Ambitieverklaring en samenwerkingsovereenkomst voor een duurzame warmtevoorziening in Ede

Vergelijkbare documenten
Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

Warmtevisie Ede Ede d.d. 16 december 2014

Onderwerp: Kaders voor windenergie

Regiovisie Bergen-Gennep-Mook en Middelaar

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen.

B. Stuurgroep Vervoerregio, 18 september 2014

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle

Statenvoorstel. Overdracht provinciale aandelen Warmtebedrijf Infra N.V. aan een nieuw op te richten Warmtebedrijf Holding B.V.

Routekaart Energietransitie procesafspraken

Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer

hierna te noemen QWHOVNO (Quick-Wins Hoogwaardig Openbaar Vervoer Noordoost-Brabant)

Duurzame Energieinfrastructuur en Gebiedsontwikkeling

Haags Warmtebedrijf Tussenrapportage 12 maart 2014

Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V.

Kansen voor warmtenetten in Noord-Holland

OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem

Convenant. Gemeente Steenwijkerland. N-TRA B.V. (onderdeel van RENDO Holding)

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST LOCATIE SMITSWEG DORDRECHT. Tussen:

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

Groene warmtenet Ede. Douwe van den Berg 19 april 2017

Concept Convenant Voorraadbeheersing en Afstemming Werklocaties Flevoland. 1. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere,

Onderwerp: Kaders voor windenergie

B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio

GEMEENTE LOSSER. Vergadering Burgemeester en Wethouders Besluitenlijst week 51.O ( )

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Ingrid Giebels

de volgende gemeenschappelijke regeling vast te stellen: Gemeenschappelijke Regeling Zonder Meer Bunschoten, Leusden, Nijkerk en Putten (BLNP).

Klimaatcontract Gemeente Coevorden en Provincie Drenthe

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Procesafspraken. tussen de. gemeenten Ridderkerk, Rotterdam en Barendrecht, de stadsregio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland

TKI WINST Warmte Infrastructuur Nederland met verlaagde Systeem Temperatuur

Raadsvoorstel ISE - Intentieovereenkomst

2. Regio Midden-Holland, vertegenwoordigd door haar portefeuillehouders, de heer D. De Haas en de heer C. De Jong;

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MODELCASUS

INTENTIEOVEREENKOMST CENTRUMPLAN MARUM

Position paper Regietafel Energietransitie Utrecht

Voorgesteld wordt om met voorliggende overeenkomst in te stemmen en deze door de gemeente en de Stichting Combibrug te laten ondertekenen.

Midden Holland. Convenant bovenregionale eindafrekening gesloten jeugdhulp 2015

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. 3. Inleiding. 3.1 Aanleiding, achtergrond. Agenda nr. 6

Klankbordgroep aardgasvrij wonen

Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas. Hans Schneider (Liander) programma

Intentieverklaring Gemeente Asten Sleutelorganen idop Ommel betreffende de samenwerking bij de realisatie van een multifunctionele accommodatie (MFA)

Zienswijze ontwerp begroting 2018 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost.

Samenwerkingsovereenkomst. Transformatie bestaand vastgoed tbv. huisvesting Woonurgenten. In Grubbenvorst

De hierboven genoemde partijen, hierna gezamenlijk aan te duiden als Partijen.

Position paper regietafel energietransitie utrecht

B&W-Aanbiedingsformulier

Gemeenschappelijke regeling Samenwerking uitvoering taken sociale zaken gemeente Littenseradiel en de gemeente Súdwest Fryslân 2011.

Nota van B&W. Onderwerp Uitvoering Convenant Inburgering en ondernemerschap

Bijlage 05 Stad en Regio Sleutelprojecten

CONVENANT VOOR VERGOEDING VAN KOSTEN OF SCHADE DOOR GRONDWATERBESCHERMING IN GELDERLAND

1. Wethouder Jeene te machtigen om de intentieovereenkomst Internationaal Onderwijs Gelderland te tekenen.

Terugblik en tussenstand Regionale Energietransitie Opbrengst terugblik projectgroep op 18 oktober 2018 t.b.v. PHO+ op 21 november

Samenwerkingsovereenkomst. Samenwerkingsovereenkomst Volwasseneneducatie Arbeidsmarktregio FoodValley

Projectplan Warmtenet Sliedrecht en Drechtsteden

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk,

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

Gewijzigde gemeenschappelijke regeling Samenwerking leerplicht/rmc Zuid- en Midden-Kennemerland

