Wmo monitor Hulst

Vergelijkbare documenten
Onderzoek klanttevredenheid Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Gemeente Hulst

Wmo monitor Onderzoek klanttevredenheid en prestatiegegevens

Wmo monitor Hulst. Uitkomsten tevredenheidsonderzoek en prestatiegegevens 2009

Wmo monitor Sluis. Uitkomsten tevredenheidsonderzoek en prestatiegegevens 2009

Wmo monitor Schouwen-Duiveland. Uitkomsten tevredenheidsonderzoek en prestatiegegevens 2009

Onderzoek Klanttevredenheid Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Gemeente Noord-Beveland. Wmo-monitor 2014

Wmo monitor Terneuzen. Uitkomsten tevredenheidsonderzoek en prestatiegegevens 2009

1 Inleiding Onderzoeksgroep en dataverzameling Informatie De aanvraag Procedure Wachttijd...

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek. Gemeente Zutphen

Wmo monitor Noord-Beveland. Uitkomsten tevredenheidsonderzoek en prestatiegegevens 2008

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 Gemeente Nijkerk

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Uitgevoerd door Dimensus Klanttevredenheidsonderzoek /20

2 Onderzoeksgroep en dataverzameling... 2

Wmo monitor Hulst. Uitkomsten tevredenheidsonderzoek en prestatiegegevens 2008

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning 2010

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Te besluiten om:

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Verslag Klanttevredenheidsonderzoek 2007 Gemeente Heusden

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Bijlagen Quickscan Rekenkameronderzoek Wmo-beleid

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klanttevredenheid Wmo-verstrekkingen 2011

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Gemeente Zeist. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over juli 2015

Raadsinformatiebrief

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Gemeente Castricum mei juni 2008

Companen waar wonen beweegt

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over Concept. 11 augustus 2014

Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Gemeente Alphen-Chaam

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 en klanttevredenheid dienstverlening Gemeente Boskoop

Gemeente Nunspeet. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Meting over 2012

1. Inleiding Methode van onderzoek Responsverantwoording Leeswijzer 2

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Velsen

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo - de kanteling. Gemeente Groesbeek Juni 2014

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Gemeente Beuningen. Wmo klanttevredenheidsonderzoek over Concept. 3 april 2014

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen ROGplus Nieuwe Waterweg Noord

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Resultaten van het onderzoek naar de tevredenheid over Wmo voorzieningen na de wijzigingen van het beleid in 2010 in de Gemeente Borger-Odoorn

Cliëntervaringsonderzoek Wmo BMWE gemeenten 2016 Gemeente Bedum AHA! marktonderzoek en marketingadvies

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Gemeente Landsmeer. Wmo-klanttevredenheid over juni 2014

Horizontale verantwoording Wmo over 2011

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Gemeente IJsselstein. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Concept 12 juli 2016

Gemeente Montfoort. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over augustus 2015

Gemeente Woerden. Klanttevredenheid Wmo over juli 2014

Wmo-klanttevredenheidsonderzoek. over 2009

Resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in de gemeente Sint Anthonis in

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

1. Algemene gegevens. 1a) Uw geboortejaar :.. 1b) Postcode :... (alleen de cijfers) 1c) Bent u een man of een vrouw? Man Vrouw

Gemeente Bergen op Zoom

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Adviesnota Bestuur datum: 28 augustus 2014

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Resultaten van het onderzoek naar de tevredenheid over Wmo voorzieningen na de wijzigingen van het beleid in 2010 in de gemeente Borger-Odoorn

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015

Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Gemeente Steenbergen. Wmo klanttevredenheid over juli 2014

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO Gemeente Boxmeer

GEMEENTE ECHT-SUSTEREN

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Bloemendaal

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Veghel

Werkbelevingsonderzoek 2013

Companen. Gemeente Steenbergen. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2012

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

Gemeente Woerden. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2011

Hoe tevreden bent u over de volgende onderdelen van het Wmo-loket?

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Gemeente Breda. Onderzoek klanttevredenheid Wmo. Onderzoek en Informatie. Individuele voorzieningen in Breda (2010)

Rapport Hulst Middelburg, december 2013

Onderzoek klanttevredenheid Wmo gemeente Vught

Transcriptie:

Wmo monitor 2010 Hulst Middelburg, juli 2010 1

Colofon Scoop 2010 Samenstelling Wim van Gorsel Peter van Kooten Jolanda van Overbeeke-van Sluijs Scoop Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling Achter de Houttuinen 8 Postbus 407 Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118) 635311 www.scoopzld.nl scoop@scoopzld.nl Foto Flickr.com Lay-out Scoop Ontwerp men@work Scoop Drukwerk Scoop Deze uitgave is tot stand gekomen in opdracht van de Provincie Zeeland. De Provincie Zeeland streeft naar een goede sociale en culturele infrastructuur in Zeeland, in samenwerking met anderen. Als sociaal-cultureel kennis- en ontwikkelingsinstituut ondersteunt Scoop de Provincie bij haar taken in het sociaal-cultureel beleid. 2

Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 5 2. Klanttevredenheid... 6 2.1 Inleiding... 6 2.2 Analyse tabellen naar gemeente, regio en provincie (resultaten Hulst)... 7 2.3 Analyse vorm van ondersteuning (resultaten voor heel Zeeland)... 10 3. Prestatiegegevens... 11 4. Algemene gegevens (Vergelijking gemeente, regio en Zeeland)... 25 DE AANVRAAG... 27 VERWERKING VAN DE AANVRAAG... 39 DE BESCHIKKING: AANVRAAG TOEGEKEND OF AFGEWEZEN... 44 KWALITEIT VAN DE ONDERSTEUNING... 47 5. ALGEMENE GEGEVENS (Vergelijking vormen van ondersteuning)... 57 DE AANVRAAG... 59 VERWERKING VAN DE AANVRAAG... 73 DE BESCHIKKING: AANVRAAG TOEGEKEND OF AFGEWEZEN... 78 KWALITEIT VAN DE ONDERSTEUNING... 81 3

