Uitvoeringsregeling subsidies incidentele activiteiten 2012

Transcriptie

1 Uitvoeringsregeling subsidies incidentele activiteiten 2012 Burgemeester en wethouders van Doetinchem; overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren op de volgende onderdelen van de zorg, sport en cultuur; Evenementen Nationale Buitenspeeldag Deskundigheidsbevordering vrijwilligers Sportstimulering Kleinschalige culturele activiteiten Belangenbehartiging Wijk- en dorpsraden gelet op artikel 2, artikel 4 en artikel 7, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Doetinchem 2012 besluiten vast te stellen de volgende Uitvoeringsregeling subsidies voor incidentele activiteiten. Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Doetinchem 2012 Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen 1. Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor Evenementen Nationale Buitenspeeldag Deskundigheidsbevordering vrijwilligers Sportstimulering Kleinschalige culturele activiteiten Belangenbehartiging Wijk- en dorpsraden 2. Voor elk van de activiteitenonderdelen genoemd in het vorige lid stelt het college jaarlijks voor het begin van het subsidiejaar een subsidieplafond vast en maakt dit bekend. Artikel 3 Procedurebepalingen 1. Een aanvraag om subsidie op grond van deze uitvoeringsregeling dient door het college te zijn ontvangen uiterlijk 8 weken voor het begin van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd. 2. Subsidies, op basis van deze uitvoeringsregeling verstrekt, worden door het college:

2 a. direct vastgesteld of; b. ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht. 3.. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Artikel 4 Inhoudelijke criteria waaraan de aanvragen worden getoetst 4.1 Evenementen a. Het evenement heeft minimaal een bovenlokaal en regionaal karakter. b. Het evenement vindt plaats in de gemeente Doetinchem. c. Het evenement is in principe voor iedereen toegankelijk. d. Het evenement heeft naar het gemotiveerd oordeel van de burgemeester en wethouders kwalitatief een hoog niveau. e. Een evenement op het terrein van de sport heeft minimaal het hoogste landelijke of een internationaal niveau. f. De inhoud en kwaliteit, draagvlak en de onderstreping van de positie van Doetinchem zijn richtinggevende factoren voor de gemeentelijke subsidiëring van het evenement. g. De organisatie, die het evenement organiseert, wordt niet op een andere manier door de gemeente gesubsidieerd voor deze activiteit. h. De subsidie bedraagt maximaal 40% van de kosten van de activiteit met een maximum van Nationale Buitenspeeldag a. De activiteit vindt plaats in de gemeente Doetinchem op de nationaal vastgestelde datum van de Nationale Buitenspeeldag. b. De activiteit wordt georganiseerd in het kader van de Nationale Buitenspeeldag. c. De subsidie bedraagt per activiteit maximaal 155. d. De activiteit is in beginsel voor iedereen toegankelijk. 4.3 Deskundigheidsbevordering vrijwilligers a. De organisatie, die subsidie aanvraagt, moet in Doetinchem actief zijn op de terreinen zorg, welzijn, sport en/of cultuur. b. De deskundigheidsbevordering moet een directe relatie hebben met het vrijwilligerswerk van de organisatie. c. De deskundigheidsbevordering moet zijn gericht op kwaliteitsverbetering in de uitoefening van de functies die de vrijwilligers verrichten. d. De deskundigheidsbevordering voor cultuur moet zijn gericht op de kwaliteitsontwikkeling van de amateurkunst

3 e. Voor een subsidie komen in aanmerking de werkelijke kosten van opleiding, cursus, en/of training, boeken, examens, lesmateriaal alsmede reiskosten (2 e klasse openbaar vervoer). f. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten van een cursus, opleiding of training. g. De maximale subsidie per organisatie per kalenderjaar bedraagt h. Geen subsidie wordt verstrekt als er voorliggende voorzieningen zijn. i. De organisatie dient voldoende te waarborgen dat zij gedurende een redelijke termijn profijt heeft van de vrijwilligers die een gesubsidieerde opleiding, cursus of training hebben gevolgd. 4.4 Sportstimulering a. De activiteit, waarvoor subsidie wordt aangevraagd, vindt in de gemeente Doetinchem plaats. b. De activiteit, waarvoor subsidie wordt aangevraagd, richt zich op de doelgroepen van coach+: jeugd en/of sociale minima en/of mensen met een beperking. c. De subsidie bedraagt (maximaal) 50% van de kosten van de activiteit met een maximum van 1000,=. d. De maximale subsidie per vereniging of organisatie per jaar bedraagt 1.500,=. 4.5 Kleinschalige culturele activiteiten a. De activiteit moet naar het oordeel van burgemeester en wethouders een bijzondere culturele activiteit zijn. b. De activiteit moet origineel en vernieuwend zijn. c. De activiteit moet inhoudelijk, organisatorisch en financieel goed onderbouwd zijn d. De activiteit vindt plaats in de gemeente Doetinchem. e. De activiteit is voor iedereen toegankelijk. f. De organisatie wordt niet op een andere manier door de gemeente gesubsidieerd voor deze activiteit. g. Jaarlijks worden geen twee gelijksoortige evenementen uit het budget kleinschalige culturele activiteiten gesubsidieerd, tenzij sprake is van wezenlijk verschillende omstandigheden. h. De subsidie bedraagt maximaal 40% van de kosten van de activiteit met een maximum van 1500; in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. 4.6 Belangenbehartiging a. De activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd betreft belangenbehartiging ten behoeve van één of meerdere van de doelgroepen jeugd/jongeren, mensen met een beperking, mensen/gezinnen met een laag inkomen, ouderen, etnische minderheden. b. De organisatie ontplooit activiteiten die voornamelijk zijn gericht op inwoners van de gemeente Doetinchem

