Memo. nadere informatie pilots kleinschalig vervoer Goeree-Overflakkee en migratie doelgroepenvervoer naar regulier OV in de DAV regio

Vergelijkbare documenten
Holland Rijnland, PHO Sociale Agenda en Verkeer & Vervoer. 7 maart 2014, Erik van der Kooij

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

Nota van uitgangspunten. voor regionale samenwerking op het gebied van. Basismobiliteit

Mogelijke Pilots (inclusief thema indeling) Actuele stand van zaken.

MOBILITEIT VOOR KWETSBARE MENSEN. Ontwikkelingen binnen het doelgroepenvervoer

Hier plakken: logo vd regionale overheid - Overijssel - Same14/Twnte. MaaS pilot: Twente. Markconsultatiedag 29 november

Presentatie Doelgroepenvervoer Ronald de Haas, projectleider 5 januari 2016

Beleidskader aanbesteding OV Zuid-Holland Noord

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

Renswoude, 5 april 2016 Nr.: Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: instellingsbesluit bestuurscommissie basismobiliteit Regio FoodValley

Rondetafelgesprek Andere mobiliteit

COLLECTIEF VERVOER. Koen Bekking (CROW-KpVV) 11 november 2015

Doel en onderzoeksvragen

INHOUD. Kerncijfers en startpunt. Twentse visie op vervoer. Uitdagingen en oplossingen. Uitkomsten aanbesteding maatwerk vervoer

NOORDOOST FRYSLÂN ZOEKT VERVOERDERS VOOR

BELEIDSKADER OPENBAAR VERVOER DAV IN VOGELVLUCHT

Openbaar vervoer Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Gemeenteraad Korendijk 27 mei Erik van der Kooij & Marcel Scheerders

Krachten bundelen voor een toekomstvast doelgroepenvervoer en OV

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Fysieke dialoogtafel Dagactiviteiten

Het aanvullend vervoersysteem voor de Achterhoek

Radenbijeenkomst Alblasserwaard Vijfheerenlanden 18 mei 2016

Volledig zelfstandig reizen lukt niet taxibusje Verlies sociale contacten Verlies zelfstandigheid Begeleiding?

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Basismobiliteit: van visie naar nieuwe samenwerking. Otto Cazemier & Anne Garretsen

Bestedingsplan mobiliteit 2017

Regiemodel / mobiliteitscentrale

Integratie doelgroepenvervoer en kleinschalig OV

HERORIËNTATIE DOELGROEPENVERVOER. Alleen ga je sneller; samen kom je verder. Portefeuillehouders Overleg Regio Alkmaar 7 januari 2015

Organisatie van vervoer voor personen met een mobiliteitsbeperking in Nederland. Ontwikkelingen in de Nederlandse aanpak

Memo. Inleiding. Ontwerpbegroting

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 december 2016 Betreft onderzoek toegang Valys

HERORIËNTATIE DOELGROEPENVERVOER. Alleen ga je sneller; samen kom je verder. Raadsinformatie avond 4 februari 2015

Bestuurlijke visie doelgroepenvervoer Brabant Noordoost Eindrapport

Nota van Uitgangspunten regionale aanbesteding van het doelgroepenvervoer

Statenvoorstel. Beleidskader Openbaar Vervoer Drechtsteden / Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.

Gevraagd advies op het thema basismobiliteit. 16 november Sociale Raad Aalten Adviesraad voor sociaal domein

Atlijd Korting Scholier

Collectief Vraagafhankelijk Vervoer Stand van zaken en toekomstbeeld

1. Onderwerp Onderzoek optimaliseren doelgroepenvervoer Holland Rijnland 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland

INSPIRATIENOTITIE OV-stimulans in Wmo-beleid en indicatieproces. Datum: 9 november 2012 Auteur: Harald Faber (Forseti) Versie: 1.0

Actualisatie berekening basismobiliteit regio Achterhoek. Rapport

Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden

Datum inboeken. De gemeenteraad conform bijgevoegd concept-raadsvoorstel voorstellen om het beleidskader doelgroepenvervoer vast te stellen.

