Overzicht uitvoering Regionaal Bereikbaarheidsakkoord Hieronder treft u een overzicht aan van de stand van zaken m.b.t. de uitvoering van het Regionaal akkoord Bereikbaarheidsprogramma Zuidoostvleugel BrabantStad, zoals overeengekomen door de 21 regiogemeenten op 17 april 2007. Van dit samenhangend pakket maatregelen, waarmee alle 21 gemeenteraden in 2007 hebben ingestemd, is een groot deel gereed, in uitvoering of in voorbereiding. Per onderdeel wordt de letterlijke tekst van het Regionaal akkoord weergegeven, met daaronder de status van uitvoering en, voor zover de gemeente Eindhoven er direct bij betrokken is, of en hoe het als een project in het Eindhovense MeerjarenInvesteringsProgramma (MIP) is opgenomen. Besluit 1: RO Maatregelen De regio gaat akkoord met de volgende uitgangspunten vanuit het RO-beleid en legt die vast als sturend voor de mobiliteitsaanpak in de Zuidoostvleugel: Het vastgestelde Streekplan en regionale uitwerkingen zoals het RSP zijn uitgangspunt voor de ruimtelijke ontwikkelingen. Lopende regionale studies zoals MEROS worden volgens de huidige afspraken voortgezet. Na gereedkomen van MEROS kunnen de uitkomsten worden geconfronteerd met de uitkomsten van MER- of soortgelijke procedures ten aanzien van potentiële ruimtelijke ontwikkelingen gelegen buiten het stedelijke gebied, zoals een bedrijventerreinontwikkeling op locatie Bemmer. De regio spreekt de wens uit om in de toekomst bedrijfslocatie-ontwikkeling/-revitalisering te koppelen aan de assen A2 (waaronder ASML/De Run, BeA2, De Hurk, FlightForum) en N279 (Veghel, Beek en Donk, en Helmond). Middengebied blijft groen met nadruk op wonen en leefbaarheid. De regio maakt zich sterk om het landelijke gebied een groene impuls te geven. Het Investeringsprogramma Groene kwaliteitsimpuls wordt opgepakt conform het indicatief pakket. Met de gebiedsontwikkelingen Brainport Avenue en Brainport Oost wordt invulling gegeven aan dit besluit. Binnen Brainport Avenue zijn alle projecten gekoppeld aan de as A2. Van de Eindhovense projecten binnen Brainport Avenue is het project Brainport Industries Campus (BIC voorheen BeA2) in voorbereiding en onder het strategisch project Landelijk Strijp opgenomen in het MIP. Flight Forum is in uitvoering en als onderdeel van het grondexploitatieproject Meerhoven opgenomen in het MIP. Datzelfde geldt voor Park Forum, Land Forum en Trade Forum Binnen Brainport Oost is het project MEROS in uitvoering. Het project Noordoostcorridor is nu aan het begin van de project-mer fase (zie ook besluit 3.1 en 4.2). Het project Rijk van Dommel en Aa geeft invulling aan het groene Middengebied en de groene impuls van het landelijk gebied. De regio investeert tussen 2014 en 2027 75 miljoen in het Rijk van Dommel en Aa. Besluit 2.1: Anders betalen voor mobiliteit De regio hanteert de landelijke invoering van de platte kilometerheffing in 2011 als uitgangspunt en onderkent de noodzaak van de mogelijkheden van Anders betalen voor mobiliteit en betrekt deze bij de financieringsmogelijkheden voor het totaal pakket.
