CONCEPT GEMEENTE OLDEBROEK RAADSGRIFFIE

Transcriptie

1 CONCEPT GEMEENTE OLDEBROEK RAADSGRIFFIE COMMISSIE RUIMTE & GROND Verslag van de vergadering d.d. 12 maart Aanwezig Leden Voorzitter Griffier: Notulist: College Ambt. onderst. Insprekers : 3 Publiek : 16 Pers : - : de heren A.M. Boer, J.A. Dijkstra, G.J.L. Dokter (i.p.v. A.J. Hellendoorn), D.E. Doornwaard, P.H. Graansma, A. van Loo, W. Roelofsen, E.J. Ruitenberg, W. Zoer (i.p.v. D.H. Doorneweerd) en H.R. Zoet. : de heer H.W. van Bergeijk. : de heer J. Tabak. : de heer H. Geertsma. : de wethouders mevrouw A.A.C. Groot en de heer H.. : de dames L. Kerkdijk-Roggen en J. de Regt en de heren S. Herder, J. Kaat, K. Pegman en B. Tolboom. Afwezig Tijd : de heren D.H. Doorneweerd en A.J. Hellendoorn. : uur. 01. Opening. De voorzitter opent de vergadering en heet alle aanwezigen welkom. De heren Doorneweerd en Hellendoorn zijn met kennisgeving afwezig en worden vervangen door respectievelijk de heer Zoer en de heer Dokter. De heer Doornwaard is voor het eerst als commissielid aanwezig. 02. Agendabepaling. De heer Ruitenberg heeft een debatvraag rondgestuurd over punt 1 van de postlijst. De debatvraag wordt als punt 7a op de agenda gezet. Met deze aanvulling wordt de agenda vastgesteld. 03. Concept Huisvestingsverordening gemeente Oldebroek De heer Graansma vraagt hoe de woningbouwcorporaties tegenover de nieuwe Huisvestingswet staan. Hij constateert dat Triada zich niet wil conformeren aan bepaalde afspraken en vraagt wat dat betekent voor de urgentielijst. Volgens de verordening moeten de corporaties een aantal woningen beschikbaar stellen voor urgente gevallen. Is er een kans dat Triada daar niet aan meedoet? De heer Roelofsen constateert dat er sprake is van enige liberalisering. Dat doet zijn fractie deugd. Verder heeft de VVD geen op- of aanmerkingen. De heer Dokter sluit zich aan bij de heer Graansma. Daarnaast vraagt hij of de huurdersvertegenwoordiging ook een stem in het kapittel heeft. Hij vindt het onderwerp niet zo gemakkelijk. Daarom wil hij graag dat de wethouder een verduidelijking geeft van de voor- en nadelen van de Huisvestingswet, voor de gemeente en voor de huurmarkt. De heer Doornwaard begrijpt dat met het opheffen van de bindingseisen ook het onderscheid tussen starters en doorstromers wegvalt. Volgens de SGP kan dat in de toekomst problemen opleveren. De fractie wil graag weten of het college iets doet om die problemen te voorkomen of dat dit wettelijk gezien niet mogelijk is. laat weten dat de wooncorporaties unaniem enthousiast zijn over het nieuwe systeem van woonruimteverdeling. Zij hebben ook het initiatief genomen om daar met de gemeenten over in gesprek te gaan. De gemeenten hadden aanvankelijk meer moeite met het wegvallen van de bindingseisen, maar dat is gaandeweg veranderd. Wat de corporaties betreft

2 - 2 - vormt Triada een beetje een dissonant in het geheel. Die corporatie wil ook niet meewerken aan het gezamenlijke systeem voor het inschrijven op woningen. Ze wil haar eigen systeem handhaven omdat dat prima bevalt. Wat de urgentiewoningen betreft is er geen probleem. Op dat gebied heeft Triada zich altijd coöperatief opgesteld en dat blijft ze doen. De wethouder stemt toe dat het hele verhaal nogal ingewikkeld is geworden. De hoofdlijn is dat iedereen in Nederland nu kan inschrijven op woningen in deze regio en dat mensen uit deze regio ook elders op een woning kunnen inschrijven. Er wordt niet direct een grote toestroom of uitstroom verwacht: zelfs binnen de regio was de overloop van de ene gemeente naar de andere altijd al gering. Dat neemt niet weg dat het om een belangrijke wijziging gaat. Het onderscheid tussen starters en doorstomers is er inderdaad ook niet meer. Dat vinden de gemeenten in deze regio een behoorlijke aderlating. Zij wilden starters een voorkeurspositie geven, maar nu komen die starters waarschijnlijk op achterstand te staan ten opzichte van de huidige situatie. Het gaat om iets wat wettelijk is vastgelegd en waar dus niets tegen te doen is. Een belangrijk element in de nieuwe wetgeving is ook dat een lotingssysteem is ingevoerd. 25% van de woningvoorraad wordt voortaan via loting toegewezen. De corporaties gaan nog wel in gesprek met de gemeenten over de vraag welke woningen daarvoor in aanmerking komen. Elders in het land zijn al ervaringen met dit systeem en ziet men de voordelen ervan. Mensen die dringend een woning nodig hebben, stellen vaak niet al te hoge eisen en kunnen op deze manier soms sneller een woning krijgen. Voorheen stonden ze vaak op een behoorlijk lange wachtlijst, ondanks het feit dat er sprake was van urgentie. De unanimiteit van de RNV-gemeenten op dit gebied is een groot goed. Het geeft goede hoop dat in de toekomst gezamenlijk kan worden opgetrokken, met een goed resultaat. De nieuwe verordening gaat op 1 juli in. Een probleem is dat het nieuwe inschrijfsysteem dan nog niet operationeel kan zijn. Dat betekent dat in de zomermaanden per gemeente maatwerk zal moeten worden verricht. De wethouder komt daar te zijner tijd op terug. Tweede termijn De heer Doornwaard laat weten dat zijn fractie nog wel haar zorgen heeft over een aantal dingen, maar zich desondanks in de verordening kan vinden. 04. Revitaliseringsplan winkelcentrum Meidoornplein Wezep. Inspreker De heer R. Bourquin spreekt namens de ondernemersvereniging Wezep-Hattemerbroek in over dit onderwerp. Zie bijlage. De heer Dokter vraagt of het mogelijk is dat de ondernemers nog eens met elkaar in gesprek gaan over het beeldkwaliteitplan en wijzigingsvoorstellen indienen voordat het wordt vastgesteld. De heer Bourquin heeft begrepen dat het plan op dit moment al ter vaststelling voorligt. De heer Boer vraagt of de bezwaren van de ondernemers in het voortraject niet ter sprake zijn gekomen. De heer Bourquin antwoordt dat de ondernemers zeker inspraak hebben gehad. De indruk bestond echter dat het beeldkwaliteitplan op diverse punten afwijkingen zou toelaten. Nu de letterlijke tekst er ligt, lijken veel dingen meer dichtgetimmerd te zijn. De heer Ruitenberg leest dat het plan in goed overleg met de ondernemers tot stand gekomen is. Hij vraagt of dat betekent dat het beeldkwaliteitplan eerst aan de ondernemers is voorgelegd voordat het hier op tafel lag. In dat geval zouden