Wet vrkeursrecht gemeenten (15-07-2013) Inleiding In deze ntitie wrdt een krte beschrijving gegeven van de Wet vrkeursrecht gemeenten (Wvg). In het nderstaande kmt het vlgende aan de rde: - waarm de wens bestaat m de Wvg te vestigen en wat de werking is; - de vestigingsprcedure met de bijbehrende stadia; - de aanbiedingsplicht. 1 Wens en werking 1.1. wens De Wet vrkeursrecht gemeenten geeft gemeenten het recht m een vrkeursrecht tt kp te vestigen p grnd van eigenaren, waaraan een verheid een andere bestemming wil realiseren. Deze wet geeft hetzelfde recht k aan prvincies en het rijk. In het geval van prvincies en het rijk met er dan sprake zijn van een prvinciaal- f rijksbelang. De wet is erp gericht de gemeente te ndersteunen (een vrkeurspsitie te verschaffen) bij de verwerving van plangrnden. De gemeente neemt niet, zals bij nteigening f verwerving, zelf initiatief m tt verwerving ver te gaan, maar kan pas ptreden als de verkper zijn nrerende zaak wil verkpen. 1.2. werking De Wvg is bedeld m de psitie van de verheid p de grndmarkt te versterken. De wet kan wrden tegepast als er sprake is van een tegedachte niet agrarische bestemming, waarvan het huidige gebruik afwijkt. Dr de vestiging van het vrkeursrecht verkrijgt de gemeente een eerste recht van kp. Een eigenaar die wil verkpen met zijn eigendm dan eerst aan de verheid aanbieden tegen de marktwaarde. Als de verheid dan niet aankpt f termijnen laat verlpen is de eigenaar drie jaar vrij de grnd aan een derde te verkpen. Wanneer partijen het niet eens wrden ver de marktwaarde kan de rechter wrden gevraagd de prijs te bepalen. 2 De vestigingsprcedure 2.1. aanwijzing De vestiging van een vrkeursrecht bestaat slechts uit een besluit van B&W (a), gevlgd dr een raadsbesluit (b). a. vrlpige aanwijzing dr B&W Op grnd van artikel 6 Wvg kunnen B&W grnden vrlpig aanwijzen als is vldaan aan de artikelen 3, 4 f 5 Wvg. Deze vrlpige aanwijzing vervalt van rechtswege drie maanden na dagtekening f zveel eerder als het besluit tt aanwijzing dr de gemeenteraad in werking treedt.
b. aanwijzing dr de raad De gemeenteraad kan p grnd van artikel 2 Wvg grnden aanwijzen en daarmee besluiten tt tepassing van artikel 10-24, 26 en 27 Wvg. Vr deze aanwijzing kmen grnden in aanmerking die vlden aan de artikelen 3, 4 en 5 Wvg. De inhud van deze laatste artikelen wrden nu beschreven. Artikel 5: De grnden die ng niet zijn pgenmen in een structuurvisie, prjectbesluit/inpassingsplan f bestemmingsplan kunnen in aanmerking kmen vr een aanwijzing. In dit besluit met aan de betrkken grnden een nietagrarische bestemming zijn tegedacht en het gebruik met afwijken van de tegedachte bestemming. Tevens met in het besluit zijn aangegeven f nadien ng zal wrden vergegaan tt het vaststellen van een structuurvisie. Artikel 4: De grnden die vr aanwijzing in aanmerking kmen, zijn in een structuurvisie begrepen, waarbij: a. aanwijzingen zijn gegeven vr de bestemming en in de visie een niet-agrarische bestemming is tegedacht en het gebruik afwijkt van de tegedachte bestemming. b. de grnden zijn aangewezen tt mderniseringsgebied, als bedeld in artikel 3.5 Wr, ngeacht f het gebruik van de grnden al dan niet afwijkt van de tegedachte bestemming. Artikel 3: De grnden die vr aanwijzing in aanmerking kmen, wrden bij het bestemmingsplan f prjectbesluit/inpassingeplan een niet-agrarische bestemming tegekend en het gebruik wijkt af van de bestemming die is tegekend in dat plan f besluit. Indien er tijdig een vlgend planlgische grndslag wrdt vastgesteld dr de raad p basis van de Wr (dus structuurvisie, prjectbesluit/inpassingsplan f bestemmingsplan), blijft het vrkeursrecht vervlgens p de betreffende grnden rusten. Hierte is in het kader van de Wvg geen afznderlijke besluitvrming meer ndig dr het cllege van B&W, f dr de gemeenteraad. 2.2. geheimhuding Om de werking van het vrkeursrecht te waarbrgen is het k ndzakelijk dat de tepassing van de Wvg p de percelen gelegen in het plangebied geheim gehuden wrdt, ttdat het besluit van B&W tt vrlpige aanwijzing in werking is getreden. Zijn belanghebbenden eerder p de hgte, dan bestaat de kans dat vlak vr de inwerkingtreding van het vrkeursrecht kpvereenkmsten/ en f ptievereenkmsten wrden aangegaan, welke een uitzndering kunnen vrmen p de aanbiedingsplicht in het kader van de Wvg. Dit besluit met dan k niet wrden geagendeerd vr de penbare vergadering van B&W. Dit is essentieel vr de effectieve werking van de Wvg. Op deze wijze kan men effectief vrkmen dat er p het laatste mment ng speculatieve aankpen kunnen wrden gedaan die het vrkeursrecht drkruisen.
