Plan van aanpak pilot STOOF Scholingsvouchers

Vergelijkbare documenten
DRAAIBOEK SAMENWERKING STOOF EN LEERWERKLOKET HET LABELEN EN VERZILVEREN VAN STOOF SCHOLINGSVOUCHERS

Aangezien de tijd dringt voor het organiseren van een regionale bijeenkomst met de uitzendpartijen, heb ik de volgende praktische vragen/verzoeken:

STOOF Sectorplan UITZENDBRANCHE Regionale bijeenkomsten UWV-Leerwerkloketten en Uitzendwerkgevers

2. Log in bij <login>. Indien u nog geen inlog heeft maak dan een account aan bij <account aanmaken>.

Voorbeeld van een Uitvoeringsplan Schakelpunt Landelijke Werkgevers Werving en Plaatsing [functie] tussen Werkgever Y en arbeidsmarktregio X

Kansen creëren met Publiek Private Samenwerking. Lessen uit de evaluatie pilot scholingsvoucher en pilot e-portfolio

Nieuwe kansen voor intermediairs

Raadsstuk. Onderwerp: Ontsluiting werkzoekendenbestand Reg.nummer: 2013/311890

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Ontwikkelingen arbeidsmarkt: Uitzendbureau? Kans op werk!

RMC Regio: 0... Aantal geleverde namen met gegevens:.

samen werken aan werk

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

Bijlage 3: Activiteiten Team Aanpak Jeugdwerkloosheid. Matchen op werk

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

LEERWERK MAKELAAR MATCHMAKER TUSSEN LEERBAAN-STUDENTEN EN ONDERNEMERS

Antwoorden op vragen bij het congres De Flexkracht aan zet!

Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB).

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer

EEN PREVENTIEPROJECT APRIL

Bij U-Boss word ik altijd warm ontvangen en doen ze echt hun best voor je. Pieter de Haan Uitzendkracht

-Scholingsfonds niet werkende werkzoekenden

Het functioneringsgesprek

2. Log in bij <login>. Indien u nog geen inlog heeft maak dan een account aan bij <account aanmaken>.

Beleidsregels scholingsvouchers, inwerkpremies en loonkostensubsidies Werk en Inkomen Lekstroom

Informatienota. Behandelvoorstel voor commissie. Relevante eerdere besluiten

EN WERK & INKOMEN. 2 e leer en kennisbijeenkomst 24 mei 2018

Decentralisatie-uitkering Programma Economische Zelfstandigheid

Toelichting ESF op Rijopleidingen voor bedrijven

Ongekende mogelijkheden

Afdeling Samenleving Richtlijn 3.2 WORK FIRST (SPORENMODEL)

Samenwerking tussen gemeenten regio Holland Rijnland & Metechnica bv. Ilona Rengelink Joost Bruggeman

DUURZAAM VOORUIT Deelplan voor bibliotheken uit Sectorplan Cultuur

Talenten.land Handleiding deelnemer

Spottofy.nl. Handleiding deelnemer

Preventieproject De Overstap 2015 April 2015

Expose Involve Commit

Tweede Kamer der Staten-Generaal

UITWERKING PARTICIPATIEVERORDENING WIL

Online applicatie voor participatie en re-integratie

Nieuwe kans op extra instroom

Aan de gemeenteraad van de gemeente Medemblik. Analyse tekort inkomensdeel Inleiding

Plan van aanpak: Mobiliteit in de AMR Noord-Holland Noord

Handleiding. Recruitmentsysteem ZorgSelect. Handleiding recruitmentsysteem ZorgSelect augustus /11

Resultaten aanpak Jeugdwerkloosheid AgriFood Capital Werkt! 01 november 2017

Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen

Door Cliënten Bekeken voor tandartspraktijken. Informatie en stappenplan

En Nu is. het Dus tijd voor beter werk dat beter betaald! EnNuDus UITZENDBUREAU. Maak kennis metjouw persoonlijke uitzendbureau

1 Aanvraagformulier Tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van Sociaal Medische Indicatie

Evaluatie Pilot Sprintbemiddeling Gemeente Houten Alexander Calder UW Reïntegratie

PILOT. Nieuw werkproces voor loonkostensubsidie. Alles over de pilot

Presentatie WSP & Banenafspraak

Handleiding Administratieve Organisatie en Interne Controle (AOIC)

Migratieachtergrond van werkzoekenden naar regio, beroep en opleidingsniveau, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit

BEDOELD VOOR DE ONDERNEMERS IN VOORSCHOTEN, LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN WASSENAAR

Werkmans en Social Media

Waarom een ouderportaal?

Rectificatie Besluit Protocol Scholing 2008

Nieuwsbrief Werken is meedoen

gelet op; - artikel 35 lid 1 van de Participatiewet - het gestelde in de nota Samen actief tegen armoede en het daarin genoemde speerpunt;

arbeidsmarkt Uw partner op de Marianne Vogelenzang accountadviseur Erwin Boer accountadviseur Margriet Broere accountadviseur

Aanmeldingsformulier EVC-procedure

Juni Onderwerp: stand van zaken jeugdwerkloosheid. Geachte heer, mevrouw,

UITWERKING PARTICIPATIEVERORDENING WIL

Leerpilot Inclusief HR In- en doorstroom

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In hoofdstuk 3 van het Jongerenoffensief staat welke doelstellingen de arbeidsmarktregio Twente zich stelt.

Afspraakbanen. Hoe komen we onze Afspraak(banen) na?

Gemeenten leggen de rode loper uit voor kwetsbare jongeren richting school en werk

Informatiebrief en toestemmingsformulier registratie facioscapulohumerale spierdystrofie voor jongeren van jaar

Privacyverklaring Edunova

Evaluatieverslag aanpak jeugdwerkloosheid

Wet investeren in jongeren (WIJ)

Bedrijfspresentatie. Euroforce B.V.