De regio ziet nog steeds kansen voor het invoeren van beprijzingsmaatregelen, maar is daarvoor afhankelijk van besluitvorming door het Rijk. Als de kans zich voordoet en het Rijk hiervoor de wettelijke mogelijkheden schept, zal de regio hier zeker op inzetten. Besluit 2.2: Mobiliteitsmanagement De regio zet samen met het bedrijfsleven het pakket mobiliteitsmanagement, gebaseerd op het concrete A2-pakket, om in een structureel pakket gericht op realisatie op korte termijn met als doel de tijdens de ombouw A2 te behalen effecten op lange termijn te behouden. In de regio zijn de afgelopen jaren verschillende initiatieven op dit gebied gerealiseerd. Tijdens de ombouw van de Randweg A2 is door Rijkswaterstaat, Provincie, SRE en de B5- steden het project Wegwijs A2 opgezet om met name het aantal auto s op de Randweg in de spits te beperken. De economische crisis heeft ook zijn steentje bijgedragen, maar Wegwijs A2 heeft er zeker aan bijgedragen dat de files tijdens de ombouw van de Randweg A2 niet zijn gegroeid en zelfs in intensiteit zijn afgenomen. Uit Wegwijs A2 is na voltooiing van de ombouw Randweg A2 het project Brabant Mobiliteitsmanagement (BRAMM) voortgekomen, met dezelfde doelstellingen. Dit heeft tot en met 2012 gefunctioneerd, met name gericht op mobiliteitsmanagement bij bedrijven, en financieel gedragen door Provincie, SRE en B5-steden. Inmiddels heeft de Provincie op eigen initiatief en voor eigen risico een mobiliteitsregisseur aangesteld die dit werk voortzet. Daarnaast hebben Provincie en SRE tussen september 2010 en september 2012 de praktijkproef Spitsmijden in Brabant uitgevoerd, waarbij gedurende twee jaar gemiddeld 2300 deelnemers ruim de helft minder ritten in de spits hebben gemaakt. Momenteel werken een aantal organisaties (o.a. TU/e, Fontys, TNO, Rabobank en de gemeente Eindhoven) o.l.v. het SRE aan het project Mobiliteitsmanagement Eindhoven Centrum Noordoost. De gemeente Eindhoven levert een bijdrage in de vorm van menskracht. Het beperken van het autogebruik, met name voor woon-werkverkeer, door het toepassen van Mobiliteitsmanagement is voor de regio een doel waarvoor blijvend wordt gezocht naar kansen. Besluit 2.3: Fiets De regio financiert zelf de maatregelen fiets bestaande uit het realiseren van zowel ster- als regionaal netwerk, realiseren stallingvoorzieningen, realiseren oversteekvoorzieningen drukke routes en comfortverbetering reeds bestaande netwerk. Samen met het SRE hebben de regiogemeenten de afgelopen jaren geïnvesteerd in het lokale en regionale fietsnetwerk en is momenteel de aanleg van het snelfietspad tussen Eindhoven en Helmond in voorbereiding. In Eindhoven is dit o.a. gebeurd door de uitvoering van het Actieprogramma Fiets!
Een van de meest aansprekende projecten van de afgelopen jaren is de aanleg van de fietsrotonde Hovenring. Momenteel wordt er op diverse plaatsen in Eindhoven gewerkt aan de realisatie van de Slowlane. Een deel daarvan valt binnen Landelijk Strijp en is als onderdeel van het strategisch project Landelijk Strijp opgenomen in het MIP. Twee andere onderdelen van de Slowlane, de in het Centrum nog ontbrekende schakels in de Dommelfietsroute, langs de Bilderdijklaan, Stratumsedijk en Bleekweg, zijn als nieuwe investeringen (in totaal 2,1 miljoen) opgenomen in het MIP. Verder staan in het MIP de volgende fietsprojecten opgenomen: Fietspad Eisenhowerlaan (DO) en de aanleg van het fietspad Eindhoven-Helmond (in totaal 360.000) Realiseren fietsbruggen Eindhovens Kanaal ( 955.000) Fietsproject De Stoutheuvel/Bleekstraat ( 361.000) Realiseren Fietsflat Neckerspoel ( 5 miljoen) Besluit 2.4: Openbaar Vervoer De regio gaat akkoord met de volgende fasering van OV-maatregelen: - Vóór 2011: Station Maarheeze (incl. P+R), P+R Helmond Brouwhuis, frequentieverhoging stoptrein Eindhoven-Helmond van 2 naar 3 of 4 per uur; opstarten marktverkenning HOV Noord-Oost Brabant (incl. visgraatmodel), doorstroomassen Eindhoven-Son-Veghel-Uden, Eindhoven-St. Oedenrode- s-hertogenbosch en s-hertogenbosch-uden-veghel. Voor de intercity Eindhoven Den Haag wordt een frequentie van 4 keer per uur en voor de intercity tussen Amsterdam en Eindhoven een frequentie van 6 keer per uur gevraagd. Doorstroomassen Eindhoven naar Nuenen, Geldrop en Valkenswaard worden vooruitlopend op HOV in volgende periode ook voor 2011 gerealiseerd. - 2011-2015: station Eindhoven Noord-West (Acht, incl. P+R), HOV/doorstroomassen Noord- Zuid corridor Eindhoven (WC Woensel naar HTC), WC Woensel naar Nuenen, Eindhoven- Geldrop en Eindhoven-Valkenswaard. - 2015-2020: extra station op de lijn Eindhoven Helmond (Tongelre of Nuenen Eeneind), HOV-doorstroomassen HTC-ASML-Veldhoven, doortrekking HOV-noord naar Ekkersrijt en HOV Eindhoven Airport-station Noord-West-WC Woensel en doorstroomas Gemert- Helmond-Asten en/of Veghel-Helmond. Voor 2011: Alle genoemde maatregelen zijn uitgevoerd, behoudens de frequentieverhogingen van de stoptrein Eindhoven-Helmond en de intercity s Eindhoven-Den Haag en Eindhoven- Amsterdam (bij deze laatste is door de halfuursdienst tussen Eindhoven en Schiphol wel de frequentie tussen Eindhoven en Amsterdam verhoogd naar 4 intercity s per uur 2 naar Amsterdam CS en 2 naar Schiphol) Frequentieverhoging van de stoptrein Eindhoven-Helmond is nog steeds onderdeel van het programma OV-Netwerk BrabantStad, maar vooralsnog wordt dit door NS niet voorzien. Het is nog onbekend hoe deze verbinding in de nieuwe vervoersconcessie Hoofdrailnet 2015 gaat uitzien. Besluitvorming daarover vindt in 2014 plaats door het Rijk.