4 c. Per organisatie bedraagt de subsidie maximaal 1000 op jaarbasis. d. Uitsluitend kosten op het gebied van belangenbehartiging zijn subsidiabel. e. De aanvragende organisatie is onderdeel van dan wel nauw gelieerd aan een landelijke organisatie die tot doel belangenbehartiging van de betreffende doelgroep heeft. f. Geen subsidie wordt verstrekt voor belangenbehartiging door zelfhulpgroepen. g. Geen subsidie wordt verstrekt als er voorliggende voorzieningen zijn. 4.7Wijk en dorpsraden a. De aanvragende wijk- of dorpsraad dient ten gericht te zijn op - het bevorderen van de leefbaarheid in de wijk; - het onderhouden en bevorderen van contacten met, alsmede het uitbrengen van advies, aan overheids- en andere instanties en personen die invloed hebben op de verwezenlijking van het doel van de wijk- of dorpsraad - het zoveel mogelijk betrekken van bewoners bij en regelmatig informeren over de activiteiten van de wijk- of dorpsraad - het op andere manieren bevorderen van communicatie tussen de wijk- of dorpsraad en de bewoners en andere bij de activiteiten van de wijk betrokken personen of instellingen. b. De aanvragende wijk- of dorpsraad dient minimaal zes actieve bestuursleden te hebben. c. De aanvragende wijk- of dorpsraad dient minimaal zes vergaderingen per jaar te houden waaronder tenminste één algemene openbare vergadering waarin rekening en verantwoording wordt afgelegd. d. Voor de grenzen van het werkgebied van de wijk- en dorpsraden wordt uitgegaan van de CBS wijk- en buurtindeling. e. De subsidie bestaat uit een vast basisbedrag van 500 per jaar en een bedrag van 0,12 per inwoner. Artikel 5 Algemene regels 1. De desbetreffende activiteit dient te worden uitgevoerd in het jaar van subsidietoekenning, tenzij het college vooraf toestemming heeft gegeven om de gehele activiteit of het laatste gedeelte van de activiteit uit te voeren in de eerste helft van het daaropvolgende jaar. 2. Aanwezigheid van een naar het oordeel van burgemeester en wethouder acceptabele kosten/baten verhouding is van doorslaggevende betekenis bij de beoordeling van een subsidieaanvraag; kortom - is de activiteit wat betreft het verwachte resultaat het benodigde subsidiebedrag waard. 3. De aanvrager dient aannemelijk te maken dat hij voldoet aan de criteria die in artikel 4 gesteld zijn voor het onderdeel waarvoor hij subsidie aanvraagt. 4. Waar gezien de aard van de activiteiten daartoe mogelijkheden aanwezig kunnen worden geacht, maakt de aanvrager gebruik van voorliggende voorzieningen (sponsoring, fondsen en/of andere subsidiemogelijkheden). De aanvrager dient dan daarop gerichte inspanning aan te tonen.

5 5. In alle gevallen waarin deze uitvoeringsregeling niet voorziet of onduidelijk is, beslist het college. In bijzondere gevallen kan het college gemotiveerd van deze uitvoeringsregels afwijken. 6. Bij de subsidieaanvraag dient een begroting te worden gevoegd waarin alle kosten/uitgaven gespecificeerd vermeld zijn die direct verband houden met de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Aan de hand van deze begroting wordt het voorlopige subsidiebedrag berekend. 7. Directe subsidiëring van zelfhulpgroepen draagt het gevaar in zich van institutionalisering en aantasting van het zelfhulpkarakter. Daarom wordt afgezien van een directe gemeentelijke subsidiëring van zelfhulpactiviteiten. Artikel 6 Kosten die niet voor subsidie in aanmerking Niet voor subsidie in aanmerking komen kosten voor a. onvoorzien; b. verblijf; c. kinderopvang; d. reizen (met uitzondering van reiskosten die gemaakt worden in het kader van deskundigheidsbevordering voor vrijwilligers); e. bloemen/aankleding; f. prijzen voor loterij/presentjes; g. uitgaven waar directe inkomsten aan verbonden zijn (bijvoorbeeld programmaboekjes die worden verkocht); h. catering/maaltijden voor deelnemers en gasten. Artikel 7 Verdeling van het subsidieplafond 1. De subsidieaanvragen worden behandeld op datum van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld. 2. Per 1 september van het subsidiejaar worden de dan nog aanwezige saldi van de plafondbudgetten gebundeld tot één budget. 3. Vanaf die datum wordt dit gebundelde budget voor de rest van het jaar ingezet voor subsidies voor activiteiten op genoemde onderdelen. 4. Daarbij vormt de cumulatie van voornoemde saldi het subsidieplafond. 5. Aanvragen voor subsidie uit dit gebundelde budget worden behandeld naar datum van binnenkomst. Artikel 8 Slotbepalingen 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari De regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidies incidentele activiteiten Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Doetinchem op 13 december 2011