4

1. Samenvatting Om uitvoering van de Wmo te kunnen beoordelen en de bewoners en hun vertegenwoordigers hierover te informeren heeft de gemeente behoefte aan informatie. In artikel 9 van de Wmo is daarom voorgeschreven dat de gemeente jaarlijks voor 1 juli de uitkomsten moet publiceren van onderzoek over de uitvoering van de wet. Als evaluatieinstrument heeft het Ministerie van VWS daarom een vragenlijst ontworpen die ook als basis heeft gediend voor het klanttevredenheidonderzoek in Zeeland. De Zeeuwse gemeenten hebben de enquêtes in mei 2010 uitgezet onder hun cliënten met individuele voorzieningen. Daarbij is ervoor gezorgd dat de verschillende vormen van wmo-ondersteuning goed vertegenwoordigd zijn en dat ook personen van wie de aanvraag is afgewezen zijn benaderd. Voor telefonische ondersteuning bij het invullen konden cliënten contact opnemen met medewerkers van Scoop. De gemeente Hulst verstuurde 500 vragenlijsten. Daarvan zijn 234 lijsten terug ontvangen. De respons ligt daarmee op 46,8%. De leeftijdsverdeling voor Hulst wijkt enigszins af van de leeftijdsopbouw in de repons voor heel Zeeland. Het aandeel respondenten onder de 75 jaar iets minder dan in geheel Zeeland; het precentage respondenten van 85 jaar en ouder is daarentegen wat groter (28% vs. 23%). 40% van de respondenten in Hulst (in Zeeland 45%) gaf aan dat dit de eerste keer was dat zij een aanvraag deden voor ondersteuning. 16% gaf aan eerder een aanvraag te hebben gedaan voor een andere voorziening en 31% voor dezelfde voorziening. 42% van de aanvragen verliep via de gemeente. Vorig jaar was dit 65% en de genoemde 42% ligt iets hoger dan de uitkomst voor heel Zeeland; die was 50%. 83% van de respondenten antwoordde dat men goed begrepen heeft welke ondersteuning nodig was (Zeeland 90%). In 2009 was dit resp. 92% voor Hulst en Zeeland 90%. In 35% van de gevallen (Zeeland 31%) is daarbij besproken dat familie, buren etc. daar ondersteuning bij kunnen verlenen. Van degenen waarmee dit is besproken gaf 52% aan dit als prettig te hebben ervaren (Zeeland 54%). 65% van de respondenten is van mening dat de gemeente Hulst op zorgvuldige wijze met de persoonsgegevens is omgegaan (Zeeland 66%). Deze mening is men iets minder vaak toegedaan als in 2009 (73% voor Hulst, en 69% voor Zeeland). Binnen de gemeente is een Wmo-adviesraad actief. In totaal heeft 42% van de respondenten (Zeeland 34%) wel eens van de Wmo-adviesraad gehoord. In 2009 was dit nog 47%. Van de respondenten gaf 50% aan (in 2009 52%) binnen vier weken na de aanvraag ondersteuning te hebben gekregen (in Zeeland 62%). In 32% (in 2009 42%) van de gevallen duurde het langer dan vier weken (in heel Zeeland 23%). 34% van de respondenten was van mening dat het hoe dan ook te lang duurde (in heel Zeeland 30%). Dit was duidelijk minder dan in 2009 (42%). 38% van de respondenten (2009: 35%) krijgt oudelijk (in heel Zeeland 37%); 24% in combinatie met andere (Zeeland 27%). 29% (tegen 32% in 2009) ontvangt een andere Wmovoorziening (Zeeland 27%); 8% geeft aan geen individuele voorziening vanuit de Wmo te ontvangen (Zeeland 9%). Aan het eind van de vragenlijst konden respondenten een rapportcijfer geven voor de ontvangen ondersteuning. De respondenten uit Hulst gaven in 2010 gemiddeld een 7,77 (in heel Zeeland 7,61). In 2009 was dit een 7,68 (en voor Zeeland een 7,69). Het gemiddelde cijfer voor Hulst is dus iets gestegen in vergelijking met het vorig jaar en ligt nu iets boven het Zeeuwse gemiddelde. 5

2. Klanttevredenheid 2.1 Inleiding Om uitvoering van de Wmo te kunnen beoordelen en de bewoners en hun vertegenwoordigers hierover te informeren heeft de gemeente behoefte aan informatie. In artikel 9 van de Wmo is daarom voorgeschreven dat de gemeente jaarlijks voor 1 juli de uitkomsten moet publiceren van onderzoek over de uitvoering van de wet. Als evaluatieinstrument heeft het Ministerie van VWS daarom een vragenlijst ontworpen die ook als basis heeft gediend voor het klanttevredenheidonderzoek in Zeeland. In Zeeland wordt dit onderzoek voor alle 13 gemeenten jaarlijks uitgevoerd door Scoop. Voor 9 van de 13 Zeeuwse gemeenten zijn in 2010 in een steekproef 500 vragenlijsten uitgezet om de ervaringen met de Wmo te vernemen. Vier gemeenten hadden in 2009 minder dan 500 (nieuwe ) Wmo-klanten. Voor deze gemeenten is aan álle klanten een vragenlijst gestuurd. In totaal zijn 5.941 enquêtes verstuurd. De term nieuwe klanten behoeft echter enige toelichting: het gaat om klanten die in 2009 voor het eerst een aanvraag indienden én om klanten die een uitbreiding van indicatie vroegen of zonder meer een herindicatie ondergingen. De Zeeuwse gemeenten hebben de enquêtes in mei 2010 uitgezet onder hun cliënten met individuele voorzieningen. Daarbij is ervoor gezorgd dat de verschillende vormen van wmo-ondersteuning goed vertegenwoordigd zijn en dat ook personen van wie de aanvraag is afgewezen zijn benaderd. Voor telefonische ondersteuning bij het invullen konden cliënten contact opnemen met medewerkers van Scoop. Centraal in de klanttevredenheidsonderzoeken staat de beleving van Wmo-cliënten. Het gaat er dus om een beeld te krijgen hoe Wmo-cliënten het proces van de (eerste) aanvraag tot en met de beschikking op hun aanvraag hebben ervaren en hoe tevreden zij zijn over de kwaliteit van de ondersteuning. Respons en analyse In totaal zijn er in de dertien Zeeuwse gemeenten 5.941 vragenlijsten verstuurd. Van deze enquêtes. Daarvan zijn er 2.650 teruggestuurd. Het responspercentage is daarmee 44,5%. Dit is iets meer dan in 2009 (41%) De gemeente Hulst verstuurde 500 vragenlijsten. Daarvan zijn 234 lijsten terug ontvangen. De respons ligt daarmee op 46,8%. De verdeling naar leeftijd binnen de respons ziet er als volgt uit: Tabel 2.1 Verdeling binnen de respons naar leeftijd in Hulst % tot 64 jaar 17,6 65-74 jaar 15,0 75-84 jaar 39,7 85 jaar eo 27,7 Totaal 100,0 De leeftijdsverdeling voor Hulst wijkt enigszins af van de leeftijdsopbouw in de repons voor heel Zeeland. Het aandeel respondenten onder de 75 jaar iets minder dan in geheel Zeeland; het precentage respondenten van 85 jaar en ouder is daarentegen wat groter (28% vs. 23%). In dit hoofdstuk worden de uitkomsten van de vragenlijst klanttevredenheid aan de hand van de tabellen in de bijlage gepresenteerd. Eerst volgt in paragraaf 2.2 de antwoordverdeling van de gemeente, welke wordt gelegd naast de antwoorden die in de regio en in Zeeland worden gegeven. 6

