelijk rioleringsplan) 2010-2015 en het waterplan vastgesteld. In het vgrp is voorgesteld de tarieven naast de inflatiecorrectie IMOC 1,5% met 2,5% jaarlijks te verhogen. Bij de begroting 2015 is voorgesteld om de OZB stapsgewijs te verhogen en dit te compenseren met een verlaging van de rioolheffing. Voor 2016 betekent dit een verlaging van 2,3%, na de verhoging van 1% IMOC zoals vastgesteld bij de kadernota 2016. pagina 2/6
Reinigingsheffingen De evaluatie van het beleid rondom afvalinzameling in relatie tot de ledigingsfrequentie loopt parallel aan de behandeling van de belastingverordening. Kern van deze evaluatie is dat met een aanpassing in de ledigingstarieven en ophaalfrequenties meer GFT uit het restafval wordt ingezameld en verwerkt. De financiële verwerking van de tariefwijzigingen is reeds verwerkt in de begroting 2016 en wordt nu definitief ter besluitvorming aan uw raad voorgelegd. Op weg naar een afvalloze samenleving zal de hoeveelheid ingezameld restafval verder moeten afnemen. Sorteerproeven geven aan dat meer Woudrichems restafval gescheiden kan worden. Het bewezen middel hiervoor is tariefstelling waarbij het tarief van lediging GFT-containers van 3,15 naar 1,00 (140 liter) resp. van 4,35 naar 1,50 (240 liter) gaat en het tarief restafval gaat stijgen van 5,90 naar 6,50 (140 liter) resp. van 8,75 naar 9,75 (240 liter). Voorgesteld wordt om de overige tarieven voor 2016 bij de huisinzameling met de inflatiecorrectie IMOC 1% te verhogen. Ten aanzien van het milieustation wordt, teneinde het exploitatietekort te verlagen, voorgesteld het poorttarief restafval te verhogen van 0,15/kg naar 0,19/kg. Dit voorkomt afvaltoerisme en wordt gezien als stimulering van verdere afvalscheiding. De overige tarieven voor 2016 van het milieustation zijn ten opzichte van 2015 ongewijzigd gebleven. Hondenbelasting Voorgesteld wordt om de tarieven met de inflatiecorrectie IMOC 1% te verhogen. Concreet betekent dit dat het tarief voor de eerste hond 40,45 bedraagt en voor de tweede hond en elke volgende hond 80,80. Toeristenbelasting en watertoeristenbelasting Voorgesteld wordt om de tarieven met de inflatiecorrectie IMOC 1% te verhogen. Voor 2016 bedraagt de belasting per persoon, per overnachting/etmaal 1,17. Leges Voorgesteld wordt om de leges met de inflatiecorrectie IMOC 1% te verhogen. Hierop zijn enkele uitzonderingen, namelijk: waar voor reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart (titel 1, hoofdstuk 2), rijbewijzen (titel 1, hoofdstuk 3), schriftelijk verstrekken gegevens uit de Basisregistratie personen (onderdeel 1.4.5), verstrekkingen op grond van Wet bescherming Persoonsgegevens (titel 1, hoofdstuk 6) en het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning Wet op de kansspelen (hoofdstuk 16) een wettelijk maximumtarief geldt, is ervoor gekozen om dit wettelijk maximumtarief te hanteren (zoals gebruikelijk is de laatste jaren); waar een uurtarief geldt, is het uurtarief voor de organisatie 89,00 en daarmee 1,00 hoger dan in 2015, mede als gevolg van CAO-ontwikkelingen (de CAO stijgt met 0,74%). Daarnaast is bij de behandeling van de Kadernota 2016 in de raadsvergadering op 7 juli 2015 een motie aangenomen (agendapunt 6) en is het college verzocht: Een voorstel te doen voor een gestaffelde tariefstelling die gekoppeld is aan de omvang van de betreffende projecten, zodanig dat de leges oplopen naarmate de projectomvang groter wordt. Ten aanzien van de leges op het gebied van bouwen, wonen en ruimte, worden de volgende tarieven voorgesteld: Dienst 2015 2016 2.3.3.3 aanvraag omgevingsvergunning t.b.v. buitenplanse afwijking van bestemmingsplan 3.002,15 4.400,00 2.3.14.1 andere activiteiten die onder een AmvB vallen en 88,30 880,00 invloed hebben op de fysieke leefomgeving 2.3.18.1.1 verklaring van geen bedenkingen van de 105,95 352,00 gemeenteraad 2.3.19 ontheffing hogere geluidswaarden 829,58 1.144,00 2.8.1 aanvraag vaststellen bestemmingsplan 3,181,15 8.602,00 2.8.2 aanvraag wijzigen bestemmingsplan 3.181,15 6.578,00 pagina 3/6
