Accreditatiethema s in het tweede meerjarig programma kwaliteit en patiëntveiligheid Dr. Margareta Haelterman - Hilde Peleman Infodag accreditatie GGZ - 6 mei 2015 Fotolia_21212138_M_NLshop 2 Fotolia_29175479_M_NLshop 1
Voorbereiding 2 de programma QS 2010: start conceptuele ontwikkeling consequente verderzetting: vaststellingen uit de ziekenhuisrapportages actuele ontwikkelingen ~ ACCREDITATIE gefaseerd jaarlijkse contracten bijkomende financiering 2012: communicatie Kernbegrippen 2 de programma QS Zelfevaluatie en knelpunten (2013) Verbeteracties en stappenplan (2014) Procesmatig verbeteren van gekozen verbeteracties (2015-2017) Criteria (2017) Ondersteuning accreditering Synergie en integratie 2
Specifieke thema s: per type ziekenhuis 2 de programma QS Generieke thema s: alle ziekenhuistypes 2 de programma QS 3
Matrix 2 de programma QS SO = Strategisch Objectief CRITERIA HOOG RISICO MEDICATIE Criterium 1 Proactief de risico s voor hoog risico medicatie in kaart brengen zodanig dat deze beheerst en beheerd zijn. Criterium 2 De kennis over hoog risico medicatie bij alle zorgverleners verhogen zodanig dat ze deze gepast toedienen. Criterium 3 De kennis en richtlijnen m.b.t. hoog risico medicatie zodanig communiceren dat deze medicatie gepast wordt toegediend. Criterium 4 Patiënt en familie Rekening houdend met hun behoeften en mogelijkheden, de patiënt en zijn familie zodanig informeren bij het gebruik van hoog risico medicatie dat hij/zij - actief bijdraagt - in alle omstandigheden 8 zelf autonoom en gepast kan handelen. 4
CRITERIA HOOG RISICO MEDICATIE Patiënt en familie Criterium 1 Proactief de risico s voor hoog risico medicatie in kaart brengen zodanig dat deze beheerst en beheerd zijn. Criterium 2 De kennis over hoog risico medicatie bij alle zorgverleners verhogen zodanig dat ze deze gepast toedienen. Criterium 3 De kennis en richtlijnen m.b.t. hoog risico medicatie zodanig communiceren dat deze medicatie gepast wordt toegediend. Criterium 4 Rekening houdend met hun behoeften en mogelijkheden, de patiënt en zijn familie zodanig informeren bij het gebruik van hoog risico medicatie dat hij/zij - actief bijdraagt - in alle omstandigheden 9 zelf autonoom en gepast kan handelen. CRITERIA HOOG RISICO MEDICATIE Criterium 1 Proactief de risico s voor hoog risico medicatie in kaart brengen zodanig dat deze beheerst en beheerd zijn. Criterium 2 De kennis over hoog risico medicatie bij alle zorgverleners verhogen zodanig dat ze deze Gids gepast ter toedienen. ondersteuning van een beleid voor Criterium 3 De kennis en richtlijnen m.b.t. hoog risico medicatie zodanig communiceren dat deze medicatie in het gepast kader wordt van toegediend. het meerjarig programma Criterium 4 hoog-risico medicatie, inclusief LASA-geneesmiddelen kwaliteit en patiëntveiligheid 2013-2017 Patiënt en familie Rekening houdend met hun behoeften en mogelijkheden, de patiënt en zijn familie zodanig informeren bij het gebruik van hoog risico medicatie dat hij/zij - actief bijdraagt - in alle omstandigheden 10 zelf autonoom en gepast kan handelen. 5
