ZWEMWATERPROFIELEN WAAL

Vergelijkbare documenten
Zwemwaterprofiel de Haarrijnse plas

Zwemwaterprofiel Plas Laagraven (Down under)

Zwemwaterprofiel plas Cattenbroek

ZWEMWATERPROFIELEN BINNENBEDIJKTE MAAS

Zwemwaterprofiel de Kibbelkoele

ZWEMWATERPROFIEL Dagstrand Fun Beach

Zwemwaterprofiel Agnietenplas

ZWEMWATERPROFIEL PLAS ORANJEPOLDER

ZWEMWATERPROFIEL DE VIERSPRONG

Zwemwaterprofiel Plas Strijkviertel

Zwemwaterprofiel Milligerplas

Zwemwaterprofiel Wijthmenerplas

Zwemwaterprofiel De Rietplas

ZWEMWATERPROFIEL. herziening 2012 BO 52Z BERNISSE OOSTZIJDE ZUIDLAND

GROTE PLAS DELFTSE HOUT

Zwemwaterprofiel versie

ZWEMWATERPROFIEL PLAS DONKERSLOOT

ZWEMWATERPROFIEL BINNENBEDIJKTE MAAS MIJNSHEERENLAND

Zwemwaterprofiel Naaktrecreatie Spaarnwoude

Zwemwaterprofiel Kotermeerstal

Zwemwaterprofiel Speelvijver Voorveldsepolder

Brielse Meer Nautica

Zwemwaterprofiel De Witte Berg

ZWEMWATERPROFIEL Tweede Maasvlakte Badstrand

ZWEMWATERPROFIEL DE MOSTERDPOT. Actualisatie 2010

ZWEMWATERPROFIEL KRALINGSE ESCH (ZWEMBAD) Actualisatie

Zwemwaterprofiel Peddelpoel

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017

ZWEMWATERPROFIEL BERGSE DIEPSLUIS NOORD BADSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL AAKVLAAI, BADSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL HET STRAND LEMMER

Zwemwaterprofiel Avonturenspeelplaats

ZWEMWATERPROFIEL KRAAIJENBERGSE PLAS 3

ZWEMWATERPROFIEL BADPAVILJOEN HINDELOOPEN

ZWEMWATERPROFIEL ROCKANJE 2 E SLAG

ZWEMWATERPROFIEL KRABBEPLAS

ZWEMWATERPROFIEL T ZWARTE PLASJE. Actualisatie

Zwemwaterprofiel vijver camping Weltevreden

ZWEMWATERPROFIEL PLAS MIDDELWAARD. Actualisatie 2010

Zwemwaterprofiel Het Grasbroek

Actualisatie Venegat. Archimedesweg 1 postadres: postbus AD Leiden telefoon (071) telefax (071)

ZWEMWATERPROFIEL BRAAKMAN HAVEN BUITENZIJDE BADSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL DE HOLLE POARTE MAKKUM

ZWEMWATERPROFIEL AMELAND WEST

ZWEMWATERPROFIEL BLEISWIJKSE ZOOM. Actualisatie

ZWEMWATERPROFIEL WYLERBERGMEER

ZWEMWATERPROFIEL. Brouwershaven

ZWEMWATERPROFIEL NEELTJE JANS BADSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL MUIDERBERG

ZWEMWATERPROFIEL KATSE VEER BADSTRAND

Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017

ZWEMWATERPROFIEL PUT TE WERVE

ZWEMWATERPROFIEL WOUDE

ZWEMWATERPROFIEL DE GROENE HEUVELS

Zwemwaterprofiel Put te Werve

Zwemwaterprofiel Plas Madestein

ZWEMWATERPROFIEL ZEVENHUIZERPLAS. Actualisatie

ZWEMWATERPROFIEL WALBURGEN

ZWEMWATERPROFIEL OOSTKAPELLE DUINWEG BADSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL. Rhederlaag Bahrse Strand

ZWEMWATERPROFIEL ABBERTSTRAND

Actualisatie zwemwaterprofiel Peddelpoel 2016

Zwemwaterprofiel versie

ZWEMWATERPROFIEL NOORDWIJKERHOUT

ZWEMWATERPROFIEL DOMBURG BADSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL DOLFINARIUM

ZWEMWATERPROFIEL WEST NIEUWLAND

ZWEMWATERPROFIEL RENNESSE LUIEWEG BADSTRAND

Zwemwaterprofiel Zwembad de Kikker

Zwemwaterprofiel Plas Wilhelminapark

ZWEMWATERPROFIEL ALMEERDERSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL VROUWENPOLDER BREEZAND BADSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL. Kralingse plas. Actualisatie

ZWEMWATERPROFIEL STAVOREN SUDERSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL. Zwanewater. Actualisatie

ZWEMWATERPROFIEL DILKENSPLAS 2

Zwemwaterprofiel. Zeumeren. Dorien Roubos Waterschap Vallei & Eem November 2009 Definitief

Zwemwaterprofiel. Henschotermeer. Dorien Roubos Waterschap Vallei & Eem November 2009 Definitief

ZWEMWATERPROFIEL MIRNSER KLIF. Actualisatie

ZWEMWATERPROFIEL DEN HAAG ZWARTE PAD

Zwemwaterprofiel. De Vrolijk. Laren

ZWEMWATERPROFIEL NIEUW HAAMSTEDE VUURTORENPAD BADSTRAND

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Westeinderplassen Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie postadres: versie: 0

Zwemwaterprofiel zwembad. de Meent te Breukelen. J.F. de Groot-Abbenes J.Stoffels. Watersysteem Beheer en Besturing

ZWEMWATERPROFIEL KRIMPENERHOUT. Actualisatie

ZWEMWATERPROFIEL RITTHEM FORT RAMMEKENS BADSTRAND

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel Watergeus

ZWEMWATERPROFIEL PLAS MERWELANDEN

Zwemwaterprofiel. Belterwijde

Vijver Oosterpark. Zwemwaterprofiel

ZWEMWATERPROFIEL ZWEMSTRAND ALMERE HAVEN

ZWEMWATERPROFIEL DE BELDERT

ZWEMWATERPROFIEL. Katwijk aan Zee, Boulevard Zuid

Zwemwaterprofiel Oosterduinsemeer

ZWEMWATERPROFIEL NAARDERBOS

Ten zuiden van de plas ligt de A4, aan de overzijde van deze snelweg ligt het Wilhelminapark. Aan de noordzijde ligt Rijswijk.

ZWEMWATERPROFIEL DE BERENDONCK

Zwemwaterprofiel Klinkenbergerplas

ZWEMWATERPROFIEL PLAS BIJ HAGESTEIN

Transcriptie:

ZWEMWATERPROFIELEN WAAL Waalboezem Wevershoek

2 DHV / Grontmij

DHV/Grontmij INHOUDSOPGAVE ZWEMWATERPROFIELEN WAALBOEZEM SAMENVATTING...5 I. ALGEMEEN...7 Voorwoord...8 1 inleiding zwemwaterprofiel...9 1.1 Zwemwaterprofiel... 9 1.2 Kwaliteitklassen en normen... 10 1.3 Routekaart zwemwaterprofiel... 10 1.4 Cyanobacteriën... 11 2 Aanpak...14 3 Beschrijving waalboezem...17 II. ZWEMWATERPROFIELEN...19 A. ZWEMLOCATIE WAALBOEZEM...20 1 gebiedsbeschrijving zwemlocatie noordzijde...21 1.1 Algemeen... 21 1.2 Ecologie... 23 1.3 Begrenzing... 24 1.4 Gezondheidsrisico s... 24 1.5 Cyanobacteriën... 25 2 Historische data...27 2.1 Normoverschrijdingen... 27 2.2 Historisch data-analyse in relatie tot weersomstandigheden... 30 3 Potentiële bronnen bacteriële verontreiniging...32 4 Zwemprof...33 5 Evaluatie en conclusies...35 6 Aanbevelingen en maatregelen...36 B. ZWEMLOCATIE WEVERSHOEK...38 1 gebiedsbeschrijving zwemlocatie wevershoek...39 1.1 Algemeen... 39 1.2 Hydromorfologie en ecologie... 43 1.3 Begrenzing... 43 1.4 Gezondheidsrisico s... 44 1.5 Cyanobacteriën... 45 3

