CONCEPT GEMEENTE OLDEBROEK RAADSGRIFFIE COMMISSIE RUIMTE & GROND met leden van de commissie Middelen. Verslag van de openbare vergadering d.d. 17 februari 2015. Aanwezig Leden : de heren A.M. Boer, J.A. Dijkstra, D.H. Doorneweerd, P.H. Graansma, A.J. Hellendoorn, H.G.P. Kemp (i.p.v. W. Roelofsen), E.J. Ruitenberg en H.R. Zoet (vanaf 19.35 uur). Comm. Middelen : de heren H. van de Beek, G.J.L. Dokter, D.E. Doornwaard en W. Zoer. Verder aanwezig : de heer H.A.M.H. Verberk. Voorzitter : de heer H.W. van Bergeijk. Commissiegriffier: : mevrouw H. Leusink. Notulist: : de heer H. Geertsma. College : de heer burgemeester mr. A. Hoogendoorn en de wethouders mevrouw A.A.C. Groot en de heer H. Westerbroek. Ambt. onderst. : de heren F. Hoogenraad en B. Zeeman. Insprekers : - Publiek : - Pers : 1 Afwezig Tijd : commissie Ruimte en Grond: de heren A. van Loo en W. Roelofsen. commissie Middelen: de heren W. Boer, M.F. van de Streek, W.H.A.M. Vonk en P.J. Wimmers. : 19.01 20.02 uur. 01. Opening. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. De heren Van Loo, W. Boer, Vonk, Roelofsen en Wimmers zijn met kennisgeving afwezig. De voorzitter constateert dat de commissieleden ermee hebben ingestemd dat deze vergadering openbaar zal zijn. Verder heeft het college aangegeven dat de geheimhouding van wat op 4 februari aan de orde is geweest, kan worden opgeheven. Burgemeester Hoogendoorn licht dat laatste toe. Er was om geheimhouding gevraagd omdat nog met Hattem en Heerde gesproken moest worden over de optie van voorfinanciering van de ontsluiting. Het zou niet juist zijn geweest als die gemeenten dat uit de krant hadden moeten vernemen. Inmiddels is het onderwerp in de aandeelhoudersvergadering ter sprake geweest. Er is geen bezwaar tegen dat het nu in de openbaarheid komt. Verder ging het de vorige keer over de aankoop van gronden. Daar zouden eerst de grondeigenaren over geïnformeerd moeten worden. Dat is inmiddels gebeurd. Het college heeft de gemeentebesturen van Hattem en Heerde laten weten dat deze vergadering openbaar zal zijn. De vergadering besluit de geheimhouding die in het besloten gedeelte van de vorige vergadering (4 februari) is opgelegd, op te heffen. 02. Agendabepaling. De agenda wordt vastgesteld zoals ze is aangeleverd. 03. Stand van zaken ontsluiting bedrijvenpark H2O op A28. Wethouder Westerbroek praat de vergadering bij. Het college heeft het idee van de voorfinanciering vanuit de bv eind januari schriftelijk gedeeld met Hattem en Heerde. In die brief is gevraagd het idee binnen de colleges te bespreken en de uitkomst daarvan mee te delen in de aandeelhoudersvergadering van 6 februari. Tijdens die aandeelhoudersvergadering bleken de bei-
- 2 - de colleges er uiterst gereserveerd tegenover te staan. Een van de bezwaren was dat het idee bij de BNG op problemen zou kunnen stuiten. Het college heeft toen gevraagd of de drie gemeenten de voorfinanciering voor hun rekening zouden kunnen nemen. Hattem en Heerde vonden echter dat het tekort grotendeels ten laste van Oldebroek zou moeten komen. Het argument daarvoor is dat die gemeente zelf ook een probleem heeft met de huidige aansluiting op de A28. Bovendien zou Oldebroek extra baat hebben bij een nieuwe aansluiting in verband met de bereikbaarheid van industrieterrein Wezep-Noord. Het college heeft daarover nagedacht en sluit niet uit dat Oldebroek inderdaad een groter aandeel in de voorfinanciering zou moeten nemen. Dat wil het college aan de raad voorleggen. Tegelijk wil het college opnieuw in gesprek gaan met Hattem en Heerde, vanuit de overtuiging dat die twee gemeenten ook mee moeten doen. Gezien de reserves bij die twee gemeenten is besloten dat de drie burgemeesters met de Commissaris van