De frequentieverhoging van de intercity Eindhoven-Amsterdam naar 6 treinen per uur is voorzien in het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) dat volgens Kabinetsbesluit in 2020 moet zijn geïmplementeerd. Mogelijk gaat NS op dit traject al enkele jaren eerder in deze frequentie gaat rijden. PHS voorziet ook in de frequentieverhoging van de intercity Eindhoven-Den Haag. Hiervoor moeten echter meer goederentreinen via de Betuweroute i.p.v. de Brabantroute gaan rijden. Daartoe wordt o.a. de aanleg van de Boog bij Meteren voorbereid, waardoor goederentreinen vanuit Rotterdam met bestemming Venlo en verder via de Betuweroute, s- Hertogenbosch en Eindhoven kunnen gaan rijden, waardoor er capaciteit op de Brabantroute tussen Breda en Boxtel wordt vrijgemaakt voor de 2 extra intercity s. Realisatie hiervan is pas rond 2020 voorzien. In de tussentijd ziet het er wel naar uit dat de intercity s tussen Eindhoven en Den Haag worden versneld doordat ze tussen Breda en Rotterdam gebruik gaan maken van de HSL-Zuid. 2011-2015: Station Eindhoven Airport (voorheen Noord-West), (incl. P+R) is als onderdeel van het Bereikbaarheidsplan Eindhoven Airport/Landelijk Strijp opgenomen in het MIP (onderdeel van de daar genoemde 170 miljoen, kosten station minimaal 25 miljoen). Het verkennend onderzoek naar alternatieven voor de duurzame landzijdige HOV-ontsluiting van Eindhoven Airport dat in 2012 door ProRail in opdracht van het Ministerie van IenM is uitgevoerd, heeft uitgewezen dat een station voor 2020 niet haalbaar is. Het heeft wel geleid tot het MIRT onderzoek Brainport Avenue, waarin de ontsluiting van Eindhoven Airport op het intercitynet een belangrijke plek inneemt. Dit MIRT-onderzoek heeft betrekking op de periode na 2020 (tot 2040) en zal worden afgerond in het najaar van 2014. Mocht een station wel haalbaar blijken, dan zou het op zijn vroegst in de periode 2020-2025 gerealiseerd kunnen worden. HOV noord-zuid corridor Nuenen-WC Woensel-Eindhoven Centrum-HTCE, beter bekend als HOV2 is in uitvoering en binnen het MIP gefinancierd. Planning gerealiseerd eind 2016. HOV Eindhoven-Geldrop is als voornemen opgenomen in de HOV-Strategie 2009. Daar waar deze as destijds als 3 e in uitvoering zou komen is de planning nu dat deze na realisatie van de HOV Eindhoven Airport-station Eindhoven Airport-WC Woensel aan de orde komt, dus pas na 2025. Dit project staat niet in het MIP en valt buiten de scope van de meerjarendoorkijk. De kostenindicatie was in 2009 15 miljoen (excl. kruising Ring), maar die lijkt nu wel erg laag. HOV Eindhoven-Valkenswaard is ook als voornemen opgenomen in de HOV-Strategie 2009. Doordat HOV2 tot bijna aan de gemeentegrens met Waalre loopt, ligt slechts een klein gedeelte van dit traject op het Eindhovens grondgebied. Het grootste deel van de financiering zal vanuit SRE, Waalre en Valkenswaard moeten komen. Mogelijk wordt een deel van de route al verbeterd in combinatie met de aanleg van de N69-Westparallel. In de huidige planning is de aanleg van een volwaardige HOV-verbinding niet voorzien voor 2020. Dit project staat niet in het MIP en valt buiten de scope van de meerjarendoorkijk. De kosten voor Eindhoven zijn beperkt. Een gedeelte van de HOV Eindhoven Airport-station Eindhoven Airport-WC Woensel c.q. van de HOV WC Woensel-Ekkersrijt (in het regionaal akkoord gepland tussen 2015 en 2020), nl. de Huizingalaan, komt in deze periode wel al aan de orde. Uitvoering is gepland in 2014/2015 vanwege groot onderhoud aan de Huizingalaan. Dit project staat in het MIP. Iets soortgelijks geldt voor de doorstroomassen Gemert-Helmond-Asten en/of Veghel- Helmond, waaraan ook in deze periode tot 2015 mogelijk al gewerkt gaat worden: via werk-
