Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Opstellen van de functie 3. Grootst mogelijke afstand afleggen 5. Optimale vliegsnelheid 7



Vergelijkbare documenten
2.1 Lineaire functies [1]

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

Het opstellen van een lineaire formule.

3.1 Kwadratische functies[1]

Kwadratische verbanden - Parabolen klas ms

Hoofdstuk 3 - Transformaties

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Antwoorden Wiskunde B Hoofdstuk 1 boek 2

Noordhoff Uitgevers bv

Basiskennistoets wiskunde

7.1 Ongelijkheden [1]

De onderstaande waarden in de tabel zet je dan netjes uit in een xy-assenstelsel: naar boven, een negatief getal schuift de parabool naar beneden.

3.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

2. Kwadratische functies.

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2

2.1 Lineaire formules [1]

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

6 Vluchtoptimalisatie: MacCreadyring, Sollfahrtgeber en Final Glide Computer

Samenvatting Wiskunde Hoofdstuk 1 & 2 wisb

Antwoorden Veranderingen van functies vwo5a

Hoofdstuk 1 : Regels voor het differentieren

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3

Uitwerkingen Mei Eindexamen HAVO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B...

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

WISNET-HBO NHL update jan. 2009

Verbanden en functies

Praktische opdracht Wiskunde A Formules

opdracht 1 opdracht 2. opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 2014 x y toename

6 Ongelijkheden. Verkennen. Uitleg. Theorie en voorbeelden. Los het probleem rond de huur van een kopieermachine op.

Paragraaf 2.1 : Snelheden (en helling)

Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo

Checklist Wiskunde B HAVO HML

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

7.1 De afgeleide van gebroken functies [1]

11 ) Oefeningen. a) y = 2x 1 f) y = x 2 + 3x 4. b) y = 1 3 x2 x g) y = 1 x 2. c) y = x 3 x 2 +1 h) y = 6. d) y = x 2 4 i) y = x 2 5.

H. 8 Kwadratische vergelijking / kwadratische functie

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

Hoofdstuk 1 boek 1 Formules en grafieken havo b klas 4

Noordhoff Uitgevers bv

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF

Paragraaf 2.1 Toenamediagram

Het oplossen van kwadratische vergelijkingen met de abc-formule

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

1.1 Differentiëren, geknipt voor jou

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Naam:... Studentnummer:...

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Noordhoff Uitgevers bv

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 2014

GPS. Global Positioning System, werking en toepassingen. Maarten Mennes Mei 2006.

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Grafieken van veeltermfuncties

13.1 De tweede afgeleide [1]

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

Samenvatting Wiskunde B

Straal van een curve

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

11.0 Voorkennis. Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + 4a 3 = 7a 3. Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen: (a 5 ) 4 = a 20

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8

Lineaire verbanden. 4 HAVO wiskunde A getal en ruimte deel 1

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

1. Orthogonale Hyperbolen

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Wiskunde 2 september 2008 versie Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie

Wortels met getallen en letters. 2 Voorbeeldenen met de (vierkants)wortel (Tweedemachts wortel)

Tweedegraads functies. Introductie 89. Leerkern 89

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB

Wiskunde klas 3. Vaardigheden. Inhoudsopgave. 1. Breuken Gelijksoortige termen samennemen Rekenen met machten Rekenen met wortels 4

Hoofdstuk 6 - de afgeleide functie

Paragraaf 1.1 : Lineaire functies en Modulus

Examen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen)

wiskunde B havo 2017-I

kwadratische vergelijkingen

wiskunde B havo 2019-II

Werken met parameters

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

HET COBB-DOUGLAS MODEL ALS MODEL VOOR DE NUTSFUNCTIE IN DE ARBEIDSTHEORIE. 1. Inleiding

Hoofdstuk 2 - Kwadratische functies

Voorkennis. 66 Noordhoff Uitgevers bv 11 0, en y = = ,33 = y = 4x(x 2) y = 19x(1 2x) y = 3x( x + 5) y = 4x(4x + 1)

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Diagrammen Voor beide typen beweging moet je drie diagrammen kunnen tekenen, te weten een (s,t)-diagram, een (v,t)-diagram en een (a,t)-diagram.

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf

Wisnet-HBO. update maart. 2010

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie

Transcriptie:

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Opstellen van de functie 3 Grootst mogelijke afstand afleggen 5 Optimale vliegsnelheid 7 Zo snel mogelijk naar doel A 10 Verandering polaire door massa 12 Automatiseren van de berekeningen 14 Berekeningen in PHP 15 Screenshot webpagina 16 Conclusie 17 Logboek en literatuurbronnen 18 Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 1

Inleiding In deze praktische opdracht voor wiskunde B12 ga ik het hebben over het optimaliseren bij zweefvliegtuigen met polaires. Een polaire is de kromme die in een bepaald interval de relatie weergeeft tussen de vliegsnelheid (x) in stilstaande lucht en de bijhorende daalsnelheid (y) Deze kromme blijkt in de meeste gevallen vrij nauwkeurig met een standaard tweedegraads functie te benaderen te zijn. In dit verslag ga ik het hebben over hoe deze tweedegraads functie bij een gegeven (grafische) polaire opgesteld kan worden en hoe uit deze functie algebraïsch enkele eigenschappen/ prestaties van het vliegtuig gehaald kunnen worden. Als praktisch deel heb ik op mijn website een aantal van de in dit verslag staande berekeningen geautomatiseerd met PHP (scripttaal), waarbij dan voor een 20-tal vliegtuigen aan de hand van de ingevoerde MacCready waarde en ballast de polaire geplot wordt. (uitleg over deze termen staan in het verslag) Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 2

Opstellen van de functie Er zijn verschillende manieren om aan de polaire van een zweefvliegtuig te komen. Fabrikanten maken met hun nieuwe vliegtuigen altijd testvluchten waarbij de prestaties van het toestel gemeten worden. Deze meetgegevens worden meestal grafisch aan het publiek gepubliceerd. Verder zijn er vooral in Duitsland Academische Vliegclubs die met vliegtuigen test- en meetvluchten uitvoeren. Ook zij publiceren de gevonden data. Hieronder is een voorbeeld te zien. De kromme in deze grafiek lijkt vrij veel op een bergparabool. Als in de grafiek enkele punten nauwkeurig opgemeten worden, en je deze punten in een tabel in de GR zet, is het met STAT:CALC QuadReg mogelijk om een mogelijk tweedegraads verband te vinden. De tweedegraads functie bij bovenstaande polaire is volgens de GR: f(x)=-1.755411*10-4 x² +0.0269744589x 1.637392857 Als controle of de bovenstaande functie wel klopt, heb ik uit bovenstaande polaire van de DLR/Idaflieg bij snelheden van 70 tot 190 km/h (met stappen van 5 km/h) de bijhorende daalsnelheid opgemeten en deze waarden in excel gezet. In een tweede kolom heb ik bij dezelfde snelheden met bovenstaande functie de bijhorende daalsnelheid berekend. Tenslotte de gegevens uit beide kolommen in één grafiek geplot om te zien of de gevonden waardes veel afwijken. Het resultaat is op de volgende pagina te zien. Vanaf ~75 km/h tot ~155 km/h klopt de gevonden functie vrij nauwkeurig. Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 3

Zoals in het bovenstaande voorbeeld en in de grafiek uit excel te zien is, heeft de kromme bij snelheden boven de 155 km/h duidelijk een kleinere steilheid (grotere negatieve steilheid). Deze knik, zoals zweefvliegers dit altijd zo mooi noemen, wordt veroorzaakt door de aërodynamische eigenschappen van het profiel van de vleugel. De gevonden functie klopt ook niet bij snelheden <75 km/h. Bij snelheden beneden de 75 km/h begint de stroming over de vleugel los te laten, de draagkracht vermindert daardoor drastisch. Bij snelheden boven de 155 km/h gebeurt hetzelfde, alleen minder abrupt en blijft het vliegtuig wel vliegen, zei het met een mindere prestatie. Dat de functie beneden de 75 km/h niet klopt, is niet van groot belang; we gebruiken de benaderde polaire alleen voor het optimaliseren van de prestaties, in dat snelheidsbereik kom je dan niet. Dat de functie boven de 155 km/h niet klopt is erger, maar met de tweedegraadsfunctie is nou eenmaal geen betere benadering op te stellen. Omdat er meestal in het snelheidsbereik van 80 tot 150 km/h gevlogen wordt, is het belangrijker dat de benaderde polaire in dat bereik klopt. Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 4

Grootst mogelijke afstand afleggen. Bij het zweefvliegen wordt tegenwoordig veel gebruik gemaakt van vluchtcomputers en pocket pc s met speciale software. Deze hulpmiddelen nemen veel van het rekenwerk van de piloot over. De basis van dit rekenwerk wordt gedaan met de polaire. Omdat het met een zweefvliegtuig niet mogelijk is om één hoogte te handhaven, zakt het vliegtuig al vliegende langzaam naar beneden. Is het nu in een situatie met 1000 meter hoogte boven de grond en 30 km afstand tot doel A mogelijk dat doel te bereiken? Om deze vraag te beantwoorden is het nodig het zogenaamde glijgetal te weten. Bij glijgetallen wordt meestal over 40 gesproken, wat inhoudt dat met één meter hoogteverlies een afstand van 40 meter gevlogen kan worden. Op 1000 meter hoogte kan dan 1000*40 = 40 000 meter = 40km afgelegd worden. Heeft het vliegtuig een glijgetal van 40, dan kan het doel dus worden bereikt. Om bij een bepaalde snelheid het glijgetal te berekenen, moet de daalsnelheid bekend zijn. Met de gevonden functie op pagina 3 is dit mogelijk. Het invullen van x=80 levert een daalsnelheid -0,6 m/s op. Bij de snelheid van 80 km/h ( 22,22 m/s) daalt het vliegtuig in één seconde 0,6 meter en legt het 22,22 meter af. Bij het glijgetal hebben we het echter over één meter hoogteverlies. Dit moet dus worden omgerekend: 22,22 37. Het glijgetal bij 80 km/h is dus 37. 0,6 Bij een snelheid van 90 km/h (=25 m/s) is de daalsnelheid -0,632. 25 39,56. Dit glijgetal is al hoger dan die bij 80 km/h. 0,632 Bij een snelheid van 110 km/h ( 30,5 m/s) is de daalsnelheid -0,794. 30 37,78. Dit glijgetal is weer kleiner dan die bij 90 km/h. 0,794 Er is, in dit geval tussen de 80 km/h en de 110 km/h, een snelheid waarbij het glijgetal, en dus de mogelijk te behalen afstand, optimaal is. Deze optimale snelheid kan worden gevonden door vanuit de oorsprong een raaklijn aan de functie te tekenen. Dit kan worden gedaan door de vergelijking: [ mx+n = ax² + bx + c ] op te lossen waarbij de discriminant nul moet zijn. -ax+n = -0.000175x² +0.0269x 1.637 0 = -0.000175x² + (0.0269x + ax) (1.637 + 0) D = b² - 4ac D = (0.0269 + a) ² - 4-0.000175-1.637 D = (0.0269 + a) ² - 0.0011459 D = (0.0269 + a) - 0.0011459 0 (0.0269 + a) = - 0.0011459 a = 0.0269-0.0011459 a = -0.00695 Raaklijn is dus -0.00695x Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 5

Nu de raaklijn bekend is, kan er worden uitgerekend bij welke snelheid het glijgetal optimaal is door de vergelijking: -0,00695x = -0.000175x² +0.0269x 1.637 op te lossen. -0,00695x = -0.000175 x² +0.0269x 1.637 0 = -0,000175 x² +0,03385x 1,637 De discriminant is nul, het is immers een raaklijn. - b± D -0,03385 ± 0 = 96.71 2a 2-0,000175 Het beste glijgetal wordt dus bij ongeveer 97km/h ( 26.9 m/s) behaald. (dalen -0.672) 26.9 39,98. 0,672 Het beste glijgetal is dus ongeveer 40 bij 97 km/h. In een situatie waarbij je met de hoogte waarop je je dan bevindt een zo groot mogelijke afstand wil afleggen, is dit dus de snelheid waarmee je moet gaan vliegen. Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 6

Optimale vliegsnelheid. Zoals al gezegd dalen zweefvliegtuigen constant. Om boven te kunnen blijven maken zweefvliegers gebruik van thermiek, gebieden waarin de lucht warmer is t.o.v de omgeving en waar de lucht dus stijgt. Er wordt dus telkens hoogte gewonnen in thermiek door te cirkelen en vervolgens wordt naar het volgende gebied met thermiek gevlogen. Wat is nu de optimale snelheid om tussen 2 gebieden met thermiek te vliegen? voorbeeld: vliegtuigen 1 en 2 verlaten wolk A op hetzelfde tijdstip (t=0) en op dezelfde hoogte (1000m). 1 steekt met de snelheid van de beste glijhoek. (1 op 40 bij 97km/h 26,9 m/s) 2 steekt met een glijhoek van 1 op 35. (123km/h 34 m/s) Onder wolk B vinden beide vliegtuigen 1 m/s stijgen. Vliegtuig 1: 10 km met glijgetal 1 op 40: 250 meter hoogteverlies: aankomsthoogte bij B = 750m. Aankomsttijd t : 10km met 26,9 m/s = 372 seconden. 250 meter klimmen met 1 m/s kost 250 seconden. Vliegtuig 1 zit na 372 + 250 = 622 seconden weer op 1000 meter hoogte onder wolk B. Vliegtuig 2: 10 km met glijgetal 1 op 35: 285 meter hoogteverlies: aankomsthoogte bij B = 715m. Aankomsttijd t : 10km met 34 m/s = 294 seconden. 285 meter klimmen met 1 m/s kost 285 seconden. Vliegtuig 1 zit na 294 + 285 = 579 seconden weer op 1000 meter hoogte onder wolk B. Vliegtuig 2 zit dus 43 seconden eerder weer op 1000 meter onder wolk B. Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 7

Paul MacCready heeft onderzoek gedaan naar wat de optimale snelheid is om van de ene thermiekbel naar de andere te steken en hij kwam tot de conclusie dat het optimale glijgetal hiervoor gevonden kan worden door een raaklijn aan de parabool te tekenen die door het punt 0,(0+stijgen in volgende thermiekbel). Zou je theoretisch gezien weten dat de volgende thermiekbel 1 m/s stijgen geeft, dan moet je dus een raaklijn aan de parabool tekenen door het punt 0,1. Bij de vluchtcomputers in zweefvliegtuigen stel je bij het steken de waarde in die je in de volgende thermiekbel verwacht. Hierbij wordt deze waarde de MacCready (mc) waarde genoemd. Voorbeeld van een vluchtcomputer met rood omlijnd de MacCready knop. Wil je nu berekenen met welke snelheid je moet steken bij een verwachte thermieksterkte van 1 m/s dan moet dus de vergelijking: -ax + 1 = -0.000175 x² +0.0269x 1.637 worden opgelost voor D=0 -ax+1 = -0.000175x² +0.0269x 1.637 0 = -0.000175x² + (0.0269x + ax) 1.637-1 D = b² - 4ac D = (0.0269 + a) ² - 4-0.000175-2.637 D = (0.0269 + a) ² - 0.0018459 D = (0.0269 + a) - 0.0018459 0 = (0.0269 + a) = - 0.0018459 a = 0.0269-0.0018459 a = -0.01606 De discriminant is nul: -0.01606x+1 = -0.000175x² +0.0269x 1.637 0 = -0.000175x² +0.04296x 2.637 x = - b ± D = -0,04296 ± 0 2a 2-0,000175 x = 122,74 km/h. Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 8

Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 9

Zo snel mogelijk naar doel A. Naast de situatie waarbij je zo ver mogelijk wil komen met de beschikbare hoogte, is er ook nog een situatie waarbij je juist zo snel mogelijk ergens wil komen. Op pagina 5 zagen we al dat een vliegtuig met een glijgetal van 40 op 1000 meter hoogte een doel A op 30 km afstand kon halen. Het vliegtuig verliest daarbij: 30'000 m = 750 meter, het komt dus op 250 meter aan. De piloot zou er ook voor kunnen kiezen 40 iets harder te vliegen. Het vliegtuig heeft daarbij een lager glijgetal, maar het is eerder bij doel A. Het vliegtuig zou met een glijgetal van 30'000 m = 30 kunnen vliegen, waarbij het dan op 0 meter aankomt. 1000 Nu weet je als zweefvlieger natuurlijk niet bij welke snelheid je vliegtuig een glijgetal van 30 heeft. Je zou dit van te voren voor enkele snelheden kunnen berekenen, maar wat nu als het glijgetal waarbij je doel A precies haalt 26,82 is? We zullen dit dus aan de hand van de functie moeten berekenen. Het glijgetal is om te rekenen naar een zogenaamde glijhoek. Onder de glijhoek verstaan we de verhouding tussen het dalen en de afstand die bij dat dalen wordt afgelegd. De glijhoek is dus een richtingscoëfficiënt, eenvoudig te berekenen door het dalen door de afgelegde weg te delen. Omdat het glijgetal de afgelegde weg per één meter dalen is, betekend dit 1 meter dalen (-1) delen door het glijgetal. Omdat we met km/h werken en niet met m/s moet het glijgetal eerst met 3,6 worden vermenigvuldigd. Glijhoek = -1 glijgetal 3,6 Bij het rekenvoorbeeld van pagina 6 had het vliegtuig een beste glijgetal van 39,98: -1 Glijhoek = 39,98 3,6 = -0,00695. Nemen we nu het voorbeeld waarbij er met een glijgetal van 30 gevlogen moet worden: -1 Glijhoek = 30 3,6 = -0,00926. Het snijpunt van de lijn -0,00926x met de functie is de snelheid waarbij het glijgetal van 30 bereikt wordt. (zie volgende pagina) -0,00926x = -0.000175 x² +0.0269x 1.637 0 = -0,000175 x² +0,03616x 1,637 D = b²-4ac D = 0,03616² - 4-0.000175-1,637 D = 0,0001616 - b± D 2a -0,03616-0,0001616 2-0,000175 139,63 v -0,03616 + 0,0001616 2-0,000175 66,99 139,63 km/h in de functie invullen geeft 1,2928 m/s dalen. 139,63 km/h 38,79 m/s 38,79 30. De berekening klopt dus. 1,2928 Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 10

Zweefvliegers willen echter niet weten met welke snelheid ze het doel kunnen bereiken, maar welke MacCready waarde overeenkomt met die snelheid. Dit heeft ook weer met optimaliseren te maken; in de laatste thermiekbel voordat men naar het doel A gaat vliegen, moet zo lang worden doorgeklommen tot het doel met een MacCready waarde gelijk aan de actuele stijgsnelheid gehaald kan worden. Deze MacCready waarde kan gevonden worden door een raaklijn op te stellen die de functie in het punt van de gewenste snelheid raakt. De richtingcoëfficiënt van deze raaklijn kan eenvoudig worden gevonden door de X-waarde (snelheid) in de vullen in de afgeleide van de functie. f(x) = -0.000175 x² +0.0269x 1.637 f (x) = -0.00035x+0,0269 f (139,63) = -0.00035 139,63 + 0,0269 f (139,63) = -0,02197 f(139,63) = -0.000175 139,63² +0.0269 139,63 1.637 f(139,63) = -1,2928 Vervolgens kan dan worden opgelost: -1,2928 = -0,02197 139,63 + b 0 = -1,7749 + b b = 1,7749 Met een MacCready waarde van 1,7749 heeft het vliegtuig dus een glijgetal van 30. Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 11

Verandering door toename massa. Als de massa van het vliegtuig toeneemt, veranderen de prestaties van het vliegtuig. Zweefvliegtuigen hebben in de vleugels tanks waar afhankelijk van het type vliegtuig 100 tot 200 liter water in meegenomen kan worden. Door de toename in massa verschuift de polaire langs de raaklijn die door het punt 0,0 gaat. Heel simpel bekeken wordt hetzelfde glijgetal in de situatie met ballast bij een hogere snelheid bereikt dan in de situatie zonder ballast. Nadeel is dat het minimum dalen door de grotere massa toeneemt en het vliegtuig wat logger zal overkomen bij de vlieger. Daarom wordt het vliegen met waterballast alleen bij erg goed weer (grote stijgsnelheden in de thermiek) gedaan. Hoeveel de polaire verschuift, kan berekend worden. Stel dat de polaire die we tot nu toe steeds gebruikt hebben gelde bij een massa van 350kg en we nu 150 liter waterballast gaan meenemen. De nieuwe massa is dan 500 kg. M M nieuw oud 500 350 = 1,195. De waarde die uit bovenstaande berekening komt, is de factor waarmee de snelheid van het beste glijgetal (het raakpunt van de de raaklijn door 0,0 aan de functie) vermenigvuldigd moet worden. De snelheid van het beste glijgetal was 96,71 km/h, dit vermenigvuldigen met de factor geeft een nieuwe snelheid van 115,57 km/h. Ook het dalen kan met dezelfde factor worden vermenigvuldigd: -0.672 1,195 geeft een nieuwe daalsnelheid van 0,803 m/s. Willen we nu in de situatie met ballast weer dezelfde berekeningen uitvoeren als we op de voorgaande pagina s hebben gedaan, dan moet er een nieuwe functie worden opgesteld. Dit kan op 2 manieren. De functie schuift in horizontale richting 115,75 96,71 = 19,04. In verticale richting is dit 0,803 + 0,672 = -0,131. De functie bij alleen horizontale verschuiving wordt dan: f(x) = -0.000175(x-19,04)² +0.0269(x-19,04) 1.637 Haakjes wegwerken en de verticale verschuiving bij de waarde van c optellen, levert de nieuwe functie op. Voor dit verslag zal ik echter een andere methode gebruiken. Deze is ietswat omslachtiger, maar de reden hiervoor komt later. Omdat de parabool dezelfde vorm behoudt en alleen verschuift blijft a hetzelfde, de afstand tussen het raakpunt van de raaklijn door 0,0 en de functie en de top van de parabool blijft ook altijd constant! De top van de originele parabool: x top = - b 2a = -0.0269 = 76,86. 2-0,000175 Dit punt ligt 96,71 76,86 = 19,85 links van het raakpunt tussen raaklijn en functie. Dit betekent dat de top van de nieuwe parabool op 115,75 19,85 = 95,9 ligt. Een top betekent dat de afgeleide functie nul moet zijn. De afgeleide van de originele functie: -0,00035x + 0,0269 Het eerste deel blijft hetzelfde, dit vermenigvuldigt met x opgeteld bij de waarde van b moet nul zijn. Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 12

0 = (-0,00035 95,9) + b 0 = -0,033565 + b b = 0,033565 Het nieuwe dalen is 0,803 m/s bij 115,75 km/h -0,803 = -0.000175x² +0.033565x 1.637-0,803 = -0.000175 115,75 ² +0.033565 115,75 c -0,803 = 1.54 c 0 = 2.34 c c = -2,34 De nieuwe functie wordt dus: -0.000175x² + 0,0336x 2,34 Met deze nieuwe functie kunnen dan weer alle berekeningen uitgevoerd worden. Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 13

Automatiseren berekeningen. Al de berekeningen van de voorgaande pagina s zijn leuk, maar als je in je vliegtuig in de lucht zit ga je niet met pen en papier vergelijkingen oplossen. Je wilt eigenlijk een programma dat dit voor je uitrekent aan de hand van de gegevens die je invoert, draaiend op een apparaat dat je mee in je vliegtuig kan nemen (Pocket PC). Normaal zou Visual Basic (.NET) hier de meest geschikte scripttaal voor zijn omdat dit in een Windows omgeving draait, maar ik heb persoonlijk meer ervaring met PHP. Dit is een scripttaal voor webservers, voornamelijk draaiende op Linux servers. Omdat een script in PHP voor het vliegen onbruikbaar zou zijn en er al voldoende kant-en-klare programma s voor de Pocket PC zijn heb ik voor het praktische deel voor een iets ander doel gekozen: een webpagina waar zweefvliegers als voorbereiding op (wedstrijd)vluchten de polaire van hun vliegtuig kunnen plotten en analyseren. Niet alleen is het nuttig om te weten wat de prestaties van je vliegtuig zijn (wat is de glijhoek bij MacCready 2? Bij welke snelheid? Hoeveel veranderd dit bij 100 liter ballast?), maar de webpagina kan ook mooi gebruikt worden om de a, b en c waarden uit je Pocket PC te controleren. Deze staan voor de meeste types voorgeprogrammeerd, maar ikzelf kwam er bijvoorbeeld met dit script achter dat de polaire horende bij de a, b en c waardes van een vliegtuig dat ikzelf veel vlieg veel te optimistisch waren. Het gebruik van de webpagina: De gebruiker kiest één van de twintig vliegtuigtypes. (Deze zijn momenteel voorgeprogrammeerd, maar met een kleine aanpassing zouden gebruikers hier ook zelf de a, b en c waardes uit hun Pocket PC programma kunnen invoeren). Aan dit type hangen een aantal variabelen: de waardes a, b en c voor de parabool, vleugeloppervlakte en normaal vlieggewicht zonder ballast. De gebruiker kan hiernaast nog de variabelen MacCready en ballast instellen. Het script rekent aan de hand van de geselecteerde variabelen het volgende uit: 1) Raaklijn bij de geselecteerde MacCready waarde, zonder ballast. Beste glijgetal van het type vliegtuig bij de geselecteerde MacCready waarde, de snelheid waarbij dit glijgetal bereikt wordt en het dalen bij die snelheid. 2) Zelfde als bij 1), maar nu met ballast. De parabolen en de raaklijn aan de parabool met ballast worden nu in één grafiek geplot. De uitgerekende waardes worden van 1) en 2) staan onder de grafiek, samen met de originele functie (originele a, b en c waardes), de nieuwe functie (met ballast) en de functie van de raaklijn. Zie voor meer uitleg de volgende pagina s. Op de volgende pagina s zijn de berekeningen en een screenshot van de webpagina te vinden. De internetpagina is te vinden op: http://wisb.vanstratum.com Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 14

Berekeningen PHP Uit het formulier komen de variabelen $aa, $bb, $cc, $vb1 (massa leeg vliegtuig + piloot), $ballast (aantal liters waterballast) en $mc (de MacCready waarde). De 1 e 4 variabelen zitten gekoppeld aan de variabele $vliegtuig, de laatste 2 kunnen in het formulier worden ingesteld. Een voorbeeld van de variabelen: $aa=1,75 $bb=-2,69 $cc=1,64 $vb1=350 Deze verschillen nogal van de a, b en c waardes die in dit verslag zijn gebruikt. Bij de software in Pocket PC s is gekozen voor deze schrijfwijze om de variabelen zo kort mogelijk te houden. Met deze variabelen krijg je een dalparabool waarbij de snelheid in 1/100 van kilometers per uur zijn, dus 100 km/h is in deze grafiek x=1. De parabool moet gespiegeld worden ten opzichte van de x-as en horizontaal worden uitgerekt zodat de x waarde hele kilometers per uur zijn. $a=$aa*-0.0001; $aa * -1/100² $b=$bb*-0.01; $bb * -1/100 $c=$cc*-1; $vb2=$vb1+$ballast; $vb2 = massa incl. waterballast. $ballast wordt uit het formulier gehaald. $factor_vb=sqrt($vb2/$vb1); Verplaatsingfactor bij ballast. Sqrt(..) is wortel in PHP $rico=$b-(sqrt(4*$a*($c-$mc))); De richtingscoëfficiënt van de raaklijn, geen extra ballast, met MacCready. Zelfde als $rico, alleen nu zonder MacCready. Deze hebben we $rico2=$b-(sqrt(4*$a*$c)); nodig voor de verplaatsing van de parabool in het geval van extra ballast. Raakpunt zonder ballast, met MacCready waarde. $v=(($b+($rico/-1))/(2*$a))/-1; - b ± D 2a waarbij in het script aan het einde door 1 wordt gedeeld omdat b negatief moet zijn. Wortel discriminant wordt niet meegenomen omdat die toch nul is. $v2=(($b+($rico2/-1))/(2*$a))/-1; Zelfde als vorige, maar nu wederom zonder MacCready. $xtop=($b/-1)/(2*$a); Xtop, nodig voor berekening verplaatsing in geval van extra ballast. $xverschuif=$v2-$xtop; Berekenen verschil tussen Xtop en raakpunt raaklijn aan functie. $vnieuw=$v2*$factor_vb; Berekenen nieuwe snelheid bij beste glijgetal in het geval van ballast. $xtop2=$vnieuw-$xverschuif; Berekenen nieuwe Xtop bij extra ballast. $ws2=$vnieuw*$rico2; Berekenen nieuwe daalsnelheid bij beste glijgetal met extra ballast. $b_massa=((2*$a)*$xtop2)/-1; Berekenen nieuwe waarde b voor functie met ballast. $c_massa=((($a*pow($vnieuw, 2)+ ($b_massa*$vnieuw))-$ws2)/-1); Berekenen nieuwe waarde c met ballast. Pow(var, 2) = var² in PHP $ms=$v/3.6; Omzetten km/h naar m/s $ws=$a*pow($v, 2)+($b*$v)+$c; Berekenen dalen, zonder ballast en met MacCready Berekenen glijgetal. Delen door 1 omdat er anders een negatieve $ld=$ms/($ws/-1); waarde uitkomt. (is eigenlijk ook een negatieve waarde omdat je daalt, maar bij zweefvliegen is het gewoon deze waarde als positief getal te schrijven.) $rico_belast= $b_massa-(sqrt(4*$a*($c_massa-$mc))); Zelfde als $rico, alleen nu bij nieuwe functie incl. ballast. $v_belast=(($b_massa+($rico_belast/-1))/(2*$a))/-1; Zelfde als $v, alleen nu bij nieuwe functie incl. ballast. $ws_belast=($v_belast*$rico_belast)+$mc; Dalen bij belasting, nu berekend met de al bekend zijnde richtingcoëfficiënt en x-waarde van het raakpunt. Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 15

Screenshot webpagina. Glijhoek = $ld, Bij snelheid = $v, Dalen = $ws. Bij snelheid (belast!) = $v_belast, Dalen: (belast!) = $ws_belast. Data uit SeeYou mobiel: de data zoals deze uit de Pocket PC komt, $aa, $bb en $cc Functie parabool (incl ballast): $a, $b_massa en $c_massa achter elkaar geplakt. Raaklijn aan polaire: $rico_belast en $mc. Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 16

Conclusie De gebruikte methoden in dit verslag om tot het optimaliseren van de prestaties van je zweefvliegtuig te komen zijn niet nieuw, ze zijn in ieder theorieboek te vinden en worden in elke vluchtcomputer / programma gebruikt. In theorieboeken worden de vraagstukken echter grafisch opgelost en bij software zie je wel het resultaat, maar niet de berekening. Het maken van deze praktische opdracht heeft waarschijnlijk 3x zoveel tijd gekost als normaal voor een praktische opdracht staat, maar hiermee heb ik dan ook een origineel verslag waarmee ik zelf veel over het optimaliseren heb geleerd. Het werkend krijgen van de webpagina en alle berekeningen uit dit verslag aanpassen, automatiseren en programmeren in PHP was een uitdaging, maar het resultaat is niet alleen een leuke aanvulling voor dit verslag maar ook nog eens een nuttig programma voor eigenlijk iedere Nederlandse zweefvlieger. De gebruikte methoden om de vragen op te lossen waren misschien niet altijd de eenvoudigste voor op papier, maar bijvoorbeeld bij het verschuiven van de parabool door de toevoeging van massa was de tweede rekenmethode voor het programmeren in PHP makkelijker. Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 17

Bronnen en literatuur Theorie van het zweefvliegen (ISBN: 90-9000722-9) http://www.zweefvliegopleiding.nl/ Software voor het plotten van de grafieken in dit verslag: MathGV 3.1 (http://www.mathgv.com/) Software voor het plotten van de grafiek op de webpagina: PHPlot (http://www.phplot.com) Bart van Stratum 11-01-2006 Pagina 18