zij de gelegenheid moeten hebben gehad om aanpassingen voor te stellen. De heer Bourquin antwoordt dat de ondernemers zich niet hebben gerealiseerd dat het een wet zou worden waarin alles letterlijk zou worden vastgelegd. De heer Ruitenberg concludeert dat de ondernemers met de geest van het plan zijn meegegaan, maar moeite hebben met de letter. De heer Bourquin bevestigt dat. Hij benadrukt dat dit niet betekent dat de ondernemers hun steentje niet zouden willen bijdragen. Veel ondernemers hebben ook zonder meer positief op het beeldkwaliteitplan gereageerd. De heer Ruitenberg ziet in het plan dat de ambitie van het college groot is. Maar hij leest weinig over de ambitie van de ondernemers. Ze vinden het een mooi plan, echter er staat niet wat ze concreet gaan bijdragen. De heer Ruitenberg vraagt of de heer Bourquin kan aangeven hoe breed de bereidheid is om mee te doen. Er is al eens een voorstel gedaan om een bedrijveninvesteringszone (BIZ) in het leven te roepen. De heer Ruitenberg wil graag horen hoe de inspreker daar tegenaan kijkt. De heer Bourquin antwoordt dat al aan die BIZ wordt gewerkt. Hij hoort ook geen dissonanten als het gaat om de bereidheid onder de ondernemers om mee te werken. Als gevolg van de brand zijn er sowieso al initiatieven ontstaan. Die zijn getoetst aan het beeldkwaliteitplan dat in wording was. In dat kader zijn ook al de eerste

3 - 3 - afwijkingen van dat plan toegestaan. De ondernemers hopen dat daarmee een precedent is geschapen. De heer Ruitenberg leest dat er een beroep is gedaan op de ondernemers om bijvoorbeeld een boom te doneren, een zitelement te sponsoren of mee te doen aan het beheer van het openbaar groen. Hij vraagt hoe de ondernemers daar tegenover staan. De heer Bourquin weet dat niet. In het bestuur heeft hij wel het voorstel gedaan om in ieder geval als bestuur iets te doneren. Bespreking De heer Dijkstra vraagt of gewerkt wordt aan een wijziging van het bestemmingsplan, in verband met hoogtes etc. De heer Ruitenberg vindt dat er een mooi plan voorligt, met een behoorlijke ambitie van het college. Hij is wel verrast door het bedrag van euro dat er bij moet komen. Naar zijn idee had de gemeente al een mooi bedrag bij elkaar. Hij vraagt of de wethouder een onderbouwing van die extra kosten kan geven. Ook wil hij weten hoe groot de kans is dat het waterschap met een subsidie over de brug komt. Als dat niet gebeurt zal er waarschijnlijk nog meer geld uit het afvalwaterketenplan moeten komen. Dat zal dan wel ten koste gaan van andere investeringen. Verder constateert de heer Ruitenberg dat van de euro die destijds was toegezegd al euro opgesoupeerd is. Hij vraagt hoe het mogelijk is dat in het voortraject al zoveel geld is uitgegeven en of daar controle op geweest is. Wat het plan zelf betreft: de ChristenUnie is van harte bereid om daaraan mee te werken. De fractie mist echter wel wat concrete afspraken met de ondernemers. Is voldoende geborgd dat zij ook een bijdrage leveren? Als de gemeente zo n grote stap zet, moet daar wel wat tegenover staan. De ChristenUnie wil graag weten hoever het is met de bedrijveninvesteringszone. Ze ziet daarin een goed middel om ondernemers die niet direct enthousiast zijn toch op een bepaalde manier mee te krijgen. De fractie leest geen reactie op het idee om bijvoorbeeld een boom te doneren of een stukje openbaar groen te beheren. Ze wil graag weten wat het college daarvan vindt. Verder vraagt de ChristenUnie of in de plannen ook een openbaar toilet is opgenomen. Een volgende vraag is of de verhuizing van de bibliotheek naar het Dorpshuis consequenties heeft voor het gebouw dat achtergelaten wordt. Ten slotte constateert de fractie dat voor fase 2 van het plan ook weer een flink bedrag wordt genoemd. Ze wil graag weten waar dat geld vandaan moet komen. De heer Roelofsen wijst erop dat zijn fractie vanaf het begin heeft gesteld dat de ondernemers op dezelfde manier in de deal moeten meegaan als de gemeente. Dat was voor de VVD een cruciale voorwaarde om de gemeente royaal over de brug te laten komen. De fractie heeft er wel vertrouwen in dat aan die voorwaarde wordt voldaan, maar ze wil graag dat het college dat bevestigt. Tegen beeldkwaliteitplannen heeft de VVD zich in het verleden altijd verzet. In dit geval kan het niet zonder. Dan moet echter wel naar de geest van het beeldkwaliteitplan worden gehandeld en niet naar de letter. Wat betreft de kosten die in het voorstel genoemd worden heeft de VVD dezelfde vragen als de ChristenUnie. De heer Boer sluit zich aan bij de meeste vragen van de ChristenUnie. Ook hij mist in het stuk de inzet van de ondernemers zelf. Hij ziet aankomen dat het plein er straks prachtig bij ligt maar dat er winkels tussen zitten waar niets aan veranderd is. Verder vraagt hij of er al een oplossing is voor de parkeeroverlast tijdens de uitvoering van het project. ABO wil graag dat de werkzaamheden aan het plein en de verbouw van de winkels gelijktijdig eindigen. De heer Dokter vindt dat de commissie moet weten wat ze doet als ze instemt met een beeldkwaliteitplan dat teveel blijkt te knellen en waarvan niet duidelijk is of het naar de geest of naar de letter wordt gehanteerd. Een beeldkwaliteitplan is inderdaad nodig, echter het moet het revitaliseringsplan als zodanig niet frustreren en ook geen strijd veroorzaken over de wijze van naleving. Verder hikt ook de PvdA tegen de kosten aan. In 2012 werd de gemeente opgeroepen om iets te doen. Die handschoen heeft ze royaal opgepakt. Nu moet duidelijk zijn hoe het staat met de ambitie van de ondernemers. De PvdA wil ook graag weten hoe het staat met de openbare veiligheid in de ruimte bij de bank en het postkantoor. Ten slotte vraagt de fractie of er aandacht is voor de parkeeroverlast en voor de kosten waar ondernemers mee te maken kunnen krijgen als er een bak voor hun deur staat. De heer Doornwaard kan zich bij veel dingen die al gezegd zijn aansluiten. Hij constateert dat de gemeente de regierol die ze zou krijgen goed en voortvarend heeft opgepakt. De SGP sluit niet uit dat daaruit de extra kosten te verklaren zijn. Verder wil de fractie graag een onderbouwing van de stelling dat de gemeente geen risico s loopt als er ondernemers zijn die hun verantwoordelijkheid niet nemen (punt 6a van de toelichting).