met-werk maken proberen SRE en betrokken gemeenten hier al deels uitvoering aan te geven. Kosten/financiering door SRE en betrokken gemeenten (niet Eindhoven). 2015-2020: De optie voor extra station op de lijn Eindhoven-Helmond (Tongelre/Nuenen-Eeneind) is enkele jaren geleden o.a. in het kader van OV-Netwerk BrabantStad door NS bestudeerd en niet realistisch bevonden. Er zouden te weinig nieuwe reizigers worden getrokken om een investering in een station en de exploitatie te verantwoorden. Deze optie zit inmiddels in geen enkel stedelijk of regionaal beleidsplan meer. HOV HTC-ASML-Veldhoven is een voornemen in de HOV-Strategie 2009. Het ziet er niet naar uit dat deze verbinding voor 2020 gerealiseerd kan worden. De planning is nu na 2020. Dit project staat niet in het MIP en valt buiten de scope van de meerjarendoorkijk. De kostenraming was destijds 22,5 miljoen (incl. kruising Randweg). Ook deze lijkt nu, zeker gezien de kruising met de randweg, laag ingeschat. De doortrekking van de HOV-Noord naar Ekkersrijt c.q. de HOV WC Woensel-Ekkersrijt (Huizingalaan) is in 2015 grotendeels uitgevoerd. Alleen het gedeelte buiten de gemeentegrens over het industrieterrein Ekkersrijt moet dan nog worden gerealiseerd. Uitvoering en financiering hiervan liggen bij het SRE en de gemeente Son en Breugel. HOV Eindhoven Airport-station Eindhoven Airport-WC Woensel is een voornemen in de HOV-Strategie 2009 en onderdeel van het Bereikbaarheidsplan Eindhoven Airport/Landelijk Strijp. Een deel van dit traject (WC Woensel tot aan de Marathonloop) wordt via het project Huizingalaan (zie hierboven) in 2014/2015 aangepakt. Voor de rest van het traject wordt in eerste instantie gefocust op de verbinding Randweg A2/N2-BIC-Eindhoven Airport. Dit is onderdeel van de 1e fase van het Bereikbaarheidsplan Eindhoven Airport/Landelijk Strijp 2015-2020 en als zodanig opgenomen in het MIP. Kosten sec voor HOV (de verbinding wordt ook voor autoverkeer aangelegd) op dit deel worden geraamd op 5 miljoen. Het gedeelte tussen de Randweg A2/N2 en station Eindhoven Airport is voorzien in de periode 2020-2025, gekoppeld aan de realisatie van het station, en is onderdeel van de 2 e fase van het Bereikbaarheidsplan Eindhoven Airport/Landelijk Strijp na 2020 en opgenomen in het MIP. Kostenraming voor dit deel is 5 miljoen. Het laatste gedeelte, tussen Station Eindhoven Airport en de Huizingalaan is ook voor de periode 2020-2025 voorzien en eveneens gekoppeld aan de realisatie van het station. Het is geen onderdeel van het Bereikbaarheidsplan Eindhoven Airport/Landelijk Strijp. Het is dan ook niet opgenomen in het MIP. Raming: 10 miljoen. De doorstroomassen Gemert-Helmond-Asten en/of Veghel-Helmond worden via werk-metwerk door SRE en betrokken gemeenten ook in de periode 2015-2020 uitgevoerd. Kosten/financiering door SRE en betrokken gemeenten (niet Eindhoven). Besluit 2.5: Openbaar vervoer De regio maakt een nadere verdeling tussen de OV-maatregelen die de regio zelf oppakt en de OV-maatregelen waarvoor financiering aan het rijk wordt gevraagd. Dit besluit wordt door SRE, Provincie en gemeenten uitgevoerd. Een goed voorbeeld is de aanpak van het Bereikbaarheidsplan Eindhoven Airport/Landelijk Strijp.