Toelichting. toegang tot de VCA opleiding + examen bij een erkend examencentrum

Speerpunten aanpak VSV en arbeidstoeleiding kwetsbare jongeren

Handleiding. Recruitmentsysteem ZorgSelect. Handleiding recruitmentsysteem ZorgSelect augustus /11

Sectorplannen. Handleiding voor werkgevers

De werkwijze van freek.

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

Vraaggestuurde re-integratie: methode of mythe? Arjan Heyma (SEO Economisch Onderzoek) 27 mei 2011

Artikel 1 In dit reglement wordt onder de hierna aangegeven begrippen het volgende verstaan:

Draaiboek 12 november 2015

Handleiding voor schoolbesturen bij de prikactie

Werk en inkomen middelbaar beroepsonderwijs. Tijdelijk werk in het middelbaar beroepsonderwijs

PRIVACY STATEMENT ACCORD

Vragen naar aanleiding van de instructie Werkscan 2.0

Overeenkomst toeleiding

Bijlage bij visiedocument. Overzicht re-integratieactiviteiten en projecten. Gemeente Barneveld

Kansen voor jongeren bij u op de werkvloer Menukaart voor werkgevers

Stichting Jong Actief Trajecten

Financiële voordelen voor werkgevers. Ik neem een oudere werknemer, langdurig werkloze of werknemer met een beperking in dienst

Concept Subsidieregeling Scholings-begeleidingsvoucher

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie:

Plan van aanpak pilot STOOF Scholingsvouchers Versie voor de website 24 november 2016 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Doel van de pilot Hoofdstuk 2. Fasering van de pilot Hoofdstuk 3. Aandachtspunten bij de pilot Hoofdstuk 4. Wijze van registratie en monitoring van deelnemers en vouchers Hoofdstuk 5. Praktische zaken Bijlage 1. Voorwaarden scholingsvoucher Bijlage 2. Handleiding aanvraag voucher Bijlage 3. Verklaring aanvraag Scholingsvoucher Bijlage 4. Handleiding Scholingsvouchers Uitzendkracht Bijlage 5. Monitor Scholingsvouchers Checklist: zijn alle stappen doorlopen? Stap Wie Geregeld? Jongeren in beeld gebracht Gemeente Jongeren geschikt (voldoende gemotiveerd etc) Jongeren per mail aanbieden aan uitzendorganisaties met cv etc Jongere informeren over uitzendorganisaties waar hij terecht kan Terugkoppeling van uitzendbureau over geschiktheid jongere Uitzendorganisatie met vacature begeleidt jongere naar werk Terugkoppeling over gevolgde scholing Terugkoppeling over huidige situatie jongere Gemeente Gemeente Gemeente Uitzendorganisatie Uitzendorganisatie Uitzendorganisatie Uitzendorganisatie

Hoofdstuk 1. Doel van de pilot 1.1 Matchen op werk Minister Asscher stuurde op 29 november 2015 een brief naar de Tweede Kamer. Die brief maakte duidelijk dat de jeugdwerkloosheid in 2014 en 2015 sterk gedaald is. Oorzaak hiervan was het feit dat jongeren vaker bleven doorleren, dat er meer vacatures waren en dat er meer jongeren aan het werk gingen. De aantrekkende economie biedt dus goede perspectieven voor jongeren die klaar zijn met hun opleiding. Aan de andere kant is er nog steeds een groep jongeren die langdurig werkloos is. Dit zijn met name jongeren met een uitkering, jongeren zonder startkwalificatie en migrantenjongeren. Deze jongeren hebben ook in 2016 behoefte aan ondersteuning bij hun zoektocht naar werk. Immers wanneer er niets wordt gedaan aan hun positie resteert voor deze groep langdurige werkloosheid, soms uitmondend in ongewenste maatschappelijke effecten. Om deze reden richt de Aanpak Jeugdwerkloosheid zich onder andere op Matchen op Werk. Matchen op Werk en de Aanpak Jeugdwerkloosheid De Aanpak Jeugdwerkloosheid bestaat uit vier speerpunten: Matchen op werk, City Deal, Loopbaanleren, Werkgeversaanpak 1. Om uitvoering te geven aan de aanpak Matchen op Werk ontvangen gemeenten en UWV ook in 2016 elk weer financiële ondersteuning van het Rijk. Matchen op werk is gericht op jongeren met een WW- en bijstandsuitkering en jongeren zonder startkwalificatie. Matchen op Werk is bedoeld voor jongeren met een uitkering (WW en bijstand met onvoldoende werknemersvaardigheden, weinig effectief zoekgedrag) en jongeren zonder startkwalificatie. Matchen op Werk kan een positieve invloed hebben op de motivatie en de zelfredzaamheid van jongeren en het kan bijdragen aan het overbruggen van negatieve beeldvorming. Negatieve beeldvorming is het fenomeen dat werkgevers zich laten leiden door vooroordelen over bijvoorbeeld jongeren met een uitkering of migrantenjongeren. Zij worden vaak op voorhand al afgewezen bij een sollicitatieprocedure. Maar wanneer jongeren eenmaal kennis hebben gemaakt met een werkgever via bijvoorbeeld een matchingevent hebben zij een even grote kans op een baan. In het kader van Matchen op Werk, met als directe aanleiding de aanvullende bestuurlijke afspraken voor jongeren zonder startkwalificatie en het onderzoek van IZI 2 vindt een pilot met STOOF scholingsvouchers plaats, voor jongeren zonder startkwalificatie. Dit plan van aanpak beschrijft de wijze waarop gemeenten deze pilot kunnen vormgeven. Allereerst gaan we in op de scholingsvouchers zelf en het beoogd resultaat. Daarna bespreken we op welke wijze de pilot vorm te geven is door gemeenten en uitzendorganisaties. 1.2 Publiekprivate samenwerking voor jongeren zonder startkwalificatie Uitzendbureaus kunnen een rol spelen bij het Matchen op werk van jongere werkzoekenden. Uitzendbureaus hebben een groot netwerk van werkgevers, veel vacatures voor laagopgeleid werk en hebben veel expertise met het plaatsen van werkzoekenden, ook werkzoekenden zonder startkwalificatie en het combineren van werken en leren. Daarom kan het voor gemeenten (en UWV) aantrekkelijk zijn om uitzendbureaus in te schakelen voor het matchen van (jonge) werkzoekenden op vacatures (zowel het voorselecteren als het aandragen van kandidaten bij werkgevers) en het bieden van aanvullende aanbodversterkende dienstverlening. ABU, NBBU en STOOF willen bijdragen aan het stimuleren van publiekprivate samenwerking in het kader van de Aanpak Jeugdwerkloosheid. Daarom wil het Team Aanpak Jeugdwerkloosheid vorm gaan geven aan publiekprivate samenwerking en zo meer jongeren gaan Matchen op Werk. 1 Zie www.aanpakjeugdwerkloosheid.nl voor meer informatie. 2 Zie: https://www.aanpakjeugdwerkloosheid.nl/actueel/nieuws/2016/04/18/rapport-izi-solutions-jongeren-buiten-beeld-willen-graag-weer-naar-school-of-aanhet-werk