Bestaande bouw verduurzamen met warmte. 1 oktober 2015 Peter Heijboer

proainci renthe Assen, 1 juli2015 energiebeleid door financiële knelpunten die de transitie naar duurzame energieprojecten

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Risico A: De samenwerkingsdoelen worden niet / onvoldoende bereikt

NKMB HOLDING B.V. Modellen Bureau s Postbus CE s-hertogenbosch T:

Overeenkomst. Gemeente Eindhoven en

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

Hoogeveen. Gemeente. Raad 3 1 MRT Conform besloten. Raadsvoorstel. Datum raadsavond 31 maart 2017 Programma. Krachtige wijken & dorpen Onderwerp

Bijlage E2 DVO Facultatieve taken GR RUD LN

Duurzame energie op Goeree-Overflakkee

Kadernota Ruimte voor bewonersparticipatie - Kaders voor inwoners en gemeentebestuur in planvorming en wijkgericht werken

Brzo samenwerkingsverband Gelderland. Samenwerkingsovereenkomst tussen de Gelderse gemeenten en de provincie Gelderland

BRZO zowel BRZO als VT-CHEMIE. Provincie Provincie Provincie Totaal

Intentieovereenkomst tussen Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hollands Noorden en gemeente Heerhugowaard

Overeenkomst kwaliteitsverbetering landelijk gebied Limburg. Partijen:

Akkoord Bespreken Naam Datum

Samenwerkingsverband Wonen Regio Rotterdam

INTENTIEOVEREENKOMST NIEUWE BRANDWEERKAZERNE BEEK

Convenant De Blauwe As. Samenwerkende overheden Zuidelijke Randmeren

C-202 Green Deal Warmtenet Hengelo: backbone en HTSP-campus

Marktverkenning warmtenet Schiedam. Doorpakken met aardgasvrije wijken

portefeuillehouder ak e i e \* Secretaris akkoord

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050

Zaanse Energie Agenda update Zaanstad Beraad d.d. 22 november

BIJLAGE NR l ^59 9 f

Gezamenlijk hierna te noemen: Partijen

Werkdocument. Verklaringen diverse partijen mbt startmotor

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST RMC regio Rijnmond

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CONCEPT-WIJZIGING GR-OddV versie 20 oktober 2015

OCW, provincie Drenthe, provincie Fryslân, provincie Groningen, gemeente Groningen, gemeente Leeuwarden

Vervolgaanpak proeftuinen voor opleiden in een samenwerkingsverband

Overeenkomst tot samenwerking Open én slim energienet Zaanstad

Convenant Versie 18 februari 2019

Woningen waarvoor tussen 1 mei 2015 en 19 februari 2016 vergunning is verleend

Convenant Aardgasvrije Nieuwbouw

Logo Groen IJsselmonde. Bestuursovereenkomst Landschapstafel IJsselmonde

Jaarplan Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni warmtekoude. metropoolregio amsterdam

Dienstverleningsovereenkomst 2017 ter uitvoering van de basistaken en verzoektaken binnen de Regionale Uitvoeringsdienst Limburg Noord

Raadsvoorstel. Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Projectbureau Herstructurering Glastuinbouw en Paddenstoelenteelt Bommelerwaard

Mijnwater 2.0 Heerlen. Hybride Duurzame Energie infrastructuur. Mijnwater 2.0 Heerlen

Transcriptie:

Ambitieverklaring en samenwerkingsovereenkomst voor een duurzame warmtevoorziening in Ede Concept 22 juni 2015 1

