RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad: 1066159 Behorend bij het B&W-advies met registratienummer 1066158 Behandeling in de raadsvergadering van de gemeente Purmerend d.d. 30 mei 2013 Datum: Behandeld door: 2 april 2013 Marieke Hart Afdeling/Team: Inwoners / Belastingen Onderwerp: Uitwerking beleid kwijtschelding zelfstandig ondernemers Samenvatting: Op 20 december 2012 is door de Raad van Purmerend besloten per januari 2013 over te gaan tot verruiming van het kwijtscheldingsbeleid, waaronder de invoering van de mogelijkheid voor zelfstandig ondernemers om kwijtschelding aan te vragen voor de hun in privé opgelegde aanslagen gemeentelijke belastingen. In dit voorstel wordt het beleid voor deze verruiming nader uitgewerkt. Voorgesteld wordt over te gaan tot vaststelling van het kwijtscheldingsbeleid voor zelfstandig ondernemers conform de verkorte uitstelconstructie op basis van nieuwe gegevens.
Inleiding en probleemstelling: Purmerend, 2 april 2013 Aan de gemeenteraad van Purmerend, Op 20 december 2012 is door de Raad van Purmerend besloten per januari 2013 over te gaan tot verruiming van het kwijtscheldingsbeleid, waaronder de invoering van de mogelijkheid voor zelfstandig ondernemers om kwijtschelding aan te vragen voor de hun in privé opgelegde aanslagen gemeentelijke belastingen. Na nader onderzoek bij diverse gemeenten over de toepassing van de mogelijkheid om kwijtschelding te verlenen aan zelfstandig ondernemers kunnen de volgende mogelijkheden worden voorgesteld om deze verruiming in ons beleid te verwerken. Oplossingsrichtingen: 1. Uitstelconstructie Uitgaan van de inkomens- en vermogenssituatie van het belastingjaar waarvoor kwijtschelding wordt aangevraagd. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de normen van het besluit bijstand zelfstandigen (BBZ). Gewacht wordt op de definitieve aanslag inkomstenbelasting van de Belastingdienst. Dit is ruim twee jaar na indiening van het verzoek zodat bij indiening van een verzoek over de aanslag gemeentelijke belastingen 2013 (nu aangevraagd) pas uitspraak kan worden gedaan medio juni 2015. Dit is als volgt te verklaren. Voor een belastingaanslag over het jaar 2013 moet bij de Belastingdienst uiterlijk voor 1 april 2014 aangifte worden gedaan. De Belastingdienst verleent (op verzoek) uitstel voor het doen van aangifte tot uiterlijk 31 december 2014. De voorlopige aanslag zal dan medio maart 2015 worden vastgesteld, de definitieve aanslag doorgaans medio juni 2015. Voordelen: Dit is de meest zuivere methode. De vermogens- en inkomenspositie worden beoordeeld van het jaar van de aanvraag voor de kwijtschelding. De gemeente Amsterdam is een voorbeeld die deze methode toepast. Nadelen: De invordering wordt lange tijd stil gelegd met alle gevolgen van dien. Inmiddels staan er bij de gemeente dan al 3 aanslagen open (2013, 2014, 2015) op het moment wanneer het verzoek van 2013 definitief wordt behandeld. Door deze wijze van uitvoering wordt de ondernemer "door toedoen van de gemeente" in een financieel nog ongunstigere positie gebracht. Als achteraf blijkt dat deze persoon er geen recht op heeft is het soms lastig de invordering weer te hervatten. De belastingschuldige kan vertrokken zijn, zijn bedrijf hebben gestaakt of inmiddels geen of minder inkomsten hebben of zelfs te maken hebben met een faillissement. Dossiers verdwijnen in de tussentijd in de kast. Omdat pas laat te zien is welke aanslagen er daadwerkelijk worden kwijtgescholden, kan dit achteraf problemen geven bij de financiële verantwoording. 2. Verkorte uitstelconstructie oude gegevens Uitgaan van de inkomens- en vermogenssituatie van het belastingjaar voorafgaand aan het ingediende kwijtscheldingsverzoek. Er hoeft niet 2,5 jaar gewacht te worden, maar slechts anderhalf jaar tot de definitieve aanslag inkomstenbelasting van de Belastingdienst van het jaar ervoor is opgelegd. Voor de afhandeling wordt er ook aansluiting gezocht bij de normen van de BBZ. blz. 2 van 6
