Deel I Basisprincipes 13 Inleiding 15 I ROERENDE VOORHEFFING 17 1. Schuldenaars van de R.V. 17 1.1. Inkomsten van Belgische oorsprong 17 1.2. Inkomsten van buitenlandse oorsprong 18 1.3. Aangifte en betaling 18 2. Ogenblik van de verschuldigdheid van de R.V. 19 2.1. Inkomsten van Belgische oorsprong 19 2.2. Inkomsten van buitenlandse oorsprong 21 3. Bepaling van de belastbare grondslag van de R.V. 22 4. Tarief van de R.V. 24 5. Vrijstellingen van de R.V. 30 5.1. Onvoorwaardelijke vrijstelling 30 5.2. Voorwaardelijke vrijstellingen 30 6. De bevrijdende R.V. 31 6.1. Algemeen 31 6.2. Aangifte in de personenbelasting 33 7. Niet-belastbare inkomsten 36 5
Beleggingen en fiscus 8. R.V. en dubbelbelastingverdragen 38 8.1. Algemeen 38 8.2. België als woonplaatsstaat 39 8.3. België als Bronstaat 40 9. Europese Spaarrichtlijn woonstaatheffing 41 9.1. Algemeen 41 9.2. Belgische omzetting van de Spaarrichtlijn 43 II NORMAAL BEHEER VAN HET PRIVÉ-VERMOGEN 47 1. Inleiding 47 2. Situering en definities 48 2.1. Voorbereidende werken 48 2.2. Omschrijving van de Administratie 49 2.3. Rechtsleer 50 2.4. Synthese 52 3. Bewijslast van de Administratie 53 4. Taxatieregime 53 4.1. Niet-belastbaarheid of belastbaarheid als beroeps- of divers inkomen 53 4.2. Belastbare grondslag 53 4.3. Tarief 54 4.4. Beperkte verliescompensatie 54 5. Besluit 54 III TAKS OP DE BEURSVERRICHTINGEN 55 1. Inleiding 55 2. Belastbare verrichtingen 55 3. Belastbare basis 56 6
4. Tarief 56 4.1. Secundaire markt 56 4.2. Beleggingsvennootschappen 57 4.3. Reportverrichtingen 58 4.4. Vrijstelling 58 IV TAKS OP DE AFLEVERING VAN EFFECTEN AAN TOONDER 59 1. Bedoelde toondereffecten 59 2. Belastbare leveringen 60 3. Belastbare basis 61 4. Tarief 62 Deel II Beleggingsinstrumenten 63 I GELDDEPOSITO S 65 1. Inleiding 65 2. Spaardeposito s 65 3. Termijnrekeningen 67 4. Oneigenlijke swaps 69 II VASTRENTENDE EFFECTEN 73 1. Inleiding 73 2. Obligaties 74 2.1. Definities 74 2.2. Fiscale behandeling bij de verwerving van obligaties 79 7
Beleggingen en fiscus 2.3. Fiscale behandeling van de inkomsten van obligaties 83 2.4. X/N-vereffeningsstelsel 121 3. Kasbons 127 3.1. Kasbons zonder kapitalisatie van de interest 127 3.2. Kasbons mét kapitalisatie van de interest 128 4. Schuldvorderingen en leningen 130 5. Lijfrenten of tijdelijke renten 131 6. Vastgoedcertificaten 133 6.1. Definitie 133 6.2. Fiscale aspecten 135 III AANDELEN 137 1. Inleiding 137 1.1. Definitie 137 1.2. Soorten aandelen 138 1.3. Coupons 139 2. Fiscale behandeling bij de verwerving van aandelen 141 2.1. Algemeen 141 2.2. Werkgeversaandelen (Monory-bis-stelsel) 141 2.3. Verkrijging van aandelen in het kader van werknemersparticipaties 145 2.4. Verkrijging van aandelen tegen verminderde prijs in het kader van een aandelenoptieplan (stock option-plan) 150 2.5. Interesten betaald door bedrijfsleiders om aandelen te verwerven 154 2.6. Taks op de beursverrichtingen 155 3. Fiscale behandeling van dividenden 156 3.1. Algemeen 156 3.2. Dividenden van Belgische oorsprong 164 3.3. Dividenden van buitenlandse oorsprong 176 8