GS brief aan Provinciale Staten

BASISMOBILITEIT. Raadsinformatie 15 april Definitie

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Basismobiliteit Achterhoek: Inleiding. Basismobiliteit Achterhoek: Inleiding

Basismobiliteit: Inleiding. Inhoud Introductie Waarom basismobiliteit? Wat gaat er veranderen? Rol van adviesraden

Beste collega s, Met vriendelijke groet, Gerard Vrenken Raadsgriffier Tilburg. Stadhuisplein 130, 5038 TC Tilburg * Postbus 90155, 5000 LH Tilburg

Nationaal verkeerskundecongres 2018

Vervoersvoorziening in de regio IJssel- Vecht+ Maatwerkvervoer

COLLECTIEF VERVOER. Wat verstaan we eronder, wat is het probleem en wat is de kracht ervan?

GS brief aan Provinciale Staten

Kaders nieuwe OV concessie hoofdlijnen Limburgnet. 24 februari 2014

Betreffende beantwoording schriftelijke vragen van mevrouw Annelies Futselaar (SP) inzake Implementatie "Samen op weg" (geindiceerd vervoer).

Agendapunt Raadsvergadering 17 juni 2015 Portefeuillehouder Wethouder M.J.J. Melissen Begrotingsprogramma Samenwerking op gebied van basismobiliteit

Klanttevredenheid Wmo 2010

Aanpak Omgevingsbeleid. Wij werken aan ons IMAGO Omgevingsbeleid

GoOV helpt verstandelijk gehandicapten bij reizen met OV: zelfstandig, veilig, geen taxi-gedoe meer & 25% minder zorgkosten -

OV-TRAINING VOOR WMO-CONSULENTEN. De juiste handvatten voor beter OV-advies

Platformtaak volgens gemeente

DORDRECHT. Gemeentebestuur Spuiboulevard GR DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

GoOV helpt verstandelijk gehandicapten bij reizen met OV: zelfstandig, veilig, geen taxi-gedoe meer & 25% minder zorgkosten -

Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging

mermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Ruimtelijke Ontwikkeling W. Thon

BESLUIT OPSCHRIFT. Vergadering van 11 juni Onderwerp Raadsmededelingen: toegankelijkheid OV ouderen - Besluitvormend

Texelhopper. 24 september 2015

PARTICIPATIERAADHAARLEM

Kaders Productbegroting 2008 KCV Brabant-Noordoost

Raadsvoorstel: Onderwerp: Vaststelling Meerjarenbeleidsplan Participatiewet Regio Alblasserwaard- Vijfheerenlanden

Kennisnemen van Het rapport Bussen in Brabant. Trends in het regionaal openbaar vervoer

Persoonlijke verzorging in de Wmo

Bijlage B: Verdelingssystematiek kosten basismobiliteit vanaf

Uitvoeringsplan Wmo-beleid

De toegang tot zorg. Gerrit Overbeek

Is er een toekomst voor de taxibranche? Bertho Eckhardt voorzitter Koninklijk Nederlands Vervoer

Beleidsregel Vervoersvoorziening Jeugdhulp besluit vast te stellen de beleidsregel vervoersvoorziening jeugdhulp gemeente Schouwen-Duiveland

Aan de leden van de Participatieraad t.a.v. de voorzitter van de Participatieraad Haarlem, mevrouw N. Nelemaat

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Concept kadernota 2017 GR Kleinschalig Collectief Vervoer (KCV) Brabant Noordoost (Regiotaxi)

Regio Rivierenland Team Onderzoek & Ontwikkeling J.S. de Jongplein WG Tiel Telefoon Businessplan: Basismobiliteit Fase 2

Versie: 1 Datum: 18 januari 2017 Registratienummer: Z / *<BARCODE>*

Onderwerp : Vaststellen Verordening leerlingenvervoer gemeente Marum Het vaststellen van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Marum

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. R. van Aelst (SP) (d.d. 14 oktober 2015) Nummer 3091

Plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland

c) d) Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten

I Aan de leden van de Participatieraad

Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders

Graag maak wij van de gelegenheid gebruik om u op de hoogte te brengen van de recente ervaringen en ontwikkelingen bij De Regiecentrale.