Voordelen: De invordering hoeft niet onnodig lang stilgelegd te worden. Er verdwijnen geen dossiers voor lange tijd in een kast. Nadelen: Is niet zuiver. Misschien is de situatie tussentijds gewijzigd. Zeker in deze tijd kan de financiële situatie intussen veel slechter zijn geworden bij het bedrijf. 3. Verkorte uitstelconstructie nieuwe gegevens Uitgaan van de inkomens- en vermogenssituatie van het belastingjaar waarvoor kwijtschelding wordt aangevraagd. Ook hier wordt aansluiting gezocht bij de normen van de BBZ. Gewacht wordt op de jaarrekening, uiterlijk mei volgend op het jaar van indiening van het kwijtscheldingsverzoek. Bij indiening van een verzoek over de aanslag gemeentelijke belastingen 2013 (nu aangevraagd) kan uiterlijk juni 2014 uitspraak worden gedaan. Bedrijven zijn verplicht hun jaarrekening uiterlijk in mei volgend op de jaarafsluiting vast te stellen. Voordelen: De invordering hoeft niet onnodig lang stilgelegd te worden. Er verdwijnen geen dossiers voor lange tijd in een kast. Daarnaast is ook deze methode zuiver in die zin dat er gekeken wordt naar de inkomenssituatie op het moment van indiening van het verzoek (en dus niet naar voorgaande jaren). Nadelen: Fraudegevoeliger. De jaarrekening wordt door belanghebbende zelf opgesteld en deze is nog niet gecontroleerd door de Belastingdienst. De gegevens kunnen dus ook afwijken van de realiteit. 4. Alleen BBZers De mogelijkheid tot kwijtschelding alleen open stellen voor BBZ-ers. Voordelen: Geen apart beleid of werkwijze schrijven. Veel gemeenten die de kwijtscheldingsmogelijkheid voor zelfstandig ondernemers hebben vastgelegd in hun beleid voeren het op deze wijze uit. Voorbeeld: Eindhoven. Nadelen: In strijd met het gelijkheidsbeginsel. Ook andere zelfstandigen kunnen een inkomen rond bijstandsniveau hebben. Sommigen hebben niet van de BBZ-regeling gehoord. Sommigen proberen het zelf te redden. Deze ongelijkheid kan tot eventuele gerechtelijke procedures leiden. Advies Geadviseerd wordt om te kiezen voor mogelijkheid 3. Voor wat betreft het kwijt te schelden bedrag maakt het niet uit voor welke mogelijkheid wordt gekozen. Alleen bij optie 4 is het bedrag naar alle waarschijnlijkheid kleiner, omdat de categorie kwijtscheldingsgerechtigden wordt ingeperkt. Dit voordeel weegt echter niet op tegen de eerder genoemde nadelen bij deze optie. Voor wat betreft het interne capaciteitsbeslag maakt het, naar alle waarschijnlijkheid, ook niet uit voor welke optie gekozen wordt. Ook hierbij geldt dat alleen optie 4 minder tijd in beslag zal nemen, omdat het dossiers betreft die al beoordeeld zijn door het zelfstandigenloket. Dit voordeel weegt echter niet op tegen de eerder genoemde nadelen bij deze optie. blz. 3 van 6
Wat wel uitmaakt is de doorlooptijd. De doorlooptijd van optie 1 is ongeveer 2,5 jaar. De doorlooptijd voor optie 2 is ongeveer 1,5 jaar. De doorlooptijd van optie 3 is maximaal 11 maanden. Voor optie 4 geldt dat de doorlooptijd voor oude dossiers minimaal is. Voor nieuwe dossiers geldt hetzelfde als voor optie 1. Alles bij elkaar genomen is het daarom het efficiëntst om te kiezen voor optie nummer 3. Hierbij wordt niet uitgegaan van verouderde gegevens en is de doorlooptijd minimaal. Meetbare doelstellingen: Na twee jaar zal de regeling geëvalueerd