DHV / Grontmij 2 Historische data...47 2.1 Normoverschrijdingen... 47 2.2 Historisch data-analyse in relatie tot weersomstandigheden... 50 3 Potentiële bronnen bacteriële verontreiniging...55 4 Zwemprof...57 5 Evaluatie en conclusies...59 6 Aanbevelingen en maatregelen...60 LITERATUUR...63 COLOFON...64 BIJLAGE 1 Verslag veldbezoek Waalboezem...65 BIJLAGE 2 Verslag verdbezoek Wevershoek...66 BIJLAGE 3 Betrokken Organisaties...67 BIJLAGE 4 Protocol voor begrenzing van zwemwater...68 BIJLAGE 5 Mogelijke routes door het stappenplan blauwalgen...69 BIJLAGE 6 Voorstel provincie Zuid-Holland zwemzonebegrenzing Waalboezem..71 4

DHV/Grontmij SAMENVATTING De nieuwe Europese Zwemwaterrichtlijn (2006/7/EG) heeft als doel het beschermen van de gezondheid van zwemmers in oppervlaktewateren. Eén van de eisen in deze richtlijn is dat risico s in kaart worden gebracht in een zwemwaterprofiel en maatregelen moeten worden uitgevoerd om minimaal een aanvaardbare kwaliteit te kunnen bereiken en blootstelling van zwemmers aan verontreiniging te voorkomen. De Waal is een dode rivierarm op het eiland IJsselmonde tussen Heerjansdam en Hendrik-Ido-Ambacht. Aan de Waal zijn meerdere zwemwaterlocaties gelegen. De beschouwde locaties Waalboezem en Wevershoek worden op een drukke zomerse dag door circa 100 bezoekers bezocht, die mogelijk niet allemaal zwemmen. De zwemwaterlocatie Waalboezem wordt sinds 2006 volgens de nieuwe Zwemwaterrichtlijn gemonitoord, de locatie Wevershoek is gemonitoord volgens deze richtlijn in 2004, 2006 en 2007. Uit de historische data-analyse komt naar voren dat in de afgelopen jaren er enkele malen sprake was van overschrijdingen. In 2003 is een overschrijding geconstateerd bij de locatie Wevershoek, in 2007 bij de locatie Waalboezem. In 2003 is een algeheel zwemverbod voor alle zwemwaterlocaties in provincie Zuid-Holland afgekondigd. Op basis van de waterkwaliteitsgegevens bleek daar voor de locaties Waalboezem en Wevershoek echter geen aanleiding voor te zijn. Uit de historische data-analyse blijkt dat er bij de overschrijding voor de locatie Waalboezem op 16 juli 2007 waarschijnlijk een directe relatie is met hevige of langdurige neerslag. De verwachting is dat op de locatie aanwezige verontreinigen (feces) zijn afgespoeld van onder meer de steigers. Voor de locatie Wevershoek is voor de overschrijding van 1 september 2003 geen relatie gevonden tussen geconstateerde meetwaarden en neerslag, temperatuur, zonne-uren of windrichting en snelheid. De geconstateerde potentiële verontreinigingsbronnen (zwemmers, vogels, honden, overstorten, recreatievaart, afspoeling terrein, steigers en bezoekers) zijn ingevoerd in ZWEMPROF. Hieruit is naar voren gekomen dat vogels en honden grote invloed hebben op de bacteriologische waterkwaliteit, indien de Waal beschouwd wordt als een stilstaand watersysteem. In praktijk zal er echter sprake zijn van een geringe stroming. Vogels en honden komen dan niet als bron naar voren. Op basis van de historische data-analyse en de resultaten van ZWEMPROF kan geconcludeerd worden dat de Waal geen problemen heeft met de bacteriologische waterkwaliteit. De waterkwaliteit voor beide locaties valt dan ook in de kwaliteitsklasse uitstekend. Vanuit waterkwaliteitsoogpunt is het niet noodzakelijk om maatregelen te nemen. Wel worden er enkele maatregelen en aanbevelingen voorgesteld die er voor zorgen dat de 5

DHV / Grontmij invloed van genoemde bronnen tot het minimum wordt beperkt. Tevens dragen de aanbevelingen bij aan een betere beleving van de zwemwaterlocatie. Voor de locatie Waalboezem worden onderstaande maatregelen/aanbevelingen geadviseerd: Onderzoek naar het verfraaien van de zwemwaterlocatie; Monsternamepunt verplaatsen naar de oostkant van de zwemzone; Zwemzone afscheiden met behulp van een ballenlijn. Voor de locatie Wevershoek worden onderstaande maatregelen/aanbevelingen geadviseerd: Handhaven van goede toiletvoorzieningen; Vogels uit de zwemzone weren; Uitvoeren van Campylobacter meting; Handhaven van het aanlijngebod voor honden; Voorlichting aan hondenbezitters; Voorlichting aan de recreatievaart; Afstemmen monsternamepunt conform nieuwe richtlijn; Saneren van overstorten op de Waal. 6

DHV/Grontmij I. ALGEMEEN 7

DHV / Grontmij VOORWOORD De voorliggende zwemwaterrapportage geeft de lezer informatie op het gebied van bacteriologische kwaliteit en de mate van blauwalgenoverlast in de twee verschillende zwemzones van de Waalboezem. Voor het gehele Waalboezem is een algemene beschrijving opgesteld. Voor de twee zwemzones zijn aparte zwemwaterprofielen opgesteld waarin specifiek ingegaan wordt op de aanwezige faciliteiten, waterkwaliteit en potentiële verontreinigingsbronnen per locatie. 8

DHV/Grontmij 1 INLEIDING ZWEMWATERPROFIEL De nieuwe Europese zwemwaterrichtlijn is begin 2006 vastgesteld. Het doel van deze richtlijn is het beschermen van de gezondheid van zwemmers in oppervlaktewateren. In de nieuwe richtlijn worden bepalingen neergelegd met betrekking tot de monitoring en de indeling van de zwemwaterkwaliteit in kwaliteitsklassen (uitstekend, goed, aanvaardbaar en slecht) alsmede de verstrekking van informatie daarover aan het publiek en de Europese Commissie. Een pro-actief beheer van de zwemwaterkwaliteit wordt voorgeschreven, risico s moeten in kaart worden gebracht in een zwemwaterprofiel en maatregelen moeten worden uitgevoerd om een aanvaardbare kwaliteit te kunnen bereiken. 1.1 Zwemwaterprofiel De beheerder van de zwemwaterlocatie zal een inschatting moeten maken welke emissiebronnen via welke verspreidingsroutes de zwemwaterkwaliteit negatief beïnvloeden. Hierbij spelen de locatiespecifieke eigenschappen van het zwemwater een belangrijke rol. Alle bevindingen komen samen in een zwemwaterprofiel van de desbetreffende zwemwaterlocatie. Op basis hiervan kan de beheerder maatregelen nemen om de kans op besmetting van de zwemmer (verder) te reduceren. Op het ogenblik wordt hoofdzakelijk op basis van expert judgement geredeneerd. Het zwemwaterprofiel, eventueel aangevuld met een aantal extra metingen, maakt het mogelijk om eventuele beheersmaatregelen beter te onderbouwen. Financiële middelen worden hierdoor effectiever ingezet. Tevens kan het zwemwaterprofiel ingezet worden voor communicatie over de kwaliteit van de zwemwater(locatie) en de genomen beheersmaatregelen naar de maatschappij/burger. Een zwemwaterprofiel is in eerste instantie bedoeld om inzicht te verkrijgen in de fecale verontreinigingsbronnen en routes en richt zich op de indicatoren voor fecale verontreinigingen (Escherichia coli en intestinale enterococcen). In deze zwemwaterprofielen worden echter ook de risico s met betrekking tot cyanobacteriën meegenomen. 9