Om een goede vergelijking mogelijk te maken tussen gemeenten, is een weging toegepast die ervoor zorgt dat elke gemeente even zwaar meetelt in het Zeeuwse gemiddelde. Het aantal respondenten per gemeente is daarvoor opgehoogd tot 500. Het gemeentelijke percentage verandert hier niet door. Het regionale en Zeeuwse cijfer geeft de gemiddelde score van de daartoe behorende gemeenten weer. In de tabellen waarin de vergelijking tussen vormen van ondersteuning wordt gemaakt (het tweede deel van de tabellenreeks) is het aantal respondenten dat de vraag niet heeft beantwoord aangeduid met een M. Het niet beantwoorden van vragen kan zowel het gevolg zijn van het niet willen of kunnen beantwoorden van vragen, evenals van het feit dat vragen soms niet van toepassing zijn voor respondenten. De N geeft het aantal respondenten dat de betreffende vraag heeft beantwoord. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ontvangers van huishoudelijke, ontvangers van een andere individuele voorziening en mensen die beide vormen van ondersteuning ontvangen. De analyse in paragraaf 2.3 bevat overigens alleen de vergelijking van de gemiddelde waardering van de onderscheiden ondersteuningsvormen in de gehele provincie. 2.2 Analyse tabellen naar gemeente, regio en provincie (resultaten Hulst) Aanvraag/eerste contact 40% van de respondenten in Hulst (in Zeeland 45%) gaf aan dat dit de eerste keer was dat zij een aanvraag deden voor ondersteuning. 16% gaf aan eerder een aanvraag te hebben gedaan voor een andere voorziening en 31% voor dezelfde voorziening. 42% van de aanvragen verliep via de gemeente. Vorig jaar was dit 65% en de genoemde 42% ligt iets hoger dan de uitkomst voor heel Zeeland; die was 50%. Het CIZ neemt nog 15% voor haar rekening (aandeel CIZ in 2009-17%). Via de huisarts kwam 10%, via de verpleegkundige of het ziekenhuis (3%) en via overige kanalen nog 9%. Het contact verliep vaker schriftelijk als telefonisch (29% tegen 19%). Een aanvraag persoonlijk bij de aanvrager thuis kwam in 30% van de gevallen voor. 53% van de Hulstse respondenten (in Zeeland 58%) had wel eens contact gehad met het Wmo-loket in de gemeente. De bezaamheid van loketmedewerkers werd als voldoende gewaardeerd door 84%. In 2009 door 91%. 83% vond ook de deskundigheid voldoende (2009: 83%). De zitgelegenheid in de wachtruimte werd door 63% als voldoende beoordeeld, wat overigens wel afwijkt van het oordeel van andere gebruikers in Zeeland (49% tevreden). De privacy aan het loket wordt door 9% als onvoldoende genoemd (2009: 11%). Hier is dus niet veel verbetering bereikt. De toegankelijkheid, bewegwijzering en parkeergelegenheid bij het Wmo-loket worden in een zeer beperkt aantal gevallen negatief beoordeeld, respectievelijk door 1%, 3% en 22% (Zeeland 3%, 3% en 8%). De bereikbaarheid met openbaar vervoer van het loket werd ook in 2010 het minst vaak (12%) als voldoende beoordeeld (Zeeland 18%). Verwerking aanvraag 83% van de respondenten antwoordde dat men goed begrepen heeft welke ondersteuning nodig was (Zeeland 90%). In 2009 was dit resp. 92% voor Hulst en Zeeland 90%. In 35% van de gevallen (Zeeland 31%) is daarbij besproken dat familie, buren etc. daar ondersteuning bij kunnen verlenen. Van degenen waarmee dit is besproken gaf 52% aan dit als prettig te hebben ervaren (Zeeland 54%). 65% van de respondenten is van mening dat de gemeente Hulst op zorgvuldige wijze met de persoonsgegevens is omgegaan (Zeeland 66%). Deze mening is men iets minder vaak toegedaan als in 2009 (73% voor Hulst, en 69% voor Zeeland). In dit kader werd de vraag of men informatie heeft ontvangen over de rechten en plichten door 27% bevestigend beantwoord (Zeeland 64%). Het vaakst gebeurde dit (alleen) schriftelijk. De informatie die men hierbij ontving werd door een duidelijke meerderheid (65% tegen 77% in 2009, en 70% in Zeeland tegen 74% in 2009) als makkelijk te begrijpen gerangschikt. 37% van de respondenten (Zeeland 41%) heeft op een of andere manier uitleg gehad over de mogelijkheid een klacht in te dienen. In de meeste gevallen gebeurde dit (alleen) schriftelijk. 76% (Zeeland 72%) antwoordde dat deze informatie makkelijk te begrijpen was (in 2009 resp. 73% voor Hulst en 74% voor Zeeland). 7

WMO-adviesraad Binnen de gemeente is een Wmo-adviesraad actief. In totaal heeft 42% van de respondenten (Zeeland 34%) wel eens van de Wmo-adviesraad gehoord. In 2009 was dit nog 47%. De beschikking Van de respondenten gaf 50% aan (in 2009 52%) binnen vier weken na de aanvraag ondersteuning te hebben gekregen (in Zeeland 62%). In 32% (in 2009 42%) van de gevallen duurde het langer dan vier weken (in heel Zeeland 23%). 34% van de respondenten was van mening dat het hoe dan ook te lang duurde (in heel Zeeland 30%). Dit was duidelijk minder dan in 2009 (42%). 79% (in 2009 was dit voor Hulst eveneens 79%) van de respondenten is van mening dat men voldoende op de hoogte is gehouden over de afhandeling van zijn of haar aanvraag (Zeeland resp. 80% en 79% in 2009). 83% (in 2009 82%) van de respondenten ontving uiteindelijk alle ondersteuning die werd gewenst (Zeeland resp. 86% en 84% in 2009). Van degene waarvoor dat niet het geval was, werd aan 71% (in 2009 65%) van de respondenten (in Zeeland aan 70% en 67% in 2009) uitgelegd waarom de aanvraag geheel of gedeeltelijk werd afgewezen. Van deze geheel of gedeeltelijk afgewezen groep gaf 74% aan (in 2009 was dit 66%) niet te begrijpen waarom de aanvraag uiteindelijk werd afgewezen (in Zeeland gold dit resp.voor 72% en 72%). Op dit informatieonderdeel is dus geen vooruitgang geboekt door Hulst. Kwaliteit ondersteuning 38% van de respondenten (2009: 35%) krijgt oudelijk (in heel Zeeland 37%); 24% in combinatie met andere (Zeeland 27%). 29% (tegen 32% in 2009) ontvangt een andere Wmovoorziening (Zeeland 27%); 8% geeft aan geen individuele voorziening vanuit de Wmo te ontvangen (Zeeland 9%). 81% (in 2009 80%) van degenen die ondersteuning kregen ontvangen dit in natura (Zeeland resp. 79% en 79% in 2009); 11% krijgt een pgb, in 2009 eveneens 11% (Zeeland resp.14% en 12% voor 2009). De overigen ontvangen gedeeltelijk geld, gedeeltelijk wordt de ondersteuning direct voor hen geregeld. Door 44% van degenen die ondersteuning hebben gekregen werd aangegeven dat ze zelf konden kiezen in welke vorm ze deze ondersteuning kregen (Zeeland 54% ). Zowel in Hulst als in heel Zeeland is dit gestegen ten opzichte van 2009. In 66% (in 2009 68%) van de gevallen wordt voor de ondersteuning een eigen bijdrage gevraagd (Zeeland resp. 74% en 77% voor 2009). Voor 11% van hen vormt dit een probleem in Hulst (Zeeland 11%). In 2009 lag dit op 17% voor de gemeente Hulst en Zeeland op 20%. Het aandeel cliënten voor wie de eigen bijdrage een probleem vormt is in Hulst dus afgenomen. Tot slot: evaluatie Aan het eind van de vragenlijst werd aan de hand van een aantal stellingen geëvalueerd hoe de ontvangen ondersteuning werd gewaardeerd door respondenten. In grafiek 2.1 zijn de uitkomsten grafisch weergegeven van Hulst en Zeeland. Feitelijk zien we hier de mate waarin de respondenten de ondersteuning als compensatie ervaren. 8

Grafiek 2.1: Waardering van ondersteuning in Hulst en gemiddeld in Zeeuwse gemeenten (% 'eens') Beter contacten leggen en onderhouden Kan aan meer activiteiten buitenshuis deelnemen Mijn zelfstandigheid is vergroot Zeeland 2010 Zeeland 2009 Hulst 2010 Hulst 2009 Ik kan makkelijker ergens komen Mijn huishouden loopt beter Precies wat ik nodig had 0% 20% 40% 60% 80% 100% Uit de bovenstaande grafiek blijkt dat zowel in Hulst als in geheel Zeeland de stellingen dat het huishouden beter loopt en dat de wmo-ondersteuning precies is wat men nodig heeft duidelijk het grootste aandeel respondenten telt dat de stelling onderschrijft. De andere stellingen worden zowel in Hulst als Zeeland door duidelijk minder mensen onderschreven. Dit geldt met name met betrekking tot het leggen van contacten en het deelnemen aan activiteiten buitenshuis. In de voorlaatste vraag konden respondenten een rapportcijfer geven voor de ontvangen ondersteuning. De respondenten uit Hulst gaven in 2010 gemiddeld een 7,77 (in heel Zeeland 7,61). In 2009 was dit een 7,68 (en voor Zeeland een 7,69). Het gemiddelde cijfer voor Hulst is dus iets gestegen in vergelijking met het vorig jaar en ligt nu iets boven het Zeeuwse gemiddelde. Tot slot Aan het eind van de enquête werd in 2010 een extra vraag gesteld. Dit betrof de vraag of zodra dit mogelijk was men een deel van de aangevraagde uren huishoudelijke zou willen inruilen voor andere praktische (bijv. tuin of bij kleine klussen). Door 10% van de respondenten werd deze vraag bevestigend beantwoord (Zeeland: 8%). 9