de Koning gaan overleggen. In dat overleg zouden twee vragen aan de orde moeten komen: 1. hoe komen de drie gemeenten hier samen uit? en 2. zou een bijdrage van de provincie in de voorfinanciering bespreekbaar zijn? De heer Hellendoorn vraagt of de houding van Hattem en Heerde in latere gesprekken is gewijzigd. Verder wil hij weten aan welke verdeling tussen de drie gemeenten het college denkt, als het aandeel van Oldebroek groter zou moeten zijn. De heer Dokter vraagt welke afspraken in het verleden zijn gemaakt over de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de afwikkeling van het verkeer van het bedrijvenpark. Hij vindt het opmerkelijk dat een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van het bedrijvenpark als een probleem van Oldebroek wordt beschouwd. De heer Kemp kan zich voorstellen dat Hattem en Heerde gereserveerd reageren. Hij vraagt of die reactie feitelijk een nee betekent of dat er nog een beweging naar een ja in kan zitten. De heer Dijkstra vraagt wat die gereserveerdheid nu precies inhoudt. Wethouder Westerbroek laat weten dat er na de aandeelhoudersvergadering met de raad van commissarissen nog één afzonderlijke vergadering van de RvC is geweest. In die vergadering viel geen verandering in de houding van Hattem en Heerde te ontdekken. De gereserveerdheid van de beide gemeenten houdt in dat Oldebroek met meer argumenten zou moeten komen om beweging in hun standpunt te krijgen. Op dit moment is er feitelijk sprake van een nee. Een argument wat ook meespeelde was dat de beide colleges bij hun gemeenten op dit moment geen financiële ruimte zien voor een dergelijke stap. Het college vindt dat argument niet steekhoudend. Voor zover de wethouder weet zijn in het verleden geen afspraken gemaakt over (de financiering van) de bereikbaarheid van het bedrijvenpark. Burgemeester Hoogendoorn benadrukt dat het niet zo is dat Hattem en Heerde voor zichzelf geen rol zien in dit verhaal. Zij zijn het er helemaal mee eens dat de ontsluiting een belangrijke randvoorwaarde is voor de ontwikkeling van het bedrijvenpark. De heer A.M. Boer vraagt of ze in de toekomst misschien wel mee willen werken. Hij wijst erop dat bij de vaststelling van het vernieuwde perspectief algemeen bekend was dat de gewenste ontsluiting veel geld zou gaan kosten. Burgemeester Hoogendoorn herhaalt dat beide gemeenten het belang van de ontsluiting erkennen. Voorheen is echter gezegd dat de financiële haalbaarheid van die ontsluiting moet worden vergroot door de kosten zoveel mogelijk te drukken en door zoveel mogelijk subsidies binnen te halen. De vraag wie dan het ontbrekende deel voor zijn rekening zou(den) moeten nemen en in welke mate dat zou moeten, is toen niet aan de orde geweest. Het onderwerp is nu urgent geworden omdat anders de bestemmingsplanprocedure te lang wordt opgehouden. De discussie is opgeschort tot er een gesprek met de provincie is geweest. Het kan zijn dat de provincie wel geld wil geven, maar dan onder de voorwaarde dat de gemeenten ook nog een stap zetten. In dat geval moet de discussie weer worden voortgezet. De heer Ruitenberg vindt het argument van Hattem en Heerde dat ze geen financiële ruimte zien wat vreemd. Het gaat immers om een voorfinanciering en er wordt nog alles aan gedaan om het tekort op andere manieren terug te dringen. Hij kan er wel in meegaan dat er een wat andere verdeelsleutel komt. Volgens hem is het echter vooral een kwestie van vertrouwen en van het samen zoeken van wegen naar een oplossing. Oldebroek krijgt voortdurend het verwijt dat het proces te langzaam verloopt. Dan moet men er ook samen voor willen gaan om er een versnelling in te krijgen. Hij vraagt of daar met de beide gemeenten over gesproken is.