4 - 4 - geeft aan dat het college het beeldkwaliteitplan erg belangrijk vindt. Het college wil graag een eenheid zien in de uitstraling van de panden. Het Meidoornakkoord is door tientallen ondernemers ondertekend en daarin stond duidelijk dat een bepaalde beeldkwaliteit vereist werd. Daar is vervolgens regelmatig overleg over geweest. In dat overleg zijn ook sfeerbeelden getoond. Daar werd met veel enthousiasme op gereageerd. De wethouder begrijpt dat het wat moeilijker kan worden als alles eenmaal op papier staat. Hij benadrukt dat niet rigide met de zaak wordt omgegaan. De nadruk ligt op de geest van het beeldkwaliteitplan, niet op de letter. Er zijn ook al gesprekken geweest met ondernemers die een goede reden hadden om in een bepaald opzicht van het plan af te wijken. In die gesprekken zijn de partijen er samen prima uitgekomen. Tegelijk is het omgaan met het beeldkwaliteitplan niet vrijblijvend. Het streven is om het zoveel mogelijk na te leven. Als de raad het beeldkwaliteitplan vaststelt, zal het bestemmingsplan moeten worden aangepast. Dat zal zo spoedig mogelijk gebeuren. In het huidige bestemmingsplan zitten overigens wijzigingsbevoegdheden. Daar kan de gemeente dus voorlopig mee uit de voeten. De wethouder is positief over de betrokkenheid van de ondernemers. Er is veel enthousiasme en dat vertaalt zich in diverse plannen die al voorbijgekomen zijn. In het Meidoornakkoord is duidelijk vastgelegd dat de gemeente verantwoordelijk is voor de openbare ruimte en de infrastructuur, maar dat de uitstraling van de panden voor rekening van de ondernemers komt. De heer Ruitenberg gelooft best dat de ondernemers bereid zijn een bijdrage te leveren, maar hij wil weten of er bindende afspraken zijn gemaakt. antwoordt dat er geen individuele overeenkomsten zijn gesloten. Meedoen is ook niet afdwingbaar. Het feit dat er steeds meer ideeën en plannen naar voren komen geeft het college het vertrouwen dat het wel goed komt. De ondernemers zijn ook in grote meerderheid akkoord gegaan met het instellen van een bedrijveninvesteringszone. In het kader van die BIZ-regeling moeten plannen voor de komende vijf jaar worden gemaakt. Daar kunnen allerlei zaken in worden meegenomen die de gemeente graag gerealiseerd wil zien worden. De raad zal te zijner tijd de verordening voor het instellen van de BIZ moeten vaststellen. Een van de ondernemers heeft de mogelijkheid geboden om een inpandig openbaar toilet te realiseren. Dat is in de plannen opgenomen. Het college heeft de plannen voor fase 2 (waarin onder andere de Rabobank, het oude postkantoor en het bibliotheekgebouw een plek hebben) losgekoppeld van de plannen voor fase 1. Er wordt al wel aan gewerkt, maar het gaat om ingrijpende zaken waar nog veel voor moet gebeuren. Zo gaat er een behoorlijke verschuiving plaatsvinden in de functie van de diverse panden. Aan het totale grondoppervlak zal een aantal vierkante meters worden toegevoegd. Dat biedt de mogelijkheid om van de betreffende ondernemers een bijdrage te vragen, ook voor de inrichting van de openbare ruimte. Groot gaat verder in op de financiële kant van het verhaal. Er is lang gepuzzeld of het plan gerealiseerd zou kunnen worden voor het bedrag van euro waar het college aanvankelijk van was uitgegaan. De conclusie was uiteindelijk dat het niet zou lukken. Het is hard nodig dat de openbare ruimte wordt aangepakt. En als dat dan gebeurt, moet het ook goed gebeuren. Er moet niet bezuinigd worden op kwaliteit en het plan moet ook duurzaam zijn. Aan de andere kant is er scherp gelet op dingen die goedkoper kunnen. Het is geen plan met gouden randjes. Er zijn ook echt wel zaken geschrapt. Tegelijk is op een creatieve manier naar dekking gezocht. Het plan heeft een lang voortraject gehad. Dat veroorzaakte frustraties en het kostte helaas ook veel geld. Er zijn plannen gemaakt die niet zijn doorgegaan en er moesten dingen worden uitgezocht waarvoor expertise moest worden ingehuurd. Dan lopen de kosten snel op. Het college zit er bovenop om in het vervolgtraject de kosten te bewaken. Dit soort projecten is echter gewoon duur. Het college hoopt dat de gemeente nog wat geluk heeft met de aanbesteding. Er wordt ook gekeken of de samenleving op de een of andere manier kan worden ingeschakeld. De wethouder biedt aan om financiële detailvragen in een persoonlijk gesprek met haar of met een van de ambtenaren te (laten) beantwoorden. De heer Ruitenberg wil graag het signaal afgeven dat met dit soort plannen uiterst zorgvuldig moet worden omgegaan. Er moeten niet steeds maar weer uren aan worden toegeschreven. Groot is het daar helemaal mee eens. Wat haar betreft is het een reden te meer om nu zo snel mogelijk van start te gaan met de uitvoering. Als het waterschap geen subsidie geeft, kan de gemeente dat dragen, echter de wethouder zou het wel een slecht signaal vinden. Ze wil in dat geval nog eens bekijken wat wel en wat niet moet worden afgekoppeld. Het college heeft er echter wel goede hoop op dat het waterschap over de brug komt.

