Verkiezingsprogramma s Tweede Kamer verkiezing 15 maart 2017 Op woensdag 15 maart 2017 gaat Nederland naar de stembus. Kiezers bepalen dan welke 150 Nederlanders namens hen vier jaar lang volksvertegenwoordiger mogen zijn. De Tweede Kamerleden controleren de regering en maken en beoordelen wetsvoorstellen. Voor Vallei Wonen, huurders en belanghouders is het belangrijk om te weten wat de partijen in hun landelijke verkiezingsprogramma 2017-2021 hebben opgenomen over de sociale woningmarkt. Onderstaand een overzicht van de grootste partijen in de Tweede Kamer. Voor een betere balans op de woningmarkt tussen huurders en kopers, moeten huurprijzen sneller kunnen stijgen dan de prijzen van koopwoningen. Wij willen niet dat huiseigenaren de dupe zijn van prijsverhogingen in de huursector. De koppeling tussen het eigenwoningforfait en de huurverhogingen moet daarom worden geschrapt. Om te stimuleren dat er meer woningen in het middensegment van de vrije huursector bijkomen, willen wij de grens voor sociale huurwoningen - de liberalisatiegrens - verlagen tot maximaal 600 euro. Huizen boven deze huurprijs gelden dan als vrijesectorwoningen. Dit houdt corporaties weg uit duurdere woningen en geeft investeerders meer ruimte om die woningen aan te bieden. Woningcorporaties mogen niet meer concurreren in dit segment. Om de verkoop van die duurdere huurwoningen door woningcorporaties te stimuleren, willen wij de verhuurdersheffing verhogen. Een hogere verhuurdersheffing dwingt woningcorporaties bovendien terug te gaan naar hun kerntaken en op hun kosten te blijven letten. Om dit te monitoren dient actieve handhaving plaats te vinden van de Woningwet (2015) door de Autoriteit Woningcorporaties. Zittende huurders krijgen daarbij een eerste recht tot koop van hun huurwoning. Daarbij willen wij een vrijstelling voor kleine particuliere verhuurders, zodat zij geen verhuurdersheffing hoeven te betalen. De opbrengst van de verhuurdersheffing geven wij terug door de inkomstenbelasting te verlagen. Sociale huurwoningen zijn er voor de mensen die ze echt nodig hebben. De inkomensgrens voor toezegging van een sociale huurwoning dient dan ook het modale salaris te zijn. Als je voor een sociale huurwoning in aanmerking komt, hoor je niet jarenlang op een wachtlijst te staan maar snel aan een huis te komen. Scheefwonen moet daarom structureel worden aangepakt. Mensen met hogere inkomens worden daarbij gestimuleerd om door te stromen naar een huurwoning in de vrije sector of naar een koopwoning. Zo maken zij ruimte voor mensen die niet de mogelijkheid hebben om in de vrije sector te huren of een eigen woning te kopen. Je moet zelf kunnen bepalen waar en in wat voor soort woning je woont. Als je zelf besluit om in een duurdere huurwoning te gaan wonen, dan vinden wij het logisch dat je daar dan ook zelf meer voor gaat betalen. Daarom willen wij het automatisme stopzetten dat de huurtoeslag stijgt naarmate de huurwoning duurder is. De huurtoeslag moet gebaseerd zijn op het inkomen dat iemand verdient, niet de huur die hij of zij betaalt (normhuur).