- 3 - Burgemeester Hoogendoorn bevestigt dat. De financiële positie van Hattem en Heerde is echter de verantwoordelijkheid van die gemeenten. Het valt ook niet te ontkennen dat in een voorfinanciering een risico zit. Wethouder Westerbroek brengt naar voren dat het verhaal van de ontsluiting niet op zichzelf staat. Dat kwam in de discussie ook ter sprake. Er ligt een relatie met de jaarrekening van de bv, waar ook het nodige over te doen zal zijn. Verder ligt er een relatie met de nieuwe grex en met de opmerkingen uit het rapport van Buck over een eventueel ander uitgiftetempo en eventuele andere prijzen. Dat betekent dat er zorgen zijn over een cumulatie van problemen. De garantstelling van de drie gemeenten moet misschien ook verhoogd worden vanwege andere ontwikkelingen. Dat speelt een duidelijke rol in de gereserveerdheid van Hattem en Heerde. Burgemeester Hoogendoorn merkt op dat de genoemde zorgen ook een tegenovergestelde reactie zouden kunnen oproepen. Als men bang is voor een toename van de noodzaak van vervroegd afboeken etc. moet de ontsluiting zo snel mogelijk gerealiseerd worden. Tweede termijn De heer Doornwaard vraagt wanneer het gesprek met de provincie zal plaatsvinden en of een mogelijke deelname van Hattem en Heerde aan de voorfinanciering daarbij buiten beeld blijft. De heer Hellendoorn wil weten of de colleges van Hattem en Heerde het idee van de voorfinanciering zelf niet aan hun raden willen voorleggen. De heer A.M. Boer vraagt wat de B-optie is als de provincie te weinig geld op tafel legt. De heer Verberk bespeurt scheurtjes in het huwelijk tussen de H2O-gemeenten. Hij vraagt of Hattem en Heerde nog wel in dat huwelijk geloven. Kunnen de drie gemeenten nog samen verder? De heer Kemp wil nog niet op die manier naar de toekomst kijken. Hij lobbyt momenteel behoorlijk bij de provincie en merkt dat de houding daar erg positief is. Het lijkt hem wel cruciaal dat het gesprek met de Commissaris van de Koning nog voor de statenverkiezingen plaatsvindt. Niemand weet hoe de situatie er na 18 maart uitziet. Verder roept hij de andere fracties op met hem mee te lobbyen. De heer Ruitenberg laat weten dat zijn fractie dat al doet. Hij betreurt de houding van Hattem en Heerde. De ChristenUnie vindt dat de financiën zo snel mogelijk geregeld moeten worden, met of zonder die twee gemeenten. Ze steunt het college in zijn voortvarendheid. De heer Dijkstra geeft aan dat het CDA ook zo snel mogelijk verder wil met het project. Ook deze fractie vraagt zich af of Hattem en Heerde wel vertrouwen hebben in de samenwerking. Burgemeester Hoogendoorn benadrukt dat de materie complex is en de samenwerking in zekere zin ook. Het college streeft ernaar het gesprek met de provincie binnen een paar weken te laten plaatsvinden, in ieder geval voor 18 maart. De agenda s van de Commissaris van de Koning en de gedeputeerde (die het college er ook graag bij wil hebben) zitten echter behoorlijk vol. Op de vraag van de heer Hellendoorn past een genuanceerd antwoord. Colleges hebben ook een eigen verantwoordelijkheid. De colleges van Hattem en Heerde vonden het, gezien de financiële positie van die beide gemeenten, verstandig om niet direct met het idee naar hun gemeenteraden te gaan. Ze willen graag eerst bekijken of de provincie bereid is een aanzienlijk deel van het tekort voor haar rekening te nemen. Het lijkt de burgemeester verstandig om niet op de uitkomst van dat gesprek met de provincie vooruit te lopen. Ook het college ziet bij de provincie een bereidheid om mee te werken. Die bereidheid is echter wel gekoppeld aan de verwachting dat de drie gemeenten zich ook verantwoordelijk weten. De gemeenten zouden in ieder geval de verliezen van de afgelopen jaren voor hun rekening moeten nemen. Verder moeten ze zich inspannen om de bedrijfsverplaatsingen te realiseren waarvoor de provincie subsidie heeft toegezegd. De gemeenten weten zich alle drie verantwoordelijk voor het gezamenlijke bedrijvenpark. Ze hebben er ook alle drie een groot belang bij, zowel financieel als wat de werkgelegenheid betreft. Het gemeenschappelijke uitgangspunt is dat ze volledig hebben ingestemd met het vernieuwde perspectief. De heer Hellendoorn vraagt of de burgemeester met het woord complex doelt op het feit dat de colleges zelfstandig mogen beslissen of ze een zaak als deze wel of niet aan de raad zullen voorleggen. Burgemeester Hoogendoorn denkt bij dat woord meer aan de vraag of de gemeenten opnieuw in het park moeten investeren of dat ze hun verlies moeten nemen. Die afweging moet elk gemeentebestuur in zijn eigen financiële context maken. Presentatie
