Het kabinet heeft in juli 2011 een nieuwe visie op wonen uitgebracht. In de Woonvisie benoemt het kabinet de volgende doelstellingen:

Vergelijkbare documenten
Woonvisie. Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016

Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist

Krimp in Fryslân. Inwonertal

Grijs of groen Kadernotitie Woonvisie gemeente Dalfsen 2011 t/m 2015

Inleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie.

THEMABIJEENKOMST WONEN. 29 juni 2015

SAMEN BOUWEN VLAANDEREN

5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma

Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant. actualisering Brabantse Agenda Wonen

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Ontwerp-voorbereidingsbesluit van Provinciale Staten. Provinciale Staten van Zuid-Holland,

*ZE9E061ECF3* Raadsvergadering d.d. 19 februari 2015

Reactienota concept geactualiseerd Woningbouwprogramma gemeente Harlingen

De Brabantse Agenda Wonen

Onderwerp: Woonvisie Brielle en het onderzoek ontwikkeling woningvoorraad Brielle

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

Programmabegroting

Woonvisie Regio Eindhoven. Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt

Wonen in Dordrecht. De crisis voorbij?; trends en verwachtingen. 30 november 2010

Visie op wonen. Open Huis 8 september 2016

Actualisatie Woonplan Emmen 2020 Nota Zorgeloos Wonen

Afwegingskader Toekomstig Wonen Súdwest-Fryslân. Bijeenkomst marktpartijen 19 februari 2019

Beter leven voor minder mensen

De volkshuisvestelijke opgaven. Gennep, 6 januari 2015 Anne-Fleur Dijkstra

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Ontwikkelprogramma Demografische ontwikkelingen

Wonen. Basisinspanning. Ambities. Kansen. Voorkomen

Regionale Structuurvisie Wonen Zorg en Woonomgeving. Gemeente Roerdalen 19 november 2014

Ladder voor duurzame verstedelijking Three steps to heaven? 10 maart 2015

WONINGMARKTAFSPRAKEN ZEEUWS-VLAANDEREN DEEL 2: DE BALANS. [jaarlijkse rapportage over het jaar20xx]

vraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht

GS brief aan Provinciale Staten

De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting

Datum collegevergadering : 22 januari 2019 Datum raadsvergadering : 20 maart 2019

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

WOONVISIE (VOORONTWERP VERSIE - 02)

Consumptieve functies van dorpen

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

Verstedelijking Zuidelijke Randstad. Bouw en vastgoedthemabijeenkomst 2016

Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant actualisering 2011

Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide Segment Nieuwbouw Sloop Verkoop Totaal

toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017

Vaststellen Woonvisie

Regionale Structuurvisie Wonen Zorg en Woonomgeving. Gemeente Weert 8 oktober 2014

STRUCTUURVISIE DEN HAAG ZUIDWEST

SAMEN. voor een sterke regio! Een perspectief voor het wonen in het stedelijk gebied Eindhoven

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Leefbaarheidonderzoek Sluis

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018

Bijeenkomst voor Tweede Kamerleden over bevolkingskrimp. Den Haag -14 oktober 2010

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006

Heukelum. Zicht op de Linge

Kennismaking organisatie Borsele Programma

Kwaliteitsverbetering van de (huur)voorraad in tijden van Krimp Opwierde APPINGEDAM. Delfzijl, 21 november 2013

Nr: Schipluiden: 18 november Aan de Raad

Welkom in Beekdaelen. de gemeente van u, van mij, van ons!

Onderwerp Beantwoording vragen PvdA-fractie inzake gebruik leegstaande panden om woningnood op korte termijn op te lossen

Wordt wonen in Oisterwijk een luxe? Pro-Plein Wonen

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte

PFM PFM Wonen 2016

Lid Gedeputeerde Staten

Demografische (wijk-) analyse van de woningbouwplannen Deventer 2015

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

2015 BEtrokken Noord-Beveland. juli BEetrokken Noord-Beveland. Pagina: 1

Woonvisie in t kort 10

Startnotitie woonvisie Wassenaar

NR. GEMEENTEBESTUUR UITGEEST. Nota / advies van: Mw. mr. J. (Jelly) Beentjes Behandelende afdeling: Ruimte Datum:

WOONVISIE Uitvoeringsprogramma

Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid,

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/

Startnotitie Actualisatie Woonvisie

Gemeentelijk woonbeleid

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Woonbeleid Woonstrategie Limburg

Regionale woonvisie Gooi en Vechtstreek

Bevolkings- en woningbehoeftenprognoses provincie Noord-Brabant en regio West-Brabant

venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR Lokaal woonbeleid 5 H. Brauer

Ingek. d.d.: 2 5 SEP Beh. afd.: Ontv.bev. Afqed.

1. Inleiding Aanleiding Ambitie Reikwijdte Doelgroep 2

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

BRABANT IN DEMOGRAFISCH PERSPECTIEF ontwikkelingen van de (West-)Brabantse bevolking trends prognoses beleidseffecten - opgaven

QQ&A Regioakkoord Nieuwe Woningmarktafspraken

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 15 maart 2016) Nummer 3156

Dorpsportret Beuningen Dorpsplan Beuningen 2025 gemeente Losser

Schouwen-Duiveland Levensloopbestendig? Eric Schellekens 26 mei

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie

Gevolgen van de Woonvisie Zoeterwoude 2025

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Wonen in Brummen. Duurzaam wonen in een betekenisvolle omgeving

Leegstand agrarisch vastgoed

Notitie. Statenleden. Statencommissie EZB. 7 mei V.M.J. Munnecom. Ruimtelijke Ontwikkeling & Handhaving (073) Aan.

Noord-Brabant in demografisch perspectief

Woonvisie gemeente Beuningen, Duurzaam, zorgzaam en vitaal wonen Samenvatting

Toelichting herijking stedelijke programmering woningbouw Tima van der Linden

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

RAADSINFORMATIEBRIEF 19R.00044

Transcriptie:

Bijlage 1 Woonbeleid van het Rijk Het kabinet heeft in juli 2011 een nieuwe visie op wonen uitgebracht. In de Woonvisie benoemt het kabinet de volgende doelstellingen: 1. Meer vertrouwen in koopmarkt: De overdrachtsbelasting is structureel verlaagd naar 2%. Dit om de verkoop van woningen tijdens de crisis te ondersteunen. Daarnaast krijgen huurders van een corporatiewoning het recht hun woning tegen een redelijke prijs te kopen. 2. Betere werking huurmarkt: Op de huurmarkt moet meer marktwerking komen. Bewoners met een midden en hoger inkomen betalen een relatief lage huur waardoor het niet aantrekkelijk is om te verhuizen. Daarmee houden zij woningen voor lagere inkomens bezet. Hogere inkomens kunnen maximaal 5% extra huurverhoging krijgen. Zij betalen dan een reëlere huur en worden mogelijk gestimuleerd te verhuizen naar een woning buiten de sociale woningvoorraad. Ook mogen in gemeenten waar meer vraag is dan aanbod (zogenaamde schaarstegebieden) gewilde woningen duurder worden. 3. Duidelijkere taken voor corporaties: Voor corporaties geldt dat zij zich meer moeten gaan richten op hun kerntaken (betaalbare woningen voor lagere inkomens, voor ouderen en gehandicapten en het vergroten van de leefbaarheid in wijken). Het toezicht wordt aangescherpt. 4. Meer investeringen in woningbouw: Het kabinet wil dat er meer woningen gebouwd worden, met name in groeiregio s. Vooral voor ouderen zijn extra woningen nodig. Daarom wordt de bouwregelgeving eenvoudiger en moeten vergunningen sneller verleend worden. Ook komt er meer ruimte voor particulier opdrachtgeverschap. Maar ook de bouwsector zelf moet efficiënter gaan werken tegen lagere kosten. 5. Betere kwaliteit van woon- en leefomgeving: Iedereen heeft recht op een prettige en veilige woonomgeving. In een buurt waar iedereen meetelt en meedoet. Dit is in achterstandswijken of krimpgebieden niet altijd het geval. Daarom ondersteunt het kabinet lokale partijen om de leefomgeving te verbeteren. Daarbij ligt het accent op eigen kracht en initiatief van burgers.

Bijlage 2 Woonbeleid van de provincie Zeeland Het woonbeleid van de provincie Zeeland is neergelegd in het (thans nog concept) Omgevingsplan Zeeland 2012-2018 (Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 20 maart 2012). Ook daarin wordt aandacht besteed aan de demografische ontwikkeling (bevolkingsdaling). De provincie Zeeland acht het belangrijk dat zoveel mogelijk partijen zich bewust zijn van de komende veranderingen en zich gaan voorbereiden op wat gaat komen. Als gevolg van de krimp zal de vraag op de woningmarkt verder afnemen en het aanbod toenemen. Met als gevolg waardedaling van het vastgoed. Ook krijgen we te maken met minder gezinshuishoudens, meer alleenstaande oudere huishoudens èn kleinere huishoudens. Dat betekent behoefte aan andere soorten woningen. Doelstelling Een goed woonklimaat en een goed werkende woningmarkt in steden, dorpen en op het platteland en met voldoende omvang, kwaliteit en differentiatie van de woningvoorraad. Inzet Provincie De Provincie Zeeland oordeelt het van belang dat de regionale woningmarkten in Zeeland goed functioneren; dynamisch zijn, met voldoende nieuwbouw, doorstroming en verandering van de bestaande woningvoorraad. Als gevolg van financieel-economische en demografische veranderingen zijn regionale woningmarktafspraken nodig op basis van nieuw realisme, regionale samenwerking, afstemming en sturing. Dat is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van gemeenten, corporaties, marktpartijen en burgers De Provincie stelt daar heldere kaders (woonprofielen) voor op, bevordert en ondersteunt de uitvoering daarvan en dwingt regionale afstemming in het uiterste geval af. Tekorten op de gemeentelijke bouwgrondexploitatie moeten door de gemeenten worden aangepakt. De Provincie steunt de aanpak van de particuliere bestaande woningvoorraad met een herstructureringsfonds en steunt een aantal lopende transformatieprojecten in het stedennetwerk. Voorwaarde voor de steun is dat het onderdeel is van een integrale aanpak en onderdeel uitmaakt van de regionale woningmarktafspraken. Bundeling en zorgvuldig ruimtegebruik Bij de woningbouw staan de ruimtelijke doelen van bundeling en zorgvuldig ruimtegebruik hoog op de agenda. Het is van provinciaal belang dat de Zeeuwse steden de sociaaleconomische motor blijven van de Provincie. De bundelingsdoelstelling is alleen gericht op de vier Zeeuwse steden (Z4). De toename van de kwantitatieve woningbehoefte neemt af en lijkt op lange termijn zelfs eindig. Voor deze woningbehoefte zijn al meer plannen in uitvoering of voorbereiding dan nodig. Bundeling en zorgvuldig ruimtegebruik zijn daarom onderdeel van de regionale woningmarktafspraken, in plaats van een vooraf vastgelegd percentage. De duurzaamheidsladder De provinciale inzet op bundeling en zorgvuldig ruimtegebruik sluit naadloos aan bij het rijksbeleid. Voor het bevorderen van zorgvuldig ruimtegebruik is in het rijksbeleid de 'ladder' voor duurzame verstedelijking opgenomen. Deze wordt verankerd in het Besluit ruimtelijke ordening en is ook van provinciaal belang. De duurzaamheidsladder is een procesvereiste en houdt in dat bij vaststelling van een ruimtelijk plan wordt gemotiveerd hoe een zorgvuldige afweging is gemaakt over het ruimtegebruik. Deze werkt met de volgende stappen die in de onderbouwing moeten terugkomen (sterk verkorte weergave): 1. De ontwikkeling voorziet in een regionale, intergemeentelijke vraag 2. Realisatie vindt plaats binnen het bestaand bebouwd gebied in de regio, tenzij dat niet mogelijk is 3. De locatie is of wordt multimodaal ontsloten Deze wettelijke procesvereisten kunnen worden ondersteund met de regionale woningmarktafspraken. Voor begrenzing van het bestaand bebouwd gebied zullen de grenzen uit 2005 geactualiseerd worden, waarbij al onherroepelijke bestemmingsplannen worden meegenomen. Daardoor zal het bestaand bebouwd gebied in ieder geval voor de planperiode voldoende ruimte bieden voor de woningbehoefte. Indien toch plannen buiten de grenzen tot ontwikkeling worden gebracht zal via het de duurzaamheidsladder de noodzaak aangetoond moeten worden.

Regionale woningmarktafspraken Het maken en hebben van regionale afspraken is noodzakelijk voor: 1. de onderbouwing van de 'ladder' voor duurzame verstedelijking 2. de onderbouwing op welke wijze de regio invulling geeft aan de provinciale doelen voor bundeling en zorgvuldig ruimtegebruik 3. de onderbouwing voor een realistische aanpak voor een dynamische en evenwichtige regionale woningmarkt. 4. het in aanmerking kunnen komen van provinciale ondersteuning uit het herstructureringsfonds en/of transformatieprojecten van de Z4. De gemeenten in de regio's geven gezamenlijk, eventueel met hun partners, invulling aan regionale afspraken. Oude afspraken kunnen daarbij worden heroverwogen. De regionale afspraken bevatten ten minste afspraken over de volgende onderwerpen: Een kwantitatief en kwalitatief woningbouwprogramma voor de komende 10 jaar De invulling van bundeling en zorgvuldig ruimtegebruik De aanpak en afspraken over de herstructureringsopgaven in de bestaande woningvoorraad (incl. particuliere sector) Aanpak en doelstellingen particuliere voorraad Visie op en afspraken over deeltijd wonen Regionale kaders De Provincie levert een bijdrage aan een regionale en integrale aanpak door per regio kaders te stellen. Die kaders bevatten minimaal de volgende onderwerpen: Een woonbeeld van de regio met de huidige woningvoorraad, bevolkings- en huishoudenssamenstelling en de te verwachten ontwikkelingen daarin. De kwantitatieve woningbehoefte voor de lange termijn (20 jaar) opgesplitst in perioden van 5 jaar. Een indicatie van de kwalitatieve woningbehoefte Een indicatie van de opgave in de bestaande woningvoorraad Voor de eenduidigheid levert de Provincie een aantal richtlijnen voor de invulling van de regionale afspraken en de periodieke actualisatie daarvan. De regionale afspraken behoeven de instemming van de Provincie. Verbetering woningen en herstructureringsfonds Gemeenten hebben ook een opgave in verbetering van de bestaande woningvoorraad. Verbeteren, veranderen, vernieuwen, vervangen en verminderen (5V's) zijn daarbij de sleutelwoorden. In de (sociale) huursector ligt de verantwoordelijkheid bij de Zeeuwse woningcorporaties, regionale woningmarktafspraken kunnen daarbij helpen. De Provincie wil de aanpak van de particuliere woningvoorraad stimuleren. Daarvoor wordt een herstructureringsfonds opgericht waaruit goedkope leningen kunnen worden gefinancierd voor duurzame particuliere woningverbetering. Voor krimp gebieden wordt bezien of ook slooppremies gefinancierd kunnen worden. Belangrijk is dat de aanpak van de particuliere sector ondersteund wordt door flankerend beleid zoals regionale woningmarktafspraken. Vergrijzing biedt kansen voor vernieuwing van de woningvoorraad. Veel ouderen zullen blijven wonen waar ze wonen, maar vooral de jonge senioren zijn te verleiden om te verhuizen. Daarvoor moet wel de juiste kwaliteit op de juiste plaats geboden worden en verouderde woningen worden gerenoveerd of gesloopt. Vernieuwing van de woningvoorraad biedt ook kansen voor duurzaam en energiezuinig bouwen. Deeltijdwonen Het onderscheid tussen reguliere woningen en recreatiewoningen wordt in de praktijk steeds kleiner. Dit komt ook tot uitdrukking in de wijze van gebruik. Woningen met een permanente woonbestemming worden steeds vaker gebruikt in 'deeltijd', terwijl recreatiewoningen lang niet altijd worden gebruikt voor de recreatieve verhuur aan recreanten en toeristen. De Provincie verwacht dat gemeenten een helder onderscheid maken in het gewenste gebruik via bestemmingsplan en de gemeentelijke gebruiks- of huisvestingsverordening. Dit biedt de noodzakelijke duidelijkheid voor (toekomstige) eigenaren voor wat betreft de gebruiksmogelijkheden. De Provincie ziet kansen voor 'deeltijd wonen', mits dit niet ten koste gaat van de kwaliteit van wonen en recreatie. Als nieuwbouwprojecten worden gerealiseerd voor deeltijd wonen, vraagt dat om bijzondere kwaliteiten en duidelijke

afspraken. Omdat dergelijke projecten ook aantrekkingskracht hebben op de lokale consument, dienen deze in de regionale woningmarktafspraken worden meegenomen. Daar waar sprake is van krimp en overschotten aan woningen ontstaan, of juist een nichemarkt bediend kan worden kan een ruime toepassing van deeltijd wonen worden overwogen. Huisvesting arbeidsmigranten Onze economie heeft een continue behoefte aan goedkope arbeid. Om hier in te voorzien is de laatste jaren sprake van een toename van arbeidskrachten uit Midden en Oost-Europa. De huisvesting van deze arbeidskrachten vergt de aandacht van werkgevers, gemeenten, woningcorporaties en arbeidsbemiddelingsbureaus. Het voorkomen van sociale problemen vormt bovendien een gezamenlijke opgave van genoemde partijen. Huisvesting van arbeidsmigranten die voor een langere periode in Zeeland werkzaam zijn, valt binnen de reguliere woningbehoefte. In de provinciale bevolkingsprognose is hiermee voor zover mogelijk rekening gehouden. Gemeenten stellen vast wanneer sprake is van een dusdanig lange periode, dat huisvesting in een reguliere woning wenselijk is. Voor arbeidsmigranten die voor een kortere periode in Zeeland verblijven is aanvullend beleid noodzakelijk. Voor deze groep dient gezocht te worden naar huisvestingsmogelijkheden in het stedelijk gebied (bijv. hotels, pensions en kleinschalige huisvesting in woonhuizen). Aanvullend worden mogelijkheden geboden in het landelijk gebied, onder de randvoorwaarden zoals beschreven in de paragrafen over nieuwe economische dragers en kleinschalig kamperen. Landelijk gebied De positie en de functie van het landelijk gebied veranderen. De woonfunctie kan een bijdrage leveren aan dit veranderingsproces, doordat bijvoorbeeld voormalige boerderijen worden hergebruikt als woning. Daarnaast kunnen woningen worden gebruikt als kostendrager bij het oplossen van problemen en/of het stimuleren van gewenste ontwikkelingen in het landelijk gebied. Op deze manier kan een ruimtelijke kwaliteitsverbetering bereikt worden en landschappelijke en cultuurhistorische waarden behouden blijven of worden versterkt. Tegelijkertijd kan door toestaan van de woonfunctie tegemoet gekomen worden aan de vraag naar landelijk wonen. Uitgangspunt is dat wonen in het landelijk gebied géén doel op zich is, maar in het teken staat van bovenstaande ontwikkelingen. Beperkte aantallen nieuwe burgerwoningen in het landelijk gebied zijn mogelijk binnen de regionale planning. De agrarische functie van het buitengebied mag hierdoor niet belemmerd worden. De Provincie ziet verschillende mogelijkheden om een woonfunctie in het landelijk gebied te realiseren. Hierbij worden drie principes onderscheiden: 1. Het benutten van bestaande bebouwing (rood voor rood). Onder deze categorie vallen de mogelijkheden voor verbetering, uitbreiding en verplaatsing van bestaande individuele burgerwoningen en het benutten van cultuurhistorisch waardevolle (categorie. A en B uit provinciale inventarisatie) bebouwing in het landelijk gebied, waaronder ook bestaande buitenplaatsen. In geval van hergebruik of sanering van niet cultuurhistorisch waardevolle bebouwing geldt de ruimte voor ruimte regeling. 2. Ruimte voor ruimte. De regeling is beschreven in de paragraaf ruimte voor ruimte. 3. Nieuwe bebouwing (rood voor groen) Deze mogelijkheden, waaronder nieuwe landgoederen en buitenplaatsen, zijn uitgewerkt in paragraaf landschap en erfgoed. Het verdient aanbeveling de ontwikkelingen kleinschalig te houden mede omdat ook deze ontwikkelingen moeten voorzien in een regionale behoefte. Bijbehorende acties in hoofdstuk 5 Actie 1 Stimuleren regionale samenwerking en afstemming Actie 2 Ondersteunen transformatieprojecten stedennetwerk Z4 Actie 3 Stimuleren deeltijdwonen Actie 4 Stimuleren aanpak particuliere woningvoorraad

Bijlage 2A Scenario Vlamingen uit de Provinciale Bevolkings- en huishoudenprognose 2012: 6.4.1. Scenario Vlamingen In 2011 is een opmerkelijke instroom van Belgen naar Zeeuws Vlaamse gemeenten tot stand gekomen. Door het grote verschil in huizenprijzen en mogelijk ook de publiciteit hierover, is het aantal Belgische kopers in Zeeuws- Vlaamse gemeenten gestegen, en daarmee ook het aantal inwoners met de Belgische nationaliteit. In 2011 is in Sluis het aantal Belgen met 105 personen toegenomen, in Hulst 61 en Terneuzen is het aantal inwoners met de Belgische nationaliteit afgenomen met twee. Dit terwijl het aantal Belgen in Zeeuws Vlaanderen sinds 2002 juist gestaag afnam. Omdat de dalende bevolking en vergrijzing in Zeeuws Vlaanderen op allerlei vlakken problemen veroorzaken, is het groeiende aantal Belgen een positieve ontwikkeling. De vraag is wat deze aantallen tot gevolg hebben als deze groei zich in dezelfde mate voortzet in de komende jaren. In het scenario 'Vlamingen' is daarom het buitenlands migratiesaldo opgehoogd met 61 in Hulst en 105 in Sluis, en vervolgens doorgerekend. In Figuur 6-18 is het verschil weergegeven tussen de ontwikkeling van de bevolking van de Zeeuws-Vlaamse gemeenten bij de prognose en bij het doorgerekende scenario. Voor Terneuzen verandert er niets, voor Hulst en vooral Sluis des te meer. Figuur 6-18 Ontwikkeling bevolking Zeeuws-Vlaamse gemeenten tussen 2011 en 2030 volgens prognose 2012 en scenario 'Vlamingen' Bij doorrekening van het scenario voor huishoudenontwikkeling blijkt dat de gevolgen ook daarbij substantieel zijn. De voorspelde huishoudenkrimp in de periode 2011-2030 voor Hulst en Sluis slaat daarbij om in een huishoudengroei, terwijl voor Terneuzen niets verandert (zie Figuur 6-19)

Figuur 6-19 Ontwikkeling aantal huishoudens tussen 2011 en 2030 volgens prognose 2012 en scenario Vlamingen Het is belangrijk om te melden bij dit scenario dat de( toekomst voorspellende) waarde hiervan laag is. Bij dit scenario is de ontwikkeling van een trend die zich nog maar één jaar manifesteert lineair en jarenlang doorgetrokken, terwijl het nog onzeker is in hoeverre de fiscale aantrekkelijkheid en prijsverschillen blijvend zijn. Om een trend mee te nemen in een prognose is het nodig te weten hoe structureel de trend is en in welke mate het zich voor zal blijven doen in welke gebieden. Deze kennis ontbreekt op dit moment nog volledig. De meerwaarde van dit scenario is dat zichtbaar wordt dat een ogenschijnlijk laag aantal van 164 extra Vlamingen dan voorheen op lange termijn substantiële gevolgen heeft. Het verdient dan ook zeker de aandacht deze ontwikkeling op de voet te blijven volgen.

Bijlage 3 BELEID GEMEENTE SLUIS (samengevat) Kaders voor de toekomst In 2011 heeft de gemeenteraad de toekomstvisie Samen Goed, het Wmo-beleidsplan Samen Leven, de structuurvisie Goed Leven en de Kadernota Samen Kiezen 2012-2015 vastgesteld. Hiermee stelt de gemeenteraad de kaders voor de toekomst. Inleiding In het coalitieakkoord Kaders voor een verantwoorde toekomst is vastgelegd dat een discussie moet worden gevoerd over het takenpakket van de gemeente en dat een strategische toekomstvisie moet worden ontwikkeld. Het doel hiervan is om te komen tot een takenpakket dat past bij de ambities en de schaal van de gemeente, waarbij de begroting in evenwicht is. In de afgelopen periode is het proces ingezet dat resulteert in vier concrete producten die nauw met elkaar samenhangen: 1. Toekomstvisie Samen Goed 2. Wmo-beleidsplan Samen Leven 3. Structuurvisie Goed Leven 4. Kadernota Samen Kiezen 2012-2015 Met de vaststelling van deze vier stukken geeft de raad de kaders voor de toekomst aan. In de toekomstvisie worden de bakens uitgezet voor de ontwikkeling van de gemeente. Het Wmo-beleidsplan Samen Leven en de structuurvisie Goed Leven vormen de routeboekjes om de doelen uit de toekomstvisie op respectievelijk sociaal-maatschappelijk en ruimtelijk-economische terrein te bereiken. Het zoeken naar evenwicht tussen ambitie en financiën en het maken van keuzes voor de toekomst zijn ook kenmerkend voor de Kadernota Samen Kiezen 2012-2015, die de basis vormt voor de meerjarige begroting. Proces De toekomstvisie, het Wmo-beleidsplan en de structuurvisie zijn op 27 oktober 2011 door de gemeenteraad vastgesteld. In deze stukken is rekening gehouden met de punten die zijn aangedragen door maatschappelijke organisaties en met de signalen uit de gemeenteraad. Hierbij zijn de beleidsonderdelen in samenhang bekeken. Daardoor grijpen het ruimtelijk-economisch en sociaal-maatschappelijke beleid goed in elkaar en kunnen ze elkaar versterken. Voordat de gemeenteraad de stukken heeft vastgesteld, is een inspraakprocedure gevolgd. Toekomstvisie Samen Goed In de toekomstvisie worden de bakens uitgezet voor de ontwikkeling van de gemeente. De speerpunten in het beleid zijn benoemd, inclusief de daaruit voortvloeiende visie op de ambtelijke en bestuurlijke organisatie. De speerpunten zijn: Toerisme als economische motor Het buitengebied is pure beleving De kracht van karakteristieke kernen Wonen naar wens Onderwijs legt stevige basis Sociale en maatschappelijke voorzieningen samen goed voor elkaar Krachtig en dienstbaar bestuur Per speerpunt zijn de doelen omschreven en wordt aangegeven wat de gemeente daarvoor moet doen. Ter illustratie wordt bij elk speerpunt een droombeeld geschetst dat aangeeft hoe de ideale situatie er in 2025 uit kan zien.

Wmo-beleidsplan Samen Leven Sluis staat voor samen leven. Dat is de ambitie van het Wmo-beleidsplan waarin het sociaal-maatschappelijk beleid van de gemeente Sluis voor de komende jaren op hoofdlijnen uiteen wordt gezet. Het Wmo-beleidsplan is een strategische visie waarin op basis van beleidskeuzen wordt aangegeven welke ontwikkelingen of ontwikkelingsrichtingen op sociaal-maatschappelijk gebied gewenst zijn en welke niet. De uitwerking van dit beleid vindt plaats in deelvisies, beleidsnota s, verordeningen en prestatieafspraken. Het vierjaarlijks vaststellen van een Wmo-beleidsplan is overigens een wettelijke verplichting op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Wmo is gericht op het vergroten van de sociale samenhang, leefbaarheid en maatschappelijke deelname. Einddoel is een samenleving waarin iedereen meedoet (en mee kan doen) en samen verantwoordelijkheid draagt voor de kwaliteit van de samenleving en wat daarin gebeurt. Net als veel andere gemeenten, constateert de gemeente Sluis terugblikkend dat zij er nog onvoldoende in is geslaagd om deze beleidsuitgangspunten in praktijk te brengen. Het maken van deze omslag (mentaliteitsverandering) is dan ook hét thema van het Wmobeleidsplan Samen Leven. De centrale opgave daarbij is beter met minder. Aan de hand van negen beleidsthema s worden de opgaven en kansen, doelstellingen en strategie omschreven. De beleidsthema s zijn: Sociaal-culturele accommodaties Sociaal-culturele activiteiten Ondersteuning en begeleiding Preventie Mobiliteit Onderwijs Arbeidsmarkt en werkgelegenheid Muziek- en kunstonderwijs Bibliotheekwerk De kansen op al deze terreinen liggen bij het kijken naar mogelijkheden van mensen, in plaats van naar hun beperkingen en bij het aanspreken van mensen op hun eigen verantwoordelijkheid; voor zichzelf, voor hun directe omgeving en voor de kwaliteit van het sociaal-maatschappelijk leven. Structuurvisie Goed Leven De structuurvisie Goed Leven biedt een samenhangend ruimtelijk-economisch beleidskader waarbinnen de (ruimtelijke) keuzes voor de toekomst gemaakt kunnen worden. Op basis van deze kaders kunnen marktpartijen initiatieven ontwikkelen en zullen initiatieven door de gemeente beoordeeld worden. De overkoepelende ambitie is goed leven. De uitwerking van het in de structuurvisie beschreven beleid vindt plaats in deelvisies, bestemmingsplannen en projecten. Het vastleggen van het ruimtelijk beleid in een actuele structuurvisie is een wettelijke verplichting op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De structuurvisie gaat in op de opgaven, de doelstellingen en de beleidskeuzen op hoofdlijnen voor de zes relevante thema s. Ook hier luidt de centrale opgave daarbij beter met minder. De thema s zijn: Wonen Voorzieningen Recreatie en toerisme Bedrijventerreinen Landbouw en landschap (inclusief cultuurhistorie en archeologie, water en natuur) Mobiliteit en duurzaamheid Voor het bereiken van de overkoepelende ambitie goed leven liggen de kansen in het versterken van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving (het woonproduct). Dit door het gericht aanpassen van de woningvoorraad aan de veranderde bevolkingssamenstelling en woonwensen, het realiseren van een duurzame sterke voorzieningenstructuur via clustering en het verbeteren van de woonomgeving (groen, rust en ruimte).

Ook het versterken van de toeristische economie en daarmee ook andere delen van de economie, biedt kansen. Kwaliteitsverbetering, seizoensverlenging, productverbreding en het gebruikmaken van de sterke punten van Sluis (kust, ruimte, landschap, cultuurhistorie, kooptoerisme, nabijheid Vlaamse grote steden) zijn hier de belangrijke thema s. Kadernota Samen Kiezen 2012-2015 De jaarlijkse kadernota is de basis voor de begroting. De Kadernota Samen Kiezen 2012-2015 heeft een ander karakter dan voorgaande jaren. Het financiële perspectief is beter dan bij de vaststelling van de begroting 2011 kon worden vermoed. Toen werd nog verwacht dat er in de periode 2012-2015 miljoenen moesten worden bezuinigd vanwege bezuinigingen door de rijksoverheid. Inmiddels is duidelijk dat de Rijksbezuinigingen minder hard zullen aankomen en dat deze na 2012 op ons afkomen. Dat betekent dat we samen met verenigingen, instellingen en burgers de discussie over de toekomstvisie, de ruimtelijke structuurvisie en het Wmo-beleid kunnen afronden. Vervolgens kan de nieuwe koers richting 2025 worden uitgezet op basis van een strategische visie, rekeninghoudend met de financiële positie. Hierbij staat het hoofddoel van het gemeentebestuur steeds voorop: het gezond maken van de gemeentelijke financiën. Dit financiële perspectief betekent niet dat er nu plotseling ruimte is voor nieuw beleid. Hiervan kan alleen sprake zijn als dit onafwendbaar is, er een wettelijke verplichting onder ligt, dit een substantiële bijdrage kan leveren aan het versterken van de financiële positie of geld oplevert. In dit kader heeft het college ruimtescheppende maatregelen voorgesteld op o.a. het terrein van voorzieningen, een kwaliteitsimpuls voor het strand (hogere bijdrage exploitanten), de gemeentelijke organisatie en efficiencykorting op de brandweer. In de kadernota worden wel middelen vrijgemaakt voor o.a. het transformatieplan Aantrekkelijk Oostburg, verkeersmaatregelen in IJzendijke vanwege de reconstructie van de N61, reconstructie en groot onderhoud aan de Nieuwstraat in Sluis, een impuls voor de stad Sluis, de brandweerkazerne in Oostburg en elektronische dienstverlening. TOEKOMSTVISIE SAMEN GOED Speerpunt 4: Wonen naar wens Droombeeld Oostburg is een geslaagd landelijk voorbeeld van hoe demografische ontwikkelingen kunnen worden aangegrepen voor het maken van een kwaliteitslag. Woningen aan de onderkant van de markt zijn gesaneerd. Hiermee werd ruimte gecreëerd voor nieuwbouw voor specifieke doelgroepen en voor een impuls in de openbare ruimte. Oostburg heeft zich door deze impulsen verder kunnen ontwikkelen als regionaal voorzieningencentrum. De brede school is open van 7.00 tot 19.00 uur en biedt ouders en kinderen alle functies op educatief en sociaal gebied. Dankzij de uitstekende bereikbaarheid ontmoeten ouderen uit de hele gemeente elkaar in Oostburg. De voorzieningen zijn afgestemd op de wensen van de doelgroepen. Haar baan bij een multinational op Schiphol is uitdagend, dynamisch en verdient goed. Maar na een paar jaar werd ze ook horendol van de drukte en het lawaai. Nu verdeelt ze haar week tussen Schiphol en Schoondijke. Drie dagen is ze op de zaak aanwezig en leeft ze in een appartementje in Amsterdam. De andere vier dagen is ze in Schoondijke. Het maakt immers niet uit of ze het businessplan uitwerkt op kantoor of in haar dijkhuisje. De rust en ruimte inspireren haar. Ze is zelfs begonnen aan een cursus schilderen. Verder kun je hier overal heerlijk eten, bij boeren in de streek de meest verse, oorspronkelijke producten krijgen, in de omgeving prima shoppen en is er een leuke sportclub in de buurt. Doel Er is een inhaalslag gemaakt om de woningvoorraad te laten aansluiten bij de kwaliteitswensen van de doelgroepen. Hiermee is ingespeeld op de afname van het bevolkingsaantal en op de gewijzigde demografische samenstelling. Oostburg is op dit punt een landelijk voorbeeld. Het rustige en ruimtelijke karakter van Sluis speelt ook hier een rol. In 2025 is Sluis de uitvalsbasis voor mensen met een drukke baan elders die rustig en met goede voorzieningen willen wonen. Hoewel hoogwaardige werkgelegenheid in de eigen regio belangrijk blijft, is deze groep werknomaden van economisch belang omdat het salaris wel in de gemeente Sluis wordt uitgegeven. De centrale ligging tussen wereldsteden als Amsterdam, Antwerpen, Parijs en Londen en het Duitse Ruhrgebied wordt op die manier benut. Doen De gemeente voert de regie bij de herstructurering van de woningmarkt waarbij met behulp van herstructureringsfondsen en het bedrijfsleven (met name) de onderkant van de woningmarkt wordt gesaneerd. Sluis zet

in op de vitaliteit en leefbaarheid van de historische kernen en richt zich minder op de ontwikkeling van nieuwe wijken. Deeltijdwonen is mogelijk gemaakt. STRUCTUURVISIE GOED LEVEN 1 1.4. Missie: Sluis staat voor goed leven De gemeente Sluis staat en gaat voor goed goed leven : een gemeente waar het goed wonen, werken en recreëren is. De gemeente richt zich op het versterken van haar eigen kracht: aantrekkelijke woonkernen in een landelijk gebied; goede voorzieningen. een natuurlijke en recreatief aantrekkelijke kust; toeristische vestingsteden en andere cultuurhistorische elementen; De ambitie voor ontwikkelingen is gericht op beter met minder. Belang wordt gehecht aan het duurzaam waarborgen en het zo mogelijk verhogen van de leefkwaliteit met beperkte middelen (afnemend draagvlak en minder geld). Recreatie en toerisme zijn de belangrijkste economische motoren om dit te bereiken. De zes relevante thema s van deze structuurvisie: 1. Wonen. 2. Voorzieningen. 3. Recreatie en toerisme. 4. Bedrijventerrein. 5. Landbouw en landschap (inclusief cultuur-historie en archeologie, water en natuur). 6. Mobiliteit en duurzaamheid. De uitwerking van de thema s vindt plaats binnen het profiel van de kernen: Oostburg: het bestuurlijk en voorzieningen-centrum van de gemeente (dragende kern); Breskens maritiem een verzorgende kern met een maritiem karakter; Sluis: het kooptoeristisch winkel en horeca centrum (verzorgende kern); Aardenburg:cultuurstad (verzorgende kern); IJzendijke: vestingstad Mauritsstad (verzorgende kern); de toeristische plaatsen: mondain Cadzand, kindvriendelijk Nieuwvliet, cultureel Groede; de overige woonkernen (Hoofdplaat, IJzendijke, Schoondijke, Retranchement, Waterlandkerkje, Zuidzande). Leidend bij de uitwerking van de thema s zijn: de centrale opgave: beter met minder ; de centrale ambitie: Sluis staat voor goed leven. Per thema wordt het beleid beschreven en onderbouwd aan de hand van drie vragen. 1. Waar hebben we mee te maken (opgaven en kansen) Wat is de belangrijkste problematiek? Wat zijn de belangrijkste kansen waarop kan worden ingespeeld? 2. Wat willen we bereiken (doelstelling) Wat is de (haalbare) ambitie? 3. Hoe willen we het bereiken (strategie) Gewenste ontwikkelingen stimuleren en faciliteren (wat wil je en waar): gericht stimuleren en faciliteren (sneeuwbaleffect op gang brengen). faseren (niet alles tegelijk). kosten besparen door prioriteiten te stellen, afwegingen te maken met betrekking tot kerntaken. Ongewenste ontwikkelingen voorkomen (wat wil je waar- niet). Een kader bieden voor het opstellen en beoordelen van initiatieven. 1 Is hiermee de Structuurvisie Wonen komen te vervallen c.q. ingetrokken?????

2.1. Wonen Waar hebben we mee te maken Vergrijzing (meer ouderen), ontgroening (minder kinderen), een daling van het aantal inwoners, maar ook daling van het aantal huishoudens (krimp). Dit wordt mede veroorzaakt door het wegtrekken van jongeren om elders te gaan studeren en werken. De woningvoorraad is onvoldoende afgestemd op de veranderende behoefte. Er is een overschot aan goedkope kwalitatief verouderde (ééngezins-) woningen én een tekort aan woningen geschikt voor ouderen. In een aantal gebieden (vooral in de kern Oostburg) is sprake van een verouderde woonomgeving, leegstand en verpaupering. Er zijn nog (te veel) plannen voor toename van het aantal woningen door nieuwbouw. Een klein deel daarvan is al vastgelegd in bestemmingsplannen. Het huidige aantal woningen is echter al meer dan voldoende voor de eigen bevolking. Een toename van het aantal woningen leidt tot leegstand, tenzij bewoners van elders worden aangetrokken. Kansen Een deel van de woningvoorraad kan worden gebruikt voor deeltijdwoningen / 2e woningen. Woningen kunnen geschikt worden gemaakt voor ouderen (levensloopbestendig). Er is een potentiële vraag naar bijzondere -kwalitatief hoogwaardige- woonmilieus (in lage dichtheden): vooral ten behoeve van bewoners afkomstig uit andere gemeenten die dit specifieke woonmilieu zoeken (landelijk wonen, wonen en zorg). Wat willen we bereiken Het verbeteren van de kwaliteit van het wonen in Sluis door het afstemmen van de woningvoorraad op de woonwensen van de huidige en toekomstige inwoners en de veranderende bevolkingssamenstelling en omvang: geen toename van het aantal (reguliere) woningen; verbeteren van de woon- en leefomgeving. Hoe willen we het bereiken Algemene uitgangspunten Geen nieuwbouw van woningen zonder sloop van hetzelfde aantal bestaande woningen, tenzij maatwerk tot de mogelijkheden behoort. Bestaande woningbouwplannen, die een uitbreiding van de woningvoorraad inhouden en waarover bindende afspraken zijn gemaakt, indien mogelijk volledig schrappen (geen markt) of aanpassen (minder woningen meer kwaliteit). Uiteraard dient hierbij rekening te worden gehouden met gemaakte afspraken. Bij voorkeur levensloopbestendig bouwen en renoveren. Het toegankelijk maken van de openbare ruimte voor jonge gezinnen en mindervaliden (zie Wmobeleidsplan Samen leven). Behoud van de menselijke maat in de woonomgeving door het beperken van nieuwe hoogbouw tot specifieke delen van Breskens en Cadzand-Bad. Voor de kern Oostburg wordt onder de naam aantrekkelijk Oostburg een integrale aanpak uitgewerkt. Dit integraal transformatieproject richt zich op het verminderen van het aantal woningen in samenhang met het verbeteren van de kwaliteit van de woonomgeving en de centrumfunctie. De hierbij opgedane ervaringen worden daarna ingezet in de verzorgende kernen en de overige kernen. De prioriteitstelling vindt plaats afhankelijk van de ernst en aard van de problematiek in de betreffende kern en concrete mogelijkheden. Het uitbreiden van de vraag naar woningen door het aantrekken van tijdelijke/parttime bewoners. Dit kan mogelijk worden gemaakt door het aanpassen van de tweede woningverordening: o het toestaan van mogelijkheden voor deeltijdwonen/tweede woning in alle kernen met uitzondering van de dragende en verzorgende kernen (Oostburg, IJzendijke, Aardenburg, Breskens, Sluis); o een uitzondering kan worden gemaakt voor specifieke gebieden, zoals bijvoorbeeld Groenevelt in Sluis en Oesterput-Zandstraten in Breskens. Nieuwe projecten die leiden tot een toename van het aantal woningen zijn uitsluitend mogelijk als wordt aangetoond dat deze projecten in staat zijn specifieke doelgroepen aan te trekken. Hierbij kan gedacht worden aan projecten die zijn gericht op bijzondere hoogwaardige woonmilieus voor specifieke doelgroepen (zoals zorghotel, golf- en landgoedwonen).

Actief beleid ontwikkelen voor het saneren van onbenutte woningbouwmogelijkheden in bestemmingsplannen. Regionale afstemming van woningbouwbeleid (woonvisie). Afwegingsmodel Bij het beoordelen van woningbouwinitiatieven (nieuwe plannen en het aanpassen van- bestaande plannen) wordt het hiernaast afgebeelde afwegingsmodel gehanteerd. Uitzondering op deze regeling is de ruimte voor ruimteregeling, waarbij via een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan buitengebied het realiseren van maximaal 3 compensatiewoningen mogelijk is bij sloop van agrarische bedrijfsgebouwen. Kwaliteitsverbetering van het landelijk gebied is het primaire doel.