Ambitieverklaring en Samenwerkingsovereenkomst voor een duurzame warmtevoorziening in Ede PARTIJEN: MPD Holding BV te Ede, vertegenwoordigd door MPD;, directeur; hierna te noemen: Gemeente Ede, vertegenwoordigd door Leon Meijer, wethouder; hierna te noemen: de gemeente; Woningcorporatie Woonstede, vertegenwoordigd door noemen: Woonstede;, directeur; hierna te De Provincie Gelderland vertegenwoordigd door de heer J. van Dijk, gedeputeerde; hierna te noemen: de provincie; Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling gevestigd in Arnhem, vertegenwoordigd door Roelof Potters; hierna te noemen: Alliander; Hierna gezamenlijk en ieder afzonderlijk te noemen: Partij(en), Nemen het volgende in overweging: A. Partijen zien goede kansen dat verdere uitbreiding van het warmtenet gerealiseerd kan worden, tot aansluiting van minimaal 20.000 woningequivalenten in de kern Ede in 2020. Uitbreiding van het warmtenet is kansrijker door als Partijen, ieder vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheden, gezamenlijk op te trekken en oplossingen te zoeken voor geconstateerde financiële, technische en juridische belemmeringen. B. Bio-energie De Vallei B.V. (BDV) (onderdeel van MPD) heeft in 2013 een houtgestookte bio-energie-centrale gerealiseerd aan de Dwarsweg te Ede; BDV heeft vanuit deze centrale een duurzaam warmtenet aangelegd van ca. 5 km, waarop inmiddels ca. 4.000 woningequivalenten (weq) zijn aangesloten, waaronder het warmtenet van Nuon in de wijk Kernhem en een aantal complexen van Woonstede; BDV levert warmte aan Nuon en Woonstede, die deze warmte distribueren aan de eindverbruikers; BDV levert ook rechtstreeks warmte aan eindverbruikers. C. BDV en Warmtebedrijf Ede (WBE, onderdeel van MPD) hebben de ambitie om in 2020 minimaal 20.000 woningequivalenten in de kern Ede te hebben aangesloten op het duurzame warmtenet, gevoed niet alleen vanuit de centrale aan de Dwarsweg, maar ook vanuit twee nieuw te bouwen centrales alsmede via de inzet van andere warmtebronnen (bv. restwarmte van bedrijven). 2

D. In de omgeving van Ede zijn warmtenetten aanwezig in Wageningen, Veenendaal, Arnhem en Nijmegen, waarbij in principe de mogelijkheid bestaat deze lokale warmtenetten met elkaar te verbinden, zodat een regionaal warmtenet ontstaat. E. Gemeente, BDV, Woonstede en provincie hebben in 2013, gelet op de door BDV uitgesproken ambitie, zoals bedoeld onder C, gezamenlijk opdracht gegeven aan adviesbureau DWA om de wenselijkheid en haalbaarheid van de verdere uitrol van het warmtenet van BDV te onderzoeken; DWA heeft in maart 2014 de eindrapportage Kansenstudie warmtenet Ede uitgebracht. Deze studie ligt mede ten grondslag aan onderhavige ambitieverklaring en samenwerkingsovereenkomst. F. Partijen onderkennen dat, onverminderd het belang van energiebesparing, het leveren van warmte via het warmtenet een belangrijke bijdrage aan de klimaatambities van Partijen kan leveren. Ook onderkennen Partijen dat het warmtenet een bijdrage kan leveren aan het verminderen van onze afhankelijkheid van de eindige voorraad aardgas, dit gelet op het feit dat ons land over ca. 10 jaar grootschalig aardgas moet gaan importeren, deels uit politiek instabiele landen. Verder zijn Partijen zich er van bewust dat een verminderde afhankelijkheid van aardgas en het beschikken over een lokale duurzame warmtevoorziening de betrouwbaarheid en betaalbaarheid van de warmtevoorziening in de gemeente vergroten. G. Partijen zijn zich er van bewust dat de ambities van de overheid ten aanzien van de verduurzaming van de energievoorziening niet alleen via de inzet van duurzame warmte kunnen worden gerealiseerd, maar dat voor deze verduurzaming ook grootschalige inzet van energie uit wind én uit zon noodzakelijk is en blijft. De aanwezigheid van houtige biomassa in de regio maakt de productie van warmte uit deze biomassa een logische keuze. H. Bij het realiseren van hun gezamenlijke ambitie hanteren Partijen de volgende uitgangspunten: - De prioriteit ligt bij energiebesparing (verduurzaming van de energievoorziening komt daarna en is stap 2 in de Trias Energetica) 1 - Wederzijds vertrouwen, open communicatie en transparantie zijn essentieel om te komen tot realisatie van de ambitie; - Alertheid van Partijen is geboden ten aanzien van de mogelijkheid het warmtenet uit te breiden tot een regionaal warmtenet; - Optimalisatie en diversificatie van duurzame warmtebronnen is gewenst. I. Partijen realiseren zich dat het warmtenet een middel is tot verduurzaming van de gebouwde omgeving, maar dat er ook andere energieconcepten zijn, waarmee de noodzakelijke verduurzaming kan worden gerealiseerd. KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: 1 Met dien verstande dat uit onderzoek blijkt dat energiebesparing (na het plukken van het laaghangend fruit ) vaak niet kosteneffectief meer is, waarna verdere verduurzaming kan plaatsvinden via bv. aansluiting op een duurzaam warmtenet 3