DHV / Grontmij 1.2 Kwaliteitklassen en normen In de nieuwe Europese zwemwaterrichtlijn wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende kwaliteitsklassen. De indeling én de normen hierbij is weergegeven in tabel 1.1. Tabel 1.1 Parameter Normen voor de verschillende kwaliteitsklassen voor zoet binnenwater wat betreft intestinale enterococcen en Escherichia coli Uitstekende kwaliteit Intestinale enterococcen (kve/100 ml) Escherichia coli (kve/100 ml) * gebaseerd op een 95-percentiel ** gebaseerd op een 90-percentiel Goede kwaliteit* Bevredigende/aan -vaardbare kwaliteit** 200 400 330 500 1000 900 Referentiemethod en voor de analyse ISO 7899-1 of ISO 7899-2 ISO 9208-3 of ISO 9308-1 Als een fecale verontreiniging via oppervlaktewater naar een zwemwater wordt getransporteerd treedt verdunning op. De locatiespecifieke eigenschappen van het ontvangende zwemwater zijn van belang bij een beoordeling van de invloed van diverse routes op de bacteriologische kwaliteit van het zwemwater. Een belangrijke onderverdeling hierin is de verdeling tussen geïsoleerd of doorstroomd zwemwater. 1.3 Routekaart zwemwaterprofiel Het RIZA heeft een aantal pilot-onderzoeken laten uitvoeren en is gekomen tot een algemeen protocol voor het opstellen van een zwemwaterprofiel. Dit heeft geleid tot een routekaart (zie onderstaand schema) die voor het opstellen van de zwemwaterprofielen is gebruikt. Deze aanpak volgens de routekaart resulteert in een algemeen beeld van de zwemwaterlocatie, zijn omgeving en de mogelijke bronnen, met een indicatie van de grootte van bijdrage van deze bronnen op de waterkwaliteit in de zwemlocatie. 10

DHV/Grontmij Beschrijving gebied/hydromorfologie Veldbezoek Historische waterkwaliteit Lijst: bronnen routes Meetprogramma Richtgetallen Analyseren Evalueren Zwemwater profiel Evalueren? Actieprogramma Figuur 1 Algemene routekaart om te komen tot een zwemwaterprofiel Het Waterschap Hollandse Delta heeft Grontmij en DHV gevraagd een zwemwaterprofiel op te stellen voor de zwemlocaties Waalboezem en Wevershoek met gebruikmaking van de Handreiking voor het opstellen van een zwemwaterprofiel (Grontmij, RWS-RIZA, 2005). 1.4 Cyanobacteriën Algemeen De Europese Zwemwaterrichtlijn vraagt behalve om aandacht voor de bacteriële verontreiniging ook nadrukkelijk aandacht voor de risico s van cyanobacteriën. Ter ondersteuning bij het opstellen van het cyanobacteriedeel van een Zwemwaterprofiel is de Handreiking Zwemwaterprofiel Blauwalgen opgesteld (DHV, 2007). De hierin voorgeschreven aanpak vindt plaats op basis van het stappenplan zoals weergegeven in figuur 3. Het aantal stappen is afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare informatie en het oordeel over de kans op toxische bloei. De mogelijke routes staan aangegeven in bijlage 5. Voor locaties die nooit problemen kennen met blauwalgen is het profiel eenvoudig. Voor locaties waar een aanzienlijke kans bestaat op een toxische bloei, is het profiel uitgebreider. 11

DHV / Grontmij Basale beschrijving Analyse toestandsvariabelen Aanwezigheidscheck gegevens cyanobacteriën Is informatie voldoende? ja nee Toestandsvariabelen alarmerend en/of onvoldoende? ja nee Inschatting kans op cyanobacteriën Cyanobacterie analyse Nadere beschrijving Inzi cht in oor zaken ja Is er een aanzienlijke kans op toxische bloei in komende vijf jaar? nee geen verdere actie Maatregelen Monitoring - informatie naar publiek - maatregelen ter vermindering van de kans op toxische bloei en drijflagen Figuur 2. Stappenplan uit de handreiking Zwemwaterprofielen Blauwalgen Uit het stappenplan blijkt dat er voor elk zwemwater een basale beschrijving van het systeem gegeven wordt. Vervolgens dient er een historisch databestand te worden aangemaakt. Zo n historisch databestand is noodzakelijk om een beoordeling te kunnen geven over de mogelijke proliferatie van toxische cyanobacteriën in de komende jaren. Een gedegen beoordeling kan alleen plaats vinden als er voldoende informatie beschikbaar is. Daarom is een stap ingebouwd waarin dit wordt beoordeeld. Bij onvoldoende beschikbare informatie kan op basis van de analyse van toestandsvariabelen een inschatting worden gemaakt van eventuele cyanobacteriebloeien in het verleden. Als uit deze analyse blijkt dat mogelijk dominantie van cyanobacteriën is opgetreden, dan dient een passende monitoring te worden uitgevoerd in het komende seizoen. Indien er voldoende informatie verzameld is volgt de uiteindelijke beoordeling. Het cyanobacteriedeel van het Zwemwaterprofiel is gereed als de beoordeling luidt dat er geen aanzienlijke kans op een toxische bloei is in de komende vijf jaar. Dit oordeel en de onderbouwing maken deel uit van het Zwemwaterprofiel. Wanneer echter op basis van de historische data-analyse blijkt de kans op een toxische bloei in de komende vijf jaar wel aanzienlijk is, dan dient een nadere beschrijving van het systeem te worden gemaakt. Een nadere beschrijving van het systeem waarin de zwemlocatie zich bevindt, heeft tot doel inzicht te geven in de mogelijke werking van het systeem met betrekking tot het ontstaan van toxische cyanobacteriebloeien. Dit betekent dat de achterliggende oorzaken/factoren worden beschreven die mogelijk leiden tot de bloei van toxische blauwalgen. De nadere beschrijving maakt het mogelijk een oordeel te vormen over de meest effectieve maatregelen om de kans op cyanobacteriebloei te doen afnemen. 12

DHV/Grontmij In paragraaf 1.5 van het Zwemwaterprofiel worden de resultaten van het doorlopen van de handreiking voor de Waalboezem en Wevershoek beschreven. Voor het doorlopen van de handreiking wordt het stappenplan uit figuur 3 gebruikt. 13

DHV / Grontmij 2 AANPAK Voor het opstellen van het zwemwaterprofiel zijn, aan de hand van de Handreiking voor het opstellen van Zwemwaterprofiel, alle stappen doorlopen. Hieronder is aangegeven in welke onderwerpen deze stappen terugkomen en waar in de rapportage deze zijn terug te vinden. De gepresenteerde aanpak kan dan ook worden gezien als leeswijzer. Deel I. Algemeen Algemene Gebiedsbeschrijving Hierin wordt het gebied en de ligging van de zwemlocaties in dit gebied beschreven. De algemene, voor alle zwemlocaties geldende beschrijvingen worden hier benoemd. Deel II. Zwemwaterprofielen Hoofdstuk 1 Gebiedsbeschrijving per zwemlocatie Hierin wordt de zwemlocatie meer in detail beschreven op basis van de in de handreiking genoemde stappen locatiebeschrijving, gebiedsbeschrijving en veldbezoek. Hydromorfologie en ecologie. Deze paragraaf omvat de benodigde informatie over stromingen, peilen, flora en fauna (veldbezoek, hydromorfologie, gebiedsbeschrijving). Begrenzing. Het protocol binnenwater uit het rapport KRW en oppervlaktewater: Bescherming van zwemwater en oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding onder de Europese Kaderrichtlijn Water (DHV, 2005) is gebruikt om de begrenzing van een zwemzone voor te stellen. Gezondheidsrisico s. In deze paragraaf wordt gemeld of er meldingen van gezondheidsklachten (zwemmersjeuk, botulisme, enz) zijn geweest op deze locatie en/of bloeien van cyanobacteriën. Cyanobacteriën. Hierin wordt ingegaan op het vóórkomen van blauwalgen in de voorgaande jaren. Aan de hand van de Handreiking Zwemwaterprofiel Blauwalgen wordt beoordeeld of er in de komende jaren een aanzienlijke kans bestaat op overlast door aanwezigheid van blauwalgen. Hoofdstuk 2 Historische data Analyse historische data. De microbiologische data van de zwemwaterbemonsteringen van de laatste drie tot vijf jaar vormen de basis voor de analyse van de historische waterkwaliteit. Deze historische databestanden worden gebruikt om te zien of er een bepaalde trend zichtbaar is die wijst op: 14