2.3 Analyse vorm van ondersteuning (resultaten voor heel Zeeland) In de vorige paragraaf is de verdeling van de respondenten over de verschillende vormen van ondersteuning in Hulst weergegeven. Aanvullend is voor de gehele provincie getoetst of er sprake is van verschillen in de waardering die respondenten geven naar gelang hun ondersteuning (huishoudelijke, rolstoel etc.). De uitkomst hiervan is dat op dit niveau geen significante verschillen zijn gevonden. Onderstaand de uitkomsten voor de verschillende vormen van ondersteuning: Tabel 2.2 Waardering in rapportcijfer (1 t/m 10) per vorm van ondersteuning (tussen haakjes: meting 2009) Vorm van ondersteuning Gemiddeld cijfer Aantal respondenten Huish. Hulp 7.68 (7,62) 678 Huish. Hulp/anderw wmo- 7.56 (7,68) 503 Andere wmo- 7.60 (7,79) 473 10

3. Prestatiegegevens Bij het onderdeel prestatiegegevens gaat het erom dat de gemeente inzichtelijk maakt hoe het staat met de uitvoering van de verschillende onderdelen van het Wmo beleid. Bijvoorbeeld door een inschatting te geven van de kosten die gemaakt zijn in het afgelopen jaar en door aan te geven welke ondersteuning en faciliteiten er zijn voor vrijwilligers. In de Regeling maatschappelijke ondersteuning is vastgelegd om welke prestatiegegevens het precies gaat. Om de prestatiegegevens onderling zo vergelijkbaar mogelijk te houden, heeft VWS een vragenset ontworpen (zie www.artikel9wmo.nl). Voor de Wmo-monitor Zeeland is aan alle gemeenten gevraagd deze vragenset digitaal in te vullen en in te sturen. In onderstaande figuren worden per vraag de antwoorden van alle Zeeuwse gemeenten weergegeven. Dit jaar is middels een kruisje aangegeven wat de gemeente Hulst heeft geantwoord. 2. Hoe werkt de gemeente aan de kwaliteit van de in het kader van de Wmo geleverde producten en diensten? 11

3. In hoeverre betrekt de gemeente de ingezetenen per prestatieveld bij de totstandkoming van het Wmo-beleid? 4. In hoeverre gebruikt de gemeente onderstaande of andere methoden om de ingezetenen actief te betrekken bij de totstandkoming van het Wmo-beleid? 12

5. Onderneemt de gemeente onderstaande of andere activiteiten om het sociale klimaat en de leefbaarheid in wijken en buurten te bevorderen? 13

6. Biedt de gemeente onderstaande of andere faciliteiten bij opvoedondersteuning? 7. Welke Wmo-diensten worden aangeboden in het gemeentelijk loket / informatiepunt? 14

8. Welke faciliteiten biedt of organiseert de gemeente op het terrein van cliëntondersteuning? 15

9. Biedt de gemeente onderstaande of andere ondersteuning en/of faciliteiten voor mantelzorgers? 16

10. Biedt de gemeente onderstaande of andere ondersteuning en/of faciliteiten voor vrijwilligers in de zorg en voor overige vrijwilligers? 11. In hoeverre heeft de gemeente de bij het huishouden afgestemd met zorgfuncties in het kader van de AWBZ? 17

12. Voor welke individuele voorzieningen geldt een eigen bijdrage? 18

13. Hoe bepaalt de gemeente het bedrag dat als eigen bijdrage per persoon gevraagd wordt? 19

14. Zijn er in de gemeente (of regio waartoe de gemeente behoort) voldoende plaatsen voor de maatschappelijke opvang of vrouwenopvang? 15. Welke activiteiten onderneemt de gemeente en/of de regio waartoe de gemeente behoort, om vrouwenopvang te bevorderen en om huiselijk geweld te voorkomen en tegen te gaan? 20

16. Welke activiteiten onderneemt de gemeente en/of de regio waartoe de gemeente behoort, om de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGz) te bevorderen en om dak-en thuisloosheid tegen te gaan? 21

17. Welke ondersteuning en / of faciliteiten biedt de gemeente en/of de regio waartoe de gemeente behoort, voor de maatschappelijke zorg voor verslaafden en voor de beperking van de overlast door verslaving? 22

18. Welke activiteiten biedt de gemeente en/of de regio waartoe de gemeente behoort, op het terrein van verslavingsbeleid? 23

19. Hoeveel uitgaven (in Euro) heeft de gemeente naar schatting in het voorgaande jaar uitgegeven aan de uitvoering van de Wmo voor de volgende IV3-functies? 4.500.000,00 4.000.000,00 3.500.000,00 3.000.000,00 2.500.000,00 2.000.000,00 1.500.000,00 1.000.000,00 500.000,00-620 Maatschappelijke begeleiding en advies 622 Huishoudelijke verzorging 630 Sociaal-cultureel werk 652 Voorzieningen gehandicapten Zeeland gemiddeld Hulst 350,00 300,00 250,00 200,00 150,00 100,00 50,00 - Totale uitgaven per hoofd van de bevolking 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 622 Huishoudelijke verzorging 630 Sociaalcultureel werk 652 Voorzieningen gehandicapten Zeeland Hulst 24

4. Algemene gegevens Bijlage 1: Tabellen vergelijking gemeente, regio en Zeeland 1 1. Bent u een man of een vrouw? man 32% 31% 30% vrouw 68% 69% 70% N=455 N=1313 N=5665 (M=45) (M=187) (M=836) 2. Leeftijdscategorie tot 64 jaar 18% 18% 21% 65-74 jaar 15% 17% 17% 75-84 jaar 40% 40% 39% 85 jaar eo 28% 24% 23% N=500 N=1491 N=6455 (M=0) (M=9) (M=45) 1 De markering in de kolom gemeente geeft aan of het gemeentelijke percentage voor de betreffende antwoordcategorie significant afwijkt van de waarden voor de overige Zeeuwse gemeenten. 25

3a. Wat is uw netto (gezins)inkomen gemiddeld per maand? minder dan 850 euro, alleenstaand tussen 850 en 1200 euro, alleenstaand tussen 1200 en 1700 euro, alleenstaand meer dan 1700 euro, alleenstaand minder dan 1200 euro, met partner tussen 1200 en 1700 euro, met partner tussen 1700 en 2500 euro, met partner meer dan 2500 euro, met partner 5% 6% 6% 43% 37% 35% 15% 14% 14% 2% 4% 6% 2% 3% 2% 24% 22% 20% 7% 10% 12% 2% 4% 5% N=462 N=1397 N=6115 (M=38) (M=103) (M=385) 26

DE AANVRAAG 4. Heeft u in 2009 een aanvraag ingediend voor enige vorm van ondersteuning? ja 67% 74% 80% nee 33% 26% 20% N=434 N=1317 N=5611 (M=66) (M=183) (M=890) 4a. Was het de allereerste keer dat u een aanvraag deed voor ondersteuning: ja, nooit eerder een aanvraag gedaan nee, eerder een aanvraag gedaan voor dezelfde voorziening nee, eerder een aanvraag gedaan voor een andere voorziening nee, eerder een aanvraag gedaan voor een andere voorziening én deze voorziening 40% 46% 45% 30% 28% 28% 16% 15% 14% 13% 11% 12% N=301 N=1017 N=4613 (M=199) (M=483) (M=1887) 27

4b1. aanvraag: bij het huishouden ja 38% 41% 47% nee 62% 59% 53% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 4b2. aanvraag: vervoersvoorziening ja 25% 34% 29% nee 75% 66% 71% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 4b3. aanvraag: rolstoelvoorziening ja 7% 8% 9% nee 93% 92% 91% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 28

