Deelplan b: Rekenen Pedagogisch handelen, taakgerichte werksfeer Verdere implementatie en borging werken met het ADI model en afstemming en verwerking (groepsplan) Invoer nieuwe rekenmethode Rekenlijn voor de goede kinderen uitgangssituatie Doelstelling Doelen pedagogisch handelen: 1.5. De leerkracht geeft expliciet blijk van hoge verwachtingen De leerkracht spreekt positieve verwachtingen uit naar de kinderen over wat zij (aan)kunnen en voert dit uit door. opdrachten: wbt de inhoud en de omvang aan te passen aan de mogelijkheden van de kinderen. De leerkracht geeft er blijk van te weten wat zij/hij van de kinderen kan verwachten. De leerkracht is duidelijk voor de kinderen over die verwachtingen: dit blijkt o.a. uit de vragen die zij/hij stelt. De leerkracht bevestigt het als de kinderen de verwachtingen waar maken. De leerkracht bemoedigt de kinderen aan als zij de verwachtingen niet waarmaken. Doelen taakgerichte werksfeer: 3.3. de leerkracht maakt de gewenste leerhouding duidelijk. Hanteert een organisatie die het mogelijk maakt aandacht te schenken aan individuele kinderen of groepjes. Zorgt dat de kinderen weten of ze een beroep op de leerkracht kunnen doen. Zorgt dat de kinderen weten of ze met andere kinderen mogen overleggen. Zorgt dat de kinderen weten of een actieve inbreng gewenst is. Doelmatig klassenmanagement: blokjes: Rood: ik kan niet gestoord worden. Groen: ik kan wel gestoord worden.?: ik heb een vraag. Doelen activerend directe instructiemodel: 4.1. De leerkracht maakt duidelijk hoe de les aansluit bij de vorige lessen. De leerkracht begint met een terugblik op de vorige les. De leerkracht haalt voorkennis op en vat deze samen. De leerkracht vertelt hoe de les aansluit bij de vorige les en komende les. De leerkracht zorgt ervoor dat zij/hij weet met welke onderdelen de kinderen moeite zullen hebben en plant voor
hen extra instructie in. 4.2. De leerkracht verduidelijkt bij het begin van de les het doel van de les. De leerkracht schrijft het doel op het bord. De leerkracht benoemt het doel. De leerkracht bespreekt het belang van de lesstof. 4.3. De leerkracht maakt de opbouw van de les inzichtelijk. De leerkracht geeft de opbouw van de les voor de kinderen inzichtelijk en herkenbaar weer. De leerkracht vertelt volgens welke stappen de les zal verlopen. De leerkracht maakt bij iedere stap duidelijk hoe deze past in het totaal. 4.4. De leerkracht geeft een duidelijke uitleg van de leerstof en de opdrachten. De leerkracht legt uit in opeenvolgende stappen. De leerkracht stelt vragen die door de kinderen begrepen worden. De leerkracht vat van tijd tot tijd de leerstof samen. De leerkracht zorgt voor aanschouwelijke en ondersteunende materialen die de leerdoelen ondersteunen. De leerkracht geeft blijk van beheersing vakinhoud van de les. De leerkracht geeft blijk van kennis didactische opbouw van de leerinhouden. 4.5. De leerkracht geeft uitleg over de didactische hulpmiddelen. De leerkracht zorgt dat elk kind weet wat zij/hij moet doen. De leerkracht maakt duidelijk welke materialen en didactische hulpmiddelen gebruikt kunnen worden. 4.6. De leerkracht betrekt alle kinderen bij de les. De leerkracht geeft opdrachten die de kinderen aanzetten tot actieve deelname. De leerkracht stelt vragen die kinderen aanzetten tot nadenken. De leerkracht zorgt ervoor dat kinderen tijdens de instructie goed luisteren en tijdens de verwerking doorwerken. De leerkracht wacht na het stellen van vragen voldoende lang om kinderen te laten nadenken. De leerkracht geeft ook kinderen de beurt die niet hun hand opsteken. 4.7. De leerkracht hanteert bij de uitleg werkvormen die de kinderen activeren. De leerkracht gebruikt in de uitleg activerende werkvormen. De leerkracht maakt gebruik van modelling (hardop denken.) De leerkracht laat de kinderen hardop denken. De leerkracht maakt gebruik van gespreks- en discussievormen. De leerkracht maakt gebruik van ICT: de programma s die bij de methodes horen. 4.8. De leerkracht geeft feedback aan de kinderen. De leerkracht gaat tijdens de instructie na of de kinderen de leerstof hebben begrepen.