Iedereen, ook mensen met een bescheiden inkomen, verdient een betaalbare woning. Maar met het huidige systeem van de huurtoeslag is dat in de praktijk weerbarstig. Het komt te vaak voor dat mensen met een laag inkomen meer huur betalen dan verantwoord is. Wij willen daarom stapsgewijs een huur naar draagkracht invoeren, hoe minder je verdient, des te minder huur betaal je. Dat is eerlijker en voorkomt dat mensen in armoede moeten leven. Iedereen verdient het betaalbaar te kunnen wonen. Deze kabinetsperiode gaat er ruim 1 miljard euro extra op jaarbasis naar de huurtoeslag zodat de lage inkomens gecompenseerd worden voor de huurstijgingen. Om de betaalbaarheid van het wonen voor lage en middeninkomens ook in de toekomst te garanderen is het huidige systeem van de huurtoeslag te weerbarstig. Het komt te vaak voor dat mensen met een bescheiden inkomen meer huur betalen dan verantwoord is. Wij willen voor de sociale huurwoningen een huur naar draagkracht de huurquote omdat het eerlijker is en armoede, huurachterstanden en segregatie voorkomt. Het inkomen en het type huishouden zijn dan bepalend voor de maximaal toegestane huur. Het is passend, net als bij hypotheekrenteaftrek, om dit stapsgewijs en in redelijkheid in te voeren. Het Nibud, als bewaker van de betaalbaarheid, krijgt bij de bepaling van de huurquote een onafhankelijke adviesrol. De verhuurdersheffing verandert in een instrument voor betaalbaarheid van huren en de realisatie van meer sociale huurwoningen. Ouderen willen zo lang mogelijk aangepast thuis kunnen blijven wonen. De PvdA wil dat mogelijk maken door veel huizen versneld aan te passen. Gemeenten, verhuurders en zorgaanbieders moeten hierbij intensief samenwerken en de kosten eerlijk delen. Voor kwetsbare mensen die veel zorg nodig hebben behouden we overal in het land voldoende zorginstellingen. Door de groei van de bevolking en het aantal huishoudens dreigen er opnieuw forse woningtekorten te ontstaan. Daarom willen we dat er jaarlijks minimaal 50.000 nieuwe woningen worden bij gebouwd. Dat betekent dat er tot 2030 tussen 700.000 en een miljoen woningen extra bij komen. Gemeenten worden daarbij verplicht betaalbare woningen te realiseren, met de opdracht dat ze ook nadrukkelijk sociale huur- en koopwoningen bouwen voor mensen met een laag inkomen. Want zo voorkom je dat mensen met lagere inkomens worden verdrongen naar buitenwijken of zelfs buiten de stad. Dergelijke segregatie is slecht voor de samenhang en verbondenheid van de samenleving. De toewijzing van een sociale huurwoning is afhankelijk van het inkomen en dat blijft zo. Wel gaan we deze grens per regio aanpassen. In de meest gewilde steden wordt de grens opgetrokken van 39.000 euro naar een jaarinkomen van 45.000 euro. Zo hebben lagere inkomens meer kans op een sociale huurwoning in krappe woongebieden en voorkom je dat zij de wijk of zelfs de stad worden uitgejaagd. Om de woningmarkt weer in beweging te krijgen is het nodig om corporaties weer in staat te stellen huizen te bouwen, de vrije huurmarkt te stimuleren om woningen met een huur tussen de 700 en 900 euro te bouwen en met name rond de grotere steden voldoende koopwoningen beschikbaar te hebben. Oftewel er moet gebouwd gaan worden! Een aparte minister voor Wonen is geen meerwaarde gebleken, die kan weer worden afgeschaft. Om de woningbouwcorporaties niet verder te beknotten in hun investeringsruimte, en daarmee de wachtlijsten actief te bestrijden, kan de verhuurdersheffing verlaagd worden, op voorwaarde dat de investeringen gericht zijn op het bouwen van, en het renoveren tot, energiezuinige