Dit gebeurt op de volgende manier: In acht regio s wordt een pilot uitgevoerd: uitzendbureaus zullen jongeren zonder startkwalificatie matchen op werk waar zij met inzet van scholingsvouchers verder geschoold worden, opdat hun arbeidsmarktpositie verder verstrekt wordt. STOOF stelt hiervoor 150 scholingsvouchers van 500,- beschikbaar. Voorwaarde is dat de jongere gematcht wordt op werk door een uitzendbureau, de jongere vraagt na overleg met de uitzendorganisatie de scholingsvoucher bij STOOF aan. In bijlage 1 is een overzicht van alle voorwaarden weergegeven. De deelnemende regio s zijn Drenthe, Twente, Midden-Limburg, Zeeland, Zuid-Limburg, West- Brabant, Groningen en Haaglanden. De acht regio s zijn daarmee verspreid over het hele land. En er is een spreiding van grote en kleinere regio s. 1.3 Beoogd resultaat van de pilot Beoogd eindresultaat is dat zo n 100-150 scholingsvouchers worden verstrekt en dat dus 100-150 jongeren zonder startkwalificatie worden geplaatst op een uitzendbaan. Elke gemeente slaagt erin, samen met de uitzendbureaus uit de regio, 10-15 jongeren te plaatsen op een uitzendbaan en gebruik te laten maken van een scholingsvoucher 3. Tot slot is het de bedoeling de publiek-private samenwerking tussen gemeenten en uitzendbureaus te verstevigen: dat partijen elkaar makkelijker weten te vinden, dat uitzendbureaus voor deze groep jongeren een grotere rol gaan spelen en dat het zo lukt om meer jongeren te matchen op werk. 1.4 Mogelijke knelpunten Bij de uitvoering van de pilot Scholingsvoucher zijn op voorhand ook belangrijke aandachtspunten te benoemen. In dit plan van aanpak geven we zoveel mogelijk oplossingen voor deze knelpunten. Selectie jongeren Gemeenten in de regio s zullen jongeren moeten selecteren die aan de voorwaarden voldoen. Dat betekent dat de gemeenten een goed inzicht moeten hebben in hun bestanden, of in staat moeten zijn om snel jongeren een aantal vragen voor te leggen. Regio s hebben zich gecommitteerd via de aanvullende bestuurlijke afspraken om deze jongeren door bestandskoppeling in beeld te brengen en hun situatie in kaart kunnen brengen. In de opstartfase werkt de projectleider samen met gemeenten uit hoe zij de selectie van jongeren kunnen vormgeven. Samenwerking tussen gemeenten en uitzendbureaus Een tweede aandachtspunt is het samenwerkingsproces tussen gemeenten en uitzendbureaus. Organisaties zullen snel moeten schakelen, jongeren snel moeten overdragen, hun beloftes moeten nakomen, enzovoort. Dat vraagt om medewerkers die over deze specifieke vaardigheden beschikken en er voldoende tijd wordt vrijgemaakt heldere werkafspraken te maken en deze uit te voeren. Hiertoe geven we in dit plan van aanpak een eerste aanzet. Matchen en voorkomen uitval Het derde aandachtspunt is de effectiviteit en efficiëntie van het matchen door de uitzendbureaus en het scholen met scholingsvouchers. Jongeren zonder startkwalificatie zijn niet altijd een gemakkelijke doelgroep. De uitzendbureaus zullen goed moeten vaststellen welke werkgevers geschikte werkplekken hebben. Ook het voorkomen van uitval na de match of tijdens het scholen zijn daarbij een belangrijk aandachtspunten. Het gaat immers niet om de meest leerbare doelgroep. De volgende hoofdstukken van deze handreiking gaan in op de fasering van de pilot, de belangrijkste aandachtspunten en de wijze waarop we de pilot willen gaan monitoren. 3 Er zijn in eerste instantie 21 scholingsvouchers beschikbaar per regio. Afhankelijk van het verloop van de pilot kan dit aantal worden bijgesteld.

Voorbeeld tekst om jongeren te informeren over de pilot Ben jij onder de 27 jaar en heb je geen diploma op mbo 2 niveau, dan zijn we op zoek naar jou! We gaan graag met je in gesprek om je te helpen bij het vinden van een baan. En heb je daar een opleiding voor nodig? Dan kan dat. De gemeente @@ werkt hiervoor samen met verschillende uitzendbureaus. Zij ondersteunen je in jouw zoektocht naar werk. Samen kijken jullie welke opleiding, training of certificaat jij nodig hebt om aan de slag te gaan. Het enige wat we jou vragen is motivatie!

