Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

Vergelijkbare documenten
Stad Antwerpen Gemeenteraad

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

COMPLEXE STADSPROJECTEN

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

College van burgemeester en schepenen

pyblik Opmaak van een projectdefinitie

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

Nieuw Zurenborg informatievergadering

Stad Antwerpen Bureau van district Deurne

college van burgemeester en schepenen Zitting van 8 juli 2016

College van burgemeester en schepenen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 17 juni 2016

College van burgemeester en schepenen

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

Stad Antwerpen District Merksem Districtsraad

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012

college van burgemeester en schepenen Zitting van 27 november 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 8 februari 2013

College van burgemeester en schepenen

INTERACTIVE PRESENTATION PROJECTGEBIED PLANNINGSPROCES PUBLIEKE PARTICIPATIE SPOOR NOORD SPOORNOORD

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 februari 2016

College van burgemeester en schepenen

PARK SPOOR NOORD 09 1

Infobundel Project Ruggeveld-Boterlaar-Silsburg 23 juni 2009

college van burgemeester en schepenen Zitting van 1 april 2016

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

College van burgemeester en schepenen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

Inhoudstafel INLEIDING...2

HEROVER DE FORTENGORDEL ConceptVestingAntwerpen Ruimtelijk planologische ontwikkelingsmogelijkheden van de Brialmontforten rondantwerpen

Stad Antwerpen Bureau van district Antwerpen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

STRATEGIE EN JEUGD STAD ANTWERPEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 november 2012

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

de ontwikkeling van de nieuwe duurzame stadswijk aan Gent Sint Pieters

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN PROCESNOTA Colofon

Publicatie :

Besluit van de Deputatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 februari 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 september 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

Workshop participatie in wijkplanning: is een. Stadscongres de stad in de wijk 29 september, Antwerpen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 22 april 2016

Stad Antwerpen Gemeenteraad

college van burgemeester en schepenen Zitting van 7 februari 2014

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

Stad Antwerpen Gemeenteraad

college van burgemeester en schepenen Zitting van 29 januari 2016

College van burgemeester en schepenen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 11 maart 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 februari 2016

COMPLEXE STADSPROJECTEN

Gemeenteraad. Zelfstandige Stafdiensten

COMPLEXE STADSPROJECTEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 6 maart 2015

STATUTEN CULTUURRAAD

college van burgemeester en schepenen Zitting van 6 juli 2018

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 december 2014

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 6 februari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 17 april 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 4 oktober 2013

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 juni 2016

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit

districtscollege Antwerpen Zitting van 5 januari 2015

gemeenteraad Zitting van 30 januari 2012

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

COMPLEXE STADSPROJECTEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 27 november 2015

REGLEMENT VAN DE GEMEENTELIJKE MILIEUADVIESRAAD VAN DE GEMEENTE GLABBEEK Aangepaste versie

Gemeente Dilbeek. RUP Open Ruimte

Een mix van woningen, publieke voorzieningen, kantoren, horeca en handelszaken naast Park Spoor Noord

college van burgemeester en schepenen Zitting van 4 november 2016

Openbaar onderzoek RUP 152 Portus-site

College van burgemeester en schepenen

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte

college van burgemeester en schepenen Zitting van 18 november 2016

Gemeenteraad. Districts- en Loketwerking

Hoofdstuk 4 Meerjarenplanning sportinfrastructuur

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 september 2016

college van burgemeester en schepenen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 20 november 2015

RUP. Katwilgweg TOELICHTINGSNOTA BIJLAGEN

gemeenteraad Zitting van 30 januari 2012

college van burgemeester en schepenen Zitting van 3 maart 2017

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

college van burgemeester en schepenen Zitting van 23 december 2015

Transcriptie:

Samenstelling: mevrouw Leona Detiège, burgemeester; de heren Leo Delwaide, Marc Van Peel, mevrouwen Chantal Pauwels, Kathy Lindekens, Ann Coolsaet, de heren Eric Antonis, Erwin Pairon, Tuur Van Wallendael, Dirk Grootjans, Luc Bungeneers, schepenen; de heer Fred Nolf, stadssecretaris; de heer Freddy Vandekerckhove, adjunct-stadssecretaris. Iedereen aanwezig behalve de heer F. Nolf, stadssecretaris. Zitting van woensdag 12 september 2001. Stedelijk Ontwikkelingsbedrijf A-Punt 6 Federaal programma grootstedenbeleid Spoorwegemplacement-Noord. Goedkeuring consensusnota en interaktieve presentatie voor de bewoners. Concretisering beleidsrichtlijn (Jaarnummer 9029) Voor de visie- ontwikkeling van het spoorwegemplacement- Noord- met het oog op de onderhandelingen met de eigenaar van het terrein - werd op 3 denkdagen, door medewerkers uit de verschillende bedrijfseenheden en kabinetten een degelijk onderbouwde visie ontwikkeld, die verwerkt werd in de consensusnota. Aan het College wordt gevraagd deze consensunota goed te keuren. Parallel hiermee wordt door de lokale begeleidingsgroep een wervende communicatiestrategie voorgesteld om de bevolking bij het project te betrekken. De consensusnota werd vooraf elektronisch aan alle collegeleden verstuurd. De consensusnotabijlagen en de consensusnota-rapporten worden op het college zelf uitgedeeld. Agendapunt, college, gewone zitting, 18/04/2001, jaarnummer 3640; Agendapunt, college, gewone zitting, 04/07/01, jaarnummer 6728 Motivering Voorgeschiedenis De NMBS zal in de loop van dit en volgende jaren haar activiteiten op het spoorwegemplacement afbouwen. Het federaal grootstedenbeleid voorziet in de periode van 2000-2004 een bedrag van 960 000 000 BEF om te investeren in deze site en haar omgeving. In het stadsproject 2001 engageert de stad zich om dit jaar een goed onderbouwde, duidelijke en coherente visie over de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in het projectgebied op punt te zetten. Dit is de basis om gaandeweg tot realisaties over te gaan. Feiten en context Het spoorwegemplacement Antwerpen-Noord is ingekleurd op het gewestplan als gebied voor stedelijke ontwikkeling. Dit betekent dat tal van invullingen mogelijk zijn op voorwaarde dat er een bijzonder plan van aanleg wordt opgemaakt. Het debat over de herbestemming van de site en impulsen in de omgeving kan niet los gezien worden van het ruimtelijk structuurplan dat voor de stad in opmaak is. Omgekeerd kan dit strategisch project het structuurplanningsproces concreter maken en voeding geven. Pagina 1 van 9

Het debat over de herbestemming van de site impliceert een oplossing voor de locatie van een centrale brandweerkazerne. In het bestuursakkoord van 18 December 2000 wordt gekozen voor een groene en recreatieve invulling van het spoorwegemplacement, met een uitstraling op de omliggende wijken Dam, Seefhoek en Stuivenberg. Gemandateerd door de collegebeslissing van 18 April 2001 (goedkeuring van de start van het planningsproces Spoor Noord) organiseerde de Plangroep Spoor Noord drie denkdagen (3 en 12 juni en 3 juli 2001) samen met betrokken kabinetten en bedrijfseenheden in het Damstation Het resultaat van deze denkdagen is verwerkt in de consensusnota met een synthese van de principes met betrekking tot de gewenste ruimtelijke ontwikkeling, het proces van ontwikkeling en het proces van aanpak. Deze aanpak strookt met het vernieuwd ruimtelijk beleid en past in de opbouw van het ruimtelijk structuurplan Antwerpen. In het bestuursakkoord van 18 december 2000 staat expliciet vermeld dat het informeren van de bevolking over besluitvormingsprocedures essentieel is. Het streven naar een actieve samenwerking tussen bevolking en bestuur wordt hierin beklemtoond. Met het collegebesluit van 4 Juli 2001 (jaarnummer 6728) besloot de stad te communiceren over de consensusnota Spoor Noord. Specifiek voor de organisatie van deze communicatie aan de basis werd voor Spoor Noord een lokale begeleidingsgroep opgericht. Hierin zetelen onder andere de wijkkantoren Dam en Noord, de dienst voor samenlevingsopbouw, het stedelijk wijkoverleg, het buurtopbouwwerk, SOMA, de bedrijfseenheid informatie en districtswerking en de plangroep Spoor Noord Door de lokale begeleidingsgroep wordt nu een wervende communicatiestrategie voorgesteld om de bevolking verder bij het project te betrekken Argumentatie De stad neemt via haar planningsbevoegdheid de sturing van de ontwikkeling van dit type van gebied in de hand. De stad neemt hierdoor een belangrijke verantwoordelijkheid op vlak van stadsontwikkeling en het creëren van een kwalitatieve (publieke) ruimte. De ontwikkeling van het emplacement biedt een grote meerwaarde voor de ontwikkeling van de omgeving en uiteindelijk de hele stad. De stad heeft zich verbonden tot het bereiken van de doelstellingen van het grootstedenbeleid, in concreto de doelstellingen die betrekking hebben op de ontwikkeling van het spoorwegemplacement. Het behoort bijgevolg tot haar taak om binnen de gegeven context te zoeken naar de best mogelijke oplossingen voor de ontwikkeling van het gebied. Daarom is het cruciaal dat de stad een zo groot mogelijke consensus bereikt met betrekking tot de visie over de gewenste ontwikkeling van het gebied. De startdocumenten voor de visievorming werden gepresenteerd en goedgekeurd op het college van 18 april 2001 en omvatten de startnota, waarin opgenomen de bestaande ruimtelijke en sectorale structuur, de planningscontext en een synthese van de bestaande visievorming, en de synthese- en discussienota met planningsproces (en 3 bijlagen zijnde kaartenbundel, fotobundel en voorbeeldenbundel). Deze startdocumenten vormden de basis voor de discussie op de 3 denkdagen. Het resultaat van deze visievorming wordt samengevat in de consensusnota. Deze vormt een uitstekende basis voor de onderhandelingen met betrekking tot de ontwikkeling van het gebied. De consensusnota bestaat uit drie grote luiken.: a) Een eerste luik doet uitspraken over de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het Pagina 2 van 9