1. Inleiding. 2. Drie typen dagbesteding

Geachte heer, mevrouw,

Besluitvorming duurzaamheid doelgroepenvervoer

Wmo 2015 in uitvoering:

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. G. Wenneker (D66) (d.d. 3 oktober 2007) Nummer Onderwerp Tarieven OV-chipkaart

SAMENWERKINGS- OVEREENKOMST

Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 30 aug. 2017

BV mobiliteitsplatform doeigroepenvervoer

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Toekomst Promen

Transcriptie:

Memo nadere informatie pilots kleinschalig vervoer Goeree-Overflakkee en migratie doelgroepenvervoer naar regulier OV in de DAV regio Inleiding De regio s Holland Rijnland, Midden Holland en de provincie Zuid-Holland verkennen samen de mogelijkheden van integratie tussen kleinschalig openbaar vervoer en doelgroepenvervoer. Er is op ambtelijk niveau bereidheid om samen op te trekken en de huidige vervoerder (Arriva) hierin te betrekken. De drie partijen hebben een notitie opgesteld over dit onderwerp die op 5 februari in de Stuurgroep ZHN aan de orde komt. Daarin is ook een passage opgenomen over lopende pilots. Door Holland Rijnland is aangegeven dat behoefte is aan meer informatie over de pilots die lopen in Goeree-Overflakkee en de DAV (Drechtsteden-Alblasserwaard-Vijfheerenlanden) regio. Deze memo voorziet hierin. Pilot kleinschalig vervoer Goeree-Overflakkee (doorlooptijd 1-1-2016 t/m 31-12-2017) Samenwerkingstraject provincie gemeente De provincie Zuid-Holland en de gemeente Goeree-Overflakkee hebben de mogelijkheden tot het efficiënter en doelmatiger inrichten van het reguliere OV, inclusief het kleinschalig OV en het doelgroepenvervoer verkend. Dit heeft geresulteerd in de ontwikkeling van de pilot kleinschalig vervoer Goeree-Overflakkee. Doelstelling van de pilot is het bewerkstelligen van de kanteling in zorg en Wmo-vervoer en de substitutie naar OV. De zelfredzaamheid van mensen rondom mobiliteit moet bevorderd worden. Het gebruik van toegankelijk openbaar vervoer moet daar waar mogelijk gestimuleerd worden. Daarnaast is het belangrijk de kosten en de kwaliteit van het (doelgroepen)vervoer te kunnen beheersen en daar waar mogelijk te kunnen verbeteren. Voor de provincie is het belangrijkste doel te leren voor volgende OV-aanbestedingen, specifiek over het vraagstuk hoe om te gaan met kleinschalig OV alsmede de afstemming van het gemeentelijk indicatiebeleid voor het Wmo-vervoer op de mogelijkheden in het reguliere openbaar vervoer. Hierbij is de ambitie om standaarden te ontwikkelen met betrekking tot het faciliteren om mensen in het OV te krijgen. De gemeente Goeree-Overflakkee en de provincie Zuid-Holland hebben in gezamenlijkheid gekozen voor het onderbrengen van de regie op het vervoer bij de gemeentelijke vervoerscentrale Zeeland. Een regie-organisatie biedt de mogelijkheid om een efficiencyslag te maken in de exploitatie van het doelgroepenvervoer, doordat meerdere vervoervormen op één centraal punt worden gepland. De centrale fungeert daarbij onafhankelijk van de vervoerders, waarmee er geen belang is bij een (te) hoog vervoervolume maar juist een prikkel ontstaat om het vervoersaanbod zo goed mogelijk af te stemmen op de vervoervraag. Door de grote mate van flexibiliteit kan de regie-organisatie bovendien