woningen. Corporaties krijgen meer ruimte om een vast deel van hun woningbestand voor het middensegment te bestemmen als de markt het niet oppakt. Scheefwonen is een belangrijke oorzaak voor de huidige wachtlijsten in de sociale huursector. Huurders moeten jaarlijks inzicht geven in hun financiële situatie, zodat kan worden vastgesteld of een woning nog passend is bij het inkomen. Wanneer wordt vastgesteld dat iemands inkomen inmiddels te hoog is voor de betreffende huurwoning dan krijgt de huurder in de eerste plaats een huurverhoging opgelegd die past bij het inkomen. Gemeenten en corporaties moeten een actievere rol gaan spelen bij het tegengaan van scheefwonen, door te sturen op doorstroming van scheefwoners. Onder meer door stimulerende maatregelen, zoals korting op bouwgrond, voor mensen die een sociale huurwoning achterlaten. De reeds voorgestelde invoering van tijdelijke huurcontracten in de sociale sector voor bepaalde groepen is daarnaast een belangrijke stap om scheefwonen in de toekomst te voorkomen. Ouderen die langer thuis blijven wonen en op latere leeftijd ook zorg nodig hebben moet in het woonbeleid beter gefaciliteerd worden. Nu zijn zorgwoningen met centrale voorzieningen nog moeilijk te realiseren binnen het huidige huur en puntenbeleid. Hiervoor dient meer ruimte te komen zodat er meer zorgwoningen gebouwd kunnen worden die ook voor ouderen met alleen aow of klein pensioen bereikbaar zijn. Wij bouwen 100.000 huurwoningen die energieneutraal zijn. Dat betekent dat ze zelf alle energie leveren die de bewoners gebruiken. Bijvoorbeeld door zonnepanelen. Die woningen moeten betaalbaar zijn. Huren omlaag. We verlagen de huren, gaan meer betaalbare huurwoningen bouwen en huurders krijgen meer te zeggen over hun woning en over hun buurt. De verhuurdersheffing wordt omgezet in een investeringsplicht. Dat verruimt de investeringsruimte van de woningcorporaties. Zo komt er geld beschikbaar dat we kunnen gebruiken om extra betaalbare huizen te bouwen, de huren van bestaande woningen te verlagen en de corporatiewoningen energiezuiniger en levensloopbestendig te maken. De voorraad sociale huurwoningen wordt vergroot, zodat de wachtlijsten korter worden. In alle gemeenten met een tekort aan sociale huurwoningen wordt de sloop en verkoop van panden aan banden gelegd. We streven naar meer gemengde wijken, daarom moeten ook middeninkomens (tot anderhalf keer modaal) in aanmerking komen voor een betaalbare huurwoning. Bij woningtoewijzing hanteren we voor mensen in een schrijnende of kwetsbare situatie de voorrangregeling. Lokaal maatwerk om een specifieke groep tegemoet te komen moet mogelijk blijven. Daarnaast maken we een eenduidig systeem voor het hele land, waardoor mensen die moeten verhuizen hun inschrijfduur voor een woning kunnen meenemen. Huren en kopen wordt financieel gelijkwaardiger behandeld. Voor hypotheken tot 350.000 euro verandert er niets. Daarboven beperken we geleidelijk de renteaftrek. We onderzoeken of op termijn een woontoeslag kan worden ingevoerd, waarbij het niet uitmaakt of iemand een koopwoning of huurwoning heeft.
Ouderen en mensen met een beperking krijgen meer keuzevrijheid om te (blijven) wonen waar ze graag wonen, door woningen en de woonomgeving levensloopbestendig te maken. Gemeenten worden verantwoordelijk voor een sluitend vangnet van voorzieningen voor de opvang van dak- en thuislozen en begeleide woonplekken. Via prestatieafspraken met de woningcorporaties wordt geregeld dat (wanneer dat verantwoord is) mensen doorstromen naar een vorm van zelfstandig wonen, zo nodig met begeleiding. We starten met een duurzaam wijkenbeleid, waarbij gemeenten meer ruimte krijgen om veilige en leefbare wijken in te richten en deze ook goed te onderhouden. Woningcorporaties mogen meer investeren in de leefbaarheid van de buurt, onder meer door overlast tegen te gaan (bijvoorbeeld door het aanstellen van huismeesters). We maken afspraken om alle woningen energiezuinig en duurzaam te maken. Woningcorporaties gebruiken hun extra investeringsruimte mede om bestaande woningen te verbeteren tot minstens energielabel B in 2021. Dit is goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee van huurders. Bouwen, bouwen, bouwen; vooral betaalbare huurwoningen in de vrije sector. Er zijn veel te weinig huurwoningen in de prijsklasse 710 tot 1.000, de prijsklasse net boven de liberalisatiegrens. Dat was altijd al een probleem, maar in deze tijd met steeds meer tijdelijke en flex-contracten en zzp ers helemaal. Huishoudens met (ruim) een modaal inkomen zijn hier de dupe van en kunnen bijvoorbeeld steeds moeilijker terecht in grote steden. Marktpartijen en pensioenfondsen hebben hier een verantwoordelijkheid, maar ook gemeenten kunnen door een goed ruimtelijk en