emplacement. Daarbij wordt gekeken naar de functies (hoofdfuncties, ondersteunende functies, niet prioritaire functies en niet gewenste functies), de inrichtingsprincipes voor het emplacement (en omgeving), de gewenste ruimtelijke structuur voor het emplacement (en omgeving) b) Een tweede luik doet uitspraken met betrekking tot de principes van ontwikkeling. Daarbij wordt enerzijds gekeken naar de financiële ontwikkelingsmogelijkheden binnen de ontwikkelde visie, en anderzijds naar het proces van fasering. c) In het derde luik worden de principes besproken met betrekking tot het proces van aanpak. Hier gaat de aandacht naar de institutionele organisatie, het planningsproces (met timing, actoren en te behalen producten), en de communicatie. De consensusnota krijgt een synthese in twee schema s met respectievelijk harde en zachte randvoorwaarden en drie reeksen van onderzoeksvragen (dringende vragen, ruimere vragen en vragen met betrekking tot het onderhandelingsproces met de NMBS/EIS). De dringende vragen moeten tegen het einde van het jaar vertaald worden naar concrete beleidsadviezen. Communicatie met de burger bestaat uit informeren en consulteren. Het informeren bestaat uit het verduidelijken van het planningsproces Spoor Noord. Begrippen als consensusnota en structuurschets zullen bij velen vraagtekens oproepen en worden daarom best op een visuele manier verduidelijkt. Door de lokale begeleidingsgroep wordt een wervende communicatiestrategie voorgesteld om de bevolking verder bij het project te betrekken Gezien de bovenlokale uitstraling van het project is het niet aangewezen om klassieke bewonersbevragingen en infoavonden te organiseren en is een interactieve presentatie eerder aangewezen. Een dergelijke presentatie biedt niet enkel de kans om bewoners te informeren over de besluitvormingsprocedure maar ook om hen te consulteren binnen een welomlijnd kader. Besluit Artikel 1 Dit besluit heeft in principe voor de stad geen financiële gevolgen. Artikel 2 Het college neemt akte van de consensusnota-rapporten en de consensusnota-bijlagen Artikel 3 Het college keurt de consensusnota goed, waarvan synthese van artikel 4 tot en met artikel 9 in dit besluit. Artikel 4 Het college keurt de volgende voorstellen in verband met functies, inrichtingsprincipes en gewenste ruimtelijke structuur goed: 1. Functies Pagina 3 van 9