CRITERIA IDENTITOVIGILANTIE Criterium 9a Een systeem voor alle patiëntidentificatieprocessen zodanig ontwikkelen en toepassen dat bij elk onderdeel van het zorgproces de identitovigilantie gewaarborgd is. Criterium 10a Een systeem van veiligheidsrondes voor alle patiëntidentificatieprocessen zodanig organiseren dat - algemeen en klinisch leidinggevenden systematisch en gestructureerd hieraan deelnemen - de richtlijnen over identitovigilantie toegepast zijn. Criterium 11a In multidisciplinair verband communiceren over de resultaten van het meet- en opvolgingssysteem zodanig dat bij elk patiëntidentificatieproces het toepassen van de richtlijnen over identitovigilantie verbetert. Patiënt en Criterium 12a 11 CRITERIA IDENTITOVIGILANTIE Criterium 9a Een systeem voor alle patiëntidentificatieprocessen zodanig ontwikkelen en toepassen dat bij elk onderdeel van het zorgproces de identitovigilantie gewaarborgd is. Criterium 10a Een systeem van veiligheidsrondes voor alle patiëntidentificatieprocessen zodanig organiseren dat - algemeen en klinisch leidinggevenden systematisch en gestructureerd hieraan deelnemen - de richtlijnen over identitovigilantie toegepast zijn. Criterium 11a In multidisciplinair verband communiceren over de resultaten van het meet- en opvolgingssysteem zodanig dat bij elk patiëntidentificatieproces het toepassen van de richtlijnen over identitovigilantie verbetert. Patiënt en familie Criterium 12a Rekening houdend met hun behoeften 12 en mogelijkheden, de patiënt en zijn familie zodanig inzetten bij patiëntidentificatieprocessen dat de patiënt actief betrokken is bij zijn eigen veiligheid. 6
CRITERIA IDENTITOVIGILANTIE Criterium 9a Een systeem voor alle patiëntidentificatieprocessen zodanig ontwikkelen en toepassen dat bij elk onderdeel van het zorgproces de identitovigilantie gewaarborgd is. Criterium 10a Een systeem van veiligheidsrondes voor alle patiëntidentificatieprocessen zodanig organiseren dat - algemeen en klinisch leidinggevenden systematisch en gestructureerd hieraan deelnemen - de richtlijnen over identitovigilantie toegepast zijn. Criterium 11a Gids identitovigilantie in het kader van het meerjarig programma kwaliteit en patiëntveiligheid 2013-2017 In multidisciplinair verband communiceren over de resultaten van het meet- en opvolgingssysteem zodanig dat bij elk patiëntidentificatieproces het toepassen van de richtlijnen over identitovigilantie verbetert. Patiënt en familie Criterium 12a Rekening houdend met hun behoeften 13 en mogelijkheden, de patiënt en zijn familie zodanig inzetten bij patiëntidentificatieprocessen dat de patiënt actief betrokken is bij zijn eigen veiligheid. CRITERIA VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN Criterium 9b Proactief de risico s van structurele en situationele vrijheidsbeperkende maatregelen in kaart brengen zodanig dat deze beheerst en beheerd zijn. Criterium 10b Patiënt en familie De kennis over vrijheidsbeperkende maatregelen bij alle zorgverleners verhogen zodanig dat ze deze gepast hanteren. Criterium 11b De kennis en richtlijnen m.b.t. vrijheidsbeperkende maatregelen zodanig communiceren dat deze gepast worden gehanteerd. Criterium 12b Rekening houdend met hun behoeften en mogelijkheden, de patiënt en zijn familie informeren bij het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen zodanig dat hij/zij -in alle omstandigheden weet waarom deze worden toegepast -maximaal kan participeren. 14 7
CRITERIA VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN Criterium 9b Proactief de risico s van structurele en situationele vrijheidsbeperkende maatregelen in kaart brengen zodanig dat deze beheerst en beheerd zijn. Criterium 10b Patiënt en familie De kennis over vrijheidsbeperkende maatregelen bij alle zorgverleners verhogen zodanig dat ze deze gepast hanteren. Criterium 11b De kennis en richtlijnen m.b.t. vrijheidsbeperkende maatregelen zodanig communiceren dat deze gepast worden gehanteerd. Criterium 12b Rekening houdend met hun behoeften en mogelijkheden, de patiënt en zijn familie informeren bij het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen zodanig dat hij/zij -in alle omstandigheden weet waarom deze worden toegepast -maximaal kan participeren. 