een belangrijke rol spelen bij het doorvoeren van de kanteling. Voor reizigers ontstaat één loket waar zij terecht kunnen voor informatie en reserveringen van ritten. Omdat alle kennis van het vervoer op één punt komt te liggen, kan de regie-organisatie uitgroeien tot een mobiliteitspartner die ontwikkelingen binnen zowel het vervoer als activiteiten kan initiëren en begeleiden. Mede gelet op de uitkomst van de recente aanbesteding van het openbaar vervoer in de regio Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee (concessie is 13 december 2015 ingegaan) heeft de provincie besloten geen vormen van kleinschalig openbaar vervoer onder te brengen in de pilot. De gemeente start de pilot met het Wmo-vervoer. Op basis van de ervaringen met de pilot en de behoefte wordt op later moment gekeken of en welke vormen van doelgroepenvervoer nog meer kunnen worden toegevoegd. Stimuleringspakket De gemeente werkt met een stimuleringspakket aan maatregelen dat bijdraagt aan de doelstelling om de zelfredzaamheid van mensen te bevorderen en het gebruik van voorliggende voorzieningen zoals het reguliere openbaar vervoer te stimuleren en daarmee te komen tot een effectievere inzet van overheidsmiddelen De gemeente heeft een aantal primaire maatregelen benoemd die in eerste instantie zullen worden ingezet om de doelstellingen en resultaten te behalen. Deze maatregelen zijn aanvullend aan elkaar en versterken elkaar. Maatregel 1: Deelname gemeentelijke vervoerscentrale Zeeland Start: 1-1-2016 Een regie-organisatie biedt de mogelijkheid om een efficiencyslag te maken in de exploitatie van het doelgroepenvervoer, doordat meerdere vervoervormen op één centraal punt worden gepland. De centrale fungeert daarbij onafhankelijk van de vervoerders, waarmee er geen belang is bij een (te) hoog vervoervolume maar juist een prikkel ontstaat om het vervoersaanbod zo goed mogelijk af te stemmen op de vervoervraag. Door de grote mate van flexibiliteit kan de regie-organisatie bovendien een belangrijke rol spelen bij het doorvoeren van de kanteling. Voor reizigers ontstaat één loket waar zij terecht kunnen voor informatie en reserveringen van ritten. Omdat alle kennis van het vervoer op één punt komt te liggen, kan de regie-organisatie uitgroeien tot een mobiliteitspartner die ontwikkelingen binnen zowel het vervoer als activiteiten kan initiëren en begeleiden. De regiecentrale is het middel om te komen tot een reisadvies en actief door te geleiden naar het regulier openbaar vervoer. De regie-centrale registreert en genereert alle managementinformatie die dient als input voor de leerdoelen van zowel de gemeente als de provincie. De regiecentrale kan een goed beeld geven van de vervoersbehoefte van reizigers in relatie tot de vervoersmogelijkheden. Zeker wanneer gewerkt wordt met een vervoersprofiel en vervoersadvies. Hierdoor ontstaat tevens een beeld van de mogelijkheden van aansluiting bij het OV. Het wordt inzichtelijk in hoeverre het OV en het aanbod van OV aan kan sluiten bij de mobiliteit van reizigers met een beperking. Hiermee draagt de regiecentrale in grote mate bij aan de gemeentelijke en provinciale leerdoelen.