a. De hele oppervlakte van het spoorwegemplacement wordt een stedelijk parklandschap dat de ruggengraat vormt voor alle ontwikkelingen op het emplacement en heeft twee hoofdfuncties. Enerzijds een groene functie met ruimte voor actieve (sport en spel) en passieve vormen van recreatie en anderzijds een hefboomfunctie voor de opwaardering van en met een uitstraling op de omliggende wijken Dam, Stuivenberg en Seefhoek. Om deze hefboomfunctie te realiseren is een absolute minimumoppervlakte van 10 ha aaneengesloten en multifunctioneel groen noodzakelijk. De uitstraling moet tegelijk bovenlokaal en kleinschalig zijn. b. Ondersteunende functies Met betrekking tot deze hoofdfuncties worden drie ondersteunende functies onderscheiden. (b1) Ten eerste een multifunctionele ontwikkeling met stedelijke uitstraling op de kop van het emplacement (tussen de grenzen Noorderplaats en de as Fuggerstraat, de Kempenstraat en de Ellermanstraat). De kop krijgt een gemengde en multifunctionele invulling van hoofdzakelijk kantoren, maar ook met wonen, ondersteunende commerciële en horeca functies, retailactiviteiten en harde sportinfrastructuur. De kop wordt gerealiseerd onder de vorm van een markant, architecturaal hoogstaand en representatief gebouwencomplex, in samenhang met de ontwikkelingen op het Eilandje en als noordelijke stadspoort tot Antwerpen, en met een compact ruimtebeslag zodat de groene hoofdfunctie krachtig kan uitgebouwd worden. (b2) Ten tweede de naar behoud en hergebruik te onderzoeken onderhoudsloods, herstelloods en het kantoorgebouw. Ontwikkelingsmogelijkheden moeten verder onderzocht worden in de richting van cultuur, sport en recreatie. (b3) Ten derde de realisatie van drie groene dwarsverbindingen voor langzaam verkeer over het emplacement. c. Niet prioritaire functies Niet prioritaire functies zijn wonen, commerciële en horeca functies. De eerste twee functies kunnen in verweving met de ontwikkelingen op de kop, de laatste in verweving met andere functies op het emplacement. d. Niet gewenste functies Met uitzondering van de Noorderlaan, is er geen plaats voor bijkomende bovenlokale verkeersinfrastructuur op het emplacement, evenmin als ruimte voor KMO. 2. Inrichtingsprincipes Volgende inrichtingsprincipes zijn van toepassing. De structuurschets (bijlage II) vormt de basis en het ruimtelijk kader voor alle ontwikkelingen op het emplacement. Een duurzame en ecologische ontwikkeling staat voorop. Daarbij gaat de aandacht naar een milieuverantwoorde aanpak, zuinig ruimtegebruik en bundeling van bestaande infrastructuur. Functies die kunnen gerealiseerd worden in de omgeving moeten daar gehuisvest worden. Elke nieuwe functie moet bovendien beoordeeld worden naar haar hefboomwerking voor ontwikkelingen in de omgeving. Het emplacement is een zelfstandig project met specifieke doelstellingen en indicatoren (federaal programma grootstedenbeleid), waarvan de invulling moet bekeken worden in samenhang met ontwikkelingen in de omgeving. Veiligheid en leefbaarheid zijn essentiële parameters bij elke invulling. De inrichting en de samenhang moeten van een hoge kwaliteit zijn. Deze worden bewaakt door de stuurgroep en in samenwerking met kwalitatieve ontwerpers. Bij elke stap van de ontwikkeling hoort een publieke beheersstructuur, een strategie voor nazorg, onderhoud en beheer van de specifieke invullingen. Pagina 4 van 9