Hoofdstuk 2. Fasering van de pilot In dit hoofdstuk beschrijven we kort de globale werkprocessen bij de pilot. 2.1 Fase 1. Opstart van de pilot Op 25 augustus is er een bijeenkomst geweest bij Mammoni in Utrecht. Daarbij waren STOOF, uitzendbureaus, gemeenten/regio s en Team Aanpak Jeugdwerkloosheid aanwezig. Op open wijze is tijdens die bijeenkomst gesproken over de pilot, de ideeën die er leven bij de verschillende partijen en de kansen en uitdagingen die de pilot biedt. Er bleken een aantal regio s al in de startblokken te staan om te gaan beginnen met de pilot. Andere regio s zijn wat minder ver en moeten eerst intern nog afspraken maken. Op 27 september was een tweede startbijeenkomst. Deze bijeenkomst vond plaats in Den Bosch bij 1931 voor regio s en uitzendbureaus die tijdens de eerst startbijeenkomst niet aanwezig konden zijn. Toen is opnieuw gesproken over het plan van aanpak en de vragen die er nog leven. Deze tweede versie van het plan van aanpak beoogt alle regio s en uitzendbureaus de informatie te geven die nodig is de pilot goed in te regelen. De pilot bij de regio s start met het opsporen van de jongeren die niet in beeld zijn en het overdragen van deze jongeren aan een uitzendbureau dat meedoet aan de pilot. Aan de jongeren (18-27 jaar) zijn enkele voorwaarden 4 verbonden: De jongere heeft geen startkwalificatie De jongere is te matchen op werk. De jongere heeft geen voorliggende problematiek die matchen op werk in de weg staat. De jongere is gemotiveerd om te gaan werken. De precieze voorwaarden zijn verder uitgewerkt in bijlage 1. Een eerste vraag is hoe de jongeren die niet in beeld zijn, in beeld te brengen zijn? Hiervoor is samenwerking tussen het RMC en de dienst W&I van de gemeenten in de regio belangrijk. De meest voor de hand liggende wijze van benadering is een bestandskoppeling. De uit te voeren stappen bij deze bestandskoppeling zijn beschreven in de Handreiking aanvullende bestuurlijke afspraken inclusief referentie Dienstverleningsproces voor de toeleiding naar een (leerwerk)baan van jongeren zonder startkwalificatie van 18 tot 27 jaar, die een bijlage was bij de brief van ministers Asscher en Bussemaker over de aanvullende bestuurlijke afspraken jongeren zonder startkwalificatie van maart 2016 Wanneer uit de bestandskoppeling blijkt welke jongeren niet in beeld zijn, dan is contact krijgen met deze jongeren nog een tweede stap. Het is verstandig hier voldoende tijd voor te investeren en deze jongeren op te pakken te krijgen via een multi-mode benadering: bellen, appen, mailen, brief schrijven en als dat allemaal niet leidt tot contact: een huisbezoek afleggen. Natuurlijk is het ook verstandig afspraken te maken in de regio met de netwerkpartners en informele organisaties waar jongeren zich melden. Denk bijvoorbeeld aan het jongerenpunt of jongerenloket of de uitzendbureaus zelf. Het is goed wanneer partijen in het netwerk - waar jongeren zonder startkwalificatie en zonder uitkering zich melden- weten dat er een pilot met Scholingsvouchers loopt die in te zetten zijn voor gemotiveerde jongeren zonder startkwalificatie 5 door contact op te nemen met de projectleider Aanpak Jeugdwerkloosheid/Scholingsvouchers van de regio. Halverwege het project wordt er gekeken of er voldoende jongeren zijn. Indien dit niet het geval blijkt dan mogen de uitzendorganisaties ook jongeren aanleveren. 2.2 Fase 2. Overdragen jongeren Wanneer jongeren in beeld zijn bij de projectleider Jeugdwerkloosheid/Scholingsvouchers is de volgende stap het beoordelen van welke jongeren wel en welke jongeren niet geschikt zijn voor de pilot. In beeld moet worden gebracht hoe de situatie van de jongere is en welke kenmerken hij of zij heeft en of deze jongere geschikt is voor een combinatie van leren en werken. Belangrijk hierbij is of de jongere gemotiveerd is. Na deze voorselectie is het overdragen van de jongeren aan een 4 Let op: de eis dat een jongere de afgelopen 6 maanden minimaal 32 uur heeft gewerkt voor een uitzendbureau is komen te vervallen. 5 Waarover in april 2016 aanvullende bestuurlijke afspraken zijn gemaakt.