4b4. aanvraag: woonvoorziening ja 8% 11% 10% nee 92% 89% 90% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 4b5. aanvraag: vergoeding verhuis/inrichtingskosten ja 2% 2% 2% nee 98% 98% 98% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 4b6. aanvraag: anders/buiten wmo ja 7% 6% 7% nee 93% 94% 93% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 29

5. Was het voor u duidelijk waar u moest zijn voor uw aanvraag voor ondersteuning? ja 86% 90% 90% nee 14% 10% 10% N=306 N=1056 N=4788 (M=194) (M=445) (M=1713) 6_1. aanvraag via gemeente ja 42% 51% 50% nee 58% 49% 50% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 6_2. aanvraag via CIZ ja 15% 19% 25% nee 85% 81% 75% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 30

6_3. aanvraag via huisarts ja 10% 9% 7% nee 90% 91% 93% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 6_4. aanvraag via verpleegkundige ja 1% 2% 5% nee 99% 98% 95% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 6_5. aanvraag via andere kanalen ja 9% 8% 8% nee 91% 92% 92% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 31

7_1. contact over aanvraag schriftelijk ja 29% 29% 30% nee 71% 71% 70% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 7_2. contact over aanvraag telefonisch ja 20% 25% 34% nee 80% 75% 66% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 7_3. contact over aanvraag persoonlijk, thuis ja 30% 39% 34% nee 70% 61% 66% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 32

7_4. contact over aanvraag persoonlijk, elders ja 11% 9% 10% nee 89% 91% 90% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 8. Heeft u wel eens contact gehad met het Wmo-loket van uw gemeente? ja, aan het loket 21% 17% 14% ja, telefonisch 20% 21% 35% ja, zowel telefonisch als aan het loket 11% 9% 10% nee 47% 53% 42% N=318 N=1086 N=4911 (M=182) (M=414) (M=1589) 33

8a. Kent u de naam van het loket in uw gemeente? ja, namelijk 31% 22% 31% nee 69% 78% 69% N=145 N=455 N=2570 (M=355) (M=1045) (M=3930) 9a. deskundigheid medewerkers wmo-loket voldoende 83% 83% 74% onvoldoende 1% 4% 7% weet niet 11% 9% 14% niet van toepassing 4% 3% 4% N=152 N=434 N=2499 (M=348) (M=1066) (M=4002) 34

9b. bezaamheid medewerkers wmo-loket voldoende 84% 88% 86% onvoldoende 4% 4% 5% weet niet 10% 6% 5% niet van toepassing 3% 2% 4% N=156 N=453 N=2558 (M=344) (M=1047) (M=3942) 9c. snelheid waarmee u geholpen werd (wachttijd) voldoende 74% 81% 75% onvoldoende 16% 11% 13% weet niet 8% 5% 6% niet van toepassing 1% 3% 6% N=156 N=453 N=2468 (M=344) (M=1047) (M=4032) 35

9d. zitgelegenheid in wachtruimte wmo-loket? voldoende 72% 60% 49% onvoldoende 3% 5% 4% weet niet 12% 10% 12% niet van toepassing 13% 25% 35% N=147 N=430 N=2298 (M=353) (M=1070) (M=4202) 9e. privacy spreekruimte wmo-loket voldoende 61% 49% 40% onvoldoende 9% 11% 8% weet niet 13% 12% 15% niet van toepassing 17% 27% 37% N=150 N=433 N=2274 (M=350) (M=1067) (M=4226) 36

9f. toegankelijkheid (drempels, smalle doorgangen, hoge balies etc.) voldoende 70% 61% 47% onvoldoende 1% 4% 3% weet niet 13% 10% 13% niet van toepassing 16% 25% 37% N=150 N=429 N=2265 (M=350) (M=1072) (M=4235) 9g. bewegwijzering wmo-loket voldoende 70% 59% 47% onvoldoende 3% 8% 3% weet niet 13% 12% 15% niet van toepassing 13% 21% 35% N=143 N=425 N=2250 (M=357) (M=1075) (M=4250) 37

9h. parkeergelegenheid wmo-loket voldoende 43% 43% 48% onvoldoende 22% 23% 8% weet niet 10% 9% 9% niet van toepassing 25% 25% 35% N=147 N=426 N=2302 (M=353) (M=1074) (M=4198) 9i. bereikbaarheid met openbaar vervoer van wmo-loket voldoende 12% 23% 18% onvoldoende 24% 14% 10% weet niet 15% 14% 20% niet van toepassing 49% 49% 53% N=143 N=422 N=2255 (M=357) (M=1078) (M=4246) 38

VERWERKING VAN DE AANVRAAG 10. Heeft men bij uw aanvraag volgens u goed begrepen welke ondersteuning u nodig heeft? ja 83% 90% 90% nee 6% 3% 4% weet niet 7% 5% 4% geen mening 4% 2% 2% N=325 N=1103 N=4978 (M=175) (M=397) (M=1522) 11. Soms kan een familielid, buur, kennis of vriend of vriendin ondersteuning bieden, in plaats van de gemeente. Is deze mogelijkheid met u besproken? is besproken 35% 34% 31% is niet besproken 27% 26% 28% niet van toepassing 39% 40% 40% N=314 N=1063 N=4728 (M=186) (M=437) (M=1772) 39

12. Heeft u de wijze waarop mogelijke ondersteuning door familie, buur, kennis of vriend of vriendin is besproken, als prettig ervaren? ja, prettig 53% 57% 54% nee, niet prettig 10% 7% 8% weet niet 8% 8% 10% geen mening 29% 28% 28% N=126 N=389 N=1759 (M=374) (M=1111) (M=4741) 13. Is de gemeente naar uw idee op zorgvuldige wijze met uw persoonsgegevens omgegaan? ja 65% 67% 66% nee 2% 2% 1% weet niet 27% 26% 28% geen mening 6% 4% 5% N=338 N=1143 N=5207 (M=162) (M=357) (M=1294) 40

14. Heeft u informatie ontvangen over uw rechten en plichten? ja, schriftelijk en mondeling 27% 29% 28% ja, alleen schriftelijk 26% 26% 31% ja, alleen mondeling 7% 7% 6% nee 19% 17% 17% weet niet 21% 21% 19% N=318 N=1083 N=5061 (M=182) (M=417) (M=1439) 15. Was de informatie die u ontving over rechten en plichten makkelijk te begrijpen? makkelijk te begrijpen 65% 70% 70% moeilijk te begrijpen 16% 17% 16% weet niet 6% 6% 6% geen mening 13% 8% 9% N=190 N=681 N=3199 (M=310) (M=820) (M=3301) 41

16. Heeft u uitleg gehad over mogelijkheden om een klacht in te dienen? ja, schriftelijk en mondeling 13% 15% 15% ja, alleen schriftelijk 20% 20% 22% ja, alleen mondeling 3% 4% 5% nee 39% 35% 37% weet niet 25% 25% 22% N=321 N=1074 N=4974 (M=180) (M=426) (M=1526) 17. Was de uitleg die u ontving over mogelijkheden om een klacht in te dienen makkelijk te begrijpen? makkelijk te begrijpen 76% 74% 72% moeilijk te begrijpen 9% 10% 11% weet niet 11% 9% 7% geen mening 4% 8% 9% N=118 N=422 N=2062 (M=383) (M=1078) (M=4438) 42

18. Heeft u wel eens gehoord van de Wmo-adviesraad in uw gemeente? ja 42% 33% 34% nee 58% 67% 66% N=344 N=1138 N=5175 (M=156) (M=363) (M=1325) 43