Bij de inrichting moet specifieke aandacht gaan naar het spoor als geheugen. De potentiële rol van de spoorweggebouwen, evenals de totaliteit, het reliëf en de structuur van het gebied als onderlegger voor ontwikkeling. Het standpunt van de bewoners wordt mee opgenomen bij de verdere inrichting van het gebied. 3. Gewenste ruimtelijke structuur De structuurschets (bijlage II) geeft de samenhang van de ruimtelijke opties principieel en symbolisch weer. De structuurbepalende elementen van het stedelijk parklandschap zijn: De multifunctionele kop met functies die gemeen hebben dat ze bebouwde ruimte nodig hebben (6ha). De buik als zone voor sport, recreatie en cultuur, waarin (b1) de naar behoud en herbestemming te onderzoeken spoorweggebouwen een belangrijke gezichtsfunctie krijgen, (b2) met een multifunctionele groene zone voor zachte recreatie (10ha), (b3) met een recreatieve clusterzone parallel aan de Viséstraat voor georganiseerde sportinfrastructuur (5ha) en (b4) met de spoorwegberm als landschappelijk structurerend element (met onderdoorgangen naar de Damwijk). De staart met de watertorens als oostelijke toegang tot het emplacement. Een groene oost-west corridor voor langzaam verkeer met het karakter van een groene boulevard (25m. breedte) 3 groene noord-zuid verbindingen. De Dijkstraat-Bredastraat en de Demerstraat-Klamperstraat voor langzaam verkeer, de Damverbinding voor openbaar vervoer en lokaal verkeer. Artikel 5 Het College keurt volgende principes met betrekking tot een financiële ontwikkelingsstrategie goed. Indien de stad niet als ontwikkelaar optreedt, is vanuit een puur vastgoedkundige benadering bekeken het project zoals voorgesteld onrendabel voor de overheid. Dat betekent niet dat het onmogelijk is om op de site de huidige visie te realiseren. Indien zij wel als ontwikkelaar optreedt is de uitkomst niet gekend. De stad maakt een keuze over haar rol en positie bij het realiseren van het project en/of de verschillende deelprojecten. Een gedetailleerde marktanalyse is nodig om inkomsten en uitgavenstromen te verfijnen, en een genuanceerder beeld te krijgen van de marktbehoefte en de vertaling ervan naar het spoorwegemplacement. Er wordt gezocht naar een formule waardoor een goede samenwerking tussen privé en publiek mogelijk is, waarbij gelet wordt op het commerciële risico dat deze samenwerking inhoudt. De stappen reeds ondernomen binnen het autonoom gemeentebedrijf ANN worden verder onderzocht. Er wordt gezocht naar bijkomende overheidsimpulsen om de doelstellingen waar te maken, om de onrendabele top van noodzakelijke investeringen en meteen ook de rem op initieel investeerdersinitiatief weg te werken. De rol van deze potentiële bijkomende investeringen moet duidelijk gesteld worden. De baten voor de omgeving van de toekomstige investeringen moeten mee in rekening gebracht worden. Pagina 5 van 9

Artikel 6 Het college keurt de volgende fasering voor het proces van ontwikkeling goed, aansluitend bij de fasering vooropgesteld in het collegebesluit van 18 april 2001. Dit proces bestaat uit 2 fasen: Eerste fase haalbaarheid Doelstelling: toetsing van de visie van de stad (consensusnota) met die van de eigenaar en oprichting van een filiaal binnen het autonoom gemeentebedrijf ANN Producten: Aansluitend op de ondertekening van de intentieovereenkomst met NMBS/EIS worden volgende parallelle sporen genomen. Voorbereiding statuten en financieel plan van het filiaal binnen het autonoom gemeentebedrijf ANN. Voorbereiding Spoor Noord Pact I tussen stad/nmbs/eis waarin volgende punten worden opgenomen: (b1) de krijtlijnen over de gewenste ontwikkeling van het emplacement en een ontwikkelingsstrategie van planvoorstel- en fasering, (b2) een desaffectatie faseringsplan, (b3) een verhuis faseringsplan voor de spoorwegbundels, (b4) het bodemonderzoek en een strategie voor sanering en afvoeren van vervuilde gronden, (b5) een overzicht van verwaarlozing en leegstand, (b6) de opmaak van een opmetingsplan van het emplacement, (b7) een bouwfysisch, bouwtechnisch en architectuurhistorisch onderzoek naar de onderhoudsloods, de herstelloods en het kantoorgebouw, (b8) een fasering voor afbraak van niet te hergebruiken spoorweggebouwen, (b9) een terreinbezoek van de stuurgroep en de plangroep Spoor Noord, (b10) de opmaak van een planningsproces 2002-2005 met duiding van timing, actoren en producten. Actoren: plangroep en stuurgroep Spoor Noord Timing: statuten en financieel plan tegen einde oktober Spoor Noord Pact I: tegen einde december Tweede fase plan- en projectvorming doelstelling: finale visieontwikkeling met het oog op de opmaak van de nodige ruimtelijke plannen en het opstarten van concrete projecten. Producten: (a) Opmaak BPA voor het spoorwegemplacement, met een maximale flexibiliteit, om tot een desaffectatie van de gronden te komen (goedkeuring eerste helft 2003). (b) Opmaak BPA verhuis spoorwegbundels (goedkeuring eerste helft 2003). (c) Inrichtingsontwerpen voor delen van het emplacement. (d) Publiek stellen van delen van het emplacement, sanering van de vervuilde grond, afbraak van niet te hergebruiken gebouwen. (e) Start ontwikkeling emplacement conform ontwikkelingsstrategie, faseringsplan en inrichtingsplannen. Actoren: plangroep en stuurgroep Spoor Noord Timing: 2002-2005 Artikel 7 Het college mandateert volgende actoren bij de ontwikkeling van het spoorwegemplacement. Het collegeteam stadsontwikkeling, onder voorzitterschap van schepen Coolsaet, als verantwoordelijke politieke trekker. Een (nog aan te duiden) procesmanager die als intermediair het planningsproces van visievorming tot uitvoering in goede banen leidt en de samenwerkingsprocessen tussen de verschillende partijen managet, zowel in de stadia van initiëring, beleidsvoorbereiding en besluitvorming, als beleidsimplementatie. Hij/zij responsabiliseert de verschillende partijen tijdens het proces, en Pagina 6 van 9