Maatregel 2: Ontwikkeling en implementatie vervoerprofiel en OV-advies voor Wmo-ers en andere personen uit de doelgroep Start: 1-1-2016 Het huidige indicatiebeleid resulteert in principe in het wel of niet verstrekken van de toegang tot het Wmo-vervoersysteem. Getracht wordt te werken met een maximum aantal te reizen kilometers afgestemd op de vervoersbehoefte, maar dit is beperkt toepasbaar. In de uitgangspunten voor de pilot is bepaald dat een rit alleen geboekt kan worden als er geen regulier openbaar vervoer alternatief beschikbaar is. Hiervoor moet bij de ritboeking een regulier OVadvies bepaald worden. In de praktijk blijkt dat een aanzienlijk deel van de Wmo-doelgroep soms ook al gebruik maakt van het reguliere openbaar vervoer. Ook blijkt uit onderzoek dat afhankelijk van de criteria die gehanteerd worden voor een aanzienlijk deel van de Wmo-ritten een alternatief met het reguliere openbaar vervoer beschikbaar is. Op basis van landelijk onderzoek kan gesteld worden, dat afhankelijk van het aanbod van regulier OV, voor 20 tot 40 procent van de Wmo-verplaatsingen een OV-alternatief beschikbaar is waarvan redelijkerwijs een groot deel van de Wmo-doelgroep gebruik kan maken. Om die redenen is het waardevol om OV-advies te geven bij een Wmo-ritboeking. Voor iedere Wmocliënt moet het vermogen om gebruik te maken van regulier OV worden bepaald in een vervoerprofiel. Zodoende kan bij een ritboeking maatwerk worden toegepast. Het kantelingsprincipe kan op deze wijze op het gebied van vervoer meer worden doorgevoerd. Men wordt geacht gebruik te maken van de eigen kracht en mogelijkheden en ondersteuning wordt geboden daar waar iemand niet meer in staat is zelf te reizen (met algemene middelen) of met behulp van het sociaal netwerk. Zodoende kan het gebruik van het doelgroepenvervoer worden teruggedrongen en het gebruik van het reguliere ov worden gestimuleerd. Voor Goeree-Overflakkee betekent dit dat er een vervoerprofiel ontwikkeld moet worden en dat voor iedere Wmo-geïndiceerde of een deel ervan het vervoerprofiel ingevuld moet worden, mogelijk op basis van een herindicatie. Ook het kunnen geven van het OV-advies bij ritboeking is iets wat bij de gemeentelijke vervoercentrale geïmplementeerd moet worden. Er zijn verschillende componenten binnen deze maatregel te onderscheiden: a. Ontwikkelen van een vervoerprofiel b. Herindicering en vullen van het vervoerprofiel c. Implementeren van een OV-advies bij de regie-centrale (GVC) d. Geven van een OV-advies bij iedere ritboeking Maatregel 3: Opleiding OV voor Wmo-consulenten Start: 1-1-2016 Bij het indiceringsproces is het uitgangspunt rekening te houden met wat mensen zelf kunnen, afhankelijk van de persoonlijke situatie en de voorliggende voorzieningen. Belangrijk daarbij is, dat de Wmo-consulent die de indicering uitvoert voldoende kennis en zicht heeft op hoe het regulier

openbaar vervoer werkt, welk aanbod er is en of dit aansluit bij de mobiliteitsvraag van de cliënt. Dit is echter vaak niet het geval en hangt sterk af van de consulent. Het gaat hier vaak ook om een stuk bewustwording dat het reguliere openbaar vervoer voor veel verplaatsingen / cliënten werkelijk een goed en realistisch alternatief vormt. Om bij de indicering meer rekening te houden met de mogelijkheden die het reguliere OV biedt is het wenselijk de consulenten hierin op te leiden. Dit zou betekenen dat alle Wmo-consulenten bij de gemeente Goeree-Overflakkee opgeleid worden in de mogelijkheden van het reguliere OV in relatie tot de cliënt. Maatregel 4: Toepassing OV-begeleiding app voor doelgroepen Start: medio 2016 Er zijn personen in het doelgroepenvervoer die als gevolg van verstandelijke, psychische of psychosociale beperkingen een indicatie hebben voor het doelgroepenvervoer. Deze personen zijn als gevolg van hun beperking niet in staat zelfstandig te reizen met het openbaar vervoer, terwijl ze fysiek gezien dit wel zouden kunnen. Er zijn veel app s beschikbaar die de reiziger adviseren ten aanzien van routekeuze en actuele reis- en vertrek- en aankomsttijden in het openbaar vervoer. Deze app s zijn echter onvoldoende voor de gemeentelijke doelgroep. Specifieke begeleiding en informatie nodig gericht op de doelgroep. Inmiddels is er een programma van GoOv dat de benodigde ondersteuning kan bieden. De app in combinatie met een smartphone biedt real-time begeleiding tijdens de reis. Deze apps begeleiden de reiziger van deur-tot-deur, op de looproute tot in het openbaar vervoer en naar de eindbestemming. De app biedt tevens begeleiding bij problemen of vragen tijdens de reis, maar kan daarnaast reizigers actief monitoren en benaderen tijdens de reis. Inmiddels zijn in den lande zeer positieve ervaringen opgedaan met deze ondersteuningsmiddelen. Middels een pilot kan de meerwaarde van een dergelijke voorziening worden onderzocht. Hierbij zou gestart kunnen worden met een relatief kleine groep, waarvoor de app zinvol is en waarbij enthousiasme bestaat om ermee aan de slag te gaan. Op vrijwillige basis kan aan de pilot worden deelgenomen. In totaal wordt een groep van circa 25 personen (leerlingen en Wmo-geïndiceerden op basis van een verstandelijke of psychische beperking) voorgestaan. Maatregel 5: Communicatie en educatie acties Start: 1-1-2016 e.v. Ten aanzien van specifieke doelgroepen zijn verschillende gerichte communicatie en educatie acties mogelijk. Deze acties zijn erop gericht mensen meer bekend te maken met het openbaar vervoer en hoe het werkt en/of ze ook actief te begeleiden en wegwijs te maken in het openbaar vervoer. Voor ouderen kunnen bijvoorbeeld in samenwerking met OV-ambassadeurs voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd worden. Maar ook voor leerlingen van het speciaal onderwijs kan gerichte educatie worden ingezet. In de afgelopen jaren is het OV steeds meer toegankelijk geworden voor mindervaliden. Aan alle aanpassingen en de toegankelijkheid is weinig tot geen bekendheid gegeven.