2.3. duur van de aanwijzing Artikel 9 Wvg geeft de geldigheidsduur van het dr de raad gevestigde vrkeursrecht. Deze is afhankelijk van verschillende plannen: a. grnden die niet in een structuurvisie, prjectbesluit/inpassingsplan f bestemmingsplan staan pgenmen: Een aanwijzing als bedeld in artikel 5 vervalt van rechtswege 3 jaar na dagtekening, tenzij vr dat tijdstip een structuurvisie, prjectbesluit/inpassingsplan f bestemmingsplan is vastgesteld. b. vastgesteld structuurvisie Indien een structuurvisie is vastgesteld vervalt een besluit tt aanwijzing van rechtswege 3 jaar na vaststelling van de visie, tenzij vr dat tijdstip een prjectbesluit/inpassingsplan f bestemmingsplan is vastgesteld. c. vastgesteld prjectbesluit/inpassingsplan Indien een prjectbesluit/inpassingsplan is vastgesteld vervalt een besluit tt aanwijzing van rechtswege indien het bestemmingsplan niet binnen een jaar is vastgesteld. Deze termijn van een jaar kan in bepaalde gevallen verlengd wrden. d. vastgesteld bestemmingsplan/inpassingsplan Indien een bestemmingsplan/inpassingsplan is vastgesteld vervalt een besluit tt aanwijzing van rechtswege 10 jaar na inwerkingtreding van het bestemmingplan/inpassingsplan. 2.4. vervallen/intrekken aanwijzing In de artikelen 6 en 9 Wvg is geregeld dat na het verstrijken van de wettelijke termijnen het vrkeursrecht van rechtswege vervalt. Bij het verstrijken van termijnen dient een besluit genmen te wrden m de aantekening inzake de Wvg uit de gemeentelijke beperkingenregister- en registratie te verwijderen. De eigenaren en de beperkt gerechtigden zullen een mededeling krijgen van het van rechtswege vervallen van het vrkeursrecht. De betrkken grnden, die zijn aangewezen ingevlge artikel 2 (in samenhang met artikel 3, 4 f 5, artikel 6 f artikel 9a lid 1 f 2), mgen niet binnen twee jaar na het intrekken f het van rechtswege vervallen van een zdanige aanwijzing pnieuw ingevlge een zdanige besluit wrden aangewezen (artikel 9c Wvg). De Wvg die p het gebied van Westplder Blwerk geldt, is gevestigd nder de ude Wvg, nl. p 4 ktber 2001. Op basis van de ude Wvg had deze Wvg een werkingsduur ttdat de bestemming gerealiseerd was. Op basis van de nieuwe Wvg, die na 1 juli 2008 in werking is getreden, heeft een Wvg een maximale geldigheidsduur zals hiervr eerder vermeld (in 2.3). Nu bestaat er k een vergangsrecht: de werkingsduur van aanwijzingsbesluiten die meer dan 5 jaar vr het tijdstip van inwerkingtreding van de gewijzigde Wvg zijn genmen, geldt tt vijf jaar vanaf inwerkingtreding van de gewijzigde Wvg, dus maximaal tt en met 1 juli 2013. De Wvg van Westplder Blkwerk valt nder het vergangsrecht en is geldt dus tt 1 juli 2013.
3 Aanbiedingsplicht 3.1 aanbd dr verkper aan gemeente Wanneer er een rechtsgeldig vrkeursrecht is gevestigd ntstaat er een aanbiedingsplicht vr de verkper van het betrkken perceel. De verkper is verplicht m, wanneer hij tt vervreemding wil vergaan, de gemeente als eerste de gelegenheid te geven m het betreffende nrerend ged f zakelijk recht te kpen. In de Wvg wrdt nder vervreemding verstaan de verdracht in eigendm f verdeling van een nrerende zaak alsmede de verdracht f verdeling dan wel de vestiging van een recht van pstal, erfpacht, beklemming f vruchtgebruik, waaraan een nrerende zaak is nderwrpen. Vr deze aanbiedingsplicht van de verkper geldt een aantal uitznderingen (artikel 10 Wvg). Indien de verkper het perceel aanbiedt aan het cllege van B&W, dan dient deze binnen 6 weken na ntvangst van het aanbd hierver een beslissing te nemen (artikel 12). Indien het cllege aangeeft m het perceel niet aan te kpen, dan heeft de verkper gedurende 3 jaar (na ntvangst van het bericht van het cllege) de vrijheid m te verkpen aan derden. Deze 3 jaar geldt alleen vr de verkper: wanneer hij de betreffende nrerende zaak verkpt, dan is de nieuwe (pvlgende eigenaar) pnieuw aan de wet gebnden en valt hij nder het regime van het vrkeursrecht. 