Artikel 1: Doel samenwerkingsovereenkomst 1. Doel van deze overeenkomst is het vastleggen van de wijze waarop Partijen bij de realisatie van de hierboven onder A geformuleerde ambitie samenwerken. Artikel 2: Taken en verantwoordelijkheden van partijen 1. MPD a. Onderzoekt gebiedsgewijs de haalbaarheid van de verdere uitrol van het warmtenet en neemt op basis daarvan de beslissing al dan niet te investeren in uitbreiding van het warmtenet. Bij dit onderzoek betrekt MPD ook de minder rendabele aansluitingen. Over het eventueel niet aansluiten van minder rendabele aansluitingen overlegt MPD met de gemeente, zodat een afweging kan plaatsvinden tussen enerzijds het bedrijfseconomische belang van MPD en anderzijds het belang van verduurzaming van de gebouwde omgeving. Bij dit onderzoek betrekt MPD ook het nemen van zogenaamde no-regret -maatregelen, waarbij o.a. naar de diameter van de aan te leggen warmteleiding wordt gekeken. Wanneer het leidingen betreft die een rol in een regionaal net kunnen spelen zal dit in overleg met Alliander gebeuren. b. Onderzoekt de noodzaak om, afhankelijk van de uitbreiding van het warmtenet, extra warmtebronnen te realiseren, zoals een nieuwe bio-energiecentrale en/of de inzet van restwarmte van bedrijven. c. Streeft naar optimalisatie van de duurzaamheid van de warmtebronnen, met inachtneming van daartoe opgestelde (inter)nationale normen en regels. d. Neemt de wettelijke regels (Warmtewet) in acht ten aanzien van de aan eindverbruikers in rekening te brengen tarieven. e. Onderzoekt de mogelijkheden van een alternatief tariefstelsel dat aangesloten eindverbruikers (al dan niet op termijn) financiële voordelen biedt. f. Levert periodiek informatie aan Partijen aan ten behoeve van monitoring van de realisatie van de ambitie (in 2020 minimaal 20.000 aansluitingen (weq)). g. Deelt alle relevante informatie met Partijen, voor zover deze niet bedrijfsvertrouwelijk van aard is. h. Geeft uitvoering aan de beslispunten uit de DWA-studie d.d. maart 2014, op de wijze zoals geformuleerd in de als bijlage 1 bijgevoegde notitie. 4

2. De Gemeente a. Faciliteert de voortzetting van de regiegroep Warmtenet Ede, via welke regiegroep afstemming plaatsvindt tussen Partijen over de realisatie van de hierboven onder A beschreven ambitie. Tevens faciliteert de gemeente de voortzetting van de ambtelijke projectgroep Warmtenet Ede, ter voorbereiding van de vergaderingen van de regiegroep. b. Bevordert binnen haar wettelijke mogelijkheden de uitbreiding van het warmtenet binnen de gemeente, waarbij als randvoorwaarden gelden: de betrouwbaarheid, de betaalbaarheid en de duurzaamheid van het warmtenet. c. Onderzoekt de technische en economische haalbaarheid om de door haar beheerde gebouwen op het warmtenet aan te sluiten; sluit de door haar beheerde gebouwen aan op het warmtenet indien dit technisch en economisch haalbaar is en voor de gemeenten geen financieel nadeel oplevert. d. Onderzoekt de wenselijkheid en haalbaarheid van aansluiting van de nieuwbouwlocatie Kazerneterreinen op het warmtenet alsmede de rol die gemeente kan vervullen om aansluiting te (doen) realiseren). e. Onderzoekt de wenselijkheid en mogelijkheid een aandeel te nemen in het warmtetransportnet. f. Deelt alle relevante informatie met Partijen, voor zover deze niet bedrijfsvertrouwelijk van aard is. g. Geeft uitvoering aan de beslispunten uit de DWA-studie d.d. maart 2014, op de wijze zoals geformuleerd in de als bijlage 1 bijgevoegde notitie en zoals verwoord in de Warmtevisie Ede, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in haar vergadering van 16 december 2014. 3. Woonstede a. Onderzoekt de technische en economische haalbaarheid van aansluiting van door haar beheerde gebouwen op het warmtenet. Aan ieder te nemen besluit tot aansluiting van woningen op het warmtenet moet een goede business-case ten grondslag liggen. b. Onderzoekt de mogelijkheid om tariefvoordelen aan de huurders van Woonstede te doen toekomen. c. Deelt alle relevante informatie met Partijen, voor zover deze niet bedrijfsvertrouwelijk van aard is. d. Geeft uitvoering aan de beslispunten uit de DWA-studie d.d. maart 2014, op de wijze zoals geformuleerd in de als bijlage 1 bijgevoegde notitie. 4. De Provincie 5