grondprijsbeleid het mogelijk maken om de komende jaren tienduizenden betaalbare huurwoningen in de vrije sector te realiseren. Afschaffen verhuurdersheffing. Er wordt onnodig veel geld rondgepompt in ons land. De als tijdelijk bedoelde verhuurdersheffing is inmiddels permanent geworden en daarmee gepaard gaande hogere huren leiden tot een hogere huurtoeslag. We stoppen met de verhuurdersheffing, we maken harde afspraken met de woningcorporaties om de opbrengst daarvan terug te geven aan huurders met een laag inkomen - zodat de huurtoeslag kan dalen - en meer te investeren in nieuwbouw, herstructurering van oude stadswijken en verduurzaming van de bestaande woningvoorraad (nul-opde-meter woningen). Woningcorporaties die het algemeen belang dienen. Woningcorporaties moeten zich richten op hun kerntaak: het aanbieden van goedkope huurwoningen aan mensen met lage inkomens. Risicovolle investeringen met gemeenschapsgeld horen daar niet bij. Maar onderdeel van die kerntaak is volgens ons wel dat corporaties de mogelijkheid hebben om te investeren in leefbaarheid en maatschappelijk vastgoed in wijken waarin zij veel bezit hebben. Ruimte voor innovatief en vraaggericht bouwen. Gemeenten dienen in het bijzonder woningcorporaties de ruimte te geven om innovatief, vraaggericht en toekomstvast te kunnen bouwen. Denk hierbij met het oog op de veranderende samenstelling van de bevolking aan innovatieve concepten als de bouw van twee kleine starterswoningen die later gemakkelijk zijn samen te voegen tot één grotere woning. Of mogelijkheden creëren voor groepswonen; flexibele oplossingen voor mantelzorg etc. Energieneutrale woningen. Eén van de grootste energieopgaven is het
verduurzamen van de 7,3 miljoen woningen die Nederland telt. De recent ingevoerde energieprestatievergoeding aangevuld met de te maken afspraken met de woningcorporaties in het kader van het afschaffen van de verhuurdersheffing moeten voor een enorme boost zorgen voor het aantal nul-op-de-meter woningen de komende jaren. Geen opeenstapeling van weer nieuwe maatregelen. Het is de komende jaren vooral aan gemeenten, corporaties en andere investeerders om te zoeken naar passende oplossingen, rekening houdend met het feit dat de woningmarkt per regio verschilt. Om te voorkomen dat de beschikbaarheid van sociale huurwoningen verder onder druk komt te staan, moet het mogelijk zijn om houders van een verblijfsvergunning voor zover passend bij hun situatie - te huisvesten in onzelfstandige woonruimten. De toegang tot de sociale huursector en het recht op huurtoeslag wordt bepaald op basis van het besteedbaar inkomen, niet het bruto-inkomen. Hierdoor wordt voorkomen dat verschillen in belastingdruk tot onrechtvaardige resultaten leiden. GroenLinks investeert in huurwoningen voor lage en middeninkomens zodat iedereen die dat wil kan huren voor een redelijke prijs. Zo wordt segregatie voorkomen en zorgen we voor prettig leefbare wijken. Het Rijk stelt, in samenspraak met woningcorporaties, een ambitieuze investeringsagenda op voor het realiseren van meer betaalbare sociale huurwoningen in de steden waar de wachtlijsten het langst zijn. Woningbouwcorporaties krijgen kortingen op de verhuurdersheffing in ruil voor investeringen in het aantal sociale huurwoningen en het snel energiezuinig maken van woningen. Gemeenten krijgen de middelen om te investeren in de leefbaarheid van wijken. In de komende kabinetsperiode mag de huur van sociale huurwoningen voor minima en mensen met lage inkomens niet sneller stijgen dan de inflatie. De huren van veelverdienende scheefwoners mogen wel toenemen. Woonwijken moeten toegankelijk zijn voor alle inkomensgroepen. Mensen krijgen meer keuzevrijheid door gemengd te bouwen voor arm en rijk, kopers en huurders. De overheid dwingt de gemengde woningbouw af bij woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars. De leefbaarheid wordt verbeterd door voor voldoende groen en parken te zorgen. In bebouwd gebied komen groene daken en tuinen. Stemwijzer De StemWijzer is de meest gebruikte stemhulp in verkiezingstijd. De StemWijzer voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 wordt begin februari gelanceerd: www.stemwijzer.nl