DE BESCHIKKING: AANVRAAG TOEGEKEND OF AFGEWEZEN 19. Hoeveel tijd zat er ongeveer tussen het moment dat u voor het eerst contact had over uw aanvraag en het moment dat u hoorde of u uw ondersteuning kreeg? minder dan een week 4% 6% 9% 1-2 weken 16% 21% 24% 3-4 weken 30% 33% 29% meer dan 4 weken 32% 23% 23% nog geen antwoord ontvangen 2% 1% 1% weet niet 16% 16% 14% N=333 N=1125 N=5194 (M=167) (M=375) (M=1306) 20. Vond u dit te lang duren, te kort, of precies lang genoeg? te lang 35% 27% 30% precies lang genoeg 63% 72% 69% te kort 3% 2% 1% N=291 N=997 N=4664 (M=209) (M=503) (M=1837) 44

21. Bent u voldoende op de hoogte gehouden over de afhandeling van uw aanvraag? voldoende 79% 82% 80% onvoldoende 21% 18% 20% N=299 N=1034 N=4780 (M=201) (M=466) (M=1720) 22. Is uw aanvraag uiteindelijk toegekend? Met andere woorden: ontvangt u de ondersteuning waar u om gevraagd heeft? ja, alle aangevraagde ondersteuning is toegekend 83% 86% 86% ja, aangevraagde ondersteuning is gedeeltelijk toegekend nee, aanvraag is geheel afgewezen 10% 9% 9% 7% 5% 6% N=314 N=1079 N=5022 (M=186) (M=421) (M=1478) 45

23. Is aan u uitgelegd waarom de aanvraag (gedeeltelijk) is afgewezen? ja 71% 70% 70% nee 21% 14% 18% weet niet 8% 16% 12% N=51 N=149 N=685 (M=449) (M=1351) (M=5815) 24. Kunt u begrijpen waarom uw aanvraag (gedeeltelijk) is afgewezen? ja 26% 24% 27% nee 74% 76% 73% N=49 N=143 N=648 (M=451) (M=1357) (M=5852) 46

KWALITEIT VAN DE ONDERSTEUNING 25_2. Vorm ondersteuning: huishouden ja 44% 46% 53% nee 56% 54% 47% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 25_3. Vorm ondersteuning: vervoersvoorziening ja 27% 36% 32% nee 73% 64% 68% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 25_4. Vorm ondersteuning: rolstoelvoorziening ja 7% 10% 10% nee 93% 90% 90% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 47

25_5. Vorm ondersteuning: woonvoorziening/woningaanpassing ja 9% 9% 10% nee 91% 91% 90% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 25_6. Vorm ondersteuning: vergoeding verhuis/inrichtingskosten ja 3% 2% 2% nee 97% 98% 98% N=500 N=1500 N=6500 (M=0) (M=0) (M=0) 48

Vorm van ondersteuning 38% 31% 37% huish en 24% 29% 27% andere wmo-voorziening 29% 32% 27% geen/buiten Wmoondersteuning genoemd 8% 8% 9% N=333 N=1112 N=5075 (M=167) (M=388) (M=1425) 26. Hoe ontvangt of ontving u in 2009 uw ondersteuning? ik krijg geld om de ondersteuning zelf te regelen (pgb) de ondersteuning wordt direct voor mij geregeld (in natura) gedeeltelijk pgb, gedeeltelijk in natura 11% 14% 14% 81% 77% 79% 8% 9% 7% N=254 N=862 N=3953 (M=246) (M=638) (M=2548) 49

27. Heeft u zelf kunnen kiezen hoe u uw ondersteuning wilde ontvangen? ja 44% 47% 54% nee 34% 32% 28% weet niet 22% 21% 18% N=267 N=924 N=4245 (M=233) (M=576) (M=2255) 28. Wordt er voor de ondersteuning een eigen bijdrage gevraagd? ja 66% 63% 74% nee 26% 32% 21% weet niet 9% 5% 5% N=301 N=1008 N=4611 (M=199) (M=492) (M=1889) 50

29. Vormt de hoogte van de eigen bijdrage voor u een probleem? nee, de eigen bijdrage is geen probleem ja, de eigen bijdrage is te hoog 89% 91% 89% 11% 9% 11% N=190 N=618 N=3304 (M=310) (M=882) (M=3196) 30. De ondersteuning die ik krijg, is precies wat ik nodig had. eens 82% 86% 86% oneens 11% 8% 7% geen mening 7% 6% 7% N=291 N=1001 N=4599 (M=209) (M=499) (M=1901) 51

31. Door de ondersteuning loopt mijn huishouden beter. eens 74% 73% 75% oneens 3% 3% 3% niet van toepassing 18% 19% 17% geen mening 4% 5% 5% N=293 N=991 N=4568 (M=207) (M=509) (M=1932) 32. De ondersteuning zorgt ervoor dat ik makkelijker ergens kan komen. eens 60% 64% 57% oneens 4% 4% 5% niet van toepassing 32% 27% 33% geen mening 5% 4% 5% N=297 N=1007 N=4595 (M=203) (M=493) (M=1905) 52

33. De ondersteuning heeft mijn zelfstandigheid vergroot. eens 59% 65% 59% oneens 5% 6% 6% niet van toepassing 30% 23% 28% geen mening 7% 6% 7% N=295 N=1006 N=4593 (M=205) (M=494) (M=1907) 34. De ondersteuning zorgt ervoor dat ik meer aan activiteiten buitenshuis deelneem. eens 45% 45% 38% oneens 9% 9% 9% niet van toepassing 34% 36% 43% geen mening 12% 10% 9% N=297 N=1008 N=4572 (M=203) (M=492) (M=1929) 53

35. De ondersteuning zorgt ervoor dat ik beter contacten kan leggen en onderhouden. eens 48% 49% 40% oneens 8% 9% 8% niet van toepassing 35% 33% 43% geen mening 9% 9% 10% N=297 N=1002 N=4552 (M=203) (M=498) (M=1948) 36. Welk cijfer (1 t/m 10) geeft u voor de door u ontvangen ondersteuning? 1 1% 1% 1% 2 0% 0% 1% 3 1% 1% 1% 4 1% 1% 1% 5 4% 3% 2% 6 4% 6% 6% 7 20% 23% 28% 8 50% 46% 41% 9 12% 13% 12% 10 8% 7% 7% N=293 N=1013 N=4597 (M=207) (M=487) (M=1903) 54

37. Zodra dit mogelijk wordt,zou u dan een deel van de aangevraagde uren huishoudelijke willen inruilen voor andere praktische? nee 90% 91% 92% ja 10% 9% 8% N=130 N=359 N=1975 (M=370) (M=1141) (M=4525) 37a. Tuin ja 4% 4% 4% nee 96% 96% 96% N=308 N=780 N=3564 (M=192) (M=720) (M=2936) 37b. Hulp bij kleine klus binnen ja 4% 3% 3% nee 96% 97% 97% N=308 N=780 N=3564 (M=192) (M=720) (M=2936) 55

37c. Anders, nl ja 1% 2% 1% nee 99% 98% 99% N=308 N=780 N=3564 (M=192) (M=720) (M=2936) 56

5. ALGEMENE GEGEVENS Bijlage 2: Vergelijking vormen van ondersteuning 1. Bent u een man of een vrouw? huish en man 31% 23% 41% vrouw 69% 77% 59% N=54 N=35 N=41 (M=5) (M=3) (M=5) 2. Leeftijdscategorie huish en tot 64 jaar 14% 8% 17% 65-74 jaar 14% 18% 17% 75-84 jaar 51% 39% 33% 85 jaar eo 22% 34% 33% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 57

3a. Wat is uw netto (gezins)inkomen gemiddeld per maand? huish en minder dan 850 euro, alleenstaand tussen 850 en 1200 euro, alleenstaand tussen 1200 en 1700 euro, alleenstaand meer dan 1700 euro, alleenstaand minder dan 1200 euro, met partner tussen 1200 en 1700 euro, met partner tussen 1700 en 2500 euro, met partner meer dan 2500 euro, met partner 2% 3% 9% 49% 43% 36% 16% 19% 7% 4% 5% 0% 2% 5% 0% 21% 22% 32% 5% 3% 11% 2% 0% 5% N=57 N=37 N=44 (M=2) (M=1) (M=2) 58