van de deelnemende uitzendbureaus aan de orde. Belangrijke vraag is: welk uitzendbureau gaat aan de slag met welke jongere? Het is de bedoeling alle uitzendbureaus die zich hebben gemeld voor de pilot aan de slag kunnen gaan met de jongeren. De afspraak die is gemaakt met de uitzendbureaus tijdens de startbijeenkomst op 25 augustus, en bevestigd is op 27 september, is dat op het moment dat de regio/gemeente een jongere heeft die in aanmerking komt voor de pilot scholingsvouchers dat deze naar alle deelnemende uitzendbureaus wordt gemaild. Het uitzendbureau dat zich het eerste meldt met een vacature voor de jongere, gaat met de jongere aan de slag. Daarover stuurt het uitzendbureau een mail naar de projectleider jeugdwerkloosheid/scholingsvouchers. In stappen is het proces als volgt: 1. De gemeente mailt het profiel (NAWT gegevens (met schriftelijke instemming van de jongere), CV, motivatie en eventuele bijzonderheden) van de kandidaat aan de deelnemende uitzendbureaus (zie verder 3.1 voor een uitgebreidere beschrijving). 2. De uitzendbureaus laten weten aan de gemeenten of ze de kandidaat "oppakken". Wanneer een kandidaat niet opgepakt wordt, wordt de reden vermeld waarom niet. 3. De uitzendbureaus gaan met de kandidaten in gesprek. Een kandidaat kan met meerdere bureaus in gesprek zijn. De keuze hierover ligt bij de kandidaat. 4. Indien er niet met de kandidaat verder wordt gegaan wordt reden door het uitzendbureau aan gemeente doorgegeven. 5. Zodra de kandidaat een voucher aanvraagt in samenwerking met een uitzendbureau of wordt geplaatst wordt dit doorgegeven aan de gemeente. De gemeente informeert de andere bureaus. 2.3 Fase 3. Uitzendbureaus matchen jongeren op uitzendbaan Wanneer het uitzendbureau de jongere overgedragen heeft gekregen, kan aan de slag worden gegaan met het zoeken van een baan voor de jongere en het bepalen of scholing noodzakelijk is en welke scholing de jongere het beste kan volgen. Uiteraard is het uitzendbureau flexibel in wanneer de scholing ingezet wordt. Het kan zijn dat het nodig is de jongere te scholen voordat de plaatsing op werk mogelijk is. Het kan ook zijn dat de jongere eerst aan het werk gaat, en dat daarna de scholing plaatsvindt. Het uitzendbureau is vrij in deze keuze. Uiteraard is het belangrijk dat de jongere en het uitzendbureau samen bespreken welke opleiding er het beste kan worden gevolgd. Voorwaarde aan de scholing is dat er maximaal 500,- inclusief BTW gefactureerd kan worden aan STOOF en dat de scholingsvoucher voor 1 maart 2017 wordt aangevraagd via het portal van STOOF. De voucher is niet bestemd voor loopbaanoriëntatie en ook niet voor scholing die al gestart is voor de start van deze pilot. Met andere woorden de scholing moet na ontvangst van de voucher plaatsvinden en mag niet gebruikt worden om een reeds lopend traject te financieren. De scholing moet de arbeidsmarktkansen van de jongere verhogen en bijdragen aan de plaatsing via het uitzendbureau. NB: Het is mogelijk meer dan één keer scholing aan te bieden voor de voucher, mits de totale kosten die STOOF betaald maar maximaal 500,- bedragen, inclusief BTW. NB: Duurdere scholing is ook mogelijk, dan moet de factuur worden opgeknipt, zodat STOOF een factuur krijgt voor 500,- inclusief BTW. NB: Groepsgewijs scholing aanbieden is overigens ook een mogelijkheid om de kosten van scholing beperkt te houden. De facturen moeten dan per persoon worden opgesteld. NB: De scholing moet arbeidsmarktrelevant zijn. 2.4 Fase 4. Jongere werkt in uitzendbaan en volgt scholing Wanneer het uitzendbureau een werkplek heeft gevonden voor de jongere, gaat de jongere aan het werk en volgt scholing. Zoals in 2.3 is besproken is het ook mogelijk om de jongere eerst de scholing te laten volgen en daarna te bemiddelen naar werk. Dit is afhankelijk van de afspraken die jongere en uitzendbureau samen maken. Uiteraard is het in het belang van alle partijen dat de jongere zo veel mogelijk uren maakt en zo duurzaam mogelijk wordt geplaatst. Daarbij is het wel van belang dat het uitzendbureau een inschatting blijft maken van de belastbaarheid van de jongere die nu aan het werk is, belastbaarheid die de combinatie van werken en leren met zich meebrengt. 2.5 Fase 5. Opbrengt

Na 1 maart 2017 worden er geen scholingsvouchers meer betaald door STOOF. Wel zijn de jongeren, die in het kader van deze pilot door regio s aan uitzendbureaus zijn overgedragen, (mogelijk) nog aan het werk via het uitzendbureau. Mogelijk volgen zij ook nog het laatste deel van hun scholing. Doel van de pilot is bereikt wanneer de volgende resultaten zijn behaald: - Contacten tussen regio s en uitzendbureaus zijn verstevigd. - Jongeren hebben door scholing gewerkt aan de versterking van hun arbeidsmarktpositie. - Jongeren hebben relevante werkervaring opgedaan. - Idealiter: jongeren zijn nog steeds aan het werk en verdienen een eigen inkomen.

Hoofdstuk 3. Aandachtspunten bij de pilot In dit hoofdstuk volgt een overzicht van de aandachtspunten die er zijn bij de uitvoering van de pilot. 3.1 Afstemming tussen regio (gemeente) en uitzendbureaus Bij de inrichting van de pilot Voordat de eerste jongeren worden overgedragen van gemeenten naar uitzendbureau is het handig wanneer partijen met elkaar een aantal afspraken maken. Om te beginnen is het raadzaam wanneer de regionale projectleider van de pilot Scholingsvouchers even persoonlijk contact heeft met alle deelnemende uitzendbureaus. Dat vergemakkelijkt de communicatie in de loop van de pilot. Vervolgens moet worden vastgelegd hoe wordt bepaald of de jongere voldoende gemotiveerd is. Het is verstandig wanneer de gemeente alleen jongeren die voldoende gemotiveerd lijken, doorgeeft aan de uitzendbureaus. Dus dat de uitzendbureaus er vanuit kunnen gaan dat ze direct aan de slag kunnen met de jongeren die de gemeenten aan hen leveren voor plaatsing op werk en deelname aan de pilot Scholingsvouchers. Mochten gemeenten lichte twijfels hebben over willen en kunnen van de jongeren, dan is het in het kader van deze pilot waarschijnlijk verstandig de jongere toch over te dragen naar het uitzendbureau. Het uitzendbureau kan dan zelf beoordelen of deze jongere te plaatsen is op een vacature. Indien een jongere niet plaatsbaar is dan kan het uitzendbureau feedback geven aan de gemeente, die hiermee rekening kan houden bij de overdracht van andere jongeren. Zo kunnen regio en uitzendbureau over en weer van elkaar leren en uiteindelijk beter een inschatting maken van welke jongeren wel en welke niet te plaatsen zijn op werk. Verder moeten afspraken worden gemaakt over de overdracht. Het is de bedoeling dat alle uitzendbureaus de kans hebben om met een jongere aan de slag te gaan. Dat betekent dat de regio de jongeren die zij in aanmerking willen laten komen voor de pilot doorstuurt naar alle uitzendbureaus (om dit proces vlot te laten verlopen zal SZW een eerste mail sturen richting alle betrokkenen per regio. Daarna is het handig wanneer de regionaal projectleider een mailgroep aanmaakt met daarin alle uitzendbureaus). Het uitzendbureau dat de jongere het eerst op kan pakken omdat er een concrete vacature is, kan met de jongere aan de slag. Dit moet het uitzendbureau terugkoppelen naar de projectleider Aanpak Jeugdwerkloosheid/scholingsvouchers en deze moet op zijn/haar beurt het feit dat de jongere wordt geplaatst terugkoppelen naar alle samenwerkende uitzendbureaus. Het is verstandig, na overleg van de regionaal projectleider met de uitzendbureaus, precies vast te leggen op welke wijze dit mailverkeer plaatsvindt. Bij de overdracht Voor de uitzendbureaus is het praktisch informatie te hebben over de jongere. Daarom stellen we voor dat de regio de volgende gegevens meestuurt bij de overdracht aan de uitzendbureaus: - NAWT gegevens (met schriftelijke instemming van de jongere dat hij of zij akkoord is dat gegevens worden overgedragen) - CV - Motivatie (mocht de gemeente twijfels hebben over de motivatie van de jongere dan wordt ter informatie voor het uitzendbureau weergegeven waarover wordt getwijfeld.) - Bijzonderheden (denk bijvoorbeeld aan een mogelijke fysieke beperking of dat er voor deze jongere andere instrumenten ingezet kunnen worden) Na de overdracht Nadat het uitzendbureau heeft aangegeven een baan te hebben voor een jongere volgt terugkoppeling van het uitzendbureau aan de gemeente. Het is voor de gemeente van belang inzicht te hebben in het type baan en de soort opleiding. Mocht uiteindelijk blijken dat een jongere toch niet geschikt is voor plaatsing op een vacature, dan is het handig wanneer de uitzendbureaus dat ook terugkoppelen aan de regio. Informatie die dan voor de regio van belang is, is: waarom is

