Verslag. Sprekerstafels

Transcriptie

1 Verslag Sprekerstafels Datum: 14 januari 2015 Locatie: Waterschapsgebouw de Dommel, in Boxtel Aanwezig: 94 verenigingen, raadsleden, wethouder Lestrade, ambtenaren en pers (gespreksleider: Rogier Elshout) Bijlagen: Resultaten opdracht en lijst met aanmeldingen 1. Opening Rogier Elshout, gespreksleider, opent de bijeenkomst en legt uit waarom de avond is georganiseerd. De gemeente Boxtel moet fors bezuinigen op de subsidies, in totaal Dit is al besloten. Het beschikbare subsidiegeld moet zo goed mogelijk worden ingezet voor de inwoners van Boxtel. De activiteiten die in de toekomst worden gesubsidieerd, moeten op een positieve manier bijdragen aan de Boxtelse samenleving (maatschappelijke meerwaarde). Hiervoor worden burgers geconsulteerd via een enquête en een inspraakavond. Om ook de huidige ontvangers van subsidie te betrekken is deze avond georganiseerd. Zij zijn immers de ervaringsdeskundige als subsidieontvanger. Aan de hand van een kort interview met wethouder Lestrade wordt duidelijk dat er deze avond ook een actieve inzet wordt gevraagd van de aanwezigen. De wethouder is benieuwd naar hun ideeën en wil graag uitleggen wat we doen. Om er samen achter te komen wat de functie is van subsidiegeld. En welke criteria en voorwaarden de subsidieontvangers daarbij belangrijk vinden. In maart moet de raad namelijk een besluit nemen over de manier van bezuinigen en het afwegingskader dat daarbij hoort. Er zijn naast subsidieontvangers ook ambtenaren en raadsleden aanwezig. Alle aanwezigen zijn op de hoogte van de bezuinigingsopdracht. Er zijn sport-, en muziekverenigingen aanwezig, maar ook de welzijnsinstelling en de Voedselbank. Heel divers dus. Wat daarbij opvallend is, is dat de hoogte van subsidiebedragen zo verschilt (van 178 euro tot 1,2 miljoen) en dat de meeste aanwezigen al heel erg lang subsidie krijgen. Sommige zelfs meer dan 20 jaar. Daarnaast zijn veel subsidieontvangers actief in Liempde of in Lennisheuvel. Ongeveer een vijfde van de aanwezigen is het oneens met de bezuinigingen blijkt uit het stellingenvuur. De rest snapt het wel. Iedereen vindt dat de ontvangen subsidie nuttig voor de gemeenschap wordt besteed. Met een beetje creativiteit zouden de verenigingen wat bezuinigingen kunnen opvangen. Er wordt nu al door een aantal verenigingen gekeken naar andere mogelijkheden om aan geld te komen. Er is geen vereniging die moeite heeft met het opmaken van het subsidiegeld.