Door deze informatie te geven raken mensen meer vertrouwd met het regulier openbaar vervoer en zal men daar langer gebruik van blijven maken. Naast uitleg en lessen kan het voor een deel van de doelgroepen nog steeds lastig zijn om zelfstandig op pad te gaan met het regulier openbaar vervoer. Hulp, uitleg en ondersteuning onderweg kan er dan wellicht voor zorgen dat iemand voldoende zelfvertrouwen krijgt. OV-buddy s zijn personen die vrijwillig op pad gaan met iemand uit de doelgroep en hem of haar onderweg helpen en leren te reizen met het openbaar vervoer. Het principe van de tegenprestatie op basis van de Participatiewet is een optie die hierin meegenomen wordt. Het doorvoeren van de kanteling in het vervoer, het werken met de regiecentrale en het uitdragen van de toegankelijk van het openbaar vervoer vraagt om een goede communicatie richting de cliënten. Hiervoor zal goede communicatie moeten worden opgezet, middels brieven, folders, website en andere communicatiemiddelen. Secundaire maatregelen Het meeste effect wordt verwacht met inzet van de primaire maatregelen. Het is echter niet ondenkbaar dat de beoogde resultaten niet behaald zullen worden met de enkel de inzet van de primaire maatregelen. Het is derhalve reëel de mogelijkheid van de inzet van secundaire maatregelen open te houden die eveneens bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen binnen de periode van 2 jaar. Afhankelijk van het verloop van de pilot en de effect van de ingezette maatregelen kan gekozen worden voor de inzet van secundaire maatregelen. In overleg met de provincie worden hierin keuzes gemaakt worden.

Arriva pilot migratie doelgroepenvervoer naar regulier OV in de DAV regio (doorlooptijd 1-10-2015 t/m eind februari 2017) Doel pilot Het doel van deze pilot is om ongeveer 750 reizigers in de DAV-concessie in meer of mindere mate begeleid de overstap te laten maken van een vorm van doelgroepenvervoer (SW-vervoer, vervoer naar de dagbesteding, Leerlingenvervoer, WMO-vervoer). Tijdens het project doen de diverse stakeholders (reizigers, mantelzorgers, overheden, SW-bedrijven, zorginstellingen en vervoerders) kennis en leerervaringen op over: 1. het overwinnen van de drempels die huidige reizigers met de benodigde competenties om zelfstandig te kunnen reizen tegenhouden om nu het openbaar als algemene voorziening te gebruiken 2. het stimuleren / prikkelen van reizigers om de overstap naar het OV te maken. Een indicatie van de beoogde migratie per vorm van doelgroepenvervoer is hieronder weergegeven: Het gaat tijdens het project om het proefondervindelijk met elkaar ervaren en leren wat wel en niet mogelijk is met betrekking tot migratie van doelgroepenvervoer naar openbaar vervoer. Het gaat hierbij in belangrijke mate om het probleemloos zelfstandig kunnen reizen met het OV-systeem. Zelfstandig in de zin dat reizigers in staat moeten zijn om zonder noemenswaardige hulp gebruik te kunnen maken van het openbaar vervoer systeem. Probleemloos in de zin dat her vervoeren van deze nieuwe doelgroep niet leidt tot overmatige hinder voor medereizigers en/of chauffeur, zodanig dat de klanttevredenheid en operationele uitvoering van de dienstverlening voor alle overige reizigers in gevaar komt. Arriva heeft ervoor gekozen om gefaseerd zowel de Drechtsteden als de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden als gebied in de pilot op te nemen. Fase 1 bestaat hierbij uit migratie van het SW-vervoer en het vervoer naar de dagbesteding. Fase 2 bestaat uit migratie van de reizigers in het leerlingenvervoer. Fase 3 van de pilot start naar verwachting in september 2016 en is gericht op de overstap van WMO reizigers naar het openbaar vervoer.