de jongere niet geschikt en wat moet er met deze jongere gebeuren om hem of haar wel geschikt te maken voor bemiddeling naar werk? 3.2 Aanvraagproces scholingsvoucher Wat zijn precies de taken van de regio (gemeente) bij het aanvragen van de scholingsvoucher? Wat doet het uitzendbureau? Hoe loopt het technische proces? Dit staat allemaal beschreven in bijlagen 2, 3 en 4. De gemeente heeft hier geen omkijken naar, dit regelen de uitzendkracht en het uitzendbureau samen. 3.2 Voorwaarden scholing Aan welke voorwaarden moet de scholing voldoen? Hieronder volgen een aantal voorwaarden. Voor opleidingsinstituten kan gebruik worden gemaakt van de partners van STOOF in de opleidingsportal, partners van uitzendorganisaties of van inleners. Daarnaast kan de uitzendkracht zelf een opleider zoeken, mits dit een erkend opleider is. Dit kunnen bijvoorbeeld ROC s zijn, Cedeo gecertificeerde opleiders, opleiders die lid zijn van de NRTO, opleiders die gecertificeerde opleidingen aanbieden. Het mogen geen interne opleidingen van uitzendorganisatie of inleners zijn. Een scholingsvoucher mag niet worden ingezet voor cursussen/opleidingen bij eigen opleidingspartijen van de uitzendorganisatie, dan wel opleidingspartijen die op enige wijze gelieerd zijn aan de uitzendorganisatie die scholingsvouchers aanvraagt (bijvoorbeeld een zusterorganisatie). Een scholingsvoucher kan niet worden ingezet voor een B-rijbewijs, omdat de arbeidsmarktrelevantie daarvan onvoldoende kan worden aangetoond. Andersoortige rijbewijzen zijn wel mogelijk (bijvoorbeeld BE of C). 3.3 Uitval van jongeren uit het proces Belangrijk punt waar afspraken over moeten worden gemaakt is de uitval. Hoe wordt omgegaan wanneer een jongere uitvalt tijdens het proces? Belangrijk is het om hierbij onderscheid te maken naar de fase in het proces. Zoals eerder aangegeven is het de bedoeling dat de gemeente jongeren aanlevert bij het uitzendbureau die gemotiveerd zijn. Wanneer een jongere niet meewerkt aan plaatsing op werk, of geen zin lijkt te hebben in scholing, dan is het verstandig deze jongeren niet deel te laten nemen aan de pilot. Wanneer jongeren starten met werken voor een uitzendbureau en er een opleiding voor hen wordt ingekocht is het van belang dat gemeenten zich realiseren dat uitzendbureaus er alles aan doen om de jongere in de gelegenheid te stellen de opleiding tot een goed einde te brengen en iemand geschikt te maken voor werk. Mocht een jongere alsnog uitvallen dan in overleg met de regio (gemeente) bekeken moeten worden hoe omgegaan moet worden met deze uitval. Misschien is het later volgen van de opleiding een optie. De kosten van de opleiding hoeven, in dergelijke gevallen, niet aan STOOF te worden terugbetaald.