bewaakt als resultaatsgerichte onderhandelaar de doelstellingen en timing van het project. De procesmanager zoekt tevens naar samenwerkingsverbanden met private actoren en hogere overheden. Hij/zij vormt het gelaat en aanspreekpunt van het project. De procesmanager werkt nauw samen met de plangroep en wordt gestuurd door de stuurgroep. Een (nog aan te duiden) communicatiedeskundige als draaischijf voor alle informatie met betrekking tot de ontwikkelingen in het gebied en verantwoordelijke voor de interne, externe en wervende communicatie. De communicatiedeskundige werkt in nauwe samenwerking met de plangroep Spoor Noord. De plangroep Spoor Noord verantwoordelijk voor het organiseren en inhoudelijk voorbereiden van het planningsproces. De samenstelling van de plangroep kan gaandeweg worden veranderd en bestaat bij aanvang uit de hierna aangeduide leden. De stuurgroep Spoor Noord evalueert en stuurt de plangroep. De samenstelling van de stuurgroep kan gaandeweg worden veranderd en bestaat bij aanvang uit de hierna aangeduide leden. GROEP ACTOREN FUNCTIE A. STUURGROEP SPOOR NOORD STAD Maud Coppenrath Afgevaardigden plangroep structuurplan Antwerpen Dirk Diels Afgevaardigden van de cel stadsontwikkeling Gerda Van Hove/Paul Thewissen Bestuursdirecteur OB en bestuursdirecteur BZ KABINETTEN Jan Goorden Coördinatie SOMA vzw Schepen A. Coolsaet kabinet KROSOW Schepen M. Van Peel schepen C. Pauwels schepen T. Van Wallendael Schepen D. Grootjans Schepen M. Van Peel Schepen E.Antonis Schepen K. Lindekens Schepen E. Pairon kabinet KBDP kabinet KICSES kabinet KIRIS kabinet KIV Kabinet KBDP Kabinet KCBM Kabinet KOJ kabinet KLOHB EXTERN René Daniels Stadsbouwmeester Bob Van Reeth Vlaamse bouwmeester Aan te duiden Afgevaardigde AROHM Koen Locquet en Rik Baeten Afgevaardigde federale overheid (kabinet en administratie grootstedenbeleid) Luc Bral Kabinet Vlaams minister Van Grembergen NMBS/EIS Paul Martens General Manager NMBS-Patrimonium Herwig Persoons Afgevaardigd bestuurder EIS Tony Van Den Berghen Willy Vrebos Freddy Opsomer B. PLANGROEP SPOOR NOORD Districtsdirecteur NMBS/District NoordOost Gebiedsmanager NMBS-Patrimonium Commercieel manager EIS STAD In onderzoek Procesmanager Spoor Noord Tinka Baert Communicatiedeskundige Spoor Noord Hardwin De Wever Ellen Lamberts/Gert De keyser Dries Willems Rik De Ruysser Planningscel OB Verantwoordelijke planning Planningscel OB Coördinator Planningscel OB Ruimtelijke Ordening OB Pagina 7 van 9

KABINETTEN Stefan Nieuwinckel Koen Derkinderen Tom Dumez Wijkontwikkeling BZ Coördinator grond- en pandenbeleid Programmacoördinatie Picqué SOMA Vanessa VanHoolandt/Tinka Deskundigen communicatie, OB en Planningscel/OB Baert Luc Peeters Adviseur schepen A. Coolsaet Caroline Bastiaens Tom Meeuws Hugo Vermeulen Kabinetschef Schepen M. Van Peel Adviseur schepen C. Pauwels Adviseur schepen T. Van Wallendael EXTERN Jef van den Broeck Ruimtelijke planner Eric Van Hooydonk Juridisch adviseur Stad Antwerpen NMBS/EIS Paul Martens General Manager NMBS-Patrimonium Herwig Persoons Afgevaardigd bestuurder EIS Tony Van Den Berghen Willy Vrebos Freddy Opsomer Districtsdirecteur NMBS-District NoordOost Gebiedsmanager NMBS-Patrimonium Commercieel manager EIS Artikel 8 Het college geeft de opdracht om een aantal lopende onderzoeksvragen te vertalen naar concrete beleidsadviezen, met het oog op een verdere concretisering van programma voor de invulling van het emplacement binnen de vooropgestelde visie. Onderzoek naar recreatieve-; sport- en jeugd, en culturele functies op het emplacement Product: beleidsadvies met kwalitatieve en kwantitatieve randvoorwaarden voor de ontwikkeling en een programma terzake, op basis van een behoefteonderzoek, voor de verdere concretisering en vertaling van deze functies op het spoorwegemplacement. Actoren: cel wijkontwikkeling i.s.m. cultuurcel, jeugddienst, sportdienst en dienst toerisme, gestuurd door de plangroep Spoor Noord Timing: beleidsadvies tegen einde 2001 Onderzoek naar mogelijke herbestemming van de spoorweggebouwen Product: beleidsadvies met kwalitatieve en kwantitatieve randvoorwaarden voor de ontwikkeling en een programma terzake, op basis van een behoefteonderzoek, voor een culturele, sportieve of recreatieve herbestemming van de spoorweggebouwen. Actoren: cultuurcel, cel economische ontwikkeling, cel wijkontwikkeling, sportdienst, en jeugddienst, gestuurd door de plangroep Spoor Noord Timing: beleidsadvies tegen einde 2001 Onderzoek naar wonen in Noord-Antwerpen Product; beleidsadvies met bestuurskundige strategie ter aanwending van bestaande en te ontwikkelen wooninstrumenten, vertaling vanuit de woonbehoeftestudie en de taakstelling vanuit het structuurplan Vlaanderen naar kwalitatieve en kwantitatieve woonbehoefte voor Noord- Antwerpen. Actoren: dienst BZ/woonbeleid,cel wijkontwikkeling, themagroep wonen RSA en het OCMW, gestuurd door de plangroep Spoor Noord Timing: beleidsadvies tegen einde 2001 Pagina 8 van 9

Artikel 9 Met betrekking tot de communicatie rond de consensusnota beslist het college om een interactieve presentatie (met een transparante ideeënbus) te organiseren in het Damstation. De resultaten van de consultatie worden meegenomen in de volgende fase van het planningsproces. Het college geeft de opdracht tot uitvoering en verwerking van deze resultaten aan de lokale begeleidingsgroep. De volgende fasering wordt gevolgd. Goedkeuring consensusnota door college Persbriefing Verduidelijking planningsproces Wo 12/09/2001 Drukken uitnodigingen door Grafisch Centrum Do 20/09 Aanpassingen teksten panelen Do 20/09 Tentoonstelling gaat in productie Do 20/09 Versturen van de uitnodigingen 26-27-28/09 Persbericht Tentoonstelling klaarzetten Ma 01/10 Opening tentoonstelling Do 4/10 Avondopeningen 9/10; 11/10; 16/10; 18/10 Praatcafé Zo 21 /10 Afsluiten tentoonstelling Za 20/10 Nieuwsbrief November Artikel 10 Het college geeft de opdracht aan schepen Coolsaet om in de loop van de maand september de stuurgroep bijeen te roepen. : 1 exemplaar Aan: Aantal: Actie: OB/SD/S 1 voor kennisname Pagina 9 van 9