a. Beziet de mogelijkheden tot regionalisering van het warmtenet, met name in relatie tot de ontwikkelingen in de gemeenten Wageningen en Renkum (Parenco). b. Heeft via de investeringsinstructie voor het zogenaamde IEG-fonds investeren in infrastructuur voor duurzame warmte mogelijk gemaakt. c. Deelt alle relevante informatie met Partijen, voor zover deze niet bedrijfsvertrouwelijk van aard is. d. Geeft uitvoering aan de beslispunten uit de DWA-studie d.d. maart 2014, op de wijze zoals geformuleerd in de als bijlage 1 bijgevoegde notitie. 5 Alliander: a. Beziet, samen met de provincie, de mogelijkheden tot regionalisering van het warmtenet, met name in relatie tot de ontwikkelingen in de gemeenten Wageningen en Renkum (Parenco). b. Onderzoekt, evenals en in samenwerking met de gemeente, de wenselijkheid en de mogelijkheid een aandeel te nemen in het warmtetransportnet. c. Deelt alle relevante informatie met Partijen, voor zover deze niet bedrijfsvertrouwelijk van aard is. d. Geeft uitvoering aan de beslispunten uit de DWA-studie d.d. maart 2014, op de wijze zoals geformuleerd in de als bijlage 1 bijgevoegde notitie. Artikel 3: Organisatie van de samenwerking 1. De samenwerking tussen Partijen is ingevuld door middel van de regiegroep warmtenet en een ambtelijke projectgroep. Partijen voelen zich verantwoordelijk, ieder voor zover het de eigen rol betreft, voor het realiseren van de gezamenlijke ambitie en leveren ieder vanuit zijn (huidige en/of toekomstige) rol en verantwoordelijkheid een inbreng aan de regiegroep en de ambtelijke projectgroep. 2. De regiegroep en de projectgroep bestaan uit vertegenwoordigers van Partijen. 3. De gemeente levert de voorzitter en de secretaris van de regiegroep en van de projectgroep. 4. De regiegroep bevordert de realisatie van de hierboven onder A geformuleerde ambitie. De regiegroep stimuleert, faciliteert en regisseert. De regiegroep kan voorstellen gezamenlijk onderzoek te laten uitvoeren. Partijen in de regiegroep verzamelen informatie, delen deze, zo veel als vanuit bedrijfseconomisch perspectief mogelijk is en tevens voor zover dit (wettelijk) is toegestaan. 5. De regiegroep zal niet treden in taken en verantwoordelijkheden van Partijen. De regiegroep is dan ook niet bevoegd besluiten te nemen over aangelegenheden, die tot de bevoegdheid van Partijen behoren. Standpunten van de regiegroep worden echter in het besluitvormingstraject van de aan de regiegroep deelnemende partijen meegenomen. 6