DHV/Grontmij invloed van weersomstandigheden, bijvoorbeeld indien overschrijdingen of verhogingen altijd optreden na hevige neerslag; een relatie met bepaalde bronnen, bijvoorbeeld wanneer alleen hoge waarden gevonden worden bij een hoge recreatiedruk; de relatie met een bepaalde periode in het jaar waarop verhogingen plaatsvinden; verhogingen kunnen van jaar tot jaar plaatsvinden op verschillende tijdsstippen, maar ze kunnen ook altijd in dezelfde periode plaatsvinden. De historische databestanden zijn deels gebaseerd op de huidige zwemwaterrichtlijn en bevatten dus de daarin opgenomen indicatoren van fecale verontreinigingen (thermotolerante bacteriën van de coligroep). Totaal bacteriën van de coligroep zijn niet meegenomen in deze analyse, omdat deze parameters geen duidelijke relatie heeft met fecale besmetting. Daarnaast zijn voor 2006 en 2007 de parameters intestinale enterococcen en Escherichia coli geanalyseerd. Hoofdstuk 3 Potentiële bronnen van bacteriële verontreiniging Potentiële bronnen van verontreiniging. Op basis van het veldbezoek, de analyse van de historische data, de gegevens van de waterkwaliteitsbeheerder en de plattegronden is een lijst van alle potentiële verontreinigingsbronnen en routes voor fecale verontreiniging opgesteld. Alle potentiële bronnen en routes zijn op deze lijst gezet ook al lijken ze niet van belang. Soms blijkt dat juist een bron die vooraf niet als relevant werd beschouwd toch verhoogde waarden veroorzaakt óf dat door samenloop van omstandigheden meerdere bronnen samen verantwoordelijk zijn voor verhoogde waarden. Elke bron kan dan meetellen. Hoofdstuk 4 ZWEMPROF Invullen richtgetallen. Na inventarisatie van bronnen en routes is met behulp van een eenvoudig spreadsheetmodel (ZWEMPROF) geschat in hoeverre een bepaalde bron of bronnen een bijdrage leveren aan fecale verontreiniging van het betreffende water. Het model geeft als resultaat aan of er a) geen invloed, b) geringe invloed, c) wezenlijke invloed of d) grote invloed is van belangrijke fecale verontreinigingen. Hoofdstuk 5 Evaluatie en conclusies Analyse en evaluatie van gegevens. Alle gegevens die afkomstig zijn uit de voorgaande stappen zijn naast elkaar gelegd en bekeken. Hierbij is vooral onderzocht welke potentiële bronnen die uit de analyse van de data van de waterkwaliteitsbeheerders, het veldbezoek en de plattegronden volgen, relevant zijn voor de zwemwaterkwaliteit op de locatie en zijn de resultaten van de spreadsheet modellering (ZWEMPROF) gebruikt. Daarnaast is een soort rangschikking van belangrijke bronnen gemaakt. Op deze manier is duidelijk waar de mogelijke knelpunten zitten en waar eventueel maatregelen genomen zouden moeten worden. 15

DHV / Grontmij Conclusies. De belangrijkste bevindingen en de (mogelijke) consequenties hiervan zijn op een rij gezet. Hoofdstuk 6 Aanbevelingen en maatregelen Maatregelen en bevindingen. Indien er geen problemen zijn geconstateerd bestaat er in beginsel weinig aanleiding om maatregelen te nemen. Indien er wel relevante verontreinigingsbronnen zijn gevonden of indien er onduidelijkheid is over de betrouwbaarheid van (enkele) resultaten, wordt in deze paragraaf een doorkijk gegeven naar mogelijke maatregelen. 16

DHV/Grontmij 3 BESCHRIJVING WAALBOEZEM De Waalboezem is een langzaam stromend waterlichaam dat gevoed wordt door de Oude Maas. De aanliggende polders worden door de Waalboezem van voldoende water voorzien. Er wordt geen water vanuit de polders de Waalboezem ingelaten. In de Waalboezem zijn acht rioolwateroverstorten aanwezig. Figuur 4 geeft met de gele punaises aan waar de zwemlocaties zich bevinden. De rode stippen geven de rioolwateroverstorten weer. De laatste twee bevinden zich verder benedenstrooms van de Waalboezem. A15/ A16 Waal Oude Maas Figuur 4. zwemwaterlocaties Waalboezem Hydromorfologie. De Waalboezem is een breed, langzaam stromend waterlichaam. Naar schatting is het debiet ongeveer 25 m 3 /s, dit komt overeen met 0,1 m/s bij een natte doorsnede van 270 m 2. De waterdiepte varieert behoorlijk in de Waalboezem als gevolg van zandwinning, van enkele meters tot een halve meter. De Waalboezem heeft een gemiddelde diepte van 17

DHV / Grontmij 2 meter. Ter hoogte van de zwemzone is de Waalboezem ongeveer 135 m breed. Het waterpeil van de Waalboezem wordt het hele jaar gehandhaafd op -1,0 meter t.o.v. NAP. Door de constante watertoevoer uit de Oude Maas kan de Waalboezem aanliggende polders voorzien van de gewenste hoeveelheid water. Bij een lage rivierwaterstand (droge perioden) is alleen inlaat mogelijk vanuit de Oude Maas bij vloed. Ecologie. De ecologische waarden in de Waalboezem zijn vrij laag. Aan beide oevers is oeverbeschoeiing aangebracht. Het talud ontbreekt waardoor er weinig variatie is in de aanwezige flora en fauna. Eind 2003 is in opdracht van Visstandbeheercommissie IJsselmonde door Tauw bv een visstandonderzoek uitgevoerd. Ten zuiden van Rijsoord is met behulp van een elektrovisapparaat polderwater, gevoed door de Waalboezem, bemonsterd. In het polderwater zijn in totaal acht vissoorten gevangen. Qua aantal domineren vooral Blankvoorn en Brasem (respectievelijk 48% en 45%). Overige soorten die zijn gevangen zijn Baars, Roofblei, Ruisvoorn, Snoek, Zeelt en een enkele Winde. Door de aanwezigheid van veel grote Brasems, domineert Brasem qua gewicht over Blankvoorn (71% tegen 6%). Snoek maakt 16% deel uit van het totale gevangen gewicht. 18

DHV/Grontmij II. ZWEMWATERPROFIELEN 19

DHV / Grontmij A. ZWEMLOCATIE WAALBOEZEM 20

DHV/Grontmij 1 GEBIEDSBESCHRIJVING ZWEMLOCATIE NOORDZIJDE 1.1 Algemeen Zoals genoemd zijn er acht overstorten op de Waalboezem aanwezig. Eén overstort, t Zwaantje genaamd, ligt recht tegenover de zwemlocatie, de andere zeven liggen benedenstrooms en zullen dus vrijwel geen invloed hebben. Figuur 5 laat de situatie nabij de zwemzone zien. Overstort t Zwaantje Waalboezem Boothelling Zwemzone Figuur 5. Zwemwaterlocatie in de omgeving Er zijn geen overstortfrequenties bekend van t Zwaantje. Gemeente Ridderkerk heeft op basis van het nabij gelegen gemaal (TP22) afgeleid dat de overstort in de maanden juni en juli 2007 vijf maal gewerkt heeft. In deze maanden is in totaal 273,3 mm neerslag gevallen. De langjarige gemiddelde neerslaghoeveelheden (1971 2000) in juni en juli zijn 71,8 mm en 67,6 mm, in totaal 139,4 mm. Dat is ongeveer de helft van de neerslaghoeveelheid in de maanden juni en juli van 2007. 21

DHV / Grontmij Bij gebrek aan gegevens van overstortfrequenties en volume wordt aangenomen dat overstort t Zwaantje per maand gemiddeld 1,25 maal ongezuiverd overstort met een volume van 550 m 3. Door Gemeente Ridderkerk is aangegeven dat naar verwachting komend jaar aanpassingen gebeuren aan het rioolstelsel, zo wordt vrijwel de gehele Noldijk afgekoppeld. Naar verwachting zal er dan geen DWA meer overstorten. DWA staat voor Droog Weer Afvoer. Overstortwater is in deze situatie niet verdund met regenwater. Voor overstort t Zwaantje zijn op korte termijn geen concrete saneringsplannen. Gemeente Ridderkerk wil echter het afkoppelen ter plaatse van overstort 't Zwaantje ook stimuleren om DWA overstorten tot het minimum te beperken. De gemeente erkend immers dat er problemen zijn met de overstort. Gezien het feit dat deze overstort gelegen is tegen over de zwemzone dient hieraan wellicht extra aandacht te worden besteed. Bezoekersaantal. De Waalboezem is geen typische zwemlocatie. Het zwemstrand ontbreekt en de openbare weg ligt slechts op 8 meter afstand van de oever. Om deze reden is het bezoekersaantal laag, maximaal 100 bezoekers op een mooie zomerse dag. Het grootste deel van de recreanten komt naar de Waalboezem vanwege de aanwezige boothelling. Daadwerkelijke badgasten zijn er slechts tientallen. Faciliteiten. De zwemlocatie aan de Waalboezem is voorzien van verschillende faciliteiten. Er zijn prullenbakken, parkeerplaatsen, een dixitoilet en een boothelling aanwezig. Op een drukke zomerse dag worden er maximaal 25 boten via de boothelling te water gelaten. Een drijflijn ontbreekt waardoor de zwemmers niet beschermt worden door de aanwezige pleziervaart. Er is geen verbod op honden als paarden bij de zwemlocatie. Naar schatting komen er 10 tot 15 honden per dag. Ze betreden het water niet vanwege de aanwezige oeverbeschoeiing. Paarden komen niet bij deze zwemlocatie. Figuur 6A geeft een algehele indruk van de zwemlocatie. Figuur 6B geeft de boothelling weer. A B Figuur 6A. Algemene indruk zwemlocatie Figuur 6B. Boothelling bij Waalboezem Beheer. 22

