Preconceptie zorg Body of knowledge Violet Vervloet, KHK Turnhout 1
Definitie Preconceptionele zorg (PCZ) richt zich op het tijdig informeren van vroen en mannen in de vruchtbare leeftijd met/zonder een zwangerschapswens betreffende vruchtbaarheid en mogelijke risicofactoren met invloed op het ongeboren kind. Door het verwerven van deze kennis kunnen personen hun gedrag beter en tijdig aanpassen, waardoor vruchtbaarheid en zwangerschapsuitkomsten gunstig worden beïnvloed. 2
Gezondheidspromotie en voorlichting Risicoselectie Gekoppeld aan eventuele doorverwijzing Interventie Pijlers 3
Inhoud Mevr. X is 31 jaar, A0P0G0. Ze rookt niet, drinkt in het weekend graag een glaasje wijn, ze gebruikt geen drugs. Ze eet gevarieerd. Haar BMI is 21. Mevr. X is secretaresse. Aan sport komt ze niet toe. Een saunabezoek af en toe ontspant haar. Momenteel is er geen zwangerschapswens. Ze heeft in principe een onregelmatige cyclus en gebruikt nu de pil als anticonceptie. Ze neemt geen foliumzuursupplement. Ze leidt zelf niet aan een chronische aandoening en neemt geen medicatie. In haar familie komen geen genetische afwijkingen voor. o Vaccinaties? (Rubella, Varicella Zoster) (kinkhoest) o Toxoplasmose? o Bloedgroep, Rhesusfactor? o SOA? o Etnische afkomst 4
Belang Zorg voor vruchtbaarheid is een hot topic binnen onze maatschappij (stijgend aandeel medisch begeleide bevruchting) (Cammu et al, 2010; Sensoa 2011a, 2011b) 5
Effect Onderzoek heeft aangetoond dat initiatieven en interventies rond PCZ een effectieve gezondheidswinst genereren (Korenbrot, 2002; Johnson, 2006; Atrash, 2006, 2008). Om de bewijskracht over het effect van PCZ te vergroten is nood aan meer onderzoek, zeker over lange termijn. 6
Onderzoek KHK Turnhout Publicatie: Review over kennis bij hulpverleners aangaande PCZ o Vervloet, V., Vandijck, D. (2009). Kennis en attitude van professionele hulpverleners aangaande preconceptionele zorg. Tijdschrift Voor Vroedvroen, 15(2), 87-95. Publicatie: Onderzoek naar kennis en attitude aangaande PCZ bij studenten vroedkunde o Vervloet, V. (2009). Studenten vroedvro en preconceptionele zorg: een beschrijvend onderzoek naar kennis en attitude. Tijdschrift Voor Vroedvroen, 15(6), 314-322. Studiedag In verwachting van een kinderwens o 9 maart 2010, KHK Turnhout o Studiedag Associatie Leuven, opleidingen Vroedkunde 7
Review kennis bij hulpverleners Systematische literatuurstudie (1998-2008) o Pubmed, Cochrane Library, Cinahl, Invert, Web of Science, Sumsearch Studies betreffende PCZ bij hoog-risico populaties werden niet weerhouden Beperkte literatuur o VK, NL, Israël, Japan, VS o Enkel kennis over deelaspecten van PCZ wordt bevraagd 12 artikels (beschrijvende methodologie) o Studenten (geneeskunde) o Hulpverleners eerstelijnszorg (verpleegkundige, vroedvro, huisarts) o Hulpverleners tweedelijnszorg (gynaecoloog) 8
Review kennis bij hulpverleners Conclusie: o Attitude aangaande PCZ is bij alle groepen positief o Potentiële voordelen van PCZ worden erkend o Grote bereidheid om PCZ te verlenen o Duidelijke kennistekort (alle groepen) o Momenten voor PCZ moeten benut worden o Deelaspecten van PCZ komen aan bod Struikelblokken voor implementatie o Gebrek aan tijd o Gebrek aan financiële middelen (terugbetaling patiënt?) o Onbekendheid PCZ bij het grote publiek o Contact met de doelgroep 9
KnAP-project Knowledge and Attitude Preconception care Kan en wil de vroedvro deze taak op zich nemen? Onderzoeksgroep: alle Vlaamse laatstejaars studenten vroedkunde (2008-2009) 11 opleidingen 288 van de 344 (respons 83.72%) Methode: 2 vragenlijsten Kennis (casus, risicofactoren) Attitude (stellingen) (Ref: Heyes, 2006; Atrash et al., 2006; Van der Pal, 2008) 10