Besluit 2.6: Openbaar Vervoer De regio verzoekt de NS om businesscases te maken voor station Eindhoven Noord-West (Acht); voor frequentieverhoging stoptrein Eindhoven-Helmond van 2 naar 3 of 4 per uur; en voor een nieuw station Tongelre of Nuenen-Eeneind (met voeding vanuit visgraatmodel HOV). NS heeft in 2010 al eens naar een businesscase voor station Eindhoven Airport gekeken, maar heeft daar nooit een formeel standpunt over ingenomen. Ambtelijk bleek dat een stoptreinhalte (los van de benodigde investeringen) voor NS wel interessant zou zijn. Inmiddels is dit onderdeel van het MIRT-onderzoek Brainport Avenue dat in 2014 wordt afgerond. Frequentieverhoging van de stoptrein Eindhoven-Helmond is nog steeds onderdeel van het programma OV-Netwerk BrabantStad, maar vooralsnog wordt dit door NS niet voorzien, noch heeft NS hiervoor een business case gemaakt, althans niet met de regio daarover gecommuniceerd. Het is nog onbekend hoe deze verbinding in de nieuwe vervoersconcessie Hoofdrailnet 2015 gaat uitzien. Besluitvorming daarover vindt in 2014 plaats door het Rijk. De optie voor extra station op de lijn Eindhoven-Helmond (Tongelre/Nuenen-Eeneind) is enkele jaren geleden o.a. in het kader van OV-Netwerk BrabantStad door NS bestudeerd en niet realistisch bevonden. Er zouden te weinig nieuwe reizigers worden getrokken om een investering in een station en de exploitatie te verantwoorden. Deze optie zit inmiddels in geen enkel stedelijk of regionaal beleidsplan meer. Besluit 2.7: Benutting; Dynamisch verkeersmanagement (DVM) De regio ondersteunt een verkeerscentrale voor HWN én OWN en is bereid de meerkosten verbonden aan OWN op zich te nemen. De regio stelt samen met het rijk een verkeersvisie op voor na 2010 (i.c. actualisatie regelstrategie BBZOB ) die input vormt voor de verkeerscentrale. O.a. via Beter Bereikbaar Zuidoost Brabant (BBZOB) wordt hieraan door alle wegbeheerders gewerkt. Het volledig aansturen van het HWN en het OWN vanuit één verkeerscentrale is vooralsnog niet haalbaar gebleken. Wel wordt er door Rijkswaterstaat, Provincie en de B5- steden gekeken naar samenwerking in de verkeerscentrale van RWS, voor een beperkt aantal zgn. regelscenario s. De kosten hiervan worden voorlopig (t/m 2014) vanuit BBZOB gedekt. Voor de langere termijn moeten nog afspraken gemaakt worden over de aard van de samenwerking en de kosten daarvan. Dit is geen investeringsproject in de zin van het MIP. Besluit 2.8: Benutting; Dynamisch verkeersmanagement (DVM) De regio maakt een plan van aanpak om een pilotregio DVM te vormen, aansluitend op de onderscheidende innovatieve en technologische kenmerken van Brainport en als onderdeel van het programma DVM-BrabantStad. Onderdelen hiervan zijn in ieder geval realtime verkeersinformatie en modernisering VRI s. De regio presenteert in oktober 2007 een nadere onderbouwing aan de minister. De regio benut via BBZOB zoveel mogelijk kansen om hier invulling aan te geven. Investeringen zitten vooral in slimme verkeersregelinstallaties (VRI s), die de basis vormen voor DVM en een betere benutting van het bestaande wegennet. Daarnaast wordt via het programma Betere Benutten van het Rijk geïnvesteerd in innovatieve technieken en realtime
verkeersinformatie. Eindhoven neemt deel in beide programma s en qua uitvoering wordt zoveel mogelijk gekoppeld met geplande investeringen in o.a. de vervanging van VRI s. Daarvoor is in het MIP 2,9 miljoen gereserveerd t.b.v. het onderhoud van verkeerslichten, incl. de realisatie van drie groene golven. Als nieuwe investering wordt nog eens 400.000 gevraagd voor VRI optimalisatie. Besluit 2.9: Multimodaal Goederenvervoer (maatregelenpakket Zuid- Willemsvaart/Wilhelminakanaal) De regio verzoekt de minister conform de ambities van Berzob het kasritme aan te passen zodat budget voor de periode 2011-2015 beschikbaar komt voor verdere capaciteitsvergroting van Zuid-Willemsvaart en Wilhelminakanaal, zodat uiteindelijk vanuit het noorden ook Helmond en Son/Beatrixkanaal met beperkt klasse IV-schepen bereikbaar zijn. In de periode 2007-2010 is de capaciteit van sluizen 4, 5 en 6 in de Zuid-Willemsvaart bij Veghel, Keldonk en Beek en Donk vergroot tot vaarklasse IV. De kosten hiervoor bedroegen uiteindelijk 68,4 miljoen, beduidend minder dan de oorspronkelijk geraamde 90 miljoen, en zijn