Er is voor gekozen om de pilot te faseren om processen parallel te kunnen lopen zodat voorbereidingen voor een latere fase tegelijk kunnen plaatsvinden met de uitvoering van een eerdere fase. Daarnaast heeft de fasering als voordeel dat eventuele lessons learned in eerdere fasen toegepast kunnen worden op de fase(n) erna. Het project kent een voorziene doorlooptijd van ca.1,5 tot 2 jaar die in hoofdlijnen qua fasering als volgt kan worden weergegeven: Uitgangspunten en randvoorwaarden Uitgangspunt van de proef is het huidige netwerk (geen of marginale routewijziging). Aan dit huidige netwerk kunnen eventueel nog enkele routes worden toegevoegd dan wel extra ritten worden geboden. Arriva voorziet hiervoor per fase de volgende behoefte: Fase 1: toevoeging van een verbinding Gorinchem - bedrijventerrein Avelingen Oost. Arriva heeft deze verbinding per ingang dienstregeling op 23 augustus 2015 gerealiseerd; Fase 2: toevoeging van ritten op lijn 8 om de vraag naar Drechtwerk te kunnen faciliteren; Fase 3: toevoeging van een servicelijn in Dordrecht om de verschillende wijken te verbinden met maatschappelijke instellingen (vervoervoorziening die vroeger werd ingevuld door lijn 1) en dit niet via een overstap op het station in te richten zoals het huidige netwerk is georganiseerd. Er is gekozen voor een driedeling gemaakt in de fasering op basis van de vervoerskenmerken. In de eerste twee fasen worden doelgroepen gemigreerd die een frequent vast vervoerpatroon kennen: WSW-vervoer naar de werkvoorziening, vervoer naar de dagbesteding en Leerlingenvervoer. In de laatste fase (WMO) is het vervoer niet frequent en ook zonder vast vervoerpatroon; Er is gekozen voor een individuele aanpak per gebruiker van het doelgroepenvervoer. Ook eventuele mantelzorgers en/of ouders/opvoeders dienen zo goed mogelijk betrokken te worden in het project. Het is voor sommige betrokken stakeholders nog een grote stap als gebruikers zelfstandig gaan reizen in plaats van begeleid in de taxi van deur tot deur. Dit transitieproces zal goed en zorgvuldig begeleid moeten worden om migratie mogelijk te maken en ook mentale en emotionele barrières weg te nemen.

Met de eerste fase is 23 augustus 2015 gestart mede naar aanleiding van de wens van de gemeenten in de Alblasserwaard Vijfheerenlanden om direct na de zomervakantie en direct na de invoering van de nieuwe lijn 66 tussen Gorinchem en Avelingen Groep te starten. Het is belangrijk dat fase 2 Leerlingenvervoer in het voorjaar van 2016 start omdat dan de indicaties voor het schooljaar 2016-2017 al worden gestart. Het zou mooi zijn als dit pilotproject hier parallel mee kan oplopen. Het is belangrijk om een flexibel systeem op te zetten met een vangnet constructie van individueel vervoer zodat reizigers die (tijdelijk) niet gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer ook weer de beweging terug kunnen maken naar dit individueel vervoer. Betrokken partijen De pilot is tot stand gekomen met medewerking van de provincie, regio s en gemeenten. Een belangrijke rol in dit project is ook weggelegd voor de gemeenten en regio s. Zij dragen de verantwoordelijkheid voor de indicaties en de organisatie van het doelgroepenvervoer. Deze pilot heeft alleen kans van slagen als alle partijen zich committeren aan de doelen, aan de planning en aan de begroting. Voor meer informatie kunt u terecht bij Machiel Kleingeld van Arriva (m.kleingeld@arriva.nl)