gemeente Eindhoven Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Raadsbijlage nummer xs Inboeknummer oxkooxsbb Beslisdatum B&W 22 januari soos Dossiernummer 204.xoz Raadsbijlage Voorstel tot het wijzigen van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 1 Inleiding De hoogte van de vergoeding aan de leden van de welstandscommissie en de monumentencommissie voor hun werkzaamheden is geregeld in de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden. 2 Probleemstelling Op grond van artikel 5 van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden ontvangen leden van de welstandscommissie en de monumentencommissie voor zover zij niet reeds uit andere hoofde een inkomen van de gemeente Eindhoven of van een door deze gemeente gesubsidieerde instelling ontvangen, voor het bijwonen van een vergadering van deze commissies of andere werkzaamheden namens deze commissies, een vergoeding van < 56,54 (f 124,60) per uur en een onkostenvergoeding van< 36,30 (f 79,99) per vergadering. Dit bedrag blijft achter bij wat in veel andere gemeenten wordt betaald. Dit bedrag is gebaseerd op het minimum van de schaal voor ontwerp en architectuur (directie), zoals genoemd in de BNA-richtlijn SAA-uurtarieven prijspeil 1999. Gelet op de deskundigheid die van de leden van beide commissies wordt verwacht is deze vergoeding ook niet in overeenstemming met de hoeveelheid en de zwaarte van hun werkzaamheden. Het gevaar is niet denkbeeldig dat door de hoogte van de vergoeding personen met de vereiste deskundigheid zich niet beschikbaar stellen als lid van de welstandscommissie dan wel de monumentencommissie. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Door een verhoging van de vergoeding voor de leden van de welstandscommissie en de monumentencommissie wordt deze in overeenstemming gebracht met de aard en omvang van de werkzaamheden en met elders in den lande gebruikelijke vergoedingen. De mogelijkheden om deskundige commissies samen te stellen worden daardoor vergroot.
r p Raadsbij lage nummer rs 4 Wijze van aanpak/ oplossingsrichting Bij de samenstelling van beide commissies wordt gestreefd naar deskundigheid op het niveau van directieleden van architectenbureaus of vergelijkbare functies. Bovendien is een ervaring van meerdere jaren daarin een vereiste. In de BNA-richtlijn SAAuurtarieven wordt daarvoor per 1 januari 2001 een minimum van E 66,05 (f 145,56) per uur voor externe adviezen genoemd. Dit is gebaseerd op het laagste functieniveau en 0 jaar ervaring. Voor datzelfde functieniveau maar dan met 9 jaren ervaring geldt een tarief van < 161,84 (f 356,65) per uur. Onderzoek leert dat er nationaal grote verschillen bestaan in de vergoedingsregelingen. Globaal gezien zijn er vier groepen te onderscheiden: groep 1: < 66,05 (f 145,56) per uur,1 uur reistijd voor alle commissievergaderingen en < 36,30 (f 80,-) reiskosten; groep 2: < 79,41 (f 175,-) per uur, 1 uur reistijd voor grote en halve commissievergaderingen en reiskosten op basis van declaratie van kilometers of openbaar vervoer 1 klas; groep 3: E 79,41 (f 175,ÃćâĆňâĂİ ) per uur, reistijd op basis van declaratie<55,59 (f122,50) per uur en reiskosten op basis van declaratie van kilometers of openbaar vervoer 1 klas; groep 4: < 113,45 (f 250,01) per uur, geen reisuren en reiskosten op basis van declaratie van kilometers of openbaar vervoer 1 klas. Bij de vaststelling van de tarieven moet nog worden bedacht dat van de afzonderlijke leden vrij veel tijd wordt gevraagd buiten de reguliere vergaderingen om. Immers de conceptverslagen moeten worden gelezen en eventueel worden gecorrigeerd en gecommuniceerd naar het secretariaat. Tussentijds is er vrij veel telefonisch contact en de vergaderingen moeten worden voorbereid door het lezen van alle stukken. De huidige regeling, vergelijkbaar met die van groep 1, kent een ongelijkheid in de reiskostenvergoeding: iemand die uit Eindhoven komt krijgt evenveel als iemand die uit Rotterdam komt. Dit is onterecht en zorgt ook in de praktijk voor fricties. De oplossing is gelegen in een regeling op basis van declaratie voor reisuren en/of reiskosten. De reisuren worden weliswaar gemaakt om in Eindhoven te komen, maar staan zeker niet altijd in het teken van werkzaamheden verband houdende met de betreffende Eindhovense commissies. Daarnaast is het aantal reisuren niet of nauwelijks te controleren. Gelet op het bovenstaande stel ik u voor om de vergoeding aan de leden van de welstandscommissie en de monumentencommissie te wijzigen in < 113,45 (f 250,01) per uur en reiskosten op basis van declaratie van kilometers of openbaar vervoer 1 klas of wel < 135,00 ( f 297,50) inclusief BTW al naar gelang de leden bedrijfsmatig dan wel particulier declareren. Reiskostendeclaraties geschieden conform de regeling voor