5 - 5 - De heer Zoet neemt aan dat er al overleg is geweest en dat er ook al toezeggingen zijn gedaan. Groot bevestigt het eerste en ontkent het laatste. Wat de parkeer- en andere overlast betreft: als het plan wordt uitgevoerd, valt enig ongemak niet te voorkomen. Het zal ook niet een kwestie van een paar dagen zijn. De gemeente zal echter haar uiterste best doen in overleg met de ondernemers om de overlast tot een minimum te beperken. Wat het bibliotheekgebouw betreft: dat is niet het eigendom van de gemeente. Er is wel belangstelling voor een aankoop van het pand. De gemeente is ook bezig met een haalbaarheidsstudie naar een andere locatie voor de bibliotheek. Dat staat echter los van dit plan. Inspreker De heer Bourquin geeft aan dat het doneren van een boom of iets dergelijks wel ter sprake is geweest maar dat er geen bedragen bij genoemd zijn. Dat kan een reden zijn waarom er nog niet op gereageerd is. Verder lijkt het hem niet handig om de inrichting van de openbare ruimte gelijk op te laten lopen met het verbouwen van de panden. Toen de Plus verbouwd werd, werd een groot deel van de parkeerplaats bezet door busjes voor het interieur van de winkel. Tijdens een bouwperiode moet dus niet een groot aantal parkeerplaatsen buiten gebruik zijn gesteld. Als het gaat om de vraag wat de ondernemers willen doen: op 19 maart houden zij een bijeenkomst waarin de plannen van de gemeente worden besproken. Op 23 maart kan de heer Bourquin dan via de griffie laten weten wat de plannen van de ondernemers zijn. Tweede termijn De heer Zoet vindt dat er netjes gebudgetteerd is en dat het nieuwe college voortvarend te werk is gegaan. Het verbaast hem niet dat in het lange voortraject al behoorlijk wat geld is verbruikt. Wat de ondernemers betreft: hij kan zich niet voorstellen dat die bij dit project achterover gaan leunen. Zij zijn zelf de eersten die er baat bij hebben. Het CDA dringt aan op een goede communicatie tijdens de bouwperiode. De heer Zoet is blij met wat de wethouder zei over het beeldkwaliteitplan. Toch is hij bang dat dit plan in de toekomst vervelende gesprekken kan opleveren. Het is de vraag hoe de geest van het plan geïnterpreteerd zal worden. De ondernemers hebben recht op meer duidelijkheid op dit punt. Hun identiteit moet ook tot zijn recht blijven komen. Wat de kosten betreft: die komen neer op 50 euro per inwoner. Dat is een grote investering, maar het gaat wel om een project waar de inwoners heel lang plezier van kunnen beleven. Ten slotte pleit het CDA ervoor om lokale ondernemers ruimte te bieden bij de aanbesteding. De heer Ruitenberg zou voor het opplussen van euro naar 1,3 miljoen euro andere woorden kiezen dan netjes gebudgetteerd. De ChristenUnie is blij met het plan maar vindt de kosten een punt van zorg. Omrekenen per inwoner maakt het bedrag al gauw een stuk beter behapbaar, echter verdoezelt de feiten. Ook de heer Ruitenberg heeft vertrouwen in de bereidheid van de ondernemers om de gemeente te volgen, maar hij vindt het jammer dat er niet wat meer concrete afspraken zijn gemaakt. De heer Zoet bestrijdt dat de ondernemers de gemeente volgen. Zij zijn samen met de gemeente opgetrokken in het denkproces en dus mee verantwoordelijk voor het mooie plan dat er nu ligt. De heer Ruitenberg is het daarmee eens. Het sluit echter niet uit dat er ondernemers tussen kunnen zitten die nog niet meedoen. Naast de gangmakers zijn er dan mensen die nog moeten volgen. Voor de wethouder moet het een punt van zorg zijn hoe de gemeente ook die laatsten meekrijgt. De heer Doornwaard gaat in op wat de heer Ruitenberg zei over het opplussen tot 1,3 miljoen euro. Hij vraagt of de ChristenUnie dan liever kiest voor scenario 4 dan voor scenario 3. De heer Ruitenberg antwoordt dat zijn fractie daar serieus over heeft nagedacht maar dat ze ook gaat voor kwaliteit. De kans is dus groot dat ze zal meegaan met scenario 3. Echter de afweging moet nog worden gemaakt. De heer Doornwaard concludeert dat de ChristenUnie wel inziet dat kwaliteit geld kost en dat het kostenplaatje van het plan zoals het nu voorligt realistisch is. De heer Ruitenberg ontkent niet dat het plan zijn prijs waard is. Toen het coalitieakkoord werd opgesteld, dacht de ChristenUnie nog dat euro genoeg was. De fractie schrok dus wel een beetje van het stuk dat nu voorligt. De heer Ruitenberg vindt dat het CDA er te gemakkelijk over doet. Er ligt nog steeds een forse bezuinigingsopgave. Het blijft dus belangrijk om te uitgaven goed te bewaken. De heer Zoet denkt dat zijn fractie meer vertrouwen in het college heeft dan de coalitiepartij. Het CDA is heel blij dat er na al die tijd een akkoord ligt waar gemeente en ondernemers zich samen in kunnen vinden. De fractie geeft echt niet zomaar een zak geld weg en vindt dit plan met het bijbehorende kostenplaatje goed onderbouwd. De heer Ruitenberg repliceert dat de zorg die

6 - 6 - hij uitsprak niets te maken heeft met een gebrek aan vertrouwen in het college. Hij refereert ten slotte nog aan de opmerking van de inspreker dat de ondernemers best bereid zijn een boom te adopteren of iets dergelijks, als er maar een bedrag bij genoemd wordt. Die opmerking biedt kansen. De heer Ruitenberg wil graag weten waarom op dit punt nog geen vooruitgang is geboekt. De heer Roelofsen kan de redenering van de heer Ruitenberg goed volgen. Tegelijk is hij blij dat er na al die jaren een mooi plan ligt en dat ondernemers bereid zijn bij te dragen aan het succes van het project. Het zou onverantwoord zijn als dit plan zou stranden. De heer Roelofsen wil nog wel met zijn partijgenoot in de raad overleggen of deze financiële sprong verantwoord is. Hij verwacht daar echter een positieve reactie op. De heer Boer vindt dat het plan er fantastisch uitziet. Ook ABO werd echter overvallen door de hoge kosten. De fractie wil zich toch nog eens beraden op de mogelijkheid van een keus voor scenario 4 en de consequenties daarvan. Verder heeft de heer Boer nog een vraag over ondernemers die het beeldkwaliteitplan niet ondertekend hebben. Als zo n ondernemer een volstrekt afwijkende kleur gebruikt voor zijn pand, kan de gemeente daar niets aan doen. Daarentegen krijgt iemand die wel getekend heeft en die op een paar onderdelen van het beeldkwaliteitplan afwijkt met handhaving te maken. Dat staat in geen verhouding tot elkaar. De heer Boer hoopt dat daar nog eens serieus naar gekeken wordt. De heer Doornwaard vraagt wat het betekent dat ABO scenario 4 wil overwegen. Laat die partij dan het gekozen ambitieniveau en het beeldkwaliteitplan los? De heer Boer let altijd op de financiële haalbaarheid van een plan. Als het plan bijgeschaafd moet worden om de prijs acceptabel te maken, zal ABO niet aarzelen om dat voor te stellen. De heer Doornwaard neemt aan dat ABO dan wel in rekening brengt hoe de ondernemers daarover denken. De heer Boer heeft geen enkel probleem met de kosten als de ondernemers meebetalen. De heer Dokter deelt de zorgen van de heer Ruitenberg. Het moet niet zo zijn dat dit gesprek zich over drie of vier jaar herhaalt. De investeringen moeten terug te zien zijn in de resultaten en wat dat betreft is er op dit moment nog veel onzeker Als de gemeenschap gevraagd wordt er nog eens vier ton bij te leggen, is dat niet iets om gemakkelijk over te doen. Er gaat nog veel op de gemeente af komen en de reserves zijn een keer op. Het moet niet zo zijn dat de gemeente straks bijvoorbeeld de sportverenigingen niet meer kan steunen. De voedselbank moest knokken voor een paar duizend euro, terwijl voor dit project zomaar vier ton extra wordt uitgetrokken. Dat verdraagt zich moeilijk met elkaar. Wat het beeldkwaliteitplan betreft: de wethouder zei dat daar soepel mee zou worden omgegaan. Daar kan iedereen zich op beroepen. De heer Boer wijst erop dat de wethouder de nadruk legde op eenheid in het geheel. De heer Dokter is het op dat punt met de wethouder eens. De heer Zoet vindt dat aan de voorkant in het beeldkwaliteitplan dus de nodige duidelijkheid moet worden geboden. De weergave van de opmerkingen van de wethouder in het verslag is voor de rechter niet rechtsgeldig. De heer Dokter wijst op de mogelijkheid van het indienen van een amendement. Verder merkt hij op dat de tijdsduur van de uitvoering van het plan in het vage blijft. Met het oog op de overlast moet worden voorkomen dat een ondernemer pas begint met een verbouwing als de rest van het project zo ongeveer klaar is. Het is aan het college om daar op een goede manier de regie over te houden. De heer Dokter wijst erop dat de verkeerscirculatie ook nog een keer aan de orde moet komen. Die staat niet los van dit plan. Dat betekent dat er nog weer kosten bij zullen komen. De heer Zoet meent dat er op het gebied van de verkeerscirculatie al onderzoeken geweest zijn. Hij vraagt of de wethouder daar iets over kan zeggen. De heer Dokter benadrukt ten slotte dat er meters gemaakt moeten worden. Als de gemeente de medewerking van de ondernemers verwacht, moet ze zelf ook stappen zetten. De heer Doornwaard geeft aan dat de SGP niet lichtvaardig met de kosten wil omgaan en tegelijk beseft dat de gemeente niet voor een dubbeltje op de eerste rij kan zitten. De afweging moet zijn of de kwaliteit die geleverd wordt deze prijs waard is. Ondernemers laten meebetalen is geen optie: bij het opknappen van een wijk gaat de gemeente ook niet de huizen bij langs voor een bijdrage. Op dat punt moet de gemeente zelf haar verantwoordelijkheid nemen. Dat betekent dat de raad moet uitmaken hoe hoog het ambitieniveau mag zijn. De SGP hoopt dat de voortvarendheid waarmee nu wordt gewerkt een goed vervolg krijgt en dat de deadline van 31 december voor de subsidie wordt gehaald. Groot gaat in op de opmerking van de heer Dokter over de verkeerscirculatie. In het revitaliseringsplan wordt het een en ander gezegd over aanpassingen aan de toegang tot het plein.