3.2 bijzndere persnlijke mstandigheden Zals in hfdstuk 2 is aangegeven, verschaft de Wvg de gemeente een eerste recht van kp. Dat is echter niet in alle situaties het geval. De verkper kan in zeer uitznderlijke gevallen aan de rechtbank vragen m de gemeente een perceel te laten kpen (artikel 15). Er met sprake zijn van bijzndere persnlijke mstandigheden die ter zake van belang kunnen zijn m de gemeente te kunnen verrdelen m medewerking te verlenen aan de verdracht van een nrerende zaak. Er is bijvrbeeld sprake van bijzndere persnlijke mstandigheden in de vlgende zaak. Verkper wil graag met pensien. Hij stelt - krt gezegd - daarte niet in staat te zijn zlang de nrerende zaak niet is verkcht, mdat hij geen pensienvrziening heeft getrffen en vr zijn udedagvrziening (naast de AOW) is aangewezen p de verwaarde van de nrerende zaak. Verkper heeft in dat kader aangeverd dat hij de wning en het bedrijfspand na verleg met zijn accuntant in ktber 2006 te kp heeft gezet m p zijn 65e verjaardag met pensien te kunnen gaan, waarbij hij de verwaarde van de nrerende zaak als ndzakelijke aanvulling p de AOW zu gebruiken. Verkper was ten 63 jaar. Ten tijde dat de verkper beslt m zijn agrarisch bedrijf te kp te zetten, en dus in de tijd dat de nrerend ged markt ng ged was, had de gemeente al uitlatingen gedaan ver de ntwikkelingsplannen ver.a. dit gebied. Omdat nduidelijkheid bestnd ver de bestemming (bedrijfsdeleinden f wningbuw), werden ptentiële kpers afgeschrikt. Vervlgens heeft de gemeente p betreffend perceel een vrkeursrecht gevestigd, wat de psitie van verkper p de markt er niet beter p maakte. Het hf heeft in dat kader verwgen dat het een feit van algemene bekendheid is dat een gevestigd vrkeursrecht een verkpbelemmerende factr is. Vervlgens heeft het hf in dat verband verwgen dat het perceel, als dit vrdien al meilijk verkpbaar was, nadien zeker meilijk verkpbaar was. Er was sprake van besmet gebied, dat vr particulieren f ndernemers niet meer
aantrekkelijk is en dat maakt dat de grndeigenaar vr verkp is aangewezen p de gemeente. De gemeente heeft vervlgens beslten m het perceel ng niet aan te kpen. Uiteindelijk heeft hf gerdeeld dat het niet redelijk was dat verkp van het perceel aan de gemeente achterwege zu blijven en dat de gemeente gehuden was tt aankp van het desbetreffende perceel.
Wet vrkeursrecht gemeenten Artikel 1 In deze wet en de daarp berustende bepalingen wrdt verstaan nder: a. bestemmingsplan: bestemmingsplan als bedeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke rdening; b. inpassingsplan: inpassingsplan als bedeld in artikel 3.26 nderscheidenlijk 3.28 van de Wet ruimtelijke rdening; c. Onze Minister: Onze Minister van Vlkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; d. structuurvisie: structuurvisie als bedeld in artikel 2.1, 2.2 nderscheidenlijk 2.3 van de Wet ruimtelijke rdening; e. vervreemder: eigenaar van een nrerende zaak f rechthebbende p een beperkt recht als bedeld in nderdeel f die tt vervreemding wenst ver te gaan, alsmede degene die bij ntbinding van een gemeenschap met de vereffening is belast en tt vervreemding wenst ver te gaan; f. vervreemding: verdracht in eigendm f verdeling van een nrerende zaak alsmede verdracht f verdeling dan wel vestiging van een recht van pstal, erfpacht, beklemming f vruchtgebruik, waaraan een nrerende zaak is nderwrpen. Artikel 2 De gemeenteraad kan grnden aanwijzen waarp de artikelen 10 tt en met 15, 24 en 26 van tepassing zijn. Artikel 3 1. Vr aanwijzing kmen in aanmerking grnden waaraan bij het bestemmingsplan f inpassingsplan een niet-agrarische bestemming is tegekend en waarvan het gebruik afwijkt van dat plan. 2. Een besluit tt aanwijzing vermeldt ten aanzien van de nrerende zaken waarp het betrekking heeft: a. de kadastrale aanduiding; b. de grtte van elk van de desbetreffende percelen vlgens de kadastrale registratie; c. de grtte van een perceelsgedeelte, indien de aanwijzing betrekking heeft p een gedeelte van een nrerende zaak, en d. de namen van de eigenaren van de desbetreffende nrerende zaken en van de rechthebbenden p de beperkte rechten waaraan die zaken zijn nderwrpen.