DHV/Grontmij Het Recreatieschap IJsselmonde is verantwoordelijk voor het beheer van (de faciliteiten van) de Waalboezem. De gemeenten Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Rotterdam, Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard en de provincie Zuid-Holland zijn deelnemers in het Recreatieschap. De ambtelijke werkzaamheden worden uitgevoerd door Groenservice Zuid-Holland (G.Z-H). G.Z-H maait de ligweide aan de Waalboezem 18 maal per jaar. In het zwemseizoen worden wekelijks de prullenbakken geleegd, het zwerfvuil verwijderd en het toilet gereinigd. In het hoogseizoen kan de frequentie desgewenst verhoogd worden. Waterkwaliteitsbemonstering. Het zwemwater op de locatie Waalboezem wordt tijdens de zomermaanden minimaal eens per veertien dagen gecontroleerd door het Waterschap Hollandse Delta. De meetlocatie wordt aan de hand van algemene fysisch-chemische en bacteriologische parameters de kwaliteit van het zwemwater vastgesteld. Dichtheden van blauwalgen worden in het laboratorium bepaald. Bij het vaststellen van de zwemwaterkwaliteit wordt tevens rekening gehouden met de geur en kleur van het water en de aanwezigheid van olie, schuim en vuil. Meteorologische parameters worden eveneens op de meetlocatie bepaald. Tevens wordt het aantal bezoekers geregistreerd. Gedurende de zomermaanden juni tot en met september bestaat er extra aandacht voor cyanobacteriedichtheden door middel van het uitvoeren van cyanobacteriescreeningen. De provincie Zuid-Holland is officieel toezichthouder op de waterkwaliteit van het oppervlaktewater op deze en overige zwemwaterlocaties in Zuid-Holland. De kwaliteit van de plas wordt bekendgemaakt via de zwemwatersite van de provincie (http://www.pzh.nl/service/zwemwater) en op teletekst pagina 725. Daarnaast kunnen recreanten de zwemwatertelefoon bellen voor informatie over de kwaliteitstoestand van zwemwateren. In de zwemzone bevindt zich 1 monsternamepunt (YO 05). Figuur 5 geeft de exacte locatie van het monsternamepunt weer. Op dit punt worden monsters genomen voor bepaling van de zwemwaterkwaliteit en voor de bepaling van andere parameters zoals nutriënten, metalen en chlorofyl. Maatregelen. Er is in het recente verleden geen aanleiding geweest om maatregelen te nemen. Tot op heden bestaan er ook geen plannen om de zwemlocatie aantrekkelijker te maken voor de badgasten. 1.2 Ecologie De ecologische waarden zijn zeer laag. Door de oeverbeschoeiing zijn de gradiënten, en daardoor variatie in flora en fauna, minimaal. Door het steile talud onder water zijn daar ook de ecologische waarden zeer beperkt. De ligweide bestaat hoofdzakelijk uit Gladde witbol. Tijdens het veldbezoek zijn een aantal wilde eenden en meerkoeten aangetroffen. Op de ligweide was redelijk veel feces aanwezig. Naar verwachting zijn er 50 vogels per dag aanwezig. 23

DHV / Grontmij 1.3 Begrenzing Er is geen begrenzing voor de zwemzone aangegeven bij de zwemlocatie aan de Waalboezem. Conform het algemeen protocol voor zwemwaterlocaties in binnenwater dient de zwemzone gemarkeerd te worden bij een waterdiepte van 1,50 meter of 50 meter uit de oever. Zie bijlage 3 voor meer informatie over het genoemde protocol. Gezien de geringe diepte van de Waalboezem, gemiddeld 2 meter, is de zwemzone op 50 meter uit de oever ingetekend op figuur 5. Provincie Zuid-Holland heeft ook een voorstel gedaan voor de begrenzing van de zwemzone, deze wijkt af van de voorgestelde begrenzing op figuur 7. De zwemzone is kleiner. Bijlage 6 geeft de voorgestelde begrenzing van provincie Zuid-Holland weer. De daadwerkelijke vaststelling van de zwemwaterzone dient nog plaats te vinden. Overstort t Zwaantje YO 05 Figuur 7. Voorstel begrenzing zwemzone op de locatie Waalboezem 1.4 Gezondheidsrisico s Cyanobacteriën. Drijflagen van cyanobacteriën, beter bekend als blauwalgen, kunnen een probleem op deze locatie zijn. De optimale omstandigheden voor een algenbloei zijn een temperatuur tussen de 20 C en 30 C, lichtarme en luwe (wind en stroming) omstandigheden, relatief ondiep, helder en mineraalrijk water. Tot op heden zijn in 1998 en 1999 hoge dichtheden cyanobacteriën geconstateerd en gemeld bij de provincie. In 1998 heeft dit 24

DHV/Grontmij geresulteerd in een drijflaag. Van 2002 tot op heden zijn geen cyanobacteriën geconstateerd. Voor meer informatie over cyanobacteriën wordt verwezen naar paragraaf 1.5. Doorzicht, ph en zwerfvuil. Vanuit veiligheid oogpunt is het na te streven doorzicht minimaal 1 meter. In principe kan minder doorzicht gevaar opleveren voor zwemmers, omdat zij gevaarlijk scherpe voorwerpen op de bodem niet kunnen zien, ingeval van duiken de waterdiepte niet kunnen inschatten of omdat zij in geval van nood niet snel teruggevonden kunnen worden. In de Waalboezem is regelmatig een doorzicht van minder dan 1 meter geconstateerd. Van 1994 tot en met 2006 varieerde het doorzicht tussen 30 cm en 1,5 m. Vanaf 2002 betreffen de meetresultaten bodemzicht. Naar verwachting voldoet het doorzicht van deze zwemlocatie over het algemeen aan de norm (doorzicht > 1m). Indien de ph-waarde (een maat voor de zuurgraad van het water) hoger is dan 10, bestaat er een gerede kans op gezondheidsrisico s, met name huidirritaties. In de Waalboezem is dit tot op heden niet geconstateerd. De kritische grens van 9, uit de oude zwemwaterrichtlijn, is tevens nog nooit overschreden. Tussen 1995 en 2006 varieerde de ph waarde tussen 7,2 en 9. De gemiddelde waarde bedraagt 8,5. Hoewel de ligweide tijdens het veldbezoek schoon was is er regelmatig zwerfvuil aanwezig. Zwemlocatie Waalboezem is een populaire ontmoetingsplaats voor jongeren die regelmatig afval achterlaten op de ligweide. G.Z-H verwijderd dit regelmatig. Zwemmersjeuk en botulisme. Er zijn geen gevallen van botulisme en zwemmersjeuk bekend bij zwemlocatie Waalboezem. Gezondheidsklachten gemeld bij de provincie Zuid-Holland. In 2003 heeft de provincie, wegens gezondheidsklachten met betrekking tot diverse zwemlocaties in heel Zuid-Holland, besloten een negatief zwemadvies uit te vaardigen voor alle zwemlocaties in de provincie. Op basis van de waterkwaliteitsgegevens van beide locaties bleek hier echter geen aanleiding voor te zijn. Daarnaast zijn geen gezondheidsklachten bekend bij provincie Zuid-Holland. 1.5 Cyanobacteriën Van de Waalboezem zijn cyanobacteriële gegevens aanwezig van de jaren 2003 t/m 2007. De tellingen zijn in opdracht van het Waterschap Hollandse Delta uitgevoerd door Aquasense. Bij de tellingen is het percentage cyanobacteriën ten opzichte van het overige fytoplankton bepaald. Op alle dagen dat cyanobacteriële tellingen zijn uitgevoerd zijn in 2007 vier weken toxische cyanobacteriën in zeer lage concentraties waargenomen (zie figuur 8). De hoeveelheid was minder dan 50% van het totale fytoplankton. In deze gevallen worden de toxische cyanobacteriën niet gedetermineerd. De waarnemingen werd geclassificeerd als zeer weinig. Tijdens het veldbezoek zijn geen cyanobacteriën waargenomen. 25