Dienst 2015 2016 2.8.3 principe uitspraak op principeverzoek 206,15 vervallen 2.8.3 aanvraag uitwerken bestemmingsplan - 6.578,00 2.8.4 aanvraag quickscan haalbaarheid ruimtelijk plan - 100,00 (inclusief één uur overleg) 2.8.5 aanvraag vooroverleg i.v.m. voorbereiden van een voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling waartoe een afwijking, wijziging, uitwerking of herziening van het geldende bestemmingsplan benodigd is, per uur - 89,00 Toelichting De tarieven voor ruimtelijke procedures kunnen, zodra sprake is van een bouwplan in de zin van de Grondexploitatiewet (gedefinieerd in het Besluit ruimtelijke ordening), in rekening gebracht worden via het heffen van leges dan wel via een exploitatieplan of in plaats daarvan door middel van een anterieure overeenkomst. Voor het opnemen van kosten op grond van de anterieure overeenkomst wordt onder meer een plankostenscan ingevuld. De raad beslist of de legesverordening of de Grex-wet van toepassing wordt verklaard bij het vaststellen van het ruimtelijke besluit. In de praktijk worden voor een ruimtelijke procedure ten behoeve van één woning leges geheven. Dat valt goedkoper uit dan een anterieure overeenkomst met een plankostenscan. Bij een plankostenscan worden de kosten voor het doorlopen van de ruimtelijke procedure geraamd. Hierbij is een sterk verband met de omvang van het bouwplan. Juist bij een bouwplan met meer woningen of een groter bouwplan in het algemeen worden doorgaans anterieure overeenkomsten gesloten. Het voorgaande houdt in dat ruimtelijke procedures voor kleine bouwplannen (voor één woning) in het huidige systeem minder kosten dan ruimtelijke procedures voor grotere bouwplannen, al dan niet met woningen. Voor één woning is kostenverhaal via de legesverordening in het algemeen goedkoper dan de kosten voor de ruimtelijke procedure bij kostenverhaal via de GREX-wet, ook indien de nieuwe, voorgestelde hogere leges voor een bestemmingsplanherziening ( 8.602,00) in rekening worden gebracht. Uit het bijgevoegde overzicht BP procedures overzicht leges of anterieur blijkt dat voor leges wordt gekozen als er geen sprake is van een bouwplan (herbestemmen, plannen waarbij geen gebouwen worden gerealiseerd) of bouwplannen met slechts één woning. Bij grotere plannen is er steeds sprake van een anterieure overeenkomst in plaats van leges. Op deze wijze worden de plankosten voor een klein bouwplan al sterk beperkt en nemen deze toe naarmate de omvang van het bouwplan toeneemt. Omdat deze constructie steeds wordt toegepast, is het niet zinvol om in de legesverordening een staffeling op te nemen voor ruimtelijke procedures. In de legesverordening is een quickscan haalbaarheid ruimtelijk plan voor het afwijken van het bestemmingsplan opgenomen. Aan de hand van de quickscan (inclusief een gesprek) kan een aanvrager op hoofdlijnen geadviseerd worden over inschatting van de haalbaarheid en de mogelijke vervolgprocedure(s). De quickscan is ingesteld in het kader van dienstverlening aan een aanvrager. Hierbij kan in een zo vroeg mogelijk stadium helderheid gecreëerd worden over verwachtingen, kosten