opgebracht door het Rijk, de Provincie Noord-Brabant, de gemeenten, het Waterschap Aa en Maas en het bedrijfsleven. De gemeente Eindhoven heeft hieraan 4,2 miljoen bijgedragen. Als vervolg hierop, en met gebruikmaking van een groot deel van het aanbestedingsvoordeel hierboven, is er in het kader van het Programma Beter Benutten van het Rijk in 2012 gestart met de uitvoering van benuttingsmaatregelen op de Zuid-Willemsvaart vanaf Veghel doorlopende naar het Wilhelminakanaal tot de aansluiting met het Beatrixkanaal bij Eindhoven. Deze route wordt geschikt gemaakt voor schepen met een lengte tot 110 m. Hiervoor is een bestuursovereenkomst gesloten waarmee Eindhoven 1,45 miljoen bijdraagt aan de totale investering van 18 miljoen. Deze bijdrage is gereserveerd in de meerjarenbegroting, maar is nu niet opgenomen in het MIP. Besluit 2.10: Multimodaal Goederenvervoer (maatregelenpakket Beatrixkanaal) De regio zorgt voor de eigen dekking voor het onderhoud en de cofinanciering voor de Topper-subsidie voor het Beatrixkanaal en verzoekt de Minister om te bevorderen dat het ministerie van EZ de Toppersubsidie toekent. De genoemde Topper-subsidie is toegekend. De opwaardering van het Beatrixkanaal naar vaarklasse III is in uitvoering. De totale kosten bedragen 16,7 miljoen, waarvan de gemeente Eindhoven zelf 8,457 miljoen vanuit het GRP bijdraagt. Dit project is niet opgenomen in het MIP. Besluit 3.1: N279 capaciteitsvergroting Akkoord ten aanzien van de N279 met: - Gefaseerde verdubbeling van de N279 met oog voor duurzame plaatselijke inpassingen (o.a. Veghel en Helmond); - Op basis van effectbepalingen wordt een fasering gemaakt voor de planontwikkeling en realisatie van de N279, gekoppeld aan de capaciteitsuitbreiding A2 en de aanleg van een oost-westverbinding. - De regio verzoekt de minister van V&W flexibilisering te betrachten in de aanwending van rijksfinanciën voor de A2 en de N279.
De verdubbeling van de N279 tussen Veghel (aansluiting A50) en Asten (aansluiting A67) is onderdeel van het project Noordoostcorridor. De verdubbeling van de N279 tussen s-hertogenbosch en Veghel wordt door de Provincie voorbereid. Hiervoor is in 2013 het PIP vastgesteld en men bereid nu de aanbesteding van de werkzaamheden voor. Het project wordt opgeleverd in 2017. Eindhoven is hier verder niet bij betrokken. Besluit 3.2: A2 Noord (Den Bosch Eindhoven) Akkoord ten aanzien van de A2 met: A2 noord In de besluitvorming over de planstudie A2 Den Bosch Eindhoven het resultaat te betrekken van de planstudie N279 Den Bosch Veghel en hieruit op te maken in welke mate rijksmiddelen voor beide projecten ingezet kunnen worden, waarbij het deel van de N279 tussen Veghel en de A67 ook onderdeel vormt. De verbreding van de A2 Den Bosch-Eindhoven is gereed, in 2013 opgeleverd. Besluit 3.3: A2 Zuid (Eindhoven Weert) Akkoord ten aanzien van de A2 met: A2 zuid De regio verzoekt de minister de planstudie op te starten voor het deel van de A2 tussen Eindhoven en Weert en daarbij de mogelijkheden te bezien voor het wijzigen van de aansluitingen van de gemeente Heeze Leende op dit deel van de A2 en de procedure met betrekking tot de spitsstroken op dit deel van de A2 voortvarend door te zetten. De verbreding van de A2 Eindhoven-Weert staat niet in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) van het Rijk. Volgens de normen van het Rijk is er op dit wegvak tot 2028 geen knelpunt te verwachten. Dat wil zeggen dat er in tot 2028 geen middelen beschikbaar zijn om deze weg te verbreden. Toch spant de regio zich in om de problemen op deze weg zichtbaar te maken. I.s.m. het SRE en gemeenten langs deze weg wordt door de gemeente Heeze-Leende nu een studie uitgevoerd om beter cijfermatig inzicht te krijgen in de verkeersdruk op deze weg. De regio, incl. beide Provincies, blijft zich inzetten voor verbreding. Besluit 3.4: Afwaardering A270, N614, N615 (Middengebied) en N69 (Valkenswaard- Eindhoven) De regio gaat over tot het afwaarderen van de bestaande oost-west routes door het Middengebied (A270, N615 en N614) en verzoekt het Rijk over te gaan tot het afwaarderen van de N69 tussen Valkenswaard en Eindhoven (in combinatie met het creëren van alternatieven in de vorm van aanleg nieuwe Oost-westverbinding en nieuwe N69). De bestaande routes kunnen pas worden afgewaardeerd als de Noordoostcorridor is gerealiseerd. Uit de verkeersberekeningen van het NOC-project blijkt dat de intensiteiten op
de A270 af zullen nemen bij realisering van het voorkeursalternatief NOC. De A270 blijft echter een belangrijke verkeersfunctie vervullen voor verkeer vanuit het westelijk deel van Helmond en kernen in het middengebied naar het centrum van Eindhoven en vice versa. Nadere invulling van de mogelijkheden van afwaardering van de A270 hangt nauw samen met de verdere ontwikkeling van de NOC en het Rijk van Dommel en Aa. Desondanks zijn delen van de A270 aan de Helmondse kant inmiddels al afgewaardeerd. Een financiële bijdrage vanuit Eindhoven is niet aan de orde. Besluit 3.5: A58/A67 Akkoord ten aanzien van de A58/A67: - De regio verzoekt het Rijk te starten met de verkenning A67 (Leenderheide Venlo) en A58 (Markiezaat Batadorp) - De regio verzoekt de minister een nadere studie naar het doortrekken van de parallelstructuur A67 naar Geldrop op te starten. Voor de verbreding van de A58 tussen Eindhoven en Tilburg is in 2013 door het Ministerie de verkenning gestart. Het Rijk heeft hiervoor de benodigde middelen gereserveerd in het MIRT. De Provincie staat garant voor de voorfinancieringskosten om dit project in de tijd naar voren te halen. Realisatie ca. 2020. Ook voor de verbreding van de A58 tussen de knooppunten St. Annabosch en Galder loopt nu een verkenning en zijn de benodigde middelen in het MIRT gereserveerd. De overige delen van de A8 en de A67 staan niet in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) van het Rijk. Volgens de normen van het Rijk zijn er op deze wegvakken tot 2028 geen knelpunten te verwachten. Dat wil zeggen dat er in tot 2028 geen middelen beschikbaar zijn om deze wegen te verbreden. Voor de aanpak van de A67 Leenderheide-Geldrop was door het Rijk een bedrag van 30 miljoen gereserveerd in het MIRT. Deze reservering is echter gesneuveld in de bezuinigingen die IenM in het voorjaar van 2013 heeft moeten doorvoeren. De regio zal de verkeersdruk op de A58 en A67 nadrukkelijk monitoren en blijft zich inzetten om de capaciteit van deze wegen te vergroten als de verkeersdruk daar aanleiding toe geeft. Het gaat hier om Rijksprojecten. Een financiële bijdrage vanuit Eindhoven is niet aan de orde. Besluit 3.6: Reconstructie aansluiting Geldropseweg/Eindhovenseweg De regio gaat over tot reconstructie van de Geldropseweg en de aansluiting Geldropseweg- Insulindelaan. De aansluiting Geldropseweg/Eindhovenseweg is met een relatief kleine investering verbeterd. Het verkeersbeeld en de prognoses geven vooralsnog geen aanleiding om grotere investeringen te doen. Dit project is daarom niet opgenomen in het MIP.
Besluit 3.7: Nieuwe aansluiting A67 t.b.v. Veldhoven-West (incl. parallelbanen) De regio verzoekt de minister onderzoek op de starten naar de potentie van een nieuwe aansluiting Veldhoven-West op de A67, in combinatie met het doortrekken van de parallelstructuur vanuit knooppunt De Hogt naar deze aansluiting. De nieuwe aansluiting A67 t.b.v. Veldhoven-West is nauw verbonden met de realisatie van de N69. Het Rijk heeft vanuit het Nota Ruimte budget een bijdrage aan deze aansluiting gereserveerd. De vormgeving van het weggedeelte tot knooppunt de Hogt is onderwerp van studie in de voorbereiding van de realisatie van de aansluiting. Een financiële bijdrage vanuit Eindhoven is niet aan de orde. Besluit 3.8: Aansluiting BeA2 en Meerenakkerweg op randweg Eindhoven De regio gaat zorgen voor de eigen dekking als cofinanciering voor de voorlopig verleende FES-subsidies voor realisatie van de aansluiting BeA2 en Meerenakkerweg en verzoekt de Minister om te besluiten de Aansluiting BeA2 en Meerenakkerweg te realiseren, waarbij ook de realisatie van Station Eindhoven Noord-West wordt betrokken. De aansluiting van de Meerenakkerweg op de N2 wordt in 2014 gerealiseerd. De gemeente Eindhoven draagt hier 1,6 miljoen aan bij. Dit bedrag is gereserveerd in het MIP. De aansluiting A2/Airport-Noord bij BIC (voorheen BeA2) is geraamd op 30 miljoen. Het Rijk heeft hiervoor 15 miljoen beschikbaar vanuit het Nota Ruimte budget (FES-gelden). De cofinanciering moet komen van SRE (heeft al een bedrag gereserveerd), Provincie en gemeente. Met de aansluiting alleen zijn we er niet; er moeten ook nog onderliggende wegen worden aangelegd, o.a. de verbinding naar Eindhoven Airport. Dit vormt onderdeel van het Bereikbaarheidsplan Eindhoven Airport/Landelijk Strijp. In het kader van de ontsluiting van Eindhoven Airport wordt er nu gekeken naar verschillende alternatieven voor de aansluiting A2/Airport-Noord, ook in relatie tot de bestaande aansluitingen A2/Airport bij de Anthony Fokkerweg en de aansluiting A58/Best. Er bestaat een nauwe relatie met de verkenning A58 Eindhoven-Tilburg. In het MIP is nu een nieuwe reservering van 13,768 miljoen gedaan voor de aansluiting en het toeleidende wegennet alsmede een reservering van 2,6 miljoen voor aanvullende bereikbaarheidsmaatregelen. Besluit 4.1: N69 a. De regio herbevestigt de noodzaak dat er voor de N69 een nieuw wegtracé (geen snelweg) moet komen, aangesloten op de A67 ter hoogte van Veldhoven en rekening houdende met de ecologische structuur in dit gebied; b. De regio verzoekt de minister van V&W dit te ondersteunen; c. De regio is bereid (bij overdracht N69) zelf de tracé/mer-procedure te starten; d. De regio verzoekt de minister van V&W in overleg met het SRE, provincie en betrokken gemeenten, verder invulling te geven aan de mogelijkheid en randvoorwaarden van overdracht, conform de motie Mastwijk en hierover met een eindvoorstel te komen in het volgende overleg in oktober; e. De regio verzoekt de minister van V&W om zijn bereidheid uit te spreken om, indien niet tot overdracht kan worden overgegaan, de tracé/mer-procedure vanuit het Ministerie voortvarend op te pakken. De N69 is door het Rijk overgedragen aan de Provincie. Daarbij is een bedrag van 70 miljoen meegegeven voor de realisatie van een nieuw wegtracé. De Provincie heeft dit project voortvarend opgepakt en inmiddels is er een voorkeursalternatief (de Westparallel)
dat door de Provincie zal worden uitgewerkt in een PIP. De planning is om in 2015 te starten met de aanleg van de nieuwe N69. De gemeente Eindhoven draagt hier niet financieel aan bij. Besluit 4.2: Oost-Westverbinding Middengebied A50 N279 - De regio vindt van belang dat er een nieuwe oost-westverbinding (geen snelweg) komt tussen knooppunt A50/A58 en de N279 - Deze oost-westverbinding dient te worden gerealiseerd binnen het huidig stedelijk gebied, langs het Wilhelminakanaal - Vanwege de kwaliteiten van het gebied dient deze verbinding robuust te zijn. Een maaiveldvariant is voor de regio geen reële optie, hetgeen ondertunneling van een deel van het tracé impliceert - Op basis van deze variant brengen de gemeente Laarbeek, SRE en de provincie in het komende half jaar de ruimtelijke randvoorwaarden en inrichtingskwaliteit in beeld - Een te nemen tracébesluit over deze oost-westverbinding in het stedelijk gebied, treedt alsdan in de plaats van het op 23 juni 2005 genomen tracébesluit (onderdeel van het Bose-besluit) - De provincie en de gemeente Laarbeek bevorderen dat de noordelijke variant in de tracé-mer kan worden meegenomen - In dit perspectief ligt grootschalige ontwikkeling van Deense Hoek als bedrijvenlocatie niet voor de hand. De Oost-Westverbinding Middengebied A50-N279 wordt uitgewerkt in de gebiedsontwikkeling Brainport-Oost en vormt onderdeel van de Noordoostcorridor. Voor dit project staat nu de concept-notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) tot 16 december 2013 open voor zienswijzen. Uitgangspunt is een nieuwe verbinding (geen snelweg) met een maximum snelheid 80km/u-verbinding. De weg is volgens afspraak geprojecteerd langs het Wilhelminakanaal. Ondertunneling van een deel van het tracé wordt als onderzoeksalternatief meegenomen in de project-mer. De noordelijke variant, met een aansluiting op de N279 ten noorden van Beek en Donk, is in de plan-mer onderzocht en afgevallen (onderdeel van de besluitvorming Structuurvisie en plan-mer). De gemeente Laarbeek streeft geen grootschalige ontwikkeling van Deense Hoek als bedrijvenlocatie na; men concentreert zich op de ontwikkeling van bedrijventerrein Bemmer, langs de N279. Na vaststelling van de NRD zal de Provincie de alternatieven uitwerken in de project-mer en een PIP, dat eind 2015 moet worden vastgesteld. De gemeente Eindhoven reserveert nu in het MIP 6,7 miljoen als bijdrage aan het project. Hiervoor wordt binnenkort een bestuursovereenkomst getekend. Het voorstel daarvoor wordt in de raadsvergadering van 16 december voorgelegd.