7 - 7 - Het is echter niet de bedoeling dat aan de wegen rond het plein allerlei veranderingen worden aangebracht. De heer Dokter wijst op wat de burgers hebben ingebracht. Er zijn mensen die daar in de buurt wonen en last hebben van vrachtwagens die s morgens voor hun deur staan te ronken. laat weten dat volgende week donderdag de plannen aan de ondernemers en eigenaars gepresenteerd zullen worden. Dan zullen ook mogelijkheden als het adopteren van een boom aan de orde worden gesteld. Wat het beeldkwaliteitplan betreft: in de inleiding staat dat het gaat om een ambitieniveau, een einddoel dat de partijen gezamenlijk moeten proberen te bereiken. Het is dus niet meer dan een richtlijn. Omdat de inleiding daar duidelijk over is, hoeft er geen amendement te worden ingediend om vast te leggen of het gaat om de geest of de letter van het plan. Instemming met het beeldkwaliteitplan is inderdaad niet af te dwingen, maar de aanvraag van een vergunning voor een verbouwing kan er wel aan worden getoetst. Een eigenaar kan ook onder druk gezet worden door een huurder die niet wil dat zijn pand afsteekt tegen de rest. De heer Zoet concludeert dat rekening houden met het beeldkwaliteitplan alleen kan worden afgedwongen als men een aanpassing wil aanbrengen die een wijziging van het bestemmingsplan vereist. bevestigt dat. Het zou ook niet goed zijn als de gemeente instemming met het beeldkwaliteitplan zou afdwingen. Er zal een sneeuwbaleffect moeten ontstaan: het meedoen van de een zal het meedoen van de ander moeten uitlokken. Overigens zijn er al heel wat ondernemers en eigenaars die het Meidoornakkoord ondertekend hebben. Zij conformeren zich dus al aan de richtlijnen. De heer Zoet stelt vast dat het beeldkwaliteitplan een gentlemen s agreement is, waarbij de ondernemers de ruimte krijgen om hun eigen identiteit te behouden. erkent dat het zo kan worden uitgelegd. Hij is ervan overtuigd dat de gemeente en de ondernemers er samen uitkomen, ook als een ondernemer afwijkingen voorstelt. Het college heeft dezelfde intentie als deze commissie. De heer Zoet wil duidelijk in het verslag vastgelegd zien worden dat het in het beeldkwaliteitplan niet om een harde afspraak gaat. wijst nog eens op de inleiding van het plan. 05. Woningbouw in CPO op de locatie Hattemerbroek Oost. Insprekers De heer H. van der Haar spreekt in namens het dorpsoverleg Hattemerbroek. Zie bijlage. De heer J.J. van der Weerd spreekt in namens het CPO-collectief Hattemerbroek-Oost. De heer Dokter wijst erop dat het bouwrijp maken van de grond, dat voor euro in de berekening staat, al heeft plaatsgevonden. De heer Van der Weerd antwoordt dat het bedrag van euro bij de kosten van de grond ( euro) moet worden opgeteld. Zo komt het CPOcollectief tot zijn bod van euro. Het woonrijp maken van de grond moet nog gebeuren en komt voor rekening van de CPO-groep. De heer Boer constateert dat het CPO uitgaat van een vierkantemeterprijs van 100 euro. Met het oog op de andere CPO-projecten die op stapel staan, vraagt hij of het niet reëler is om uit te gaan van 135 euro. De heer Van der Weerd wijst erop dat de grond dan in totaal op uitkomt. Dat is nog iets minder dan wat het CPO-collectief aanbiedt. Het kan dus wel voor die prijs, maar dan moet de gemeente de extra kosten voor haar rekening nemen. Op die manier wordt het voor de gemeente dus niet goedkoper. De heer Boer vindt het ten opzichte van die andere plannen wel reëler. De heer Van der Weerd wil liever een stukje vrijheid inbouwen, om ervoor te zorgen dat er een goed plan gerealiseerd wordt. De heer Boer rekent uit dat een parkeerterrein van 700 m 2 zo n 40 parkeerplaatsen telt. Dat roept bij hem de vraag op van hoeveel woningen de heer Van der Weerd uitgaat. De heer Van der Weerd wijst erop dat de gemeente is uitgegaan van zes rijwoningen, met ruim 500 m 2 aan parkeerplaatsen en andere voorzieningen. In de variant van het CPO-collectief wordt het aantal rijwoningen veel hoger. Daarom wordt in die variant uitgegaan van 700 m 2 parkeerruimte. Daar moeten dan nog wel de banen voor het aan- en afrijden vanaf. Het aantal van 40 parkeerplaatsen is dus te hoog ingeschat. Uiteraard komen er geen 40 huizen. De heer Dijkstra vraagt waarom de commissieleden de berekening niet vooraf hebben gekregen. Dan hadden zij het bod beter kunnen beoordelen. Het had waarschijnlijk ook heel wat schriftelijke vragen gescheeld. Verder valt het de heer Dijkstra op dat er euro geraamd is voor planontwikkeling, terwijl een CPO-plan altijd redelijk goedkoop is. De heer Van der Weerd wijst erop dat in dat bedrag meer kosten begrepen zijn. Hij denkt aan zaken als een stedenbouwkundig plan, overleg met de buurt, een aanpassing van het bestemmingsplan en een haalbaarheidsonder-

8 - 8 - zoek. De gemeente heeft zelf voor deze zaken ook een vrij hoge kostenpost genoteerd: ongeveer euro. De heer Graansma komt bij een parkeerterrein van 700 m 2 uit op een aantal van 46 parkeerplaatsen. Dat lijkt hem vrij veel. Hij heeft nog niet gehoord hoeveel woningen naar schatting gebouwd zullen worden. Wat het aantal gegadigden betreft: in zijn inspraakbijdrage van 4 december sprak de heer Van der Weerd van een tiental reacties. Volgens een bericht in De Stentor van vandaag zou hij het gehad hebben over zeven huishoudens. Dat roept de vraag op hoe het nu echt gaat met de belangstelling en of het streefgetal gehaald wordt. Bij eerdere CPO-projecten bleek dat in het voortraject veel mensen nog weer afvallen. Is het niet beter om een afboeking te doen van euro en het te houden op een vijftal CPO-woningen? De heer Van der Weerd denkt dat er ruimte is voor maximaal 15 à 16 woningen. De gemeente is tot nu toe steeds uitgegaan van een maximum van 15. Als er alleen maar rijwoningen zouden komen, zouden er meer gebouwd kunnen worden, maar daarvoor is de vraag onvoldoende. Er zijn op dit moment inderdaad zeven belangstellenden; er wordt echter ook nog niet actief geworven. Daarvoor wil het CPO-collectief eerst de uitspraak van de raad afwachten. Er haken inderdaad mensen af gedurende het proces, maar er komen vaak ook weer mensen bij. In ieder geval is er wel degelijk enthousiasme voor het plan. De heer Graansma vraagt of variant 2 (5 woningen) geen reële optie zou zijn, om het risico te vermijden dat er straks 15 woningen worden gebouwd terwijl er maar 5 of 6 kopers zijn. De heer Van der Weerd wijst erop dat het grootste deel van