3. Bij het besluit behrt een kadastraal verzicht waarp duidelijk zijn aangegeven de grnden waarp de aanwijzing betrekking heeft en de bijbehrende percelen f perceelsgedeelten. Artikel 4 1.In afwijking van artikel 3, eerste lid, kmen vr aanwijzing vrts in aanmerking: a. grnden die zijn begrepen in een structuurvisie, waarbij aanwijzingen zijn gegeven vr de bestemming en waaraan bij de structuurvisie een niet-agrarische bestemming is tegedacht en waarvan het gebruik afwijkt van de tegedachte bestemming; b. grnden die bij een structuurvisie zijn aangewezen tt mderniseringsgebied als bedeld in artikel 3.5 van de Wet ruimtelijke rdening, ngeacht f het gebruik van de grnden in die gebieden al dan niet afwijkt van die visie. 2.Artikel 3, tweede en derde lid, is van tepassing. Artikel 5 1. In afwijking van de artikelen 3, eerste lid, en 4, eerste lid, kmen vr aanwijzing k in aanmerking grnden die ng niet zijn pgenmen in een bestemmingsplan, inpassingsplan, f structuurvisie, maar waarbij in het besluit tt aanwijzing aan de betrkken grnden een niet-agrarische bestemming wrdt tegedacht en waarvan het gebruik afwijkt van die bestemming. In het besluit tt aanwijzing wrdt aangegeven f nadien ng zal wrden vergegaan tt het vaststellen van een structuurvisie. 2. Artikel 3, tweede en derde lid, is van tepassing. Artikel 6 1. Burgemeester en wethuders kunnen grnden vrlpig aanwijzen, mits bij het hierte strekkend besluit aan die grnden een niet-agrarische bestemming is tegedacht en het gebruik afwijkt van de tegedachte bestemming. Het besluit vervalt van rechtswege drie maanden na dagtekening f zveel eerder als een besluit van de gemeenteraad tt aanwijzing ingevlge artikel 3, 4 f 5 in werking treedt. 2. De artikelen 3, tweede en derde lid, 10 tt en met 15, 24 en 26 zijn van vereenkmstige tepassing. 3. Indien bezwaar f berep aanhangig is tegen een besluit tt vrlpige aanwijzing en dit besluit vervalt mdat een besluit van de gemeenteraad tt aanwijzing in werking is getreden, wrdt het bezwaar f berep mede geacht te zijn gericht tegen het besluit van de gemeenteraad.
Artikel 7 1.Het besluit tt aanwijzing f vrlpige aanwijzing ligt vr eenieder ter inzage p een dr burgemeester en wethuders aangewezen plaats. Zij maken de terinzagelegging bekend in de Staatscurant, in één f meer dag- f nieuwsbladen die in de gemeente verspreid wrden en vrts p de gebruikelijke wijze. Het besluit treedt in werking de dag na dagtekening van de Staatscurant waarin de terinzagelegging bekend is gemaakt. 2.Burgemeester en wethuders zenden een mededeling van de aanwijzing aan ieder van de in het besluit vermelde eigenaren en beperkt gerechtigden. De mededeling bevat een zakelijke beschrijving van de betekenis van de aanwijzing. Artikel 8 1. Vr zver een aanwijzing niet meer vldet aan de eisen, gesteld in artikel 3, eerste lid, 4, eerste lid, nderscheidenlijk 5, eerste lid, besluiten burgemeester en wethuders tt het intrekken van die aanwijzing. In het besluit wrden vermeld de percelen f perceelsgedeelten waarp de intrekking betrekking heeft. Het besluit tt intrekking wrdt gevegd bij de ingevlge artikel 7, eerste lid, ter inzage gelegde stukken en in kpie geznden naar de desbetreffende eigenaren en beperkt gerechtigden. 2. Degene die een recht heeft p aangewezen grnden uit hfde van eigendm f een beperkt recht als bedeld in artikel 1, nderdeel f kan bij burgemeester en wethuders een aanvraag indienen tt intrekking van het besluit tt aanwijzing. Zij nemen een besluit uiterlijk vier weken na de dag van ntvangst van de aanvraag. 3. In geval van nherrepelijke vernietiging in berep van het in artikel 3, eerste lid, bedelde bestemmingsplan f inpassingsplan, geldt de in artikel 3 bedelde aanwijzing tt een jaar na de datum van de vernietiging als zijnde in vereenstemming met de eisen gesteld in artikel 3, eerste lid, behudens eerdere intrekking dr burgemeester en wethuders. Artikel 9 1. Een besluit tt aanwijzing als bedeld in artikel 3 f artikel 9a in samenhang met artikel 3 vervalt van rechtswege tien jaar na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan nderscheidenlijk inpassingsplan. 2. Een besluit tt aanwijzing als bedeld in artikel 4, vervalt van rechtswege drie jaar na dagtekening van dat besluit, tenzij vrdien een bestemmingsplan f inpassingsplan is vastgesteld. 3. Een besluit tt aanwijzing als bedeld in artikel 5 vervalt van rechtswege drie jaar na dagtekening, tenzij vr dat tijdstip een structuurvisie, bestemmingsplan f inpassingsplan is vastgesteld. 4. Indien artikel 8, derde lid, van tepassing is, vervalt het besluit tt aanwijzing, bedeld in artikel 3, van rechtswege na aflp van de in het derde lid van artikel 8 genemde termijn, tenzij vr dat tijdstip vr de in de aanwijzing begrepen grnden een bestemmingsplan f inpassingsplan is vastgesteld, dat vldet aan de in artikel 3, eerste lid, gestelde eisen. In dat