DHV / Grontmij Cyanobacterien Drijflaag 7 zeer veel, bloei 6 zeer veel 5 veel 4 algemeen 3 weinig 2 zeer weinig 1 geen 0 Figuur 8. 23-jun-03 7-jul-03 21-jul-03 4-aug-03 18-aug-03 1-sep-03 15-sep-03 5-jul-04 19-jul-04 2-aug-04 16-aug-04 30-aug-04 13-sep-04 27-jun-05 11-jul-05 25-jul-05 8-aug-05 22-aug-05 5-sep-05 19-sep-05 3-jul-06 17-jul-06 31-jul-06 14-aug-06 28-aug-06 11-sep-06 2-jul-07 16-jul-07 23-jul-07 30-jul-07 13-aug-07 27-aug-07 Aanwezigheid van toxische cyanobacteriën en drijflagen in de Waalboezem per controledatum van 2003 t/m 2007. Toepassing van de Handreiking Zwemwaterprofiel Blauwalgen (DHV, 2007) leert dat er voldoende gegevens aanwezig zijn over blauwalgen. Uit de quickscan van deze gegevens blijkt dat sinds 2003 geen van de cyanobacterie geslachten Microcystis, Planktothrix, Anabaena en Aphanizomenon in hoge concentraties aanwezig is geweest. Bij de waarnemingen in 2007 waren de toxische cyanobacteriën in lage concentraties aanwezig. Er zijn geen drijflagen geconstateerd de afgelopen vijf jaar. Microcystine concentraties in de waterfase zijn niet bekend. In de Waalboezem zijn de afgelopen jaren geen gezondheidsklachten bij de provincie ingediend. Op basis van bovenstaande gegevens kan worden geconcludeerd dat er geen aanzienlijke kans op toxische cyanobacterie bloei is in de Waalboezem. Verdere actie (in de vorm van een nadere beschrijving) is, volgens het stappenplan van de Handreiking Zwemwaterprofiel Blauwalgen, dan ook niet nodig. 26

DHV/Grontmij 2 HISTORISCHE DATA Waterschap Hollandse Delta bemonstert de zwemwaterkwaliteit gedurende het zwemwaterseizoen minimaal tweewekelijks op het monsterpunt (YO 05). De monsters zijn tot en met 2006 geanalyseerd conform de parameters van de oude richtlijn. Bij de onderstaande analyse worden de thermotolerante bacteriën van de coligroep gebruikt. Er vond geen analyse van de aantallen fecale streptococcen plaats. Sinds 2006 worden, conform de nieuwe Europese zwemwaterrichtlijn, Escherichia coli en intestinale enterococcen ook gemeten. In de grafieken wordt met een lijn klasse (goed) aangegeven. In de onderstaande historische data-analyse zijn de jaren 2002-2006 meegenomen. Voor wat betreft de data van 2007 is er gekeken of er overschrijdingen/hogere meetwaarden zijn geweest en of deze in het beeld passen van de uitgevoerde historische data-analyse 2002-2006. Tevens is globaal gekeken (op basis van KNMI data van 2007) of er een relatie is tussen de meetwaarden en neerslag/winderichting e.d. 2.1 Normoverschrijdingen In deze paragraaf zijn de analyseresultaten van de thermotolerante bacteriën van de coligroep voor de jaren 2002 tot en met 2006 in grafiekvorm weergegeven, zie figuur 8. Voor de Escherichia coli en intestinale enterococcen zijn de data van 2006 gepresenteerd in figuur 9. Jaartrends van thermotolerante bacteriën van de coligroep 2002 2003 2004 2005 2006 Klasse (goed) Thermotolerante bacteriën van de coligroep [kve/100ml] Figuur 8. 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 apr mei jun jul aug sep Thermotolerante bacteriën op locatie Waalboezem 27

DHV / Grontmij Op basis van de oude norm zijn er in 2006 geen overschrijdingen geweest van de richtlijn voor thermotolerante bacteriën van de coligroep van 2000 kve/100 ml. Op 29 juli 2002 is er een verhoging geconstateerd van 730 kve/100 ml. In de overige jaren 2003, 2004, 2005 en 2006 zijn er geen verhogingen geconstateerd. Over het algemeen liggen de meetwaarden ruim onder de 500 kve/100 ml. Indien we de data van thermotolerante bacteriën van de coligroep van de jaren 2003 tot en met 2006 nemen en aannemen dat dit vergelijkbaar is met E.coli dan kan de kwaliteitsklasse volgens de nieuwe richtlijn bepaald worden. Deze locatie valt dan in de kwaliteitsklasse uitstekend. Figuur 9 presenteert de meetdata voor de Escherichia coli en intestinale enterococcen van meetpunt YO 05 in de Waalboezem. Escherichia-coli [kve/100 ml] 1500 1350 1200 1050 900 750 600 450 300 150 E. coli en Intestinale enterococcen E. coli Extremen E. coli E. coli - klasse (goed) Intestinale enterococcen Extremen Intestinale enterococcen Intestinale enterococcen - klasse (goed) meetpunt YOP 0633 - Plas Vaanbos; 2006 600 500 400 300 200 100 Intestinale enterococcen [kve/100 ml] 0 apr mei jun jul aug sep 0 Figuur 9. Intestinale enterococcen en E. coli op locatie Waalboezem In 2006 werd de norm voor Escherichia coli en intestinale enterococcen niet overschreden. Tevens zijn er geen noemenswaardige verhogingen geconstateerd. Op basis van de nieuwe Europese zwemwaterrichtlijn viel de zwemwaterkwaliteit voor zowel intestinale enterococcen als Escherichia coli dit jaar in de klasse uitstekend. Om een goede kwaliteitsklasse te bepalen zijn echter data over minimaal drie jaar nodig. Wanneer voor de drie jaren waarin geen Escherichia coli gemeten is de waarden van de thermotolerante bacteriën van de coligroep worden gebruikt uit 2006, zoals toegestaan is volgens de nieuwe richtlijn, dan is de kwaliteitsklasse voor Escherichia coli ook uitstekend. 28

DHV/Grontmij Uit de data van 2007 is naar voren gekomen dat er op 16/7/07 een overschrijding is geweest van de klasse goed van Escherichia coli (28.555 kve/100 ml) en intestinale enterococcen (2.019 kve/100 ml). Op deze datum was er tevens een verhoging van de thermotolerante bacteriën van de coligroep (1.000 kve/100 ml). Op 16 juli is veel neerslag gevallen, 259 mm. Naar verwachting is door de neerslag de aanwezige verontreinigen op de locatie afgespoeld en in het water terecht gekomen. Tevens bestaat er een grote kans dat rioolwateroverstort t Zwaantje heeft gewerkt. 29