Artikel 4: Kosten samenwerking 1. Voor zover voor de realisatie van de hierboven onder A geformuleerde ambitie kosten moeten worden gemaakt zoals bijeenkomsten of inhuur van derden maken Partijen nadere afspraken over de verdeling van de kosten. Voor besluitvorming hieromtrent, met inbegrip van het onder artikel 3 bedoelde onderzoek is unanimiteit vereist. De kosten komen in eerste instantie voor rekening van de gemeente, waarna de gemeente deze in rekening brengt bij de overige partijen. 2. Gedurende de looptijd van de Samenwerkingsovereenkomst dragen alle Partijen de eigen kosten, waaronder maar niet uitsluitend kosten voor personele capaciteit, verband houdende met de uitvoering van deze overeenkomst. Artikel 5: Communicatie 1. Partijen zullen communicatie-uitingen over werkzaamheden die binnen deze overeenkomst plaatsvinden vooraf met elkaar afstemmen. Ook over het woordvoerderschap (naar buiten) zullen partijen vooraf afspraken maken, waarbij het woordvoerderschap afhankelijk van het onderwerp nu eens bij de ene partij dan weer bij een andere partij kan worden neergelegd. Artikel 6: Reikwijdte samenwerkingsovereenkomst en geschillen 1. Deze Samenwerkingsovereenkomst is niet bedoeld om een juridisch bindende overeenkomst te realiseren. Ongeacht enige andersluidende bepaling verklaren Partijen hierbij tegenover elkaar dat dit document geen enkele juridisch bindende verbintenis oplegt aan één der partijen. 2. Indien zich zaken voordoen die aan deze overeenkomst gerelateerd zijn maar waarin deze overeenkomst niet voorziet, zullen Partijen in redelijkheid en billijkheid tot een oplossing proberen te komen. 3. Geschillen die voortvloeien uit deze samenwerkingsovereenkomst, en die niet via overleg in de regiegroep kunnen worden opgelost, kunnen worden voorgelegd aan een in onderling overleg te bepalen mediator. Artikel 7: Toetreding partijen, duur overeenkomst en bijlage 1. Tot deze overeenkomst kunnen na instemming van Partijen, andere partijen, zoals gemeenten, woningbouwcorporaties, projectontwikkelaars en warmteproducenten, toetreden, mits zij bereid en in staat zijn een positieve bijdrage te leveren aan de realisatie van de onder A geformuleerde ambitie. 2. De overeenkomst eindigt van rechtswege op 31 december 2020 of zo veel eerder als Partijen overeenkomen. Voor het einde van onderhavige overeenkomst, in elk geval tijdig, bezien Partijen in onderling overleg of en, zo ja, op welke wijze zij hun samenwerking wensen voor te zetten. Deze Samenwerkingsovereenkomst kan tussentijds door één van de Partijen opgezegd worden door een enkel schriftelijk bericht aan de andere Partijen te zenden en met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. 7

3. Bij deze overeenkomst behoort de volgende aangehechte bijlage: notitie Beslispunten Kansenstudie warmtenet Ede. ALDUS GETEKEND IN VIJFVOUD TE EDE: MPD Holding BV, Voor deze:, directeur Gemeente Ede, Voor deze: De heer Leon Meijer, wethouder Woonstede, Voor deze: Provincie Gelderland, Voor deze: de heer J. van Dijk, Gedeputeerde Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling, Voor deze: Roelof Potters 8

BIJLAGE Beslispunten Kansenstudie warmtenet Ede (uit notitie DWA d.d. 3 febr. 2014 ) Beslispunten BDV (c.q. het nieuwe warmtebedrijf, als derden daarin gaan participeren) Beslispunt (met verwijzing naar DWA-notitie fase 3 dd. 3 feb. 2014) 1. ontwikkelen acquisitie aanpak, afgestemd op div. doelgroepen (niet alleen laag hangend fruit ) (blz. 2, 3 en 9) 2. onderzoek ontwikkelen alternatief tariefstelsel dat bedrijven en bewoners op termijn voordelen biedt (blz. 3 en 9) 3. ontwikkelen intentie-overeenkomsten met grote partijen als EBC, evt. met ondersteunende rol gemeente (blz. 9) 4. vaststellen visie op toe te passen warmtebronnen: - duurzaamheidsgehalte - (extra) bronnen op lange termijn, i.o.m. andere partners (blz. 6 en 10) 5.nadere verkenning inzet restwarmte bedrijven (blz. 8 en 10) 6. overname secundaire warmtenetten Woonstede, om Woonstede te ontzorgen op eisen Warmtewet (blz. 3 en 11) 7. vaststellen no regret maatregelen, bv. leidingdiameter fase 2 (blz. 10) 8. actualiseren kwaliteitsverklaring warmtelevering Kernhem (blz. 10) 9. businesscase voor aansluiten 15.000 weq beter uitwerken (blz. 12) 10. onderzoek subsidiemogelijkheden (m.n. EU) en benutting prov. Fonds Standpunt BDV Gebeurt al grotendeels; minder rendabele aansluitingen zullen besproken worden in stuurgroep en ook binnen warmte-bv, als bv. Gemeente gaat participeren in deze BV Het warmtebedrijf (BWE) zal dit onderzoek eind 2015 uitvoeren. Voor zover dat opportuun is zal BDV de ontwikkeling van bedoelde intentie-overeenkomsten zeker nastreven. BDV onderschrijft noodzaak ontwikkelen bedoelde visie, samen met partners. Planning onderzoek zal i.o.m. andere partners worden bepaald. BDV is hier al mee bezig, bilateraal met de betrokken bedrijven. Een vervolgonderzoek zoals DWA voorstelt is op dit moment niet nodig. BDV zal met Woonstede overleggen. Besluitvorming voorzien eind 2015. Dit is voor BDV een voortdurend aandachtspunt bij het ontwerp van het warmtenet. Zie verder opm. 9. BDV heeft de kwaliteitsverklaring inmiddels geactualiseerd, voor de hele kern Ede, incl. Kernhem. BDV maakt businesscase per deelgebied, niet voor de gehele kern Ede. In deze businesscase zal expliciet aandacht gegeven worden aan no regret-maatregelen (zie 7). BDV zal dit tijdig voorleggen aan stuurgroep warmtenet. BDV blijft alert op subsidiemogelijkheden. Onderzoek subsidie vergt specialistische kennis. De provincie kan 9