DE AANVRAAG 4. Heeft u in 2009 een aanvraag ingediend voor enige vorm van ondersteuning? huish en ja 96% 94% 95% nee 4% 6% 5% N=51 N=35 N=42 (M=8) (M=3) (M=4) 4a. Was het de allereerste keer dat u een aanvraag deed voor ondersteuning: huish en ja, nooit eerder een aanvraag gedaan nee, eerder een aanvraag gedaan voor dezelfde voorziening nee, eerder een aanvraag gedaan voor een andere voorziening nee, eerder een aanvraag gedaan voor een andere voorziening én deze voorziening 40% 27% 47% 40% 27% 24% 6% 30% 16% 13% 16% 13% N=52 N=37 N=38 (M=7) (M=1) (M=8) 59

4b1. aanvraag: bij het huishouden huish en ja 88% 74% 2% nee 12% 26% 98% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 4b2. aanvraag: vervoersvoorziening huish en ja 2% 63% 50% nee 98% 37% 50% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 60

4b3. aanvraag: rolstoelvoorziening huish en ja 2% 16% 15% nee 98% 84% 85% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 4b4. aanvraag: woonvoorziening huish en ja 2% 18% 17% nee 98% 82% 83% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 61

4b5. aanvraag: vergoeding verhuis/inrichtingskosten huish en ja 2% 8% 2% nee 98% 92% 98% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 4b6. aanvraag: anders/buiten wmo huish en ja 3% 13% 11% nee 97% 87% 89% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 62

5. Was het voor u duidelijk waar u moest zijn voor uw aanvraag voor ondersteuning? huish en ja 88% 83% 87% nee 12% 17% 13% N=52 N=36 N=38 (M=7) (M=2) (M=8) 6_1. aanvraag via gemeente huish en ja 59% 68% 70% nee 41% 32% 30% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 6_2. aanvraag via CIZ huish en ja 17% 47% 13% nee 83% 53% 87% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 63

6_3. aanvraag via huisarts huish en ja 12% 26% 9% nee 88% 74% 91% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 6_4. aanvraag via verpleegkundige huish en ja 5% 0% 0% nee 95% 100% 100% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 64

6_5. aanvraag via andere kanalen huish en ja 12% 5% 17% nee 88% 95% 83% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 7_1. contact over aanvraag schriftelijk huish en ja 41% 55% 37% nee 59% 45% 63% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 65

7_2. contact over aanvraag telefonisch huish en ja 22% 34% 33% nee 78% 66% 67% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 7_3. contact over aanvraag persoonlijk, thuis huish en ja 54% 45% 30% nee 46% 55% 70% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 66

7_4. contact over aanvraag persoonlijk, elders huish en ja 8% 11% 24% nee 92% 89% 76% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 8. Heeft u wel eens contact gehad met het Wmo-loket van uw gemeente? huish en ja, aan het loket 19% 21% 24% ja, telefonisch 17% 26% 29% ja, zowel telefonisch als aan het loket 7% 9% 10% nee 57% 44% 38% N=54 N=34 N=42 (M=5) (M=4) (M=4) 67

8a. Kent u de naam van het loket in uw gemeente? huish en ja, namelijk 25% 17% 43% nee 75% 83% 57% N=20 N=18 N=23 (M=39) (M=20) (M=23) 9a. deskundigheid medewerkers wmo-loket huish en voldoende 85% 94% 74% onvoldoende 5% 0% 0% weet niet 5% 6% 17% niet van toepassing 5% 0% 9% N=20 N=18 N=23 (M=39) (M=20) (M=23) 68

9b. bezaamheid medewerkers wmo-loket huish en voldoende 86% 89% 78% onvoldoende 5% 0% 9% weet niet 5% 11% 9% niet van toepassing 5% 0% 4% N=22 N=18 N=23 (M=37) (M=20) (M=23) 9c. snelheid waarmee u geholpen werd (wachttijd) huish en voldoende 71% 79% 78% onvoldoende 24% 5% 9% weet niet 0% 16% 13% niet van toepassing 5% 0% 0% N=21 N=19 N=23 (M=38) (M=19) (M=23) 69

9d. zitgelegenheid in wachtruimte wmo-loket? huish en voldoende 68% 67% 68% onvoldoende 0% 0% 9% weet niet 11% 22% 9% niet van toepassing 21% 11% 14% N=19 N=18 N=22 (M=40) (M=20) (M=24) 9e. privacy spreekruimte wmo-loket huish en voldoende 60% 61% 59% onvoldoende 5% 6% 9% weet niet 10% 28% 9% niet van toepassing 25% 6% 23% N=20 N=18 N=22 (M=39) (M=20) (M=24) 70

9f. toegankelijkheid (drempels, smalle doorgangen, hoge balies etc.) wmo-loket huish en voldoende 65% 67% 64% onvoldoende 0% 0% 5% weet niet 10% 28% 9% niet van toepassing 25% 6% 23% N=20 N=18 N=22 (M=39) (M=20) (M=24) 9g. bewegwijzering wmo-loket huish en voldoende 60% 65% 71% onvoldoende 10% 0% 0% weet niet 10% 29% 10% niet van toepassing 20% 6% 19% N=20 N=17 N=21 (M=39) (M=21) (M=25) 71

9h. parkeergelegenheid wmo-loket huish en voldoende 35% 41% 50% onvoldoende 25% 29% 14% weet niet 5% 18% 14% niet van toepassing 35% 12% 23% N=20 N=17 N=22 (M=39) (M=21) (M=24) 9i. bereikbaarheid met openbaar vervoer wmo-loket huish en voldoende 14% 11% 11% onvoldoende 24% 33% 17% weet niet 5% 28% 11% niet van toepassing 57% 28% 61% N=21 N=18 N=18 (M=38) (M=20) (M=28) 72

VERWERKING VAN DE AANVRAAG 10. Heeft men bij uw aanvraag volgens u goed begrepen welke ondersteuning u nodig heeft? huish en ja 81% 87% 93% nee 6% 3% 2% weet niet 11% 5% 5% geen mening 2% 5% 0% N=54 N=38 N=43 (M=5) (M=0) (M=3) 11. Soms kan een familielid, buur, kennis of vriend of vriendin ondersteuning bieden, in plaats van de gemeente. Is deze mogelijkheid met u besproken? huish en is besproken 37% 39% 29% is niet besproken 31% 22% 29% niet van toepassing 31% 39% 41% N=54 N=36 N=41 (M=5) (M=2) (M=5) 73

12. Heeft u de wijze waarop mogelijke ondersteuning door familie, buur, kennis of vriend of vriendin is besproken, als prettig ervaren? huish en ja, prettig 57% 50% 53% nee, niet prettig 5% 14% 0% weet niet 14% 7% 7% geen mening 24% 29% 40% N=21 N=14 N=15 (M=38) (M=24) (M=31) 13. Is de gemeente naar uw idee op zorgvuldige wijze met uw persoonsgegevens omgegaan? huish en ja 70% 68% 62% nee 0% 0% 2% weet niet 25% 30% 27% geen mening 5% 3% 9% N=56 N=37 N=45 (M=3) (M=1) (M=1) 74

14. Heeft u informatie ontvangen over uw rechten en plichten? huish en ja, schriftelijk en mondeling 23% 29% 30% ja, alleen schriftelijk 27% 31% 21% ja, alleen mondeling 10% 9% 2% nee 21% 9% 16% weet niet 19% 23% 30% N=52 N=35 N=43 (M=7) (M=3) (M=3) 15. Was de informatie die u ontving over rechten en plichten makkelijk te begrijpen? huish en makkelijk te begrijpen 56% 63% 78% moeilijk te begrijpen 19% 17% 4% weet niet 3% 13% 4% geen mening 22% 8% 13% N=32 N=24 N=23 (M=27) (M=14) (M=23) 75