geval vervalt het besluit tt aanwijzing van rechtswege tien jaar na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan nderscheidenlijk inpassingsplan. 5. Een mededeling van het van rechtswege vervallen van een besluit tt aanwijzing wrdt gevegd bij de ingevlge artikel 7, eerste lid, ter inzage gelegde stukken en in kpie geznden naar de desbetreffende eigenaren en beperkt gerechtigden. Artikel 9a 1. Indien prvinciale staten het vrnemen hebben tepassing te geven aan artikel 3.26, eerste en vierde lid, van de Wet ruimtelijke rdening kunnen zij, p gelijke wijze als de gemeenteraad, vereenkmstig artikel 2 in samenhang met artikel 3, 4 f 5, grnden aanwijzen, met dien verstande dat vr een aanwijzing in samenhang met artikel 4 uitsluitend een structuurvisie als bedeld in artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke rdening in aanmerking kmt. In een besluit tt aanwijzing vereenkmstig artikel 4 f 5 geven prvinciale staten aan p welke wijze invulling gegeven zal wrden aan een inpassingsplan. Gedeputeerde staten kunnen p gelijke wijze als burgemeester en wethuders vereenkmstig artikel 6 grnden vrlpig aanwijzen. 2. Indien Onze Minister het vrnemen heeft tepassing te geven aan artikel 3.28, eerste en vierde lid, van de Wet ruimtelijke rdening kan deze, p gelijke wijze als de gemeenteraad, vereenkmstig artikel 2 in samenhang met artikel 3, 4 f 5 grnden aanwijzen, met dien verstande dat vr een aanwijzing in samenhang met artikel 4 uitsluitend een structuurvisie als bedeld in artikel 2.3 van de Wet ruimtelijke rdening in aanmerking kmt. Bij een aanwijzing vereenkmstig de artikelen 4 en 5 geeft Onze Minister aan p welke wijze invulling gegeven zal wrden aan een inpassingsplan. 3. De artikelen 6, derde lid, 7 tt en met 15, 24 en 26 zijn van vereenkmstige tepassing. 4. Bij tepassing van het eerste f tweede lid verstrekken gedeputeerde staten, nderscheidenlijk Onze Minister nverwijld een exemplaar van het besluit tt aanwijzing f vrlpige aanwijzing en de bijbehrende kadastrale kaart aan de Dienst vr het kadaster en de penbare registers, ter inschrijving van die stukken in de penbare registers en den mededeling van de aanwijzing f vrlpige aanwijzing aan burgemeester en wethuders van de gemeente en gedeputeerde staten van de prvincie waarin de grnden waarp de aanwijzing betrekking heeft zijn gelegen. Artikel 24, eerste lid, van Bek 3 van het Burgerlijk Wetbek is niet van tepassing. Evenz den gedeputeerde staten, nderscheidenlijk Onze Minister mededeling van het intrekken f van het van rechtswege vervallen van een besluit tt aanwijzing aan: a. de Dienst vr het kadaster en de penbare registers; b. de desbetreffende eigenaren en beperkt gerechtigden, en c. burgemeester en wethuders van de gemeente waarin de grnden waarp de aanwijzing betrekking had, zijn gelegen. 5. Bij tepassing van het eerste lid wrden de in de artikelen 10, 11, 12, 24, 26 en 27 geregelde bevegdheden en verplichtingen met uitsluiting van de bevegdheid ter zake van burgemeester en wethuders, uitgeefend dr gedeputeerde staten en neemt de prvincie de plaats in van de gemeente.
6. Bij tepassing van het tweede lid wrden de in de artikelen 10, 11, 12, 24, 26 en 27 geregelde bevegdheden en verplichtingen met uitsluiting van de bevegdheid ter zake van burgemeester en wethuders f van gedeputeerde staten uitgeefend dr Onze Minister en neemt de Staat de plaats in van de gemeente, nderscheidenlijk de prvincie. Artikel 9b 1. Op het tijdstip van inwerkingtreding van een besluit als bedeld in artikel 9a, eerste f tweede lid, vervalt een eerder besluit tt aanwijzing f vrlpige aanwijzing van de betrkken grnd van de gemeenteraad f van burgemeester en wethuders van rechtswege, met dien verstande dat indien aan burgemeester en wethuders reeds een pgave is gedaan als bedeld in artikel 11, eerste lid, die pgave in stand blijft en wrdt aangemerkt als een pgave aan gedeputeerde staten nderscheidenlijk Onze Minister. Gedeputeerde staten nemen, nderscheidenlijk Onze Minister neemt bij de tepassing van de artikelen 11 tt en met 15 de plaats in van burgemeester en wethuders, en de prvincie nderscheidenlijk de Staat de plaats van de gemeente. 