De leerkracht gaat tijdens de verwerking na of de kinderen de opdracht op de juiste manier uitvoeren. De leerkracht refereert bij de feedback expliciet aan de doelen. De leerkracht refereert bij de feedback expliciet aan de fasering van de les of van de opdracht. De leerkracht geeft feedback op de wijze waarop kinderen tot hun antwoord komen. De leerkracht geeft feedback op het sociaal functioneren bij de uitgevoerde taak. 4.9. De leerkracht gaat na of de lesdoelen zijn bereikt. De leerkracht laat de kinderen vertellen wat ze geleerd hebben. De leerkracht vat samen (op het bord) wat kinderen hebben geleerd. De leerkracht grijpt expliciet terug op de doelen. De leerkracht laat de kinderen vertellen wat goed ging, wat niet goed ging en wat ze de volgende keer anders gaan doen. De leerkracht gaat na wat de prestaties van de kinderen zijn. Doelen strategieën voor denken en leren. 5.1. De leerkracht stimuleert reflectie door interactieve werkvormen. De leerkracht is niet alleen zelf aan het woord maar stimuleert reflectie door middel van interactie met kinderen. De leerkracht zorgt voor werkvormen waarbij interactie tussen kinderen leidt tot reflectie. 5.2. De leerkracht laat de kinderen hardop denken. De leerkracht geeft de kinderen de gelegenheid hardop oplossingen te bedenken. De leerkracht vraagt de kinderen oplossingen te verwoorden. 5.3. De leerkracht leert de kinderen strategieën voor denken en leren. De leerkracht leert de kinderen strategieën voor denken en leren vanuit de leerlijn van de methode. De leerkracht biedt de zwakke rekenaars 1 oplossingsstrategie aan. De leerkracht biedt de gemiddelde en goede rekenaars vanaf groep 5 meerdere oplossingsstrategieën aan en laat de kinderen vrij in de keuze. De leerkracht leert de kinderen oplossingsmethodieken: analogie, regeltoepassing. De leerkracht leert de kinderen het gebruik van ordeningsmiddelen aan. De leerkracht geeft de kinderen aanwijzingen voor het oplossen van problemen. De leerkracht biedt de kinderen checklists of schema s aan voor het oplossen van problemen. De leerkracht demonstreert denkstrategieën door modeling of hardop denken. De leerkracht vereenvoudigt problemen door ze in stukken te hakken. 5.4. De leerkracht laat de kinderen reflecteren (en feedback geven) op oplossingsstrategieën. De leerkracht laat de kinderen verschillende oplossingsstrategieën met elkaar vergelijken. De leerkracht biedt structuur aan in de verschillende oplossingsstrategieën. De leerkracht laat kinderen de handigste oplossingsstrategie bepalen.
De leerkracht evalueert de bruikbaarheid van oplossingsstrategieën. De leerkracht geeft de kinderen niet alleen feedback op het resultaat maar ook op het proces. 5.5. De leerkracht stimuleert het gebruik van controle activiteiten. De leerkracht laat oplossingen relateren aan de context. De leerkracht stimuleert het gebruik van alternatieve oplossingen en strategieën. 5.6. De leerkracht bevordert het toepassen van het geleerde. De leerkracht plaatst de leerstof in een betekenisvolle context. De leerkracht vraagt kinderen waarvoor het geleerde ook- gebruikt kan worden. De leerkracht bevordert het bewust toepassen van het geleerde in andere verschillende- leergebieden. Doelen afstemming instructie en verwerking. 7.1. De leerkracht stemt de instructie af op relevante verschillen. De leerkracht zorgt ervoor dat zij/hij weet welke kinderen moeite hebben met welke onderdelen. De leerkracht zorgt ervoor dat er extra stof is voor de snelle/goede kinderen. De leerkracht zet kinderen die minder instructie nodig hebben alvast- aan het werk. De leerkracht geeft aanvullende instructie aan groepjes of individuele kinderen. De leerkracht richt zich niet alleen op de middenmoot. De leerkracht zorgt ervoor dat de instructie aansluit bij kennis over hoe de kinderen leren. 7.2. De leerkracht stemt de verwerking af op relevante verschillen. De leerkracht maakt tussen kinderen verschil in de omvang van de opdrachten. De leerkracht laat sommige kinderen gebruik maken van hulpmaterialen. De leerkracht geeft niet alle kinderen dezelfde tijd voor de opdracht. De leerkracht zorgt ervoor dat de verwerkingsopdracht aansluit op kennis hoe de kinderen leren. De leerkracht zorgt voor aangepaste opdrachten. 7.3. De leerkracht biedt zwakke kinderen extra leer- en instructietijd. De leerkracht geeft zwakke kinderen extra leertijd. De leerkracht geeft zwakke kinderen extra oefenstof. De leerkracht geeft zwakke kinderen voor of na instructie. 7.4. De leerkracht past het taalgebruik aan bij de taalbehoeften van de kinderen. Het taalgebruik van de leerkracht voldoet aan de regels van de standaardtaal. Het taalgebruik van de leerkracht stemt overeen met het ontwikkelingsniveau van de kinderen. De leerkracht stemt het taalgebruik af op het niveau van individuele kinderen. De leerkracht brengt interactie op gang die de taalverwerving bevordert. Borgen
Pedagogisch handelen. Effectief gebruiken van de onderwijstijd. Taakgerichte werksfeer. Kinderen zijn actief betrokken. Automatiseren: de leerkrachten trainen systematisch het hoofdrekenen. Nieuwe rekenmethode: de rekenwerkgroep maakt een plan van invoer. Rekenlijn voor de goede kinderen: de Ib-er en de rekenspecialist zorgen voor passend extra materiaal. Taakomschrijving rekenspecialist: de rekenspecialist heeft in juni 2011 een duidelijke taakomschrijving en voert deze taak uit. Prestatie indicatoren Resultaten rekenen: Gemiddelde vaardigheidsscore Cito M is: Ordenen kleuters: 65 Groep 3: 27 Groep 4: 38 Groep 5: 60 Groep 6: 73 Groep 7: 88 Groep 8: 99 Hoge verwachtingen In mei tonen de leerkrachten hoge verwachtingen tijdens de rekenles. Taakgerichte werksfeer In december 2010 werken de leerkrachten tijdens de rekenles volgens de schoolafspraken zelfstandig werken en uitgestelde aandacht.