- 4 - De heer Hoogenraad laat een paar schetsen zien van de locatie voor Euroma (zie bijlage). Het gaat om de locatie die eerst voor dit bedrijf bestemd was en om de alternatieve locatie die na de gesprekken met de klankbordgroep is bedacht. Het beoogde perceel is verschoven in de richting van de Zuiderzeestraatweg. Daardoor moeten de bovengrondse en ondergrondse infrastructuur worden aangepast. Van deze optie is ook nog een andere versie gemaakt. Over de beide versies wordt het gesprek met de klankbordgroep voortgezet. Burgemeester Hoogendoorn geeft een toelichting. Tijdens de informatiebijeenkomst van een paar weken geleden heeft hij al aangegeven dat het college bedenkingen had tegen het voorontwerpbestemmingsplan dat toen voorlag. Dat had te maken met de toezegging aan de bewoners van Hattemerbroek dat een verandering van het bestemmingsplan geen verslechtering van hun leefklimaat met zich mee zou brengen. Die toezegging is ook ter sprake gebracht toen het vernieuwde perspectief werd besproken met de aandeelhouders en de raad van commissarissen. Nu bleek dat het voorontwerpbestemmingsplan op gespannen voet stond met de gedane toezegging. Daarnaast zou de locatie die aan Euroma was toegedacht ook een afwijking betekenen van de uitkomsten van het onderzoek naar de milieuzonering. Dat kon het college niet voor haar rekening nemen. Als de raad het college op dit punt al niet zou terugfluiten, zou de rechter dat wel doen. Inmiddels hebben de burgemeester en wethouder Westerbroek over dit onderwerp gesproken met de klankbordgroep. In dat gesprek hebben ze aangegeven zich verantwoordelijk te weten voor een goede exploitatie van het bedrijventerrein maar ook voor de gedane toezegging. Uit het overleg is een alternatieve locatie geboren, waar Euroma goed mee kon leven. Daarbij is onderzoek gedaan naar de technische mogelijkheden (gasleidingen etc.). Er is ook naar de bouwhoogtes gekeken. Wat dat betreft ging de klankbordgroep akkoord met een afwijking van het vigerende bestemmingsplan. Er kunnen nu nog wel bezwaren komen, maar de gemeente heeft de klankbordgroep in ieder geval mee. Het college neemt aan dat het voor de raad nu ook gemakkelijker is om met het voorontwerpbestemmingsplan in te stemmen. In dat geval is er eerder tijd gewonnen dan verloren. Wethouder Westerbroek geeft aan dat deze schetsen vanavond getoond zijn omdat dat vandaag of morgen ook in Hattem en Heerde gebeurt. Daar wordt dan hetzelfde verhaal bij verteld. Op die manier is de informatie voor alle drie gemeenten gelijk. Burgemeester Hoogendoorn vult aan dat de beide andere raden de informatie die een paar weken geleden in Oldebroek is verstrekt, nog niet hadden gekregen. Op zich is een voorsprong voor de raad van Oldebroek niet onlogisch omdat die raad de besluiten moet nemen. Vanaf vandaag of morgen is iedereen echter weer bij. Omdat het college de vorige keer sprak over een nader onderzoek in verband met de toezegging aan Hattemerbroek, lag het voor de hand om nu de uitkomst van dat onderzoek mee te delen. Bespreking De heer Ruitenberg denkt dat de belangrijkste vraag is of Euroma naar Hattemerbroek komt. Hij wil weten of die verhuizing nu bijna zeker is. De heer Kemp is blij met de alternatieven. Met het oog op wat er in de grond moet gebeuren, lijkt de ene locatie hem wel duurder dan de andere. Hij vraagt of daar al naar gekeken is. Verder lijkt Heerde niet echt blij te zijn met een eventuele komst van Euroma naar Hattemerbroek. Hij vraagt of dat klopt of dat het ten