2. Op het tijdstip van inwerkingtreding van een besluit als bedeld in artikel 9a, tweede lid, vervalt een eerder besluit tt aanwijzing f tt vrlpige aanwijzing van de betrkken grnd van prvinciale staten f gedeputeerde staten van rechtswege, met dien verstande dat indien aan gedeputeerde staten reeds een pgave is gedaan als bedeld in artikel 11, eerste lid, die pgave in stand blijft en wrdt aangemerkt als een pgave aan Onze Minister. Onze Minister neemt bij de tepassing van de artikelen 11 tt en met 15 de plaats in van gedeputeerde staten, en de Staat de plaats van de prvincie. 3. Bij tepassing van artikel 9a, eerste f tweede lid, kunnen de gemeenteraad en burgemeester en wethuders geen gebruik meer maken van de bevegdheid, bedeld in artikel 2 in samenhang met artikel 3, 4 f 5 en artikel 6. 4. Bij tepassing van artikel 9a, tweede lid, kunnen prvinciale en gedeputeerde staten geen gebruik meer maken van de bevegdheid, bedeld in artikel 9a, eerste lid. Artikel 9c Grnden die zijn aangewezen ingevlge artikel 2 in samenhang met artikel 3, 4 f 5, artikel 6 f artikel 9a, eerste f tweede lid, kunnen niet binnen twee jaar na het intrekken f het van rechtswege vervallen van zdanige aanwijzing pnieuw ingevlge een zdanig besluit wrden aangewezen. Artikel 10 1. Een vervreemder kan eerst tt vervreemding vergaan nadat de gemeente in de gelegenheid is gesteld het desbetreffende ged te verkrijgen. 2. Het bepaalde in het vrige lid geldt niet ingeval de vervreemding geschiedt ingevlge
a. een vereenkmst tussen bled- f aanverwanten in de rechte lijn f in de zijlijn tt in de tweede graad f met een pleegkind. Onder pleegkind wrdt verstaan degene, die duurzaam als een eigen kind is nderhuden en pgeved; b. verdeling van een huwelijksgemeenschap f een nalatenschap; c. een uiterste wilsbeschikking; d. een vereenkmst met de Staat, een prvincie, een waterschap f een dr Ons aan te wijzen publiekrechtelijk lichaam f in het penbaar belang werkzame rechtspersn. Onze aanwijzing wrdt in de Staatscurant bekendgemaakt; e. een verkp krachtens wetsbepaling f bevel des rechters f een executriale verkp, met dien verstande dat ingeval van een nderhandse executriale verkp als bedeld in artikel 3: 268, tweede lid, van het Burgerlijk Wetbek de vrzieningenrechter niet beslist mtrent het verzek tt nderhandse verkp zlang niet het bestuursrgaan in de gelegenheid is gesteld m, gelet p het gunstiger bd, een bd te den; f. een vereenkmst, betrekking hebbende p grnden die zijn aangewezen bij een besluit als bedeld in artikel 5 f 6 dan wel artikel 9a, eerste f tweede lid, in samenhang met artikel 5 f 6, geslten met een pachter aan wie ten aanzien van deze grnden ten tijde van de inwerkingtreding van dit besluit een vrkeursrecht tekwam als bedeld in artikel 378 van Bek 7 van het Burgerlijk Wetbek. 3. Vrts geldt het bepaalde in het eerste lid niet ingeval de vervreemding geschiedt ingevlge een vereenkmst betreffende een nrerende zaak, dan wel een vereenkmst behelzende een verplichting van de vervreemder betreffende een nrerende zaak, vrzver: a. vervreemding geschiedt aan een in die vereenkmst met name genemde partij, en een tegen een in die vereenkmst met name genemde prijs, dan wel tegen een vlgens die vereenkmst bepaalbare prijs, en b. de vereenkmst is ingeschreven in de penbare registers, bedeld in afdeling 2 van titel 1 van Bek 3 van het Burgerlijk Wetbek, vrdat een besluit tt aanwijzing f vrlpige aanwijzing in werking is getreden, en c. de vervreemding geschiedt binnen zes maanden na de dag van de inschrijving van de vereenkmst in de penbare registers als bedeld nder b. 4. Een vereenkmst als bedeld in het derde lid, aanhef, kan wrden ingeschreven in de penbare registers, bedeld in het derde lid, mits deze is vervat in een akte. De inschrijving heeft het rechtsgevlg dat vr de vervreemder niet de verplichting zals bedeld in het eerste lid ntstaat, vrzver is vldaan aan de in het derde lid, nder a, b en c, genemde vereisten. 5. Het derde lid is telkens gedurende een peride van drie jaar p een vereenkmst als bedeld in dat lid met betrekking tt een bepaalde nrerende zaak f een gedeelte daarvan, en de daarin met name genemde vervreemder f verkrijger, slechts één maal van tepassing. De peride van drie jaar vangt aan p de datum van eerste inschrijving in de penbare