Hoofdstuk 4. Wijze van registratie en monitoring van deelnemers en vouchers 4.1 Evaluatie van de pilot Voor arbeidsmarktregio s, uitzendbureaus en het ministerie van SZW is het van belang om vast te stellen of de pilot een succes is. Hiertoe laat het ministerie de pilot door een extern onderzoeksbureau (De Beleidsonderzoekers) evalueren. In april 2017 leveren De Beleidsonderzoekers een onafhankelijk evaluatierapport op dat inzicht geeft in de meerwaarde van het instrument scholingsvouchers en de samenwerking tussen arbeidsmarktregio s en uitzendbureaus. Specifiek geeft de evaluatie antwoord op de volgende vragen: Wat is de meerwaarde van de samenwerking tussen arbeidsmarktregio s en uitzendbureaus bij het plaatsen van jongeren op een baan en wat is de meerwaarde van de inzet van scholingsvouchers in het bijzonder? Zijn de jongeren terechtgekomen op een geschikte werkplek? Zijn werkgevers tevreden over de match? Zijn jongeren geschoold en leidt dat tot resultaten? Hoe verloopt de uitvoering van de pilot en de publiekprivate samenwerking? Welke lessen kunnen we trekken voor de toekomst? Welke suggesties zijn er voor borging en verbetering? 4.2 Registratie en monitoring deelnemers en vouchers Voor een goede evaluatie is het in de eerste plaats van belang dat de deelnemers aan de pilot en de vouchers goed geregistreerd worden. STOOF houdt bij hoeveel vouchers er zijn verstrekt. Arbeidsmarktregio s wordt gevraagd om gegevens bij te houden over deelnemers. Hiervoor ontvangen de arbeidsmarktregio s separaat een Excelbestand, deze is meegestuurd met het plan van aanpak. Zij kunnen hierin de deelnemersregistratie samen met uitzendbureaus bijhouden. Ook hierover moeten precieze afspraken worden gemaakt. Waarschijnlijk is het handig wanneer de gemeente eens per maand de informatie over de deelnemers ophaalt bij de uitzendbureaus. Het streven is geweest om de administratieve belasting minimaal te houden. Alleen de meest cruciale gegevens hoeven geregistreerd te worden. Om de privacy van deelnemers te waarborgen, is het niet mogelijk om individueel herleidbare persoonsgegevens te delen (denk aan BSN, achternaam in combinatie met geboortedatum en/of postcode en huisnummer, etc.). Tegelijk moeten de jongeren in de registratie wel zijn te herleiden om effectieve communicatie over jongeren tussen arbeidsmarktregio s, uitzendbureaus en STOOF mogelijk te maken. Daarom kiezen we voor een middenweg en registreren we alleen voornaam en geboortedatum. Het registratieproces is als volgt: 1. Gemeenten vullen in welke jongeren zijn opgeroepen of geselecteerd voor de pilot. Van deze jongeren noteren zij in het Excelbestand de volgende gegevens: a. Voornaam b. Geboortedatum c. Of ze zijn overgedragen aan het uitzendbureau d. De datum van overdracht 2. Gemeenten overhandigen het Excelbestand aan uitzendbureaus. Waarschijnlijk gebeurt dit meerdere keren, omdat niet alle jongeren tegelijk overgedragen worden. Uitzendbureaus vullen het bestand aan met de volgende gegevens: a. Of de jongere is uitgevallen voor plaatsing op een baan (bijvoorbeeld omdat de jongere toch niet geschikt is voor werk door psychosociale problematiek etc) b. De reden van uitval c. Of de jongere is geplaatst op een baan d. De datum waarop het contract tussen uitzendbureau en jongere is ingegaan e. Of de jongere is geplaatst op een baan f. De sector waarin de jongere werkzaam is g. De gemiddelde werkduur per week (mag een schatting zijn)

h. Of er een scholingsvoucher is ingezet i. Of de jongere is uitgevallen na plaatsing op een baan j. Datum waarop de jongere is uitgevallen na plaatsing op een baan k. Of de jongere op 31-03-2017 (einde registratie pilot) nog aan het werk is 3. Aan het einde van de pilot overhandigen uitzendbureaus het bestand weer aan gemeenten. De laatste, meest actuele versie van het bestand wordt gebruikt ten behoeve van de evaluatie. Gemeenten sturen het bestand op aan De Beleidsonderzoekers. 4.3 Interviews Voor een goede evaluatie is het op de tweede plaats van belang dat er informatie uit de praktijk wordt opgehaald. Hiervoor voeren De Beleidsonderzoekers telefonische interviews uit met de belangrijkste betrokkenen: Gemeenten (projectleider(s) per arbeidsmarktregio; totaal 10) Uitzendbureaus (steekproef van deelnemende bureaus per regio; totaal 10) STOOF (1 (groeps)interview) Jongeren (totaal 10 interviews) Inleners (totaal 10 interviews) Om de interviews met jongeren en inleners uit te kunnen voeren, vragen we aan gemeenten en uitzendbureaus om het eerste contact te leggen of zij bereid zijn om een kort telefonisch interview te laten afnemen. Bij een positieve reactie kunnen gemeenten en uitzendbureaus telefoonnummers overhandigen.

Hoofdstuk 5. Praktische zaken Regionale bijeenkomst voor start pilot Er is op 25 augustus een startbijeenkomst geweest. Op dinsdag 27 september was er een tweede startbijeenkomst voor de regio s en uitzendbureaus die niet aanwezig waren bij de startbijeenkomst. Indien gewenst is Team Aanpak Jeugdwerkloosheid (Mirjam Engelen) ten alle tijden bereid om te komen bij regionale (start)bijeenkomsten georganiseerd door de arbeidsmarktregio. Gemeenten kunnen uiteraard dit type bijeenkomsten organiseren wanneer zij daar behoefte aan hebben. Ook is het mogelijk om te starten met een belronde onder alle deelnemende uitzendbureaus in de regio. Waarschijnlijk is het verstandig wanneer de gemeenten het initiatief nemen tot het eerste contact met de uitzendbureaus. Uiteraard kunnen de uitzendbureaus ook contact opnemen met de regionale projectleider. Bijeenkomsten om ervaringen uit te wisselen Er zijn in november bijeenkomsten georganiseerd om ervaringen uit te wisselen. Er is gesproken over over hoe het gaat met de pilot STOOF Scholingsvouchers. Waar lopen regio s tegenaan? Hoe vinden uitzendbureaus dat het gaat? Wat gaat er goed, wat kan er beter? Ook is aan de orde gekomen of de voorwaarden voor de pilot moeten worden aangepast. Er is besloten twee voorwaarden aan te passen: Ook jongeren met een uitkering (zonder startkwalificatie) komen in aanmerking voor de pilot. De pilot wordt verlengd tot 1 maart 2017. Deze bijeenkomsten zijn zo gepland dat de reisafstand voor niemand te groot wordt. Zo zijn Twente, Drenthe en Groningen gecombineerd, Midden-Limburg en Zuid-Limburg en Zeeland, West- Brabant en Haaglanden. Overzicht planning De regio s kunnen direct starten met de pilot. Dit betekent dat gestart kan worden de jongeren in beeld te brengen en de uitzendbureaus in de regio te contacten over de pilot. Vervolgens kunnen de jongeren worden overgedragen en kan het uitzendbureau aan de slag. De vouchers zijn beschikbaar voor scholing die tussen 1 september 2016 en 1 maart 2017 wordt gefactureerd. Daarna kan scholing nog wel doorlopen. De evaluatie van de pilot loopt tot april 2017. Het project wordt afgesloten met een rapport.

