Gewoonlijk gebeurt in uw regio (huisartsenkring voor huisartsen/territorium MBE voor MBE professionals, etc) de opvolging van...

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Gewoonlijk gebeurt in uw regio (huisartsenkring voor huisartsen/territorium MBE voor MBE professionals, etc) de opvolging van..."

Bert Vincent van den Pol
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Meer uitleg over het doel van deze enquête vindt u hier. Default Question Block Q2/3: U beantwoordt deze enquête als lid van een... palliatief netwerk. multidisciplinaire begeleidingsequipe. huisartsenkring. palliatief support team in een ziekenhuis. woonzorgcentrum. andere, te specifiëren: 1. Uw profiel Q1/3: U bent... directeur, coördinator of voorzitter. administratief medewerker. arts. hoofdverpleegkundige. CRA. andere, te specifiëren Q3/3: De postcode van de plaats waar uw praktijk/organisatie gelegen is: 2A. Holistisch perspectief Een holistisch perspectief aannemen in de zorg wilt zeggen dat aandacht wordt gegeven aan alle noden van de patiënt en zijn omgeving. Dit is cruciaal in de benadering en ondersteuning van patiënten in palliatieve zorg. Gewoonlijk gebeurt in uw regio (huisartsenkring voor huisartsen/territorium MBE voor MBE professionals, etc) de opvolging van... met gepaste aandacht, maar enkel na verwijzing van de patiënt en/of zijn omgeving naar met gepaste aandacht, in samenwerking met gespecialiseerde met gepaste aandacht, in samenwerking met gespecialiseerde zorgverleners binnen en/of buiten de eigen

2 niet met de nodige aandacht. gespecialiseerde zorgverleners buiten de eigen organisatie. zorgverleners binnen en/of buiten de eigen organisatie. organisatie en de noden worden proactief opgemerkt. de fysieke noden de psycho emotionele noden de socio administratieve noden de existentiële noden de rouw 2B. Ondersteuning van de autonomie/zelfredzaamheid ('empowerment') van patiënt en omgeving Als de autonomie en de zelfredzaamheid van de patiënt en zijn omgeving kan bevorderd worden is dat een kwaliteitsindicator in palliatieve zorg. Q1/2: Hoe gaat men in uw regio gewoonlijk om met identificatie van de noden van de palliatieve patiënt om tot een zo groot mogelijke zelfredzaamheid in het dagelijks leven te komen? Dit gebeurt niet. Dit wordt verondersteld te gebeuren. Dit gebeurt volgens gestandardiseerde procedures. Dit gebeurt regelmatig, en wordt ook beschreven en geëvalueerd op een gestandaardiseerde manier aan de hand van een behandelplan dat beschikbaar is voor de patiënt en de zorgverleners. Q2/2: Ondersteunen van de zelfredzaamheid ('empowerment') van palliatieve patiënten en mantelzorgers in uw regio... gebeurt niet. is beperkt tot het uitdelen van folders en brochures. is mogelijk via vorming of training. gebeurt via gespecialiseerde thuiszorgequipes, die begeleiding aanbieden om de patient en zijn entourage te ondersteunen in hun zelfredzaamheid/autonomie. 2C. Hulp bij beslissingen Worden beslissingen in palliatieve zorg genomen op basis van wetenschappelijke evidenties en voorkeuren van de patiënt? Q1/3. In uw regio zijn praktijkaanbevelingen i.v.m. palliatieve zorg... niet beschikbaar. beschikbaar, maar zijn niet geïntegreerd in de dagelijkse praktijk. beschikbaar en worden verspreid via vormingen. beschikbaar, worden verspreid via vormingen en zijn geïntegreerd in de dagelijkse praktijk, d.m.v. verschillende manieren die de professionals prikkelen om hun professioneel handelen in vraag te stellen.

3 Q2/3. In uw regio is vorming over palliatieve zorg van zorgverleners in de thuissituatie... zelden voorzien. geregeld voorzien, volgens klassieke onderwijsmethodes. geregeld voorzien, met interactieve onderwijsmethodes en met medewerking van academisch personeel met ervaring in palliatieve zorg. volledig geïntegreerd en wordt gevoed door de dagelijkse reflectie van de professionals. Q3/3. In uw regio wordt informatie over het levenseinde gewoonlijk... niet gegeven aan patiënten. op vraag gegeven aan patiënten, of via grote campagnes. systematisch gegeven aan patiënten door hen informatiebrochures te geven. systematisch gegeven aan patiënten d.m.v. persoonlijke gesprekken. 2D. Communicatie systeem Wordt de informatie over problemen en voorkeuren van patiënten goed genoteerd en gecommuniceerd? Maakt het communicatie systeem het mogelijk om proactieve acties gericht aan patiënten op te zetten en een evaluatie uit te voeren van de gestelde zorgen? Q1/3. Wat is in uw regio de gangbare manier wat betreft het werken met patiëntenregisters of lijsten in het algemeen? Patiëntenlijsten zijn niet beschikbaar. Patiëntenlijsten bevatten de naam, diagnose, de contactgegevens en de datum van het laatste contact op papier of in een databank. Patiëntenlijsten laten zoekopdrachten toe, en het categoriseren van patiënten volgens klinische prioriteiten. Patiëntenlijsten wordt in verband gebracht met praktijkaanbevelingen die herinneringen voorzien voor de nodige zorgen en diensten. Q2/3. Gewoonlijk wordt in uw regio een behandelplan voor een palliatieve patiënt... niet nodig geacht opgesteld volgens een gestandaardiseerde manier. opgesteld in samenwerking met de patiënt en zijn omgeving, rekening houdend met hun zelfredzaamheid en precieze zorgdoelen. opgesteld in samenwerking met de patiënt en zijn omgeving, rekening houdend met hun zelfredzaamheid en de klinische zorg. Dit plan volgen geeft de te volgen richting aan, per probleem dat zich stelt. Q3/3. Gewoonlijk is in uw regio een evaluatie van het werk wat betreft palliatieve zorg... niet gebruikelijk in het team. iets dat zelden gebeurt en meestal onpersoonlijk. iets dat regelmatig genoeg gebeurt om de samenwerking van het team te verbeteren.