4. Fiscale behandeling bij de vervreemding van aandelen 179 4.1. Directe belastingen 179 4.2. Taks op de beursverrichtingen 180 5. Certificatie van aandelen 180 5.1. Algemeen 180 5.2. Fiscale aspecten van de certificatie 181 IV INSTELLINGEN VOOR COLLECTIEVE BELEGGING 183 1. Inleiding 183 1.1. Definitie 183 1.2. Soorten ICB s 183 1.3. Belgische ICB s 190 1.4. Buitenlandse ICB s 191 2. Belgische Bevek s en Bevak s 192 2.1. Algemeen 192 2.2. Eigen fiscaal regime 193 2.3. Fiscaal regime van de inkomsten 196 2.4. Taks op de beursverrichtingen 199 3. Bijzondere Belgische beleggingsvennootschappen 199 3.1. Vennootschap voor belegging in schuldvorderingen (V.B.S.) 199 3.2. Privak 202 3.3. Vastgoed-Bevak 205 4. Buitenlandse beleggingsvennootschappen 208 4.1. Algemeen 208 4.2. Fiscaal regime van de inkomsten 208 4.3. Taks op de beursverrichtingen 209 5. Belgische gemeenschappelijke beleggingsfondsen 209 5.1. Algemeen 209 5.2. Eigen fiscaal regime 209 5.3. Fiscaal regime van de inkomsten 210 5.4. Bijzondere Belgische gemeenschappelijke beleggingsfondsen 211 9
Beleggingen en fiscus 6. Buitenlandse gemeenschappelijke beleggingsfondsen 212 6.1. Algemeen 212 6.2. Eigen fiscaal regime 212 6.3. Fiscaal regime van de inkomsten 212 V AFGELEIDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN 215 1. Inleiding 215 2. Opties 216 2.1. Algemeen 216 2.2. Fiscale behandeling 219 3. Warrants 224 3.1 Algemeen 224 3.2. Fiscale behandeling 225 4. Futures 225 4.1. Algemeen 225 4.2. Fiscale behandeling 227 VI HET LANGETERMIJNSPAREN 229 1. Inleiding 229 1.1. Belastingvermindering voor het langetermijnsparen 229 1.2. Indirecte taks op het langetermijnsparen 231 2. Groepsverzekering 232 2.1. Algemeen 232 2.2. Bijdragen 233 2.3. Uitkeringen 233 3. Pensioenfonds 235 3.1. Algemeen 235 3.2. Bijdragen 235 3.3. Uitkeringen 235 10
4. Levensverzekering 236 4.1. Algemeen 236 4.2. Premies 236 4.3. Uitkeringen 237 5. Pensioensparen 241 5.1. Algemeen 241 5.2. Vormen 242 5.3. Fiscaal voordeel 244 5.4. Voorwaarden en modaliteiten 244 5.5. Uitkeringen 247 VII VERZEKERINGSPRODUCTEN 251 1. Inleiding 251 2. Verzekeringsbons 251 3. Levensverzekering gekoppeld aan een beleggingsfonds 253 4. Kapitalisatieverrichtingen 254 VIII GOUD EN EDELE METALEN 257 1. Algemeen 257 1.1. De materiële aankoop van een goudstaaf of van goudstukken 257 1.2. De opening van een goudrekening 257 1.3. De indirecte verkrijging via de aankoop van aandelen die goudmijnen vertegenwoordigen 258 1.4. Opties en futures op goud of opties op goudmijnen 258 2. Fiscale aspecten 259 IX LEXICION 261 11