nutsinvesteringen (blz. 11-15) hier mogelijk aan bijdragen. Zie ook bij Alliander (beslispunt 2) Beslispunten Woonstede Beslispunt (met verwijzing naar DWA-notitie fase 3 dd. 3 feb. 2014) 1. financiële participatie in warmtebedrijf (blz. 2) 2. aansluiting complexen op warmtenet (bv. hoogbouw Ede-zuid, ruim 1.000 weq) 3. overdracht secundaire warmtenetten aan BDV/warmtebedrijf (blz. 3) 4. (landelijke) lobby in kader discussie energielabels (blz. 11) 5. bij provincie gelijkwaardigheidsverklaring aanvragen voor renovatie woningen ikv prov. Investeringsimpuls (blz. 11) Standpunt Woonstede Woonstede zal niet financieel participeren Besluitvorming o.a. afhankelijk van label-discussie, levering warmtapwater en ontzorging door warmtebedrijf. Besluit over hoogbouw Ede-zuid gepland eind 2015; Woonstede zal met BDV overleggen. Besluitvorming voorzien eind 2015. Aedes is bij deze discussie betrokken. Woonstede onderhoudt contact met Aedes hierover. Verder ziet Woonstede hier een taak voor de provincie, mede gelet op het feit dat Gelderland meerdere warmtenetten heeft. Woonstede heeft bedoelde gelijkwaardigheidsverklaring inmiddels ontvangen. Beslispunten provincie Beslispunt (met verwijzing naar DWA-notitie fase 3 dd. 3 feb. 2014) Standpunt provincie 1. regierol provincie (blz. 4) Als het warmtenet Ede aan regionale plannen wordt gekoppeld (bv. Wageningen) dan wil de provincie samen met Alliander knelpunten wegnemen en samenwerking tussen partijen stimuleren. 2. financiële participatie in warmtebedrijf (blz. 4) 3. ondersteuning op het gebied van financiering (blz. 4) 4. onderzoek ontwikkelen alternatief tariefstelsel dat bedrijven en bewoners op termijn voordelen biedt Provincie zal niet rechtstreeks financieel participeren De provincie (PPM) heeft samen met Alliander in 2015 een fonds Duurzame Energie Netwerken Gelderland (DENG) opgericht. Dat fonds is uitsluitend voor openbare netwerken-projecten van Alliander. Provincie is er voorstander van dat MPD bedoeld onderzoek uitvoert. Het warmtebedrijf (BWE) zal dit onderzoek eind 2015 uitvoeren. 10

5. onderzoek subsidiemogelijkheden (m.n. EU, bv. EFRO of Interreg) 6. lobby in kader discussie energielabels (blz. 11) Zie ook bij BDV (beslispunt 2) De provincie kan hier mogelijk aan bijdragen. Voor een nieuwe businesscase is in principe provinciale subsidie mogelijk. Zie ook bij BDV (beslispunt 10) De provincie ziet hier geen grote rol voor zichzelf. Tot nu toe is dit geen belangrijk thema binnen IPO-verband. Zie ook bij Woonstede (beslispunt 4) Beslispunten Alliander Beslispunt (met verwijzing naar DWA-notitie fase 3 dd. 3 feb. 2014) 1. financiële participatie in warmtebedrijf (blz. 5 en 8) 2. onderzoek evt. benutting subsidiemogelijkheden EU voor warmteproject Ede / regio (blz. 11-15) Standpunt Alliander Financiele participatie is alleen aan de orde bij grootschalige regionale aanpak of als bij lokale aanpak blijkt dat anders kansen onbenut blijven. Voorwaarde participatie door Alliander is en blijft dat infra structuur openbaar van karakter is en dat meerdere partijen zijn of kunnen worden aangesloten. Alliander heeft samen met de provincie het fonds DENG opgericht (zie hierboven bij provincie). Alliander is actief op subsidiegebied en dient regelmatig subsidie-aanvragen in. Alliander zal in voorkomende gevallen bezien of warmtenet Ede/regio in subsidie-aanvraag betrokken kan worden, vanzelfsprekend alleen als Alliander een actieve rol in het warmtenet speelt. Beslispunten gemeente Beslispunt (met verwijzing naar DWA-notitie fase 3 dd. 3 feb. 2014) 1. warmtebeleid vaststellen (o.a. visie nieuwbouw en gemeentelijk vastgoed) (blz. 4) 2. inrichten ambtelijke ondersteuningsstructuur warmte tbv regierol en uitvoering warmtevisie (blz. 4) 3. goed blijven samenwerken met BDV inzake aanleg warmtenet, o.a. met oog op combineren werken (blz. 4) Standpunt gemeente Het warmtebeleid (de nota Warmtevisie Ede) is door college in december 2014 vastgesteld. Besluitvorming heeft plaatsgevonden in kader van vaststelling warmtebeleid (zie onder 1); Uitvoering wacht op beschikbaar komen financiele middelen, medio 2015. Dit is vastgelegd in de Warmtevsie Ede. Zie onder 1. 11

4. participatie in warmte-bv (hoofdtransportnet) via (minderheids)aandeel (1-5%) (blz. 7) 5. opstellen warmteplannen nieuwbouwlocaties (blz. 4) 6. aansluiting gemeentelijk vastgoed, ook vanuit voorbeeldfunctie (blz. 3 en 4) 7. actualiseren kwaliteitsverklaring warmtelevering Kernhem (blz. 10) 8. opdracht gemeente aan Omgevingsdienst om bedrijven te attenderen op warmtenet en te bezien of in kader Wet milieubeheer aansluiting kan worden verplicht (staat niet in DWA-notitie) Planning is het onderzoek naar evt. participatie in 2015 uit te voeren. Maart 2015 is het onderzoek gestart naar de mogelijke aansluiting van de locatie Kazerneterreinen op het warmtenet. In dat kader zal bezien worden of de gemeente de aanleg van het net met een warmteplan moet ondersteunen. In de Warmtevisie Ede (dec. 2014) is bepaald dat de gemeente bedoelde aansluiting actief zal onderzoeken. Aansluiting zal plaatsvinden als dit technisch en economisch haalbaar is en geen financieel nadeel voor de gemeente oplevert. BDV heeft deze verklaring inmiddels geactualiseerd, voor de gehele kern Ede. Gemeenschappelijke beslispunten Beslispunt (met verwijzing naar DWA-notitie fase 3 dd. 3 feb. 2014) 1. vaststellen ambitie (15.000 weq in 2020) (blz. 1 en 12) Standpunten betrokken partijen (BDV, Woonstede, Alliander, provincie en gemeente) De ambitie is vastgesteld op 20.000 weq in 2020 (besluit stuurgroep d.d. najaar 2014) 2. voortzetting stuurgroep warmtenet Akkoord allen; met oog op mogelijke regionalisering warmtenet ook andere partijen (ad hoc) uitnodigen, bv. Wageningen, Parenco (zie ook onder 6). Alliander heeft vooral meerwaarde voor de mogelijke regionalisering van het warmtenet. 3. keuze organisatiemodel uitrol (blz. 7-9) 3a. bij keuze voor model 2: taak-/rolverdeling BDV en derden vastleggen (blz. 7-9) Allen akkoord met DWA-advies inzake model 2, d.w.z. - BDV blijft hoofdrolspeler - derden participeren actief, via financiele participatie of anderszins. Model 3 (toewerken naar een regionaal warmtenet) zal ook voortdurend voor ogen worden gehouden, waarbij de provincie een regierol zal vervullen. Het is inderdaad wenselijk bedoelde taak- en rolverdeling vast te leggen. Dit kan gebeuren in een samenwerkingsovereenkomst (zie onder 4). 4. bij eensgezindheid over model: Alle partijen zijn voorstander van het aangaan van 12

13