de locatie dan toch nog verkocht moet worden voor vrijstaande woningen en twee-onder-een-kapwoningen. Voor de prijs die daarvoor staat zal dat nooit lukken; dat heeft de praktijk al wel geleerd. Conclusie: de gemeente is niet klaar met een afboeking van euro voor de eerste 1500 m 2. De heer Graansma constateert dat na de afboeking van euro nog een af te boeken bedrag van ruim euro overblijft. Die afboeking zou kunnen worden gebruikt om de andere kavels voor een lagere prijs te verkopen. De heer Van der Weerd zou het een heel slecht idee vinden om maar de helft van het terrein voor CPO te bestemmen; een half CPO is geen CPO. In variant 2 zou het CPO zelfs in een hoekje worden weggedrukt. De heer Van Loo begrijpt dat het CPO-collectief uitgaat van 15 à 16 starterswoningen. De heer Van der Weerd ontkent dat. De heer Van Loo concludeert dat dan hetzelfde probleem ontstaat als in variant 2: voor de rest moeten het dan andere woningen worden. De heer Van der Weerd legt uit dat het CPO-collectief aan andersoortige woningen denkt dan die in variant 2 worden genoemd. De heer Van Loo neemt aan dat ze wel in dezelfde prijsklasse zullen vallen. De heer Van der Weerd antwoordt dat dat een kwestie is van overleg binnen de CPO-groep. Daar moet de raad zich niet mee willen bemoeien. Bespreking De heer Roelofsen heeft in eerdere besprekingen al laten blijken dat er voor de VVD grenzen zijn aan de bereidheid om af te boeken. Het plan dat nu aan de orde is, kent nog veel onduidelijkheden, ook als het om het aantal deelnemers gaat. Dat is te begrijpen. De VVD wil echter wel wijzen op het doel van een CPO-project. Dat doel is dat men zelf gaat bouwen en dat men daarbij samenwerkt om de kosten laag te houden. Nu ligt er echter een voorstel om de gemeentelijke overheid een korting te laten geven. Dat doet de fractie denken aan gesubsidieerde woningbouw en daar voelt zij niet voor. De heer Graansma constateert dat dit inmiddels het derde voorstel is. Hij wil graag weten hoe de wethouder zelf tegen het bod van het CPO-collectief aankijkt. Ook vraagt hij zich of met het af te boeken bedrag nu echt een ondergrens is bereikt of dat de afwaardering nog verder kan gaan. Kan de boekwaarde ook weer omhooggaan als er meevallers zijn? Ten opzichte van het voorstel van januari mist de ChristenUnie de uitgangspunten. Volgens de besluittekst die toen voorlag zouden die worden vastgesteld. In die uitgangspunten stond ook de datum van 1 juli Die datum wordt nu wel genoemd in het voorstel maar niet in de besluittekst. Dat roept de vraag op hoe hard die datum nog is. Ten slotte vraagt de heer Graansma welke invloed dit plan zal hebben op de ontwikkeling van de locatie Borst. De heer Dijkstra vraagt of het niet te vroeg is om een besluit te nemen over dit voorstel. Er zijn immers nog veel onzekerheden en het gaat bepaald niet om een klein bedrag. Verder vraagt hij zich af of het bod van euro wel een echt bod is. Hij wil graag weten of het college gedacht heeft aan de mogelijkheid van een toetsing door een registertaxateur. Als het gaat om de

9 - 9 - vergelijking met andere CPO-projecten wil het CDA uitgaan van het beginsel: gelijke monniken, gelijke kappen. De vraag is of dat beginsel hier wel gehandhaafd wordt. De heer Boer kan zich voorstellen dat het met de huidige grondprijs erg moeilijk is om het project van de grond te krijgen. ABO heeft daarom al een realistischer prijs voorgesteld. In het bod dat nu gedaan wordt gaat de prijs echter terug naar minder dan de helft. Dat is wel erg laag. De verhouding ten opzichte van andere CPO-projecten moet ook reëel zijn. Verder vindt ABO het jammer dat er nog maar zeven aanmeldingen zijn voor dit project. De heer Dokter is ook benieuwd naar de invloed die dit plan zal hebben op de ontwikkeling van de locatie Borst. Hij heeft begrepen dat het bod dat gedaan wordt tijdelijk is. Als aan het eind van de gestelde periode blijkt dat het plan niet haalbaar is, komt de oude prijs weer terug. De heer Dokter wijst erop dat sommige mensen hebben afgehaakt toen ze erachter kwamen dat er nog BTW bij de prijs moest worden opgeteld. Hij vraagt zich af wat het bod dat nu gedaan wordt voor die mensen betekent. Zij hadden voor deze prijs misschien ook wel mee willen doen. De heer Van Loo heeft met veel twijfel kennis genomen van het voorliggende plan. In het verleden is al zes ton afgeboekt en nu gaat het weer om zo n groot bedrag. De SGP wil graag weten hoe het kan dat de boekwaarde zo hoog geworden is. Aanvankelijk was de fractie voor het plan om met een CPO te gaan werken, echter nu heeft ze toch haar bedenkingen. Het college stelde destijds dat het plan moest worden uitgewerkt binnen de financiële kaders van variant 2. De SGP wil weten waarom het college daar nu van afwijkt. Gezien de onzekerheden die er nog zijn, is onduidelijk of met het voorstel dat nu voorligt de bodem van de put is bereikt. De SGP gaat er overigens wel van uit dat het om een worst case scenario gaat. stelt voorop dat het college sterk met het onderwerp heeft geworsteld. Er is uitvoerig met het dorpsoverleg en de CPO-groep over gesproken. Het bod dat uiteindelijk op tafel kwam, heeft binnen het college een hele discussie opgeleverd. Als dit doorgaat is in feite de hele aanschafprijs van de grond (1,2 miljoen euro) in een aantal fasen afgeboekt. Toch resteert er dan nog een behoorlijke boekwaarde. Het college is bepaald geen voorstander van gesubsidieerde woningbouw. De raad heeft echter de prijs voor CPO-projecten vastgesteld op 135 euro, de helft van de waarde van vrije verkoop. Met het aantal vierkante meters dat beschikbaar is, kom je dan inderdaad in de buurt van een bedrag van euro. Daarom heeft het college uiteindelijk toch geconcludeerd dat er sprake is van een reëel bod. De heer Roelofsen vraagt waar het college dan precies mee geworsteld heeft. antwoordt dat het geen kleinigheid is om naar de raad te moeten gaan met een voorstel om nog een keer zes ton af te boeken. Dat doet niets af aan het feit dat het college zonder meer enthousiast is over het CPO-initiatief. De heer Boer heeft een wat andere berekening gemaakt. Met 4200 m 2 netto komt hij uit op een bedrag van bijna euro. wijst erop dat de wegenstructuur zal moeten veranderen en dat er veel meer parkeerplaatsen moeten komen. De netto uitgeefbare oppervlakte is dus kleiner. Het aantal van 40 parkeerplaatsen dat de inspreker noemde, is helemaal niet zo gek. In de huidige CROW-normen wordt uitgegaan van 2,2 parkeerplaatsen per woning. De heer Boer hoorde de heer Van der Weerd spreken over 15 woningen. 