DHV / Grontmij 2.2 Historisch data-analyse in relatie tot weersomstandigheden De historische data-analyse is uitgevoerd voor de periode 2002-2006. Gedurende deze jaren is er geen normoverschrijding of noemenswaardige verhoging geconstateerd. In vergelijking met de andere zwemlocaties in het beheersgebied van waterschap Hollandse delta is dat opvallend te noemen. Op 14 augustus 2006 is vrijwel in iedere zwemlocatie een verhoging, dan wel een normoverschrijding geconstateerd. De historische data-analyse is uitgevoerd om een mogelijk verband tussen weersomstandigheden en de overschrijding en verhogingen vast te kunnen stellen. Weersomstandigheden kunnen in verband worden gebracht met recreatiedruk, met name ten tijde van zonnige dagen kan de recreatiedruk toenemen. In geval van neerslag kan er afspoeling van oevers plaats vinden waardoor de concentraties fecale bacteriën een negatieve invloed op de zwemwaterkwaliteit kunnen hebben. Windgegevens kunnen een indruk geven van menging van wateren bij de zwemlocaties. Weersinvloeden die mogelijk verband houden met de recreatiedruk zijn de luchttemperatuur en het aantal zonne-uren op de dagen voorafgaand aan de monstername. Regenval in de vorm van neerslag per uur en de windsnelheid en richting geven een indruk van de afspoeling, mogelijke overstorten en menging. In deze paragraaf worden enkele grafieken gepresenteerd waarin de concentraties van intestinale enterococcen uitgezet zijn tegen weersomstandigheden afkomstig van het KNMI weerstation Rotterdam. Er is gekozen voor Escherichia coli voor de Waalboezem. Voor Wevershoek zijn de thermotolerante bacteriën uitgezet tegen de weersomstandigheden. Neerslag en Escherichia coli 2006 Escherichia coli en weergegevens Rotterdam E. coli Extremen E. coli E. coli - klasse (goed) Neerslag intensiteit (mm/h) meetpunt YOP 0633 - Plas Vaanbos; 2006 8 E. coli [kve/100 ml] 1400 1200 1000 800 600 400 7 6 5 4 3 2 Neerslag intensiteit (mm/h) 200 1 0 apr mei jun jul aug sep 0 Figuur 10. Neerslag en Escherichia coli op locatie Waalboezem 30

DHV/Grontmij Ondanks de extreem droge maand juli, gevolgd door zeer natte periode in augustus 2006 is er nauwelijks een verhoogde concentratie van Escherichia coli gemeten. Naar alle waarschijnlijkheid heeft dit te maken met de aanwezige oeverbeschoeiing van de zwemlocatie, zie figuur 11A en B. Feces en andere mogelijk aanwezige verontreinigen op de locatie spoelen beduidend minder af dan bij zwemlocaties waarbij een strandje aanwezig is. Daarnaast moet worden meegenomen dat de monstername halverwege de zwemzone plaatsvindt. Verontreinigingen, afkomstig van badgasten, of afspoeling blijven gedeeltelijk onopgemerkt. A B Figuur 11. Oeverbeschoeiing bij zwemlocatie Waalboezem Andere mogelijke verbanden tussen weersomstandigheden en de meetgegevens kunnen niet gelegd worden omdat er geen verhogingen geconstateerd zijn van de parameters Escherichia coli en intestinale enterococcen. 31

DHV / Grontmij 3 POTENTIËLE BRONNEN BACTERIËLE VERONTREINIGING Op basis van veldbezoek, historische data-analyse en bestudering van hydrografische kaarten kunnen voor Oostvoornse Meer noord een aantal mogelijke bronnen voor verontreiniging worden aangemerkt: Overstort t Zwaantje. Op de Waalboezem storten volgens gemeente Ridderkerk acht rioolsystemen over. Eén overstort, t Zwaantje genaamd, ligt recht tegenover de zwemlocatie, de andere zeven liggen benedenstrooms en hebben dus geen invloed. t Zwaantje is een gemengd rioolstelsel. Er zijn geen overstortfrequenties bekend. Op basis van schattingen van gemeente Ridderkerk en extrapolatie wordt aangenomen dat rioolwateroverstort t Zwaantje 15 maal per jaar overstort. Per keer wordt naar schatting 400 m 3 overgestort. Dit komt neer op een totaalvolume per jaar van 6000 m 3. Watervogels op de ligweide. Ten tijde van het veldbezoek zijn redelijk grote hoeveelheden feces afkomstig van ganzen en eenden aangetroffen op ligweide. Dit kan als bron aangemerkt worden. Het totaal aantal vogels wordt geschat op 50. Als worst-case scenario worden tevens 70 vogels meegenomen in ZWEMPROF. Honden op de ligweide. Af en toe worden er honden uitgelaten bij de ligweide. Vanwege de aanwezige oeverbeschoeiing betreden ze het water niet. Voor ZWEMPROF wordt uitgegaan van 10 honden per dag die de plas bezoeken. Als worst-case scenario worden tevens 15 honden in de beschouwing meegenomen. Recreatievaart. De Waalboezem is een druk bevaren water. Exacte gegevens van het aantal vaarbewegingen is niet bekend. Door GZH is een inschatting gemaakt van het aantal vaarbewegingen. Ingeschat wordt dat dagelijks circa 15 boten de zwemwaterlocatie passeren. Als worse-case situatie wordt uitgegaan van circa 25 boten. Bezoekers. Het bezoekersaantal is relatief laag langs de Waalboezem. Voor ZWEMPROF wordt uitgegaan van gemiddeld 40 bezoekers met uitschieters van maximaal 100 bezoekers per dag. 32

DHV/Grontmij 4 ZWEMPROF In een eenvoudig spreadsheetmodel (ZWEMPROF) zijn dimensies van de zwemplas en omvang van potentiële bronnen ingevuld. Aan de hand van kengetallen is de invloed van de potentiële bronnen op de bacteriële waterkwaliteit kwantitatief geschat. Bij de onderstaande analyse is gebruikt gemaakt van het spreadsheetprogramma ZWEMPROF. De uitkomsten van ZWEMPROF zijn erg afhankelijk van de hydrologische/morfologische parameters welke worden ingevoerd. Hierbij valt te denken aan waterdiepte, breedte en het verversingsdebiet. Figuur 12 geeft de resultaten weer van een situatie waarbij uitgegaan is van lage stroomsnelheid van 0,1 m/s. Figuur 12. Resultaatsheet ZWEMPROF Overstort t Zwaantje. Overstort t Zwaantje heeft volgens ZWEMPROF een grote invloed op de bacteriologische kwaliteit van het zwemwater. Dit heeft te maken met de zeer geringe afstand tussen de overstort en de zwemzone en de hoeveelheid m 3 die in het water komen. Naar verwachting is dit gemiddeld 400 m 3 per keer. Watervogels op de ligweide. Vogels op de ligweide hebben geen invloed op de bacteriologische kwaliteit van het zwemwater. Honden op de ligweide. Honden hebben geen invloed op de bacteriologische kwaliteit van het zwemwater. 33

DHV / Grontmij Alle dieren gezamenlijk. (Water)vogels en honden tezamen hebben geen invloed de bacteriologische kwaliteit van het zwemwater.. Recreatievaart. De recreatievaart heeft geen invloed op de bacteriologische kwaliteit van het zwemwater. Bezoekers. Bezoekers hebben geen invloed op de bacteriologische kwaliteit van het zwemwater. 34

DHV/Grontmij 5 EVALUATIE EN CONCLUSIES De Waalboezem wordt amper bezocht door badgasten. Het zwemstrand ontbreekt en de openbare weg ligt op slechts 8 meter afstand van de oever. Op een mooie dag wordt de locatie door maximaal 100 badgasten bezocht. Op 10 meter afstand van de zwemzone is een boothelling aanwezig. Op een mooie dag worden tot maximaal 25 boten te water gelaten. Sinds 2006 zijn ook de volgens de nieuwe Zwemwaterrichtlijn verplichte parameters Escherichia coli en intestinale enterococcen gemeten. Uit de historische data-analyse blijkt dat er geen normoverschrijdingen zijn geconstateerd. In 2003 is een algeheel zwemverbod voor alle zwemwaterlocaties in provincie Zuid-Holland afgekondigd. Uit de historische data-analyse blijkt dat er geen directe relatie is tussen de klimatologische omstandigheden. In vergelijking met de andere zwemlocaties in het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta is dat opvallend te noemen. Op 14 augustus 2006 is vrijwel in iedere zwemlocatie een verhoging, dan wel een normoverschrijding van de thermotolerante bacteriën geconstateerd, behalve bij de Waalboezem. Naar alle waarschijnlijkheid heeft dit te maken met de aanwezige oeverbeschoeiing van de zwemlocatie. In 2007 is op 16/7/07 een overschrijding geweest van de klasse goed van Escherichia coli en intestinale enterococcen. Op deze datum was er tevens een verhoging van de thermotolerante bacteriën van de coligroep. De geconstateerde potentiële verontreinigingsbronnen (overstort t Zwaantje, vogels, honden, recreatievaart en bezoekers) zijn ingevoerd in ZWEMPROF. Hieruit is naar voren gekomen dat overstort t Zwaantje een zeer grote invloed heeft op de bacteriologische kwaliteit van het zwemwater. Aangezien uit de historische analyse blijkt dat er in het verleden nauwelijks verhogingen zijn geconstateerd van Escherichia coli, intestinale enterococcen of thermotolerante bacteriën wordt geadviseerd de waterkwaliteit tevens te meten nadat overstort t Zwaantje heeft gewerkt. Op deze manier krijgt men meer inzicht in de relatie tussen waterkwaliteit en hevige neerslag. 35