15 Criterium 13 CRITERIA TRANSMURALE ZORG Een medicatieanamnese systematisch in kaart brengen en beoordelen voor de door het ziekenhuis gekozen patiëntengroep zodanig dat bij geplande opnames de patiënt zijn medicatie volgens het medicatieplan krijgt toegediend. Criterium 14 De 6 dimensies van het Chronic Care Model zodanig gebruiken in de visie over transmurale zorg dat patiëntgerichte zorg gegarandeerd is. Criterium 15 De visie over transmurale zorg zodanig communiceren dat deze gekend is bij alle betrokken actoren. Patiënt en familie Criterium 16 Rekening houdend met de behoeften en mogelijkheden van de patiënt en zijn 16 familie, het medicatieontslagplan zodanig verduidelijken dat de patiënt het autonoom beheert. 8
Criterium 13 CRITERIA TRANSMURALE ZORG Een medicatieanamnese systematisch in kaart brengen en beoordelen voor de door het ziekenhuis gekozen patiëntengroep zodanig dat bij geplande opnames de patiënt zijn medicatie volgens het medicatieplan krijgt toegediend. Criterium 14 De 6 dimensies van het Chronic Care Model zodanig gebruiken in de visie over transmurale zorg dat patiëntgerichte zorg gegarandeerd is. Criterium 15 De visie over transmurale zorg zodanig communiceren dat deze gekend is bij alle betrokken actoren. Patiënt en familie Criterium 16 Rekening houdend met de behoeften en mogelijkheden van de patiënt en zijn 17 familie, het medicatieontslagplan zodanig verduidelijken dat de patiënt het autonoom beheert. Criterium 13 CRITERIA TRANSMURALE ZORG Een medicatieanamnese systematisch in kaart brengen en beoordelen voor de door het ziekenhuis gekozen patiëntengroep zodanig dat bij geplande opnames de patiënt zijn medicatie volgens het medicatieplan krijgt toegediend. Criterium 14 De 6 dimensies van het Chronic Care Model zodanig gebruiken in de visie over transmurale zorg dat patiëntgerichte zorg gegarandeerd is. Criterium 15 De visie over transmurale zorg zodanig communiceren dat deze gekend is bij alle betrokken actoren. Patiënt en familie Criterium 16 Rekening houdend met de behoeften en mogelijkheden van de patiënt en zijn 18 familie, het medicatieontslagplan zodanig verduidelijken dat de patiënt het autonoom beheert. 9
Ondersteuningsprogramma Fotolia_12177645_M_NLshop 19 Ondersteunende activiteiten basisvaardigheden (jaarlijks) retrospectieve incident analyse proactief risicoassessment taxonomie nieuwe thema s (2014-2017) samenwerking met 8 universitaire expertise centra gefinancierd door FOD gratis 10
Enkele resultaten PZ Fotolia_29175479_M_NLshop 21 Participatiegraad 100% 80% 60% 40% 20% 80% 90% 91% 91% 92% 95% 95% 96% 172/179 AZ: 102/102 PZ: 58/62 Sp: 12/15 0% 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2011 2012 2013 2014 2015 11
Zorgverleners worden gesensibiliseerd om patiënten en hun familie actief te betrekken bij hun zorgproces 2013 70 65 60 50 40 30 32 39 gedeeltelijk neen ja, alle zorgverleners 20 18 10 0 10 7 6 3 1 AZ (n= 104) PZ (n= 60) Sp (n=17) Zorgverleners volgen een opleiding 2013 80 70 72 60 50 40 30 20 10 0 37 30 20 9 6 2 3 2 AZ (n=104) PZ (n=60) Sp (n=17) gedeeltelijk neen ja, alle zorgverleners 12
Het ziekenhuis heeft een strategie om patiënten en hun familie te betrekken bij het eigen zorgproces 2013 70 60 63 50 40 30 41 25 35 neen ja 20 10 9 8 0 AZ (n=104) PZ (n=60) Sp (n=17) 25 Dank voor uw aandacht Margareta Haelterman Hilde Peleman Laure Istas Liesbet Dedroog Charlotte Renard Agnès Jacquerye Marius Laurent Irene Vanden Bremt Contact: qs@health.fgov.be 13