15 x 2,2 is nog geen 40. repliceert dat in het KWP sprake is van maximaal 17 woningen. Dat komt al dichter in de buurt. Wat het tijdstip van 1 juli betreft: het is inderdaad nog steeds de bedoeling dat het CPO-collectief tot die datum de tijd krijgt om zijn plan uit te werken. Het klopt dat nog niet alle randvoorwaarden zijn ingevuld en dat daar nog veel overleg voor nodig is. Dat betekent echter niet dat de raad zich nu moet vastleggen op iets wat nog met veel onzekerheden omgeven is. Het eerste besluit in de voorgestelde besluittekst staat onder de voorwaarde van het tweede. De afwaardering zal dus alleen plaatsvinden als zeker is dat de plannen van het CPOcollectief zullen slagen. De heer Ruitenberg vraagt of het voorstel dan als een richtinggevende uitspraak moet worden gezien en of het bedrag van euro ook nog weer kan veranderen. bevestigt dat het om een denkrichting gaat. Het bedrag van euro is gebaseerd op een plan met alleen starterswoningen. Dat betekent dat het een bodembedrag is. Als in een later stadium ook vrijstaande of twee-onder-een-kapwoningen in het plan worden opgenomen, kan het bedrag alleen maar hoger worden. Gezien de ervaringen tot nu toe gelooft de wethouder daar echter niet in. Als mensen inderdaad zijn afgehaakt vanwege de BTW-kwestie kunnen ze zich bij het huidige CPO-initiatief aansluiten. De heer Ruitenberg heeft de inspreker horen zeggen dat het

10 plan niet alleen starterswoningen behelst. Dan zou het bedrag nu dus al hoger moeten worden. wijst erop dat het bedrag van euro met alle kosten die er nog bij komen niet correspondeert met een grondprijs van 135 euro. De heer Van der Weerd komt op een bedrag van 194 euro. Daar horen dan ook vrijstaande woningen en twee-onder-eenkapwoningen bij. De wethouder wil het komende halfjaar inzichtelijk laten maken of die bijkomende kosten reëel zijn of dat ze kunnen meevallen. In de berekening van de inspreker is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met subsidiemogelijkheden. De heer Zoet vraagt waarom er dan zoveel haast is met dit voorstel. Is het niet verstandiger om alles eerst goed in beeld te brengen? antwoordt dat hij voor de komende gesprekken met de CPO-groep een mandaat van de raad wil hebben. Hij wil niet het risico lopen dat hij aan het eind alsnog door de raad wordt teruggefloten. De initiatiefnemers moeten ook weten waar ze aan toe zijn. Het is nu al duidelijk dat er een grote afboeking zal moeten plaatsvinden als het plan met de starterswoningen een succes blijkt te kunnen worden. De wethouder zou het bestuurlijk gezien niet juist vinden als hij daar pas mee zou komen als het zover is. De heer Zoet vindt dat het voorstel dat nu voorligt iets anders is dan een richtinggevende uitspraak. wijst er nog eens op dat besluit 2 een voorwaarde formuleert voor de uitvoering van besluit 1. Dat betekent dat besluit 1 niet meer doet dan een richting aangeven. Wat de invloed van het plan op de ontwikkeling van de locatie Borst betreft: er is zeker sprake van concurrentie. Het uitvoerige behoeftenonderzoek dat er geweest is gaf aan dat in Hattemerbroek vrijwel alleen behoefte is aan goedkope rijwoningen. Als dergelijke woningen ook aan de Hanesteenseweg worden gebouwd, zal dat dus zeker een vertraging opleveren voor de ontwikkeling van de locatie Borst. Aan de andere kant zit er toch al niet zoveel schot in die ontwikkeling. Een extra vertraging is dan ook niet zo erg. Op de langere termijn zal ook de locatie Borst nodig zijn voor de behoefte die er dan weer is. De wethouder verwacht dan ook dat de twee projecten elkaar op termijn niet zullen bijten. Als men ziet dat er in Hattemerbroek echt wat gebeurt in het goedkope segment, zal dat de vraag doen toenemen. De wethouder wil ook niet voor zijn rekening nemen dat er na het project dat nu voorligt weer 25 jaar niet gebouwd wordt. In de richting van de SGP erkent hij dat het dramatisch kan worden genoemd dat op deze grond zulke forse bedragen moesten en moeten worden afgeboekt. De feiten liggen er echter en het is de enige manier om in Hattemerbroek goede dingen te kunnen doen op het gebied van woningbouw. Reactie insprekers De heer Van der Haar herhaalt een paar dingen die hij in zijn inspraakbijdrage al heeft genoemd. Hij benadrukt vooral dat de grondprijzen de laatste dertig jaar enorm zijn gestegen. Hattemerbroek heeft ook de pech dat de gemeente deze grond voor een erg hoog bedrag heeft gekocht. Als het plan dat nu voorligt geen kans van slagen heeft, is het alternatief dat die grond over twintig jaar nog braak ligt. De heer Van der Weerd vindt dat het redelijk simpel is. Er ligt een locatie in Hattemerbroek die al jaren niet bebouwd wordt omdat de grond te duur is. Nu is er een groep die mogelijkheden ziet. Die groep wil echter pas aan de slag gaan als de raad helderheid heeft geboden op het punt van de financiën. Het probleem is niet dat het CPO-collectief een te laag bod op tafel heeft gelegd. Dat bod is reëel. Het probleem zit in het hoge bedrag dat op die locatie is komen te staan. De vraag moet zijn hoe dat bedrag te verklaren is. Bespreking - tweede termijn De heer Graansma vraagt of het college zelf ook een berekening heeft gemaakt en misschien zelfs een tegenbod heeft gedaan. Verder wil hij weten of het college nog bereid is variant 2 een kans te geven. Het is niet onvoorstelbaar dat er toch nog mensen zijn die gewoon een kavel willen kopen en een vrijstaande woning willen bouwen. In variant 2 is het af te boeken bedrag kleiner. Het geld dat de gemeente daarmee bespaart, kan gebruikt worden om de grond voor die andere woningen goedkoper te maken. Tegelijk vraagt de heer Graansma zich af welke keuzes de raad op 1 juli nog heeft. Kan dan nog gekozen worden tussen de drie varianten of zit de raad met het voorstel dat nu voorligt automatisch vast aan variant 3? In het actieprogramma Wonen wordt gesproken over beleid dat er moet komen voor CPO-projecten. De heer Graansma dringt erop aan dat dat daar op korte termijn werk van wordt gemaakt. Dit is de zoveelste keer dat een project aan de orde is zonder dat er een beleid ligt. In de toekomst zullen er op dit gebied nog wel meer voorstellen komen. De ChristenUnie wil ook graag een keer een evaluatie van de eerste CPO-projecten zien.