en tijdspanne behorend bij een proces van een ruimtelijk plan (zoals een bestemmingsplan of een projectafwijkingsbesluit). Een mogelijk vervolgproces is het vooroverleg. Dit vooroverleg is met name bedoeld voor complexe(re) ruimtelijke initiatieven. Gedurende het vervolgproces denkt de gemeente mee met de initiatiefnemer over alternatieven, onderzoeken, oplossingen en processen. Het resultaat van het vooroverleg bestaat uit een (concept) ruimtelijke onderbouwing en bijbehorende onderzoeken, op basis waarvan met voldoende vertrouwen een spoedige doorloop van een proces van het benodigde ruimtelijk plan tegemoet gezien kan worden. Rechten van belanghebbenden en andere bestuursorganen blijven vanzelfsprekend onverlet. pagina 4/6
Het vooroverleg kent, afhankelijk van de complexiteit van een ruimtelijke ontwikkeling en de doortastendheid van de aanvrager, grote verschillen in tijdsinzet. Om de kosten voor de aanvrager te kunnen relateren aan de inzet van de gemeente, wordt dit vooroverleg per uur gefactureerd als leges. De beëindiging van het vooroverleg wordt schriftelijk door de gemeente bevestigd. Wanneer een proces van vooroverleg is afgerond, zal dit een positief effect hebben op de totstandkoming van het ruimtelijke plan en de doorlooptijd van de procedure. Daarom wordt een verzoek om teruggaaf van een deel van de leges voor het ruimtelijk plan gehonoreerd als binnen 12 maanden na afloop van het vooroverleg de aanvraag ten behoeve van de teruggaaf wordt ingediend. Precariobelasting Voorgesteld wordt om de tarieven met de inflatiecorrectie IMOC 1% te verhogen. Marktgelden Voorgesteld wordt om de tarieven met de inflatiecorrectie IMOC 1% te verhogen. Lijkbezorgingsrechten Uitgangspunt voor de begroting 2016 is dat de tarieven 2016 ten opzichte van 2015 met uitsluitend het inflatiepercentage zullen stijgen. Dit is conform het amendement dat de raad heeft aangenomen bij de behandeling van de gemeentebegroting 2014. Voorgesteld wordt derhalve om de tarieven met de inflatiecorrectie IMOC 1% te verhogen. Tarieven die betrekking hebben op het wijzigen van een algemeen graf in een eigen graf (onderdeel 9.1 en 9.2) zijn niet geïndexeerd, conform het raadsbesluit van 28 augustus 2007. Kostendekkendheid In 2016 zal gekeken worden naar de Beheersverordening en de Verordening lijkbezorgingsrechten, mede omdat de voorziening in de laatste jaarschijf van de begroting uitgeput is. Hierbij zal mede onderzocht worden of een tariefsaanpassing noodzakelijk is. Retributies Voorgesteld wordt om de tarieven met de inflatiecorrectie IMOC 1% te verhogen met uitzondering van de tariefbepaling rioolaansluiting (hiervoor worden werkelijke kosten in rekening gebracht blijkens een door het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting, waarin eveneens ambtelijke uren zijn opgenomen). 4. Financiën De voorgestelde tarieven zijn gebaseerd op de in de begroting 2016 opgenomen ramingen. 5. Aanpak De belastingverordeningen treden in werking op 1 januari 2016, waarbij de datum van de heffing is bepaald op 1 januari 2016. 6. Communicatie Na vaststelling van de belastingverordeningen zal hiervan, op gebruikelijke en voorgeschreven wijze, mededeling worden gedaan. 7. Regionale en lokale aspecten Evenals in voorgaande jaren is de tariefstelling bij het Milieustation in overeenstemming met de gemeente Aalburg. pagina 5/6
8. Besluit Wij stellen u voor het bijgevoegde raadsbesluit vast te stellen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem, de secretaris, de burgemeester, A.G. Dolislager A. Noordergraaf pagina 6/6
pagina 1/6