16. Heeft u uitleg gehad over mogelijkheden om een klacht in te dienen? huish en ja, schriftelijk en mondeling 21% 9% 10% ja, alleen schriftelijk 14% 26% 21% ja, alleen mondeling 4% 6% 2% nee 36% 34% 38% weet niet 25% 26% 29% N=56 N=35 N=42 (M=3) (M=3) (M=4) 17. Was de uitleg die u ontving over mogelijkheden om een klacht in te dienen makkelijk te begrijpen? huish en makkelijk te begrijpen 71% 86% 79% moeilijk te begrijpen 14% 0% 14% weet niet 10% 14% 0% geen mening 5% 0% 7% N=21 N=14 N=14 (M=38) (M=24) (M=32) 76

18. Heeft u wel eens gehoord van de Wmo-adviesraad in uw gemeente? huish en ja 35% 47% 56% nee 65% 53% 44% N=57 N=38 N=43 (M=2) (M=0) (M=3) 77

DE BESCHIKKING: AANVRAAG TOEGEKEND OF AFGEWEZEN 19. Hoeveel tijd zat er ongeveer tussen het moment dat u voor het eerst contact had over uw aanvraag en het moment dat u hoorde of u uw ondersteuning kreeg? huish en minder dan een week 0% 5% 7% 1-2 weken 20% 19% 11% 3-4 weken 36% 38% 18% meer dan 4 weken 29% 24% 44% nog geen antwoord ontvangen 0% 3% 0% weet niet 16% 11% 20% N=56 N=37 N=45 (M=3) (M=1) (M=1) 20. Vond u dit te lang duren, te kort, of precies lang genoeg? huish en te lang 34% 25% 41% precies lang genoeg 66% 72% 56% te kort 0% 3% 3% N=50 N=32 N=39 (M=9) (M=6) (M=7) 78

21. Bent u voldoende op de hoogte gehouden over de afhandeling van uw aanvraag? huish en voldoende 77% 76% 85% onvoldoende 23% 24% 15% N=52 N=33 N=41 (M=7) (M=5) (M=5) 22. Is uw aanvraag uiteindelijk toegekend? Met andere woorden: ontvangt u de ondersteuning waar u om gevraagd heeft? huish en ja, alle aangevraagde ondersteuning is toegekend 89% 83% 93% ja, aangevraagde ondersteuning is gedeeltelijk toegekend nee, aanvraag is geheel afgewezen 11% 11% 5% 0% 6% 2% N=54 N=35 N=43 (M=5) (M=3) (M=3) 79

23. Is aan u uitgelegd waarom de aanvraag (gedeeltelijk) is afgewezen? huish en ja 67% 60% 100% nee 33% 20% 0% weet niet 0% 20% 0% N=6 N=5 N=3 (M=53) (M=33) (M=43) 24. Kunt u begrijpen waarom uw aanvraag (gedeeltelijk) is afgewezen? huish en ja 33% 0% 67% nee 67% 100% 33% N=6 N=5 N=3 (M=53) (M=33) (M=43) 80

KWALITEIT VAN DE ONDERSTEUNING 25_2. Vorm ondersteuning: huishouden huish en ja 100% 100% 0% nee 0% 0% 100% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 25_3. Vorm ondersteuning: vervoersvoorziening huish en ja 0% 84% 65% nee 100% 16% 35% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 81

25_4. Vorm ondersteuning: rolstoelvoorziening huish en ja 0% 18% 20% nee 100% 82% 80% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 25_5. Vorm ondersteuning: woonvoorziening/woningaanpassing huish en ja 0% 18% 28% nee 100% 82% 72% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 82

25_6. Vorm ondersteuning: vergoeding verhuis/inrichtingskosten huish en ja 0% 8% 7% nee 100% 92% 93% N=59 N=38 N=46 (M=0) (M=0) (M=0) 26. Hoe ontvangt of ontving u in 2009 uw ondersteuning? huish en ik krijg geld om de ondersteuning zelf te regelen (pgb) de ondersteuning wordt direct voor mij geregeld (in natura) gedeeltelijk pgb, gedeeltelijk in natura 10% 9% 14% 83% 88% 69% 6% 3% 17% N=48 N=32 N=35 (M=11) (M=6) (M=11) 83

27. Heeft u zelf kunnen kiezen hoe u uw ondersteuning wilde ontvangen? huish en ja 53% 44% 31% nee 23% 29% 54% weet niet 23% 26% 15% N=47 N=34 N=39 (M=12) (M=4) (M=7) 28. Wordt er voor de ondersteuning een eigen bijdrage gevraagd? huish en ja 88% 81% 26% nee 5% 19% 60% weet niet 7% 0% 14% N=56 N=37 N=42 (M=3) (M=1) (M=4) 84

29. Vormt de hoogte van de eigen bijdrage voor u een probleem? huish en nee, de eigen bijdrage is geen probleem ja, de eigen bijdrage is te hoog 85% 90% 100% 15% 10% 0% N=46 N=29 N=12 (M=13) (M=9) (M=34) 30. De ondersteuning die ik krijg, is precies wat ik nodig had. huish en eens 85% 83% 83% oneens 9% 17% 7% geen mening 6% 0% 10% N=53 N=35 N=42 (M=6) (M=3) (M=4) 85

31. Door de ondersteuning loopt mijn huishouden beter. huish en eens 93% 86% 43% oneens 4% 0% 3% niet van toepassing 2% 8% 50% geen mening 2% 5% 5% N=55 N=37 N=40 (M=4) (M=1) (M=6) 32. De ondersteuning zorgt ervoor dat ik makkelijker ergens kan komen. huish en eens 21% 81% 83% oneens 8% 3% 0% niet van toepassing 58% 17% 17% geen mening 13% 0% 0% N=53 N=36 N=42 (M=6) (M=2) (M=4) 86

33. De ondersteuning heeft mijn zelfstandigheid vergroot. huish en eens 46% 69% 62% oneens 9% 3% 2% niet van toepassing 37% 22% 29% geen mening 7% 6% 7% N=54 N=36 N=42 (M=5) (M=2) (M=4) 34. De ondersteuning zorgt ervoor dat ik meer aan activiteiten buitenshuis deelneem. huish en eens 27% 51% 55% oneens 6% 16% 7% niet van toepassing 50% 22% 29% geen mening 17% 11% 10% N=52 N=37 N=42 (M=7) (M=1) (M=4) 87

35. De ondersteuning zorgt ervoor dat ik beter contacten kan leggen en onderhouden. huish en eens 31% 51% 60% oneens 8% 14% 2% niet van toepassing 52% 22% 31% geen mening 10% 14% 7% N=52 N=37 N=42 (M=7) (M=1) (M=4) 36. Welk cijfer (1 t/m 10) geeft u voor de door u ontvangen ondersteuning? huish en 1 2% 0% 0% 2 0% 0% 0% 3 2% 0% 0% 4 2% 0% 0% 5 4% 3% 5% 6 2% 6% 8% 7 16% 22% 23% 8 55% 47% 49% 9 13% 14% 10% 10 5% 8% 5% N=55 N=36 N=39 (M=4) (M=2) (M=7) 88

37. Zodra dit mogelijk wordt,zou u dan een deel van de aangevraagde uren huishoudelijke willen inruilen voor andere praktische? huish en nee 90% 100% 100% ja 10% 0% 0% N=49 N=5 N=2 (M=10) (M=33) (M=44) 37a. Tuin huish en ja 9% 0% 13% nee 91% 100% 88% N=54 N=5 N=8 (M=5) (M=33) (M=38) 89

37b. Hulp bij kleine klus binnen huish en ja 7% 0% 13% nee 93% 100% 88% N=54 N=5 N=8 (M=5) (M=33) (M=38) 37c. Anders, nl huish en ja 4% 0% 0% nee 96% 100% 100% N=54 N=5 N=8 (M=5) (M=33) (M=38) 90