registers. Onder verkrijger wrdt in dit geval verstaan de partij waarmee een vereenkmst is geslten. 6. Het eerste lid geldt eveneens niet indien burgemeester en wethuders p aanvraag van een vervreemder p grnd van dr die vervreemder aannemelijk gemaakte gewichtige redenen daarte besluiten. Zij kunnen daarbij beperkingen pleggen. Artikel 11 1. Ter vldening aan artikel 10, eerste lid, bericht de vervreemder aan burgemeester en wethuders bij aangetekende brief dat hij in beginsel bereid is ver te gaan tt vervreemding van het desbetreffende ged aan de gemeente tegen nader vereen te kmen vrwaarden. 2. De pgave, bedeld in het eerste lid, bevat een pgave van het ged dat nderwerp uitmaakt van de vrgenmen vervreemding alsmede ten aanzien van de desbetreffende nrerende zaken: a. de kadastrale aanduiding; b. de grtte van elk van de desbetreffende percelen vlgens de kadastrale registratie; c. de grtte van een perceelsgedeelte, indien het aanbd betrekking heeft p een gedeelte van een nrerende zaak. 3. Indien de pgave betrekking heeft p nrerende zaken die slechts ten dele in de aanwijzing f vrlpige aanwijzing zijn pgenmen maar een samenhangend geheel vrmen, kan de vervreemder nverminderd afdeling 11 van titel 5 van Bek 7 van het Burgerlijk Wetbek, eisen dat dit geheel van nrerende zaken wrdt betrkken in de mgelijke vervreemding aan de gemeente. 4. De vervreemder kan eisen dat in de vervreemding wrdt betrkken het bedrijf f de nderneming waarin de nrerende zaken als nderdeel daarvan wrden geëxpliteerd. Artikel 12 1. Burgemeester en wethuders besluiten binnen zes weken na ntvangst van de pgave f de gemeente al dan niet in beginsel bereid is het ged tegen nader vereen te kmen vrwaarden te kpen f p grnd van een andere titel te verkrijgen. 2. Indien burgemeester en wethuders binnen de termijn, genemd in het eerste lid, beslissen niet bereid te zijn het ged te kpen f p grnd van een andere titel te verkrijgen heeft de vervreemder gedurende drie jaar na die beslissing de vrijheid tt vervreemding aan derden vrzver het betreft het in zijn aanbd vermelde ged. De vervreemding betreft alle in de pgave vermelde gederen tezamen, met inbegrip van het gedeelte en van het bedrijf f de nderneming, waarvan de vervreemder bij het verstrekken van die pgave ingevlge artikel 11, derde f vierde lid, heeft geëist dat het mede in de verkp zu wrden betrkken.
3. Bij verschrijding van de termijn, genemd in het eerste lid, is het tweede lid van vereenkmstige tepassing met dien verstande dat de in dat lid genemde peride van drie jaar aanvangt na verlp van die termijn. Artikel 13 1. Indien burgemeester en wethuders en de vervreemder in nderhandeling zijn getreden ter bepaling van de vervreemdingsvrwaarden en gehandeld is vereenkmstig de artikelen 11 en 12, eerste lid, kan de vervreemder aan burgemeester en wethuders verzeken m binnen vier weken de rechter te verzeken een rdeel ver de prijs te geven. 2. Bij hun verzekschrift verleggen burgemeester en wethuders een gewaarmerkt afschrift van het verzek van de vervreemder. 3. Bij verschrijding van de in het eerste lid genemde termijn f indien burgemeester en wethuders schriftelijk weigeren een verzekschrift in te dienen, is artikel 12, derde lid, van vereenkmstige tepassing. 4. De rechtbank benemt een f meer deskundigen die z spedig mgelijk aan de rechtbank advies ver de prijs uitbrengen. Bij het ten beheve van het advies uit te veren nderzek wrdt nder meer de ligging en de gesteldheid van de desbetreffende nrerende zaak betrkken. De rechtbank rdeelt met vereenkmstige tepassing van de artikelen 40b tt en met 40f van de nteigeningswet. 5. De rechtbank det binnen zes maanden na ntvangst van het verzekschrift bij beschikking uitspraak. Van de beschikking van de rechtbank staat uitsluitend berep in cassatie pen. 6. De ksten van de rechterlijke prcedure, het deskundigenadvies alsmede de redelijkerwijs dr de vervreemder vr rechtsbijstand en andere deskundige bijstand gemaakte ksten kmen ten laste van de gemeente. Indien de rechter daarte termen vindt in de mstandigheden van het geval, is deze bevegd de ksten geheel f gedeeltelijk te cmpenseren. 7. Indien dr schriftelijke intrekking van het verzek dr burgemeester en wethuders de prcedure tussentijds wrdt beëindigd, heeft de vervreemder gedurende drie jaar na de intrekking de vrijheid tt vervreemding aan derden vrzver het betreft het in zijn pgave vermelde ged. De rechter beslist dan bij beschikking ver de ksten, bedeld in het zesde lid. Artikel 14 Indien de vervreemder binnen drie maanden, te rekenen van de dag van nherrepelijk wrden van de beschikking, bedeld in artikel 13, vijfde lid, bij aangetekende brief aan de gemeente verlangt dat deze het betrkken ged verkrijgt, is de gemeente verplicht haar medewerking te verlenen aan de ttstandkming van een ntariële akte tt levering aan haar van het betrkken ged tegen betaling aan de vervreemder van de bij nherrepelijke rechterlijke beschikking bepaalde prijs.