ADI model In december 2010 werken de leerkrachten tijdens de rekenles volgens het ADI model. Strategieën voor denken en leren In februari 2011 werken de leerkrachten in de rekenles expliciet met en strategie voor denken en leren. Implementatie Afstemming instructie en verwerking In december 2010 werken de leerkrachten met een groepsplan rekenen. Borgen: Pedagogisch handelen Effectief gebruiken van de onderwijstijd Taakgerichte werksfeer Kinderen zijn actief betrokken de directie voert klassenconsultaties uit met de kijkwijzer met expliciete aandacht voor deze punten. Leerkrachtvaardigheden: De leerkracht leert de kinderen strategieën voor denken en leren Studiedag door de coaches Dit onderdeel wordt opgenomen in het format ADI de rekenspecialist voert klassenbezoeken uit met als doel: rekenstrategieën, gebruik van modellen en schema s, uitvoer afspraken rond rekenen, rekenrijke omgeving, de coach voert klassenbezoeken uit op het gebied van het ADI model, klassenmanagement de ib-er voert klassenbezoeken uit op het gebied van werken met het groepsplan De leerkrachten hebben hoge verwachtingen, gewenste leerhouding vast agendapunt bouw en teamoverleg expliciete aandacht hiervoor bij klassenconsultaties / kijkwijzer door coach, maatjes me terugkoppeling op bouw/teamoverleg 3 minutenbezoeken
De nieuwe rekenmethode: De rekenwerkgroep maakt een plan voor de invoer van de methode. Zij maakt een voorstel dit wordt in het MT besproken. Onderdelen hiervan zijn: cursus voorbereiding en kennismaken met de nieuwe methode belangrijkste verschillen tussen de huidige en nieuwe methode (strategieën, organisatie, plan van invoer en onderzoeken overstap (mogelijkheden) van groepen doorgaande leerlijnen: ieder weet wat in het voorgaande en volgende jaar aan de orde komt concrete materialen per groep: inventarisatie aanschaf en organisatie in de klassen digi bord en ict Hoofdrekenen De leerkrachten beginnen de les met oefeningen in het automatiseren (volgens de handleiding). Kenmerken van hoofdrekenonderwijs: kinderen leren uit het hoofd bewerkingen met hele getallen tot 100 en met ronde getallen boven de 100 zij leren uit het hoofd rekenen met breuken, kommagetallen (geld) en procenten in eenvoudige toepassingen optellen en aftrekken tot 10 met hele getallen optellen en aftrekken tot 100 met hele getallen vermenigvuldigen en delen tot 100 met ronde getallen optellen en aftrekken boven de 100 met ronde getallen optellen en aftrekken met kommagetallen tot 100 rekenen en breuken en procenten in eenvoudige toepassingssituaties Evaluatie Rekenlijn voor de goede kinderen: de rekenwerkgroep verzamelt materiaal (i.o.m. de ib-ster) de rekenwerkgroep (i.o.m. de ib-ster) organiseert een schoolplg over dit onderwerp: inhoud en organisatie de leerkrachten nemen dit op in de dagplanning (voor de kinderen die A scoren) De leerkrachtvaardigheden: Klassenbezoeken door de directie / voortgangs- functionerings- en beoordelingsgesprekken. Voortgang- en evaluatiegesprekken met de coaches. Bezoek en verslagen door de inspectie. Bezoek en verslagen door het expertteam (KBA).
Invoer van de nieuwe rekenmethode Deze wordt m.i.v. het nieuwe schooljaar ingevoerd. Hoofdrekenen Klassenbezoeken door de rekenspecialist, Agendapunt in het bouwoverleg. Rekenlijn voor de goede kinderen Verslag studiemiddag. Weekplanning en voorbereiding van de leerkrachten. Borging Leerkrachtvaardigheden: Vastleggen in format van de Blauwe Lijn. Onderwerp bij functionerings- en beoordelingsgesprekken, klassenbezoeken. Nieuwe rekenmethode Invoer start schooljaar 2011 2011. Communicatie Rekenlijn goede kinderen Deze wordt opgenomen in de schoolafspraken rekenen. Iedere leerkracht krijgt klassenbezoeken door de coach, rekenspecialist en/of ib-er. Frequentie afhankelijk van ontwikkeling. De kinderen worden gelijktijdig met de nieuwe ontwikkelingen geïnformeerd Waar zinvol worden de ouders geïnformeerd in de nieuwsbrief In de MR is het kwaliteitsverbetertraject een vast agendapunt Sirius is intensief betrokken, maandelijks overleg met de bestuursmanager