worden, zoals onderstaand is uitgewerkt. Financiële consequenties: Aantallen Het is moeilijk in te schatten hoeveel verzoeken er binnen zullen komen. Een grove schatting (rekening houdend met een gemiddelde van 10 a 15 verzoeken nu, de gezochte publiciteit en de toeloop van andere vergelijkbare gemeenten) is dat er in Purmerend tussen de minimaal 15 en maximaal 50 verzoeken van zelfstandigen binnen zullen komen. Kosten in arbeidsduur Voor alle werkwijzen zoals hierboven beschreven geldt dat het een erg arbeidsintensief proces betreft. Er moet minimaal twee uur per dossier voor worden uitgetrokken. Uitgaand van een minimum van 15 en een maximum van 50 verzoeken gaat het dan om 30-100 uur die extra nodig is om de verzoeken af te doen. Hierbij kan nog worden opgemerkt dat uitbesteding van dit werk zorgt voor een extra kostenpost van rond de 250,00 per dossier. Vooralsnog gaan wij deze werkzaamheden in eigen beheer uitvoeren. Deze extra kosten worden toegerekend aan de kosten van de kwijtschelding. Effecten op de belastingopbrengst De mogelijkheid om kwijtschelding aan te vragen geldt voor zelfstandigen ook voor de aanslagen afvalstoffenheffing en rioolheffing gebruiker. Het gaat om een bedrag van 388,92 per aanslag. Uitgaand van minimaal 15 tot maximaal 50 verzoeken, op basis van de aanname dat deze allen worden toegewezen, gaat het dan om een bedrag tussen de 5.833,80 en 19.446,00. Communicatie: Beleidsregels worden bekendgemaakt in huis-aan-huisblad en liggen ter inzage bij de centrale hal van het stadhuis. Monitoring/evaluatie: Gezien de onzekerheid rond het aantal verzoeken, de complexiteit van de regeling en de omvang van de werkzaamheden wordt voorgesteld de nieuwe regeling tussentijds te evalueren. Bij de evaluatie wordt aandacht besteed aan het aantal binnengekomen dossiers, de inkomstenderving van de belastingopbrengst en het aantal arbeidsuren dat aan deze regeling is besteed. blz. 4 van 6
Tevens zullen voor de evaluatie steeksproefgewijs dossiers worden gecontroleerd. Dit gebeurt aan de hand van de definitieve aanslag van de Belastingdienst. Bij geconstateerde onregelmatigheden zal hiermee rekening worden gehouden bij de beoordeling van over latere belastingjaren door dezelfde belastingschuldige ingediende kwijtscheldingsverzoeken. Terugvorderen van reeds verleende kwijtschelding is juridisch niet mogelijk. Door het verlenen van kwijtschelding is de vordering namelijk teniet gegaan. Het enige wat resteert zijn niet aan te raden en daarom ook niet gebruikte civiele (op grond van onrechtmatige daad) of strafrechtelijke (op grond van valsheid in geschrifte) procedures. Voorgesteld wordt om deze evaluatie in te plannen als de regeling twee jaar in werking is, te weten eind 2014/begin 2015. Na 1 jaar zal tussentijds gerapporteerd worden aan het college van burgemeester en wethouders. Deze rapportage zal worden nagezonden aan uw Raad. Voorstel: Over te gaan tot vaststelling van het kwijtscheldingsbeleid voor zelfstandig ondernemers conform de verkorte uitstelconstructie op basis van nieuwe gegevens. burgemeester en wethouders van Rurmerendf^>> de secretaris, de b Bijlage(n): Geen blz. 5 van 6
De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 april 2013, nr. 1066159; met inachtneming van het raadsbesluit d.d. 20 december 2012, nr. 1055110; gelet op de Uitvoeringsregeling invorderingswet 1990; BESLUIT: over te gaan tot vaststelling van het kwijtscheldingsbeleid voor zelfstandig ondernemers conform de verkorte uitstelconstructie op basis van nieuwe gegevens. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 30 mei 2013 de griffier, de voorzitter, blz. 6 van 6