DHV / Grontmij 6 AANBEVELINGEN EN MAATREGELEN De locatie Waalboezem heeft geen problemen met de bacteriologische waterkwaliteit. Alleen onder extreme neerslagomstandigheden in juli 2007 zijn overschrijdingen van intestinale enterococcen en Escherichia coli geconstateerd. Over het algemeen valt de waterkwaliteit in de klasse uitstekend. Vanuit waterkwaliteitsoogpunt is het niet noodzakelijk om maatregelen te nemen. Wel worden er enkele maatregelen en aanbevelingen voorgesteld die er voor zorgen dat de benoemde bronnen een geringere invloed krijgen op de waterkwaliteit. Tevens dragen de aanbevelingen bij aan een betere beleving van de zwemwaterlocatie: Waterkwaliteitsmetingen verrichten na hevige regenbuien De historische data-analyse en de resultaten uit ZWEMPROF komen niet met elkaar overeen. Om de daadwerkelijke invloed van overstort t Zwaantje vast te stellen wordt geadviseerd ook de parameters Escherichia coli en intestinale enterococcen direct na hevige regenbuien te bemonsteren. Onderzoek naar verfraaien zwemlocatie De zwemwaterlocatie Waalboezem heeft geen zwemstrand en ligt op enkele meters afstand van de openbare weg. Het bezoekersaantal is dan ook relatief laag. Een onderzoek naar de potenties van de zwemwaterlocatie moet uitwijzen of een investering in het verfraaien van de locatie aan te bevelen is. Monsternamepunt verplaatsen naar oostkant zwemzone. Het monsternamepunt bevindt zich in het midden van de zwemzone. Eventuele verontreinigingen, afkomstig van badgasten, worden op deze manier niet geheel meegenomen. Voor een representatief beeld wordt geadviseerd het monsternamepunt te verplaatsen naar de oostkant van de zwemzone. Zwemzone afscheiden mbv een ballenlijn De zwemzone bij zwemlocatie Waalboezem is niet gemarkeerd met behulp van een ballenlijn of op een andere manier. Ten behoeve van de veiligheid van de zwemmers wordt geadviseerd een ballenlijn te plaatsen bij een waterdiepte van 1,50 meter of 50 meter uit de oever. Deze maatregel heeft geen direct effect op de waterkwaliteit maar voorkomt eventueel conflicterende situaties tussen recreatievaart en badgasten en draagt bij aan de veiligheid van de badgasten. Voorlichting recreatievaart. Op de Waal vindt wat recreatievaart plaats. Recreatievaart kan een potentiële bron van verontreinigingen zijn, aangezien de locatie Wevershoek in verbinding staat met de Waal. Vandaar dat aanbevolen wordt om door middel van voorlichting aan de recreatievaart dit te voorkomen. Met ingang van 2009 dienen de boten uitgerust te zijn met een vuilwatertank. Naar verwachting is de kans op lozingen dan kleiner, mits er goede voorzieningen aanwezig zijn. Van belang is ook om hierover 36

DHV/Grontmij voorlichting te geven aan de booteigenaren. Ook voor de booteigenaren is het van belang dat er bij de zwemwaterzone goede toiletvoorzieningen aanwezig zijn. Afstemmen officiële zwemzone met provincie Zuid-Holland In dit zwemwaterprofiel is een begrenzing voor de zwemzone voorgesteld conform het protocol binnenwater uit het rapport KRW en oppervlaktewater: Bescherming van zwemwater en oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding onder de Europese Kaderrichtlijn Water (DHV, 2005). Provincie Zuid-Holland heeft ook een voorstel gedaan voor de begrenzing van de zwemzone, zie bijlage 5. De voorstellen komen niet overeen met elkaar. Aanbevolen wordt om in overleg met provincie Zuid- Holland een eenduidige begrenzing van de zwemzone vast te stellen. 37

DHV / Grontmij B. ZWEMLOCATIE WEVERSHOEK 38

DHV/Grontmij 1 GEBIEDSBESCHRIJVING ZWEMLOCATIE WEVERSHOEK 1.1 Algemeen De zwemwaterlocatie Wevershoek is gelegen aan de noordzijde van de Waal (gelegen tussen Heerjansdam en Hendrik-Ido-Ambacht). De zwemlocatie is genoemd naar het nabij gelegen wijk Wevershoek. Wevershoek is dan ook een locatie die met name een regionale functie heeft. De zwemlocatie is gelegen in een parkachtige omgeving, aan een uitloper van de Waal. De zwemwaterzone is gelegen aan een zandstrand en recreatieweide. Figuur 13 geeft een indruk van de zwemlocatie en de directe omgeving. Ten zuiden van de zwemwaterzone is een glastuinbouwgebied gelegen, de afwatering van het gebied vindt niet plaats op de Waal of de zwemwaterzone. Op het terrein Wevershoek zijn toiletten aanwezig. Nabij de zwemwaterzone zijn speeltoestellen gelegen. Het gebied staat er bekend om dat er veel honden uitgelaten worden. Aan de zijde van de Waal is een speciaal hondenstrandje aangelegd, hier mogen de honden los zwemmen. Bij de ingang van het terrein is een pannenkoekenrestaurant aanwezig. zwemlocatie doorgang steiger doorgang glastuinbouw Figuur 13. Wevershoek en omgeving. De locatie is gelegen in een parkachtige omgeving. Ten zuiden van de locatie is een glastuinbouwgebied gelegen. Op de foto zijn de twee doorgangen met de Waal aangegeven. 39

DHV / Grontmij De zwemwaterzone staat via doorgangen in verbinding met de Waal. Nabij de meest noordelijke gelegen doorgang is een steiger aanwezig waar bootjes kunnen aanleggen. De boten kunnen echter niet in de zwemwaterzone komen. De zwemwaterlocatie is min of meer rechthoekig met een afmeting van ongeveer 60 m bij 15 m. De zwemwaterzone is geheel afgebakend middels een drijflijn. Bezoekersaantal. Ten tijde van het veldbezoek (25 juni 2007) waren geen zwemmers actief bij het strandje. Dit is niet verwonderlijk gezien het tijdstip (10.30 u) en het feit dat de vakantieperiode nog niet aangebroken was. Volgens Groenservice Zuid-Holland (G.Z-H) kan het aantal bezoekers tijdens een warme zomerse dag oplopen tot circa 50 bezoekers. De beheerder van het pannenkoekenhuis spreekt van gemiddeld 50-60 bezoekers met uitschieters naar 100 bezoekers per dag. Faciliteiten. De zwemwaterlocatie is gelegen in een parkachtige omgeving. Bij de ingang van het parkje is een pannenkoekenrestaurant en een parkeerplaats gelegen. Nabij de parkeerplaats is tijdens het zwemseizoen een tijdelijk toilet aanwezig. Op het gehele terrein zijn voldoende vuilnisbakken aanwezig. De zwemwaterlocatie is gelegen in het noordelijke gedeelte van het terrein Wevershoek. Nabij de zwemwaterlocatie zijn enkele speelvoorzieningen aanwezig. Op het terrein is een wandelpad gelegen, hiervan wordt met name gebruik van gemaakt door mensen die hun hond uitlaten. Het is bij G.Z-H bekend dat circa drie hondenuitlaatservices gebruik maken van het gebied. Ingeschat wordt dat circa 80 honden dagelijks in het park worden uitgelaten. Om te voorkomen dat honden zwemmen in de zwemwaterzone heeft G.Z-H een informatiefolder uitgebracht waarin aangegeven staat dat honden in het oostelijke gedeelte van het park los mogen lopen, nabij de zwemwaterzone is het verplicht om de honden aan te lijnen. Nabij de Waal is een locatie waar honden kunnen zwemmen. Bij de zwemwaterlocatie is echter geen bord aanwezig waarop staat dat het verboden is om honden in het water te laten zwemmen of dat honden aangelijnd dienen te zijn. Figuur 14. De ballenlijn vormt de begrenzing van de zwemwaterzone. 40