11 De heer Ruitenberg vraagt of de wethouder Financiën kan toelichten hoe de voorgestelde afboeking zal moeten plaatsvinden. De heer Dijkstra vraagt zich af wat een boekwaarde eigenlijk zegt. Het gaat erom wat de reële waarde is. Daar zou de grond toch een keer op getaxeerd moeten worden. Dat op de grond moet worden afgeboekt is voor het CDA wel duidelijk. De fractie wil het bod van het CPO-collectief echter wel graag getoetst hebben. De heer Boer constateert dat de gigantisch hoge boekwaarde zeker in deze tijd een probleem vormt. Hij vindt dat de CPO-groep een kans moet krijgen. Volgens ABO moet de raad deze keer de ogen maar even dicht doen. Als het mogelijk is om af te boeken zonder in financiële problemen te komen, dan moet dat gebeuren. De heer Dokter vindt dat moet worden nagegaan hoe de gemeente het voor elkaar heeft gekregen om zulke hoge kosten voor deze grond te maken. Daar moet lering uit worden getrokken. Het is best te begrijpen dat het CPO-plan zich niet verdraagt met zo n hoge boekwaarde, maar de raad moet ook rekening houden met de financiële grenzen die er zijn, zeker in deze tijd. De heer Van Loo begrijpt het voorstel van het college wel. Als de gemeente nu niet doorzet, is het de vraag wanneer er wel wat gebouwd kan worden. Intussen lopen de kosten ook door. De SGP pleit er wel voor om, als het plan doorgaat, er een compleet CPO-project van te maken. Het moet niet zo zijn dat alleen gangbare woningen in het project worden opgenomen en dat minder gangbare (duurdere) woningen als een probleem achterblijven. Subsidies worden niet genoemd, maar de SGP neemt aan dat die ten gunste komen van dit project. De fractie is het eens met de opmerking van de ChristenUnie over variant 2. Waar de raad precies over gaat beslissen, is volgens de heer Van Loo de vorige keer al vastgesteld. begrijpt wat de ChristenUnie zegt over variant 2. Volgens hem vergeet de heer Graansma echter dat er dan nog zo n euro aan kosten bij komt. In het plan dat nu voorligt, zijn die kosten voor rekening van de CPO-groep; in variant 2 zijn ze voor de gemeente. De vraag is waar ze dan op gaan drukken. De heer Graansma ziet in het voorstel geen bedrag van euro staan. Hij wijst erop dat variant 2 veel minder veranderingen in de infrastructuur met zich mee brengt. Bovendien is in het bedrag van min euro dat in die variant wordt genoemd al euro aan plankosten inbegrepen. De heer Graansma kan zich niet voorstellen dat de kosten die er dan nog bij komen echt zo hoog zullen zijn. sluit niet uit dat het bedrag lager zal zijn, al wijst hij erop dat er ook onvoorziene kosten kunnen zijn. Het gaat hem er echter om dat de kostencomponent in de argumentatie moet worden meegenomen. De heer Ruitenberg neemt aan dat het college met serieuze voorstellen is gekomen. Dan moet in variant euro worden afgeboekt, inclusief plankosten en in variant euro. De heer Ruitenberg neemt aan dat het college dan niet nog eens met andere bedragen komt. ging alleen in op de stelling van de heer Graansma dat de besparing op het af te boeken bedrag in variant 2 gebruikt kan worden om de andere kavels goedkoper te maken. Daarom wees hij op de bijkomende kosten. Verder benadrukt hij nog eens dat er tot nu toe geen vraag is geweest naar vrijstaande en twee-onder-een-kapwoningen. Het college heeft voor variant 3b gekozen omdat dat in zijn ogen het enige echt haalbare project is. Dan helpt het niet veel om nog weer naar andere scenario s te kijken. Daar zitten nu eenmaal elementen in die niet reëel zijn. De wethouder vindt de vraag wat de reële waarde van de grond is irreëel. Als een taxateur de opdracht krijgt om de waarde van een perceel te taxeren, kijkt hij eerst naar het bestemmingsplan en vraagt hij de wethouder wat de bouwplannen zijn en welke randvoorwaarden er gelden. Pas als hij daar antwoord op heeft, bepaalt hij zijn prijs. De heer Dijkstra merkt op dat de bouwplannen al duidelijk zijn. Er ligt een voorstel voor vijftien woningen. vindt de redenering te gemakkelijk. Hij blijft erbij dat de keus van het college het meest reële scenario is. De raad heeft ook al een grondprijs vastgesteld voor CPO-projecten. Daar moet nu niet weer aan getornd worden door een taxateur te willen inschakelen of door over het subsidiëren van woningbouw te spreken. Het college heeft de raad serieus genomen door met deze prijs te rekenen. Wat het beleid voor CPO-projecten betreft: dat moet er inderdaad zo gauw mogelijk komen. Voor een evaluatie is het nog wat te vroeg omdat de lopende projecten nog in de kinderschoenen staan. Over het voorstel dat nu voorligt, is intensief overleg gevoerd met het dorpsoverleg in Hattemerbroek. Dat dorpsoverleg heeft zijn nek uitgestoken om samen met de gemeente tot een mooi project te komen. De wethouder hoopt dat de raad daarmee kan instemmen.