Raadsbijlage nummer rs gemeentepersoneel. Dit is de regeling volgens groep 4, zoals die onder andere in Breda en Rotterdam wordt toegepast. 5 Financiele gevolgen en risico s Op basis van de huidige regeling en de huidige samenstelling en vergaderschema van de beide commissies zou de totale vergoeding aan de leden van de welstandscommissie in 2001 naar verwachting (6 94.711,65 (f 208.717,01) bedragen en voor de monumentencommissie < 17.740,08 (f 39.093,99). Op basis van dit voorstel zullen de totale kosten voor de vergoeding van de leden van de welstandscommissie oplopen tot ongeveer 118.091,76 (f 260.239,99) en voor de leden van de monumentencommissie tot ongeveer < 28.678,91 (f 63.200,-). Voor wat betreft de monumentencommissie kan dit binnen de huidige begroting worden opgevangen. Voor de verhoging van de kosten van de welstandscommissie is echter een aanpassing van de begroting noodzakelijk, omdat daarop een bedrag van 6 83.015,01 (f 182.941,01) voor vergoedingen is opgenomen. Een verhoging met< 35.394,86 (f 78.000,01) is daarom noodzakelijk. De kosten kunnen worden gedekt uit de bestaande leges. 6 Overige gevolgen van de aanpak De vergoeding voor de leden van de welstandscommissie en de monumentencommissie is geregeld in artikel 5 van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden. De in het eerste lid van dat artikel genoemde bedragen kunnen volgens het tweede lid door burgemeester en wethouders worden gewijzigd aan de hand van de Prijzenbeschikking bouwkundige architecten 1977. Deze beschikking bestaat niet meer en is vervangen door de BNA-richtlijn SAA-uurtarieven. De hiervoor genoemde verhoging van de vergoedingen valt echter niet onder de regelmatige verhogingsindex van deze richtlijn. Dientengevolge is een wijziging van artikel 5 van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden noodzakelijk. Artikel 5 zou dan als volgt kunnen luiden: "1 In afwijking van artikel 3, ontvangen de leden van de welstandscommissie en de monumentencommissie een bedrag van E 113,45 (f 250,01) dan wel 6 135,00 (f 297,50 inclusief BTW per uur en een reiskostenvergoeding op basis van declaratie van kilometers of openbaar vervoer 1 klas, beiden exclusief BTW. 2. Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid genoemde bedragen wijzigen aan de hand van wijzigingen welke zullen worden aangebracht in de BNA-richtlijnen SAA-uurtarieven". 7 Resultaten van overleg / inspraak Over dit voorstel is overleg gepleegd met de Federatie Welstand. Deze instantie adviseert haar leden slechts om de tarieven van de BNA aan te houden. Zoals hierboven reeds vermeld, geven deze tarieven slechts een onder- en een bovengrens aan. F(ct voorgestelde tarief ligt daar precies tussenin.
Raadsbijlage nummer xs Er is geen gelegenheid tot inspraak gegeven. De welstandscommissie en de monumentencommissie stemmen met dit voorstel in. 8 Communicatie De wijziging van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden zal bekend worden gemaakt door uitgifte van een gemeenteblad. 9 Advisering raadscommissie(s) De commissie voor bestuurlijke aangelegenheden, openbare orde en veiligheid hebben wij over dit voorstel gehoord. Haar positief advies ligt voor u ter inzage. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, R. Welschen, burgemeester. C. Tetteroo, secretaris.
Raadsbijlage nummer xs Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 januari 2002, nr. 15; gelet op het advies van de commissie voor bestuurlijke aangelegenheden, openbare orde en veiligheid; mede gelet op het advies van de begrotingscommissie; besluit: 1 de in de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden genoemde bedragen voor vergoeding van leden van de welstandscommissie en monumentencommissie te wijzigen in < 113,45 (f 250,01) exclusief BTW dan wel < 135,00 ( f 297,50) per uur inclusief BTW met een reiskostenvergoeding op basis van declaratie van kilometers of openbaar vervoer 1 klas beiden exclusief BTW; 2 de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden te wijzigen conform de volgende tekst: Artikel 5. 1. In afwijking van artikel 3, ontvangen de leden van de welstandscommissie en de monumentencommissie een bedrag van < 113,45 (f 250,01) exclusief BTW dan wel 6 135,00 ( f 297,50 inclusief BTW per uur en een reiskostenvergoeding op basis van declaratie van kilometers of openbaar vervoer 1 klas. 2. Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid genoemde bedragen wijzigen aan de hand van wijzigingen welke zullen worden aangebracht in de BNA richtlijnen SAA-uurtarieven. 3 te bepalen dat de wijziging van de verordening in werking treedt de dag na de bekendmaking van de door de raad vastgestelde wijziging; 4 de begroting te wijzigen, waarbij de post voor vergoeding van leden van de welstandscommissie wordt verhoogd met E 35.394,86 (f 78.000,01). Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 februari 2002. R. Welschen, voorzitter. C. Tetteroo, secretaris. BG010011751