studentengids Media vormgever cursus OV4 Ondernemersvaardigheden c OV4 versie 2013.2



Vergelijkbare documenten
Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Junior company 2. Ondernemingsplan

TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation

Ondernemersplan. Bedrijfsnaam

Inhoudsopgave. Mijnondernemingsplan.rtf Pagina 2 van 20Mijnondernemingsplan.rtf Pagina 2 van 20

Acumulus & Co. Bijlage B - Jaarrekening IB-aangifte 2017 uit Acumulus. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

Acumulus & Co. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

Acumulus & Co. Bijlage 2 - Jaarrekening IB-aangifte 2016 uit Acumulus. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

Stichting Open Future Institute

Acumulus & Co. Bijlage 2. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

Financiële ratio s met CASH!

Acumulus & Co. Bijlage 2 - Jaarrekening IB-aangifte 2015 uit Acumulus. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

Hoofdstuk 31. Ondernemingsplan. Persoonlijk plan Marketingplan Financieel plan Organisatieplan

> Een praktijkvoorbeeld van de openingsbalans staat in de CASE achterin het boek. Rechterkant, passiva, credit Vaste activa. 7.

Qredits. Ondernemingsplan (in geval van startend bedrijf)

BOEKHOUDING EN FINANCIERING

Exploitatiebegroting Croco Shop Netto omzet Brutowinst Operationele kosten Bedrijfsresultaat (voor bel.)

U heeft zojuist een voorbeeld ondernemingsplan gedownload vanuit MKB Bankadvies. Wij wensen u veel succes. Vragen?...info@mkbbankadvies.

De resultatenrekening

VOORBEELD JAARRAPPORTAGE

Hindu Swayamsevak Sangh. Financieel Jaarverslag 2014

Noordhoff Uitgevers bv

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2017

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016

Freelancers en zzp'ers

Hindu Swayamsevak Sangh. Financieel Jaarverslag 2012

St. Fundament. Boekjaar 2015 Blad 1 RAPPORT BETREFFENDE DE JAARREKENING van Stichting Wooninitiatief Fundament

VOA STARTERSBORREL 10 MEI 2012

UIT balans en resultatenrekening

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 Hoofdstuk 2

JAARREKENING Apolloweg 22-a AT Leeuwarden

De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps A Groningen. Financieel verslag Dossiernummer:

Handleiding voor het gebruik van het rekenmodel. Inhoud

Ondernemingsplan. De basis in 10 stappen. Een leidraad om je bedrijf, de markt en jezelf goed in kaart te brengen. Ik ga starten

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2016

Module 1 Maak een plan

Het Vijfkrachtenmodel van Porter

Belasting besparen met Deelstra Jansen

ONDERNEMINGSPLAN. Naam bedrijf: Naam ondernemer: Adres ondernemer: Datum:

Een ondernemingsplan voor een duurzaam product of dienst

Bijlagen. Bijlage 1: Resultaat 2005

KREDIETAANVRAAG. Stappen:

Aurington. Administratie en Advies

Module 4 Inzicht in cijfers

Module 4 Inzicht in cijfers

Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer

Hoofdstuk 42 belangrijk

fun house fun house fun house Pink

1 De inventarislijst en de balans

Verantwoordingsmatrix Portfolio Medisch Pedicure Ondernemen. Bron: Branche kwalificatiedossier Medisch Pedicure, maart 2009.

MEER WETEN OVER BELASTINGEN

Freelancers en zzp ers

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Beschermheer Brahma Rishi Vishvatma Bawra dji Maharaadj

SynVest Fund Management B.V. Hogehilweg 5-Z 1101 CA AMSTERDAM. Halfjaarcijfers 2017

Inhoud VII. 1. De balans Veranderingen in de balans Grootboekrekeningen Hulprekeningen van het eigen vermogen 61. Voorwoord...

Jaarstukken Stichting Koinonia

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter

Welke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen 6% primaire levensbehoefte 0% vrijgesteld (export, overheidsdiensten)

Ondernemingsplan tandarts

Bedrijfsadministratie Deel I

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

Jaarstukken Stichting Koinonia

Uitwerkingen vragen en opgaven. 1 De balans. BA. H 1 Vragen. Uitwerking vragen

HARTELIJK WELKOM. 18 mei Startersdag Unizo. BAERT Alfred

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Follow the money en De Facultatieve Vijf dingen die je moet weten om het nieuws te kunnen volgen Door: Ronald van Tol MMC, Levende Cijfers

Jaarrekening Stichting Illustere Figuren Grote Buren PS Wergea

FISCALE TIPS & BLUNDERS e druk Copyright Finovion

Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren

Bedrijfsnaam: Stichting Den Haag Texel. Van t/m

Stichting Kringloopcentrum Spullenhulp, SOEST inzake de jaarrekening 2013

ONDERNEMINGSPLAN VOORBEELD

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d.

Stichting Educatief en Cultureel Centrum Maaslanden Zijpendaalstraat PS Nijmegen. Jaarrekening 2016

MILIEURAAD ZWOLLE, Jaarrekening ALGEMEEN GRONDSLAGEN VOOR DE BALANSWAARDERING. Materiële vaste activa

Alleen beoefenaren van vrije beroepen hoeven niet te worden ingeschreven in het handelsregister. Dit geldt bijvoorbeeld voor artsen en advocaten.

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen

M&O VWO 2011/

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag KM Vlissingen

Beschermheer Brahma Rishi Vishvatma Bawra dji Maharaadj

Stichting Wensulance. te Landgraaf. Rapport inzake de jaarrekening 2015

WHITE PAPER AANGIFTE INKOMSTENBELASTING

Financieel verslag Stichting Groendomein Wasven Eindhoven

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011

Module 5 Controle over financiën

SynVest Fund Management B.V. Hogehilweg 5-Z 1101 CA AMSTERDAM. Halfjaarcijfers 2016

Financiële verantwoording stichting SOKA Balans per 31 december Activa. Vaste activa. Vlottende Activa. Passiva

Stichting Gate 48 te Amsterdam JAARREKENING 2015

Ciropack Holding B.V. gevestigd te Heiloo. Publicatiestukken Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel

1/9. MILIEURAAD ZWOLLE, Jaarrekening 2017 ALGEMEEN GRONDSLAGEN VOOR DE BALANSWAARDERING. Materiële vaste activa

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de publicatiebalans 2018

studentengids mediavormgeven grafische vormgeving training 068 Infographics vormgeven met Adobe Illustrator CS3 leerjaar 2 t 068 versie 001

RAPPORT inzake de jaarrekening 2014 van Stichting Grafisch Museum te GRONINGEN. Blad 1

Ken je markt. graficus jr. Themamodules met voorbereiding op de ecommerce Webshop KEN JE MARKT

BECO: DE BALANS - THEORIE

Transcriptie:

studentengids Media vormgever Ondernemersvaardigheden 4 c versie 2013.2

Competenties In deze ga je aan de slag met de volgende kerntaken, bijbehorende werkprocessen en competenties. In de laatste kolom staat tijdens welke opdrachten je bezig bent met deze werkprocessen. Kerntaak 3 Voert ondernemerstaken uit Werkprocessen Competenties Opdrachten 3.1