Artikel 15 1. De vervreemder kan de rechtbank verzeken te bepalen dat de gemeente wegens de bijzndere persnlijke mstandigheden van de vervreemder gehuden is medewerking te verlenen aan de verdracht tegen een dr de rechtbank vast te stellen prijs van het ged, dat is vervat in de pgave, bedeld in artikel 11, eventueel met inbegrip van de ingevlge het derde en vierde lid van dat artikel mede in die pgave vermelde bestanddelen. 2. Het met redenen mkleed verzekschrift kan wrden gedaan binnen twee maanden te rekenen van de dag: a. waarp burgemeester en wethuders de termijn, bedeld in artikel 13, eerste lid, hebben verschreden f indien zij schriftelijk weigeren een verzekschrift in te dienen; b. waarp de intrekking, bedeld in artikel 13, zevende lid, van het verzek ter griffie is ntvangen. 3. De rechtbank det binnen zes maanden na ntvangst van het verzekschrift bij beschikking uitspraak ver het verzek en bij tewijzing daarvan tevens ver de prijs. Zij berdeelt f het redelijk is dat vervreemding aan de gemeente, gezien de bijzndere persnlijke mstandigheden die terzake van belang kunnen zijn, achterwege zu blijven. Van de beschikking staat uitsluitend berep in cassatie pen. 4. Bij afwijzing van het verzek heeft de vervreemder gedurende drie jaar na het nherrepelijk wrden van de rechterlijke beschikking de vrijheid tt vervreemding aan derden vrzver betreft het in zijn pgave, bedeld in artikel 11, vermelde ged. De vervreemding betreft alle in de pgave vermelde gederen tezamen, met inbegrip van het gedeelte en van het bedrijf f de nderneming, waarvan de vervreemder bij het verstrekken van die pgave ingevlge artikel 11, derde f vierde lid, heeft geëist dat het mede in de verkp zu wrden betrkken. 5. De artikelen 13, vierde en zesde lid, en 14 zijn van vereenkmstige tepassing. Artikel 16 [Vervallen per 01-07-2010] Artikel 17 [Vervallen per 01-07-2010] Artikel 18 [Vervallen per 01-07-2010] Artikel 19 [Vervallen per 01-07-2010]
Artikel 20 [Vervallen per 01-07-2010] Artikel 21 [Vervallen per 01-07-2010] Artikel 22 [Vervallen per 01-02-1990] Artikel 23 [Vervallen per 01-02-1990] Artikel 24 1. De inschrijving in de in afdeling 2 van titel 1 van Bek 3 van het Burgerlijk Wetbek bedelde penbare registers van een akte, behelzende een vervreemding anders dan aan de gemeente, vindt alleen plaats indien p het in te schrijven stuk is pgenmen een ntariële verklaring, hudende dat p de betrkken nrerende zaak geen aanwijzing f vrlpige aanwijzing in de zin van deze wet van tepassing is, hetzij dat de vervreemding niet in strijd is met deze wet. 2. Vr de tepassing van het vrige lid wrdt met de daar bedelde ntariële verklaring gelijkgesteld de verklaring van een persn bedeld in artikel 91 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetbek, die vereenkmstig het daar bepaalde een nderhandse akte tt levering heeft pgesteld. Artikel 25 1. Vr zver na de verdracht aan de gemeente van een nrerende zaak f van een beperkt recht waaraan z n zaak is nderwrpen ingevlge de artikelen 10 tt en met 15, 24 en 26 vanwege een besluit tt aanwijzing vereenkmstig artikel 2 in samenhang met artikel 3 f 4, znder dat de in artikel 3, eerste lid, f 4, eerste lid, bedelde andere bestemming is verwezenlijkt, bij een nherrepelijk bestemmingsplan een bestemming is aangewezen waarmee de ttstandkming van de aanwijzing zu zijn uitgeslten, kan de vervreemder vrderen dat de gemeente hem de schade zal vergeden die hij als gevlg van die verdracht mcht hebben geleden. 2. Gelijke bevegdheid heeft de vervreemder na de verdracht ingevlge de artikelen 10 tt en met 15, 24 en 26 vanwege een besluit tt aanwijzing vereenkmstig artikel 2 in samenhang met 5, f een besluit tt vrlpige aanwijzing vereenkmstig artikel 6, vr zver de bij die verdracht betrkken nrerende zaak niet binnen de desbetreffende termijn, genemd in artikel 6 f 9 is pgenmen in een besluit als bedeld in artikel 5, nderscheidenlijk in een bestemmingsplan f structuurvisie, waarbij de bij de
aanwijzing f vrlpige aanwijzing aan de betrkken nrerende zaak tegedachte bestemming is gehandhaafd. 3. Indien tepassing is gegeven aan artikel 9a, eerste f tweede lid, treedt vr de tepassing van het eerste f tweede lid de prvincie nderscheidenlijk de Staat in de plaats van de gemeente. Artikel 26 1.Een gemeente kan de nietigheid inrepen van rechtshandelingen die zijn verricht met de kennelijke strekking afbreuk te den aan haar in deze wet geregelde vrkeurspsitie. 2.Het verzek met wrden gedaan binnen acht weken nadat de gemeente een afschrift heeft ntvangen van de akte waarin de desbetreffende rechtshandeling is vervat bij de rechtbank van het arrndissement waarbinnen de gemeente is gelegen. De gemeente is niet ntvankelijk in haar verzek indien zij met de desbetreffende rechtshandeling schriftelijk heeft ingestemd. Artikel 27 [Vervallen per 01-07-2010] Artikel 28 Wij geven bij algemene maatregel van bestuur nadere vrschriften vr de uitvering van deze wet. Artikel 29 [Bevat wijzigingen in andere regelgeving.] Artikel 30 Deze wet kan wrden aangehaald als "Wet vrkeursrecht gemeenten".