Bijlage 1 Voorwaarden scholingsvoucher Wanneer komt een jongere in aanmerking voor deelname aan de pilot? Het gaat bij deze pilot om jongeren die geen startkwalificatie hebben. Verder zijn er geen specifieke voorwaarden voor het meedoen aan de pilot Scholingsvouchers. Voor de duidelijkheid volgt hier nog een opsomming van de jongeren die we voor ogen hebben voor de pilot Scholingsvouchers: - We richten ons in deze pilot op jongeren van 18 tot 27 jaar 6. - Wat opleiding betreft gaat het dus om jongeren die maximaal VMBO hebben afgerond op MBO op niveau 1. (Jongeren met MBO 2 of hoger, HAVO of VWO hebben wel een startkwalificatie.) - De jongeren die door gemeenten worden aangedragen zijn in principe te matchen op werk. Er is geen voorliggende problematiek die hen dusdanig belemmert dat zij niet aan het werk kunnen gaan. - Motivatie van de jongeren is van belang, wanneer de jongere absoluut niet in beweging te krijgen is om te gaan werken, dan is de jongere geen geschikte kandidaat voor deze pilot. Regio s onderzoeken welke jongeren in hun regio in aanmerking komen voor deelname aan de pilot. Vervolgens worden de jongeren door de gemeente overgedragen aan de uitzendbureaus. NB Tijdens de tweede startbijeenkomst kwam de vraag op dat er ook jongeren zijn die buiten beeld zijn, zonder startkwalificatie en die geen uitkering ontvangen maar die de afgelopen maanden gemiddeld maximaal 300 euro per maand verdiend hebben. De vraag is of deze jongeren ook mee mogen doen aan de pilot. Het Team Aanpak Jeugdwerkloosheid heeft hier bevestigend op geantwoord. Ja, ook jongeren die buiten beeld zijn, geen startkwalificatie hebben en geen uitkering ontvangen en die een klein inkomen hebben gehad de afgelopen maanden (minder dan 300 euro gemiddeld) kunnen ook deelnemen aan de pilot. 6 Jongeren tussen de 23 en 27 jaar kunnen niet in beeld worden gebracht door bestandskoppeling. Wanneer regio s ze op een andere wijze in beeld kunnen krijgen, kunnen zij indien ze voldoen aan bovenstaande voorwaarden meedoen aan de pilot Scholingsvouchers.

Bijlage 2 Handleiding aanvraag voucher Dit stappenplan is onlosmakelijk verbonden met het handboek van de pilot Jeugdwerkloosheid STOOF scholingsvouchers en de algemene voorwaarden van ons opleidingsportal. Stappenplan: STOOF heeft voor deze pilot 150 vouchers beschikbaar gesteld, dus per deelnemende regio 21 stuks. Deze plaatst STOOF voor u in het portal onder uw regio. Halverwege de pilot kunnen deze, op basis van de resultaten tot dat moment, herverdeeld worden. Dit bespreken we tijdens de bijeenkomsten in oktober/november, zie hoofdstuk 5. Dit betekent dat de uitzendkracht die een scholingsvoucher reserveert u als regio ( branche/locatie ) kan kiezen om de scholingsvoucher toegewezen te krijgen totdat het maximum aantal is bereikt. De kandidaat kiest in deze pilot altijd voor Kanaal: Jeugdwerkloosheid en Branche: de betreffende regio bv. Groningen. Deze regio s zijn er dus van tevoren ingezet en kunnen door een drop down menu gekozen worden. Indien de deelnemer aan de voorwaarden voldoet zoals in het handboek omschreven dan kan de deelnemer zich na overleg met de uitzendorganisatie aanmelden op www.stoof-opleidingsportal.nl en kiezen voor <uitzendkracht>. Daar vraagt de uitzendkracht de scholingsvoucher aan. In de handleiding scholingsvoucher uitzendkracht Jeugdwerkloosheid staan de stappen precies omschreven. Let op! Bij de vraag op dit moment ben ik: Kiest de uitzendorganisatie voor <op zoek naar werk en..> De deelnemer moet in plaats van een loonstrook het document Verklaring aanvraag scholingsvoucher uploaden, zie het document dat in bijlage 3 is opgenomen. STOOF beoordeelt de aanvraag van de uitzendkracht binnen twee weken. Indien is voldaan aan de voorwaarden wordt de voucher toegekend en dan heeft de uitzendkracht t/m 1 maart 2017 de tijd om deze te verzilveren. Dit gaat via <scholingsvouchers> <verzilveren> in het portal. Daar geeft de uitzendkracht aan voor welke opleiding de voucher ingezet gaat worden. De factuur wordt aan STOOF gestuurd voor betaling. In de handleiding staat precies omschreven hoe dit in zijn werk gaat. Bijlage 4 geeft informatie over de portal van STOOF.

Bijlage 3 Verklaring aanvraag Scholingsvoucher Hierbij verklaart <naam uitzendorganisatie> <vestigingsplaats> dat <naam deelnemer> <geboortedatum> in samenwerking met bovengenoemde uitzendorganisatie een scholingsvoucher aanvraagt. NB: Dit formulier vullen uitzendorganisatie en uitzendkracht samen in en moeten het in het portal uploaden (op de plek waar normaal de loonstrook moet komen).

Bijlage 4 Handleiding Scholingsvouchers Uitzendkracht Zie losse Pdf.

Bijlage 5. Monitor Scholingsvouchers Zie losse Excelsheet.