2 Politieke connecties worden wel als handig ervaren als je subsidie wilt ontvangen of wilt blijven krijgen. Dit zou eigenlijk niet zo moeten zijn, geven de aanwezigen vervolgens aan. Drie subsidieontvangers lichten toe waarvoor zij subsidie ontvangen en waarom zij hier vanavond zijn. Hieruit wordt duidelijk dat ze graag hun eigen subsidie willen verdedigen en dat subsidiegeld ingezet moet worden voor de noodzakelijke voorzieningen. 2. Bezuinigen en ombuigen, door wethouder Lestrade De wethouder geeft kort een toelichting over de bezuinigingsopdracht die het college heeft gekregen van de gemeenteraad. Zie: Presentatie Sprekerstafels. Nog niet iedereen heeft de website Subsidiekeuzes.nl ingevuld. De wethouder doet dan ook een oproep om dit wel te doen! Ook wordt de vraag gesteld hoe hoog de bezuinigingsopdracht precies is. De wethouder licht toe dat er voor 2015 al een deel is ingevuld, er moet nu nog zo n euro worden bezuinigd. Maar daarbij geeft ze wel aan dat als we meer kunnen bezuinigingen, we dit ook kunnen inzetten voor nieuw beleid. Dus het is ook belangrijk dat er op een andere manier gekeken wordt naar het huidige subsidiebeleid. 3. Debat Stelling 1: Als meerdere organisaties dezelfde activiteiten organiseren, moet maar één organisatie subsidie krijgen. De minderheid is het eens met deze stelling. Het gaat uiteindelijk om een doel en activiteiten zo efficiënt en effectief mogelijk organiseren. De organisatie die dat het beste kan, zou die dan het geld moeten krijgen? Hier waren zowel voor- als tegenstanders van de stelling het mee eens. Ook het samen aanvragen van subsidie en het daarna onderling verdelen werd als optie genoemd. Als belangrijk punt werd aangegeven dat er zeker rekening gehouden moet worden met de eigen identiteit van verenigingen. Er zijn ook organisaties waarbij eigen identiteit niet belangrijk is, maar er zijn ook organisaties die heel graag de eigen identiteit wel willen behouden. Toch denkt er iemand dat je door samenwerken wel kan bezuinigen. Iedere vereniging heeft een bestuur en dat kost geld. Maar we hebben bijvoorbeeld twee voetbalverenigingen in de gemeente, moeten deze verenigingen dan fuseren? De oplossing die hiervoor wordt gegeven is een sportkoepel. Daarnaast blijkt dat er vier EHBO gerelateerde verenigingen zijn in de gemeente: waarom niet fuseren? Boxtel hoeft niet naar Liempde te komen en Liempde niet naar Boxtel. Dus afstand en verschillen zijn de reden. De Voedselbank merkt echter op dat er maar één voedselbank is in de gemeente, waarom dan vier EHBO s?! Origine van de club is niet zo maar gekomen, bepaalde doelgroepen op een bepaalde plaats. Het is aan de club zelf hoe ze hun begroting rond krijgen. Dus vindt iemand fuseren een onzinvraag. Daar heeft de gemeente geen fluit mee te maken. Iemand reageert daar op: zo is het altijd geweest, maar het moet anders! Als eigen vereniging moet je over je eigen grenzen kijken. Het is en blijft gemeenschapsgeld. Daar mag een gemeente voorwaarden aan stellen. Er wordt een kanttekening geplaatst: de vraag is niet alleen of verenigingen samen kunnen werken, maar vooral willen zij samenwerken?