onrechte zo in de pers terechtgekomen is. De heer A.M. Boer vraagt of met deze verandering het tracé van de hogedrukgasleiding geen gevaar loopt. Verder wil hij weten welke consequenties deze aanpassing heeft voor het bedrijf dat daar in de buurt zit. Ten slotte vraagt hij of het hele stuk grond dat overblijft aan de binnenkant van de Duurzaamheidstraat milieucategorie 3.2 blijft. De heer Hellendoorn ziet dat de groene stippellijn de locatie van het bedrijf van Van Werven doorsnijdt, dat naar het Hattemer deel van het bedrijvenpark gaat. Hij constateert dat die locatie zou teruggaan naar milieucategorie 3. Verder vraagt hij of de haakse wegen die om de locatie heen getekend zijn nog dezelfde zijn als uit het eerste ontwerp. Wethouder Westerbroek vindt het wat prematuur om over de wegenstructuur en dergelijke zaken te spreken. Het gaat nog maar om schetsen van mogelijke kavels waarover nog gesproken wordt met de klankbordgroep. Morgen vindt op H2O-niveau ambtelijk overleg plaats over problemen die kunnen ontstaan op het gebied van de infrastructuur. Daarna wordt in de stuurgroep verder gesproken over de alternatieve locatie. De milieucategorie bij de Duurzaamheidstraat blijft inderdaad gelijk. Met het noemen van alternatieven wil het college het verwijt voorkomen dat
- 5 - Oldebroek Euroma niet zou willen faciliteren. Of het bedrijf dan ook werkelijk naar Hattemerbroek komt, kan de wethouder niet zeggen. Hij hoort daar heel verschillende geluiden over. De heer Zoet neemt aan dat de wethouder als commissaris vooraan staat in het overleg met Euroma. Wethouder Westerbroek bevestigt dat. Dat doet echter niets af aan zijn twijfel. In de raad van commissarissen hoort hij ook andere mogelijkheden voorbijkomen. De heer Zoet heeft gelezen dat Heerde zich duidelijk heeft uitgesproken voor een locatie op het terrein van de voormalige papierfabriek. Wethouder Westerbroek kent dat verhaal ook maar heeft daar geen officiële bevestiging van gehad. De heer Zoet constateert dat de alternatieve locatie voor Euroma een zichtlocatie is en dus een duur stukje grond. Hij vraagt waarom er niet voor gekozen is het bedrijf een goedkopere plek te geven waar ook minder gevolgen ontstaan voor de infrastructuur. Wethouder Westerbroek antwoordt dat de alternatieven die nu voorbij zijn gekomen niet de enige zijn. Er wordt ook gestudeerd op andere mogelijkheden. Daarvan zullen alle voor- en nadelen in beeld worden gebracht. Van de locatie waar het nu overgaat, is de helft inderdaad een zichtlocatie. Dat kan voor de bv een financieel offer betekenen. Wat de gasleiding betreft: het is niet bekend of er één groot gebouw gaat komen of een gebouw met diverse geledingen. In het laatste geval kan naar de best mogelijke inpassing worden gezocht. De heer A.M. Boer wijst erop dat Van Werven vijf jaar de tijd heeft om te verhuizen. Volgens hem moet daarmee rekening worden gehouden als het gaat om de locatie voor Euroma. Wethouder Westerbroek antwoordt dat de doorkruising van de locatie van Van Werven een van de mogelijkheden is. Hij kan zich ook andere varianten voorstellen als het om het wegennet gaat. De heer Zoet vraagt welke stappen worden ondernomen om Euroma naar H2O te halen. In hoeverre wordt die verhuizing aantrekkelijk gemaakt voor het bedrijf? Verder wil hij weten hoe het zit met de verplaatsingssubsidie. Die subsidie kan een verplaatsing naar H2O interessant maken, vergeleken met een uitbreiding op de huidige locatie. Voor dat laatste zal immers ook een aanpassing van het bestemmingsplan nodig zijn en ook dat gaat de nodige tijd kosten. Wethouder Westerbroek antwoordt dat alles in het werk wordt gesteld om Euroma binnen te halen. Hij is er alleen nog niet van overtuigd dat alle betrokkenen dezelfde kant opkijken. Voor zover hij weet, ligt er voor de verplaatsing van Euroma 750.000 euro aan subsidie klaar. 04. Sluiting. De voorzitter dankt alle deelnemers aan de vergadering voor hun inbreng en sluit de vergadering om 20.02 uur. Verslag ongewijzigd/gewijzigd (zie het verslag van ) vastgesteld op, commissiegriffier.