4 iets dat gebeurt op een manier die past bij het team, systematisch en persoonlijk door de verantwoordelijke om zo de kwaliteit van het werk te verbeteren en ieders competenties te ontwikkelen. 2E. Organisatie van de zorg 's nachts en in het weekend Is de organisatie van de zorg 's nachts en in het weekend efficiënt en gericht op het comfort van zowel patiënten, hun omgeving als de professionals? Q1/2. De continuïteit van zorg voor palliatieve patiënten is in uw regio gewoonlijk... geen prioriteit. afhankelijk van de geschreven communicatie tussen de zorgverleners (van eerste en/of tweede lijn). een prioriteit voor de verschillende zorgverleners, maar wordt niet systematisch verzorgd. prioritair en in alle interventies is er steeds een actieve coördinatie aanwezig tussen de verschillende zorgverleners, inclusief de wachtartsen en de spoeddiensten. Q2/2. De beschikbaarheid van medicatie in uw regio... is niet gegarandeerd. wordt verondersteld gegarandeerd te zijn door een goede anticipatie door de behandelend arts. wordt gegarandeerd door een goede anticipatie en samenwerking tussen de behandelend arts, de apotheker en hun beider collega's van wacht. wordt gegarandeerd door een goede anticipatie en samenwerking tussen de behandelend arts, de apotheker, hun beider collega's van wacht en een groothandelaar. 3. Ontwikkelen van visie en strategie 3A. Bestuur van de organisatie Palliatieve zorg wint aan efficiëntie en kwaliteit in de mate waarin de verschillende niveaus in de zorg op elkaar zijn ingespeeld om de kwaliteit van zorg te bevorderen. Q1/2. Wat betreft palliatieve zorg, toont de leiding van uw organisatie... weinig interesse in de kwaliteit van palliatieve zorg. interesse door de intenties op papier te zetten, maar worden er geen middelen voorbehouden om kwaliteit te leveren in palliatieve zorg. haar interesse concreet door het ter beschikking stellen van middelen (geld, personeel, materiaal,...) dat ze actief bezig is met ontwikkelen van een visie en strategie op lange termijn. De nodige middelen worden vrijgemaakt. Verantwoordelijken worden aangeduid voor duidelijk omgeschreven taken. Q2/2. De doelen van de organisatie op vlak van palliatieve zorg... bestaan niet of beperken zich tot vage doelstellingen. bestaan, maar worden niet regelmatig geëvalueerd en zijn niet up to date. zijn meetbaar en worden regelmatig geëvalueerd.

5 zijn meetbaar, worden rigoureus geëvalueerd en zijn een deel van een uitgedachte strategie om de zorg te verbeteren. 3. Ontwikkelen van visie en strategie 3B. Netwerkvorming De maatschappelijke banden tussen uw organisatie en andere organisaties en/of andere zorgverleners spelen een belangrijke rol in de verbetering van de kwaliteit van palliatieve zorg. Q1/2. Het creëren van samenwerkingsverbanden tussen uw organisatie en andere (eerstelijns)zorgorganisaties actief in uw regio, met het oog op het verbeteren van de samenwerking ivm palliatieve zorg op lange termijn,... gebeurt niet. is deel van de strategie, maar werd nog niet gedaan. gebeurt soms. gebeurt systematisch. Q2/2. Regionale gezondheidsplannen... bevatten geen streefdoelen voor palliatieve zorg. bevatten streefdoelen voor palliatieve zorg, maar hun effectiviteit wordt niet gemeten op het terrein. bevatten specifieke streefdoelen wat betreft de begeleiding van bepaalde types van patiënten in palliatieve zorg (bv. de patiënten met kanker) bevatten specifieke streefdoelen en de middelen voor de begeleiding van alle types van patiënten in palliatieve zorg (kanker, orgaanfalen, dementie,...) Gesteld dat alle patiënten met palliatieve noden het recht hebben om hiermee geholpen te worden, wat zijn dan uw algemene bedenkingen rond de organisatie van palliatieve zorg? ACIC-Pallia ve Care (Dutch) Adapted and translated from the Assessment of Chronic Illness Care, 2000, MacColl Center for Health Care Innova on, Group Health Coopera ve, by the Pallia ve Care Research Group, University of Antwerp, Belgium in collabora on with Reliance, Mons, Belgium. Contact: Bert Leysen Onderzoeksgroep Palliatieve Zorg Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen met de hulp van Reliance asbl het netwerk palliatieve zorg van Mons La Louvière Soignies Universiteit Antwerpen

Vergelijkbare documenten

1. Uw profiel. Q1/3: U bent... Q2/3: U beantwoordt deze enquête als lid van een...

1. Uw profiel. Q1/3: U bent... Q2/3: U beantwoordt deze enquête als lid van een... Meer uitleg over het doel van deze enquête vindt u hier. 1. Uw profiel Q1/3: U bent... directeur, coördinator of voorzitter. administratief medewerker. arts. hoofdverpleegkundige. andere, te specifiëren: