Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Op woensdagmiddag 9 maart, aansluitend aan de jaarbijeenkomst van de Vereniging Gepensioneerden Getronics (VGG), organiseerde Stichting Voorzieningsfonds Getronics (SVG) weer een bijeenkomst voor haar gepensioneerden. Tijdens deze bijeenkomst ging het bestuur in op een aantal actualiteiten en ontwikkelingen binnen het pensioenfonds en meer algemeen binnen de pensioenwereld. Voor circa 150 gepensioneerden startte Fred Ooms, bestuursvoorzitter van SVG, de presentatie met een korte samenvatting van feiten over het pensioenfonds. Per 1 januari 2015 is SVG een gesloten pensioenfonds. Een gesloten pensioenfonds is een fonds zonder actieve deelnemers. Per 1 januari 2015 zijn de actieven deelnemer geworden aan de pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds KPN. Op dit moment zijn er circa 2.500 gepensioneerden bij SVG en ongeveer 21.000 mensen met zogenaamde slapende rechten. Wie houdt er toezicht op uw pensioen? Het bestuur van SVG bestaat uit 6 leden. Bestuursleden nemen in het bestuur plaats namens de werkgever, de deelnemer of de pensioengerechtigde. SVG is een stichting. Dit betekent onder meer dat het pensioenvermogen van de stichting los staat van het vermogen van de werkgever. Het bestuur houdt zich onder andere bezig met de financiële positie van het fonds, beheer en risicomanagement. Het besturen van een pensioenfonds is best een complexe aangelegenheid, aldus de heer Ooms. Als bestuur van een pensioenfonds heb je te maken met een groot veld, met daarin veel verschillende spelers. Zo zijn er TKP Pensioen en TKP Investments die zich respectievelijk met pensioenadministratie en vermogensbeheer bezighouden. En er is een onafhankelijke visitatiecommissie die in de gaten houdt of alle interne processen op orde zijn. Daarnaast is er een adviserende actuaris betrokken bij het fonds. Ook heeft het fonds een externe actuaris en accountant die de jaarrekening certificeren. Het Verantwoordingsorgaan (VO) controleert het bestuur op evenwichtige belangenbehartiging van alle belanghebbenden. Dan zijn er natuurlijk nog de werkgever, De Nederlandsche Bank (DNB) en Autoriteit Financiële Markten (AFM). De laatste twee zijn externe toezichthouders. DNB controleert het fonds op wet- en regelgeving en de AFM ziet toe op correcte en transparante deelnemerscommunicatie. Figuur 1 geeft een overzicht weer van de totale governance van het bestuur van SVG. Gemiddeld besteden de leden van het bestuur 1 dag per week aan het besturen van het pensioenfonds.
Figuur 1 Financiële positie van het pensioenfonds Figuur 2 geeft een overzicht van de financiële positie van SVG. De blauwe staven in de grafiek zijn het vermogen, de rode zijn de verplichtingen en de groene lijn is de marktrente. Als pensioenfonds zien we een constante daling van de rente. Door de dalende rente stijgt de waarde van de pensioenverplichtingen, licht de heer Ooms toe. Het rendement op de beleggingen was in 2015 1,2%. Als pensioenfonds toetsen we ons rendement met een benchmark (een gemiddelde van gemaakt rendement van vergelijkbare beleggingen), die was 0,0% dit jaar. Figuur 2
Vanuit de zaal komt de vraag of DNB zeggenschap heeft in de beleggingen van het fonds. DNB kijkt of we evenwichtig beleggen, maar schrijft niet voor hoe er wordt belegd. DNB stelt richtlijnen op voor pensioenfondsen, maar het pensioenfondsbestuur bepaalt uiteindelijk waarin wordt belegd. Wij vinden dit heel belangrijk. We streven naar een verantwoordelijk beleggingsbeleid en beleggingskeuze en willen met alles prudent zijn. Daarom maken we steeds de afweging tussen rendement en risico, benadrukt de heer Ooms. Een nieuw begrip: Beleidsdekkingsgraad De dekkingsgraad geeft aan of het pensioenfonds met het huidige kapitaal ook daadwerkelijk alle opgebouwde pensioenen zou kunnen uitkeren. De nieuwe beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf maandelijkse actuele dekkingsgraden. De beleidsdekkingsgraad is een nieuw begrip uit het nieuw Financieel Toetsingskader (nftk). Sinds 1 januari 2015 geldt het nftk voor pensioenfondsen: nieuwe regels voor de financiering van pensioenen. In het toetsingskader staat welke financiële buffers aangehouden moeten worden en wanneer pensioenfondsen de pensioenen wel of niet mogen verhogen. Dit nftk is een heel complex en ingewikkeld gebeuren, maar het komt er op neer dat we minder snel hoeven korten, maar ook minder snel kunnen indexeren. Toekomst van het fonds Het fonds denkt na over de toekomst van het pensioenfonds. Zo waren er binnen KPN vier pensioenfondsen. Dit heeft onder andere gevolgen voor de interne arbeidsmobiliteit. Op dit moment zijn er nog twee pensioenfondsen en zijn alle medewerkers deelnemer aan dezelfde pensioenregeling. Daarnaast is er steeds meer wet- en regelgeving. Dit stelt steeds hogere eisen aan het besturen van een pensioenfonds. DNB heeft daarom de relatief kleine fondsen gevraagd te kijken naar hun toekomst. Deze redenen waren voor het bestuur aanleiding om na te gaan denken over de toekomst van SVG. Waar staan we nu? Het bestuur heeft een projectteam ingesteld om alle alternatieven in kaart te brengen. Belanghebbenden zijn hierover per brief geïnformeerd. Op dit moment is het bestuur bezig met het voorbereiden van een voorgenomen besluit op basis van de voorkeursvarianten. De voorkeursvarianten zijn: Het onderbrengen van de DB-aanspraken bij een Algemeen Pensioenfonds (APF) of verzekeraar. Het onderbrengen van de DC-kapitalen bij een Algemeen Pensioenfonds, Pensioenfonds KPN of een Premie Pensioen Instelling (PPI). Deze voorkeursvarianten worden op dit moment kritisch getoetst aan diverse criteria. Maar, zo legt de heer Ooms uit, het feit dat we een gesloten fonds zijn, is niet per definitie een reden om te veranderen. Er bestaat de mogelijkheid om de huidige situatie voort te zetten. Hoeveel kost zo n transitie van pensioengelden en potjes dan eigenlijk, vraagt een aanwezige zich af. Dit hangt af van de gekozen alternatieven, geeft de heer Ooms aan. Natuurlijk betalen we voor externe adviseurs en kost het overzetten van de administratie en vermogensbeheer geld. Dergelijke zaken worden meegenomen in de toetsing van de varianten zodat we uiteindelijk een weloverwogen besluit kunnen nemen. Het belangrijkste is een evenwichtige belangenafweging van alle
stakeholders. DNB is betrokken bij het proces en bewaakt de belangen van alle belanghebbenden en moet ook instemmen met de liquidatie. Renterisico en derivaten Na de heer Ooms neemt de heer Leenes het woord. Hij neemt ons mee in de wereld van het beleggingsbeheer. Als afgevaardigde van TKP Investments is hij al vele jaren betrokken bij de beleggingen van SVG. De rente is al een tijdje laag en veranderingen in de rente hebben invloed op de balans van het pensioenfonds. Dit is ook terug te zien in figuur 2. Een stijging of daling van de rente heeft invloed op beide kanten van de balans, licht de heer Leenes toe. Het heeft invloed op zowel de waarde van de beleggingen (bezittingen) als op de waarde van de pensioenen (verplichtingen). Volgens de heer Leenes is renterisico op zichzelf niet goed of fout. Het gaat om het afwegen van belangen. Lopen we wel of geen risico, treffen we maatregelen, kortom welke strategie wordt er gekozen. In de wereld van pensioenen willen steeds minder partijen risico lopen, juist omdat de rente zoveel invloed heeft. Naarmate de rente lager is moeten pensioenfondsen op dit moment meer vermogen reserveren voor de toekomstige pensioenuitkeringen. De heer Leenes geeft een vereenvoudigd voorbeeld van het rente-effect op de verplichtingen. Stel je hebt over 1 jaar 1000 euro nodig en de rente is 1%. Dit betekent dat je nu 990 op zij moet leggen. Als de rente 4% is dan wordt dit bedrag verlaagd van 990 naar 960. Om minder risico te lopen kijken we als pensioenfonds naar manieren om het renterisico te verminderen: 1. Het opnemen van meer obligaties in de portefeuille is een mogelijkheid. Hierdoor verandert de beleggingsmix en het verwachte rendement. 2. het opnemen van obligaties met lange looptijden. Dit is echter slechts beperkt mogelijk vanwege beschikbaarheid van dergelijke obligaties. 3. Het inzetten van rentederivaten (renteswaps). Dit verandert niets aan de beleggingsmix. SVG heeft gekeken naar alle mogelijkheden en de derde mogelijkheid bleek de meest verstandige en uitvoerbare mogelijkheid. SVG zet dus derivaten in als beleggingsinstrument om het risico te beperken. Eén van de aanwezigen stelde aan de orde dat derivaten risicovol zijn en dat bijvoorbeeld woningcorporaties door derivaten in de problemen zijn geraakt. De heer Leenes geeft aan dat SVG zorgvuldig omgaat met derivaten. Ze worden uitsluitend gebruikt om bepaalde risico s af te dekken. Tot slot antwoord op enkele ingezonden vragen Pensioenfondsen moeten meer lobbyen om een hogere rekenrente te mogen gebruiken. Zelf lobbyen als fonds doen we niet. Wel zijn wij aangesloten bij de Pensioenfederatie. De Pensioenfederatie behartigt namens ongeveer 220 pensioenfondsen de belangen van 5,3 miljoen deelnemers, 3 miljoen gepensioneerden en 9,1 miljoen gewezen deelnemers. Wat zijn de kosten die het pensioenfonds maakt en worden deze gepubliceerd? U vindt deze informatie terug in het jaarverslag.
Als de pensioenen worden overgedragen naar een andere uitvoerder, wat betekent dit voor de pensioenuitkeringen? De pensioenuitkeringen gaan één- op-één over. Hoe groot is de kans dat pensioenen in 2017 worden gekort? Dit hangt af van de hoogte van de beleidsdekkingsgraad. Op basis van de huidige beleidsdekkingsgraad wordt de kans niet hoog ingeschat. Is er in de toekomst nog een kans op indexatie? Er is een kans op indexatie. Gelet de actuele financiële situatie is de kans op korte- en middellange termijn klein. Meer weten? Bekijk dan de presentatie van 9 maart op de website. Heeft u vragen over uw pensioenuitkering? Neem dan contact met ons op via (050) 582 79 58. U kunt ons bereiken van maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. E-mailen kan ook: svg@tkppensioen.nl.