3 De harmonieën in Boxtel willen de identiteit van de eigen organisatie graag behouden, denken absoluut niet aan fuseren. Maar kopen wel samen muziek in en zien de voordelen van samenwerken. Conclusie: Samenwerken en efficiëntie is goed, verenigingen willen de eigenheid behouden, de gemeente moet een fusie niet afdwingen. Het moet niet zo zijn dat de gemeente de lieverdjes uitkiest. Stelling 2: Ook hobby en ontspanningsactiviteiten moeten subsidie krijgen. De meerderheid is het eens met deze stelling. Iemand geeft aan dat de gemeente graag een gezonde gemeente wil zijn. Gezonde mensen, daar hoort ook ontspanning bij. Ook muziekkorpsen is ontspanning. Daarnaast geeft iemand aan dat hobbyactiviteiten relatief goedkoop zijn voor de gemeente, maar wel met een grote impact (bv. Hobby-naschoolse opvang). Er wordt nadrukkelijk een onderscheid gemaakt tussen jeugd en volwassenen. Ook bij mensen met een beperking, mag de gemeente er niet vanuit gaan dat zij geld hebben voor ontspanningsactiviteiten. Bij jeugd wordt het belangrijk gevonden dat zij op een andere manier worden bezig gehouden. Preventief tegen overlast. Iedereen is het er eigenlijk over een dat jeugd gesubsidieerd mag worden en volwassenen moeten het zelf betalen. De drempel voor de jeugd moet laag blijven. Daarnaast wordt de nadruk gelegd op de maatschappelijke rol. De fanfare is voor buiten, voor iedereen toegankelijk. Rogier vraagt zich af of je mensen dan ook achteraf kan laten bijdragen voor een activiteit? Ja, dat zou een ander verdienmodel kunnen zijn. Het onderscheid tussen hobby en ontspanning wordt door een aantal anders gedefinieerd. Het wordt afgescheiden van (sport)verenigingen, maar het gaat over bijvoorbeeld clubjes om te kleien. In verengingsverband wordt het niet als hobby gezien, maar individueel in hobbysfeer moet je het zelf betalen, als je dat kan. Wanneer iemand het niet kan betalen, dan zijn er andere regelingen. Dus niet als individu een hobby uitoefenen, maar kijken naar het collectief belang. Waarbij een vangnet noodzakelijk is. Conclusie: Er wordt een groot belang gehecht aan subsidie voor jeugd en mensen met een lichamelijke of financiële beperking. Als individu een hobby uitoefenen hoeft niet gesubsidieerd te worden, maar wel in collectief verband. Vangnet voor mensen die het niet kunnen betalen moet worden behouden. Stelling 3: De gemeente moet pas subsidie geven als een organisatie heeft aangetoond het niet (of niet helemaal) op een andere manier te kunnen financieren. Er lopen weinig mensen over. Het merendeel van de aanwezigen is het eens met de stelling. Er bestaat veel te veel automatisme in subsidieverstrekking. De aanwezigen vinden dat het meer naar de volgende aanpak moet: laat de organisatie een behoorlijk plan neerleggen, met daarin de manier waarop het getoetst kan worden wanneer ze dat behaald hebben. Organisaties zijn verantwoordelijk om met zo min mogelijk gemeenschapsgeld iets te doen. Of er misschien zelfs meer van te maken. Wijkbudgetten moeten verdedigd worden, laat de wijken meer zelf regelen. Want nu komen plannen bij het wijkorgaan en die toetsen. Het geld wat overblijft dat gaat terug naar de gemeente. Waarom niet eerst een plan indienen? Door de aanwezigen wordt aangegeven dat subsidie nog erg vaak een tekort aanvult. Het advies van iemand is om een meer zakelijke relatie op te zetten met de gemeente. Zo efficiënt mogelijk. De gemeente maakt de keuze: wat willen we? Dat geldt als basisvoorwaarde. Dus niet alleen leveren als er een tekort is. Overheid is medeverantwoordelijk voor de samenleving. Zij zouden moeten denken aan een sector(budget)verdeling, wijkgericht, gebaseerd op een goed plan en niet zo maar meer doen met minder geld.

4 4. Een opdracht: Maak een beoordelingsformulier voor de ambtenaren, die zij kunnen gebruiken bij het beoordelen van een subsidieaanvraag. (Criteria, randvoorwaarden, functies). In negen groepjes gaan de aanwezigen aan de slag om samen een aantal beoordelingscriteria en/of voorwaarden op te schrijven die later aan de wethouder worden gepresenteerd en meegegeven. Zie resultaten in de bijlagen. Wat werd uitgelicht? - Onderscheid jeugd en volwassenen - Maatschappelijk belang - Wanneer spreken we over subsidie? Drie categorie: Wettelijke taken, wie kan dat beïnvloeden? Professionele instellingen, prestatieovereenkomst. - Basisniveau. Zet die vast, ondanks politieke verandering blijft dat. - Automatisme beperken. 5. Sluiting Rogier sluit samen met wethouder Lestrade de avond af met de vraag: Wat is uw opgevallen? De wethouder heeft gehoord dat er eensgezindheid bestaat over de zakelijkheid van een subsidierelatie, dat jeugd veel aandacht behoeft en de nadruk moet komen te liggen op maatschappelijk nut. Wat dat dan is, daar wil de wethouder een betere definitie voor ingevuld zien. Maar ze heeft ook geconstateerd dat het besef aanwezig is dat dingen anders gaan en dat dit onvermijdelijk is. Dat het mogelijk is om subsidies sectorgericht te verdelen en dat efficiency hierbij erg belangrijk is. Ook het maatwerk wil de wethouder hierbij niet uit het oog verliezen, gelijke gevallen behandelen wij gelijk; niet gelijke gevallen behandelen wij niet gelijk. Daarnaast moet de gemeente aandacht hebben voor mensen met een lichamelijke of financiële beperking. De wethouder dankt alle aanwezigen voor de aanwezigheid, inzet en betrokkenheid.

5 Bijlage 1 Resultaten opdracht

6

7

8

9

10

11

12

13 Bijlage 2 Lijst met aanmeldingen

14

15