Resultaten Kennistoets Risicofactoren die de vruchtbaarheid van de man / vro negatief kunnen beïnvloeden Roken, BMI, leeftijd, diabetes, alcohol, toxische stoffen Goede score voor vro, minder goed voor man Risicofactoren die een negatieve invloed kunnen hebben op het embryo Mediterrane afkomst, roken, diabetes, CMV, geen foliumzuur, toxoplasmose Afhankelijk van factor,!fz en mediterrane afkomst Juiste/foute antwoorden meerderheid scoort tussen 50% en 75% 50% geeft 2-3 foute antwoorden 11
Resultaten Attitudetoets Meer dan 80% was het zeer sterk eens/eens met volgende stellingen: o PCZ is belangrijk voor vroen en mannen op vruchtbare leeftijd o PCZ verbetert de gezondheid van de moeder o PCZ zou standaard ingevoerd moeten worden in de gezondheidszorg o Een afzonderlijk consult voor PCZ is zinvol o Een vroedvro is de meeste geschikte persoon om PCZ te geven o Ik vind dat PCZ tot de taken van de vroedvro behoort Eerstelijnszorg 12
Resultaten Attitudetoets Ik voel mij bekwaam om PCZ te geven: 75% (ontbrekende antwoorden: 18) Als (student) vroedvro bezit ik momenteel onvoldoende vaardigheden voor het verlenen van PCZ (zonder bijkomende opleiding): 53% (ontbrekende antwoorden: 22) 13
Resultaten Attitudetoets 80% wil bijkomende opleiding volgen omtrent PCZ Ik wil PCC toepassen binnen mijn toekomstig werkveld (90%) Preconceptionele items moeten meer aan bod komen tijdens de opleiding tot vroedvro en tijdens de middelbare schoolopleiding van jongeren (12-18 jaar) (87%) Belemmerende factoren voor het geven van PCZ: Factoren vanuit de vro / het koppel: onbekend, geen interesse Factoren vanuit de vroedvro: gebrek aan kennis en ervaring, gebrek aan tijd, kosten 14
Conclusie Toekomstige vroedvro willen preconceptionele zorgverlening op zich nemen maar ervaren duidelijk een kennistekort. Ze zijn bereid hierin bij te scholen. o Postgraduaat Preconceptionele Zorg KHK Turnhout (2006) o PCZ is opgenomen in het niee curriculum van het laatste jaar vroedkunde (2012-2013) 15
Valorisatie Body of knowledge knowledge for the body De ontwikkeling van een globaal laagdrempelig voorlichtingspakket PCZ o gericht op koppels met kinderwens o Gericht op jongeren in middelbare scholen (op vraag) o Regio Kempen Onderwijspoli PCZ (KHK Turnhout) Ontwikkeling van een handboek, gericht op professionele hulpverleners Promocampagne rond PCZ in de regio 16
Referenties Atrash, Johnson et al. (2006). Preconception care for improving perinatal outcomes : the time to act. Maternal and Child health Journal, 10.1007/s10995-006-0100-4. Atrash H., Jack BW., Johnson K. (2008). Preconception care: a 2008 update. Current Opinions in Obstetrics and Gynecology, 20(6), 581-9. Cammu, H., Martens, G., De Coen, K., Defoort, P., Martens, E., vzw Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie (SPE), jaarrapport 2010. Brussel: SPE Johnson, K., Posner, SF., Biermann, J. et al. (2006). Recommendations to Improve Preconception Health and Health Care - -- United States, A Report of the CDC/ATSDR Preconception Care Work Group and the Select Panel on Preconception Care. Korenbrot CC, Steinberg A, Bender C, Newberry S. (2002). Preconception care: a systematic review. Maternal and Child health Journal, 6, 75-88. Samyn E. et al. (2008). Aanbeveling Preconceptieadvies, Domus Medica Sensoa, Feiten en cijfers: soa s (juni 2011); abortus, (maart 2011). Retrieved 2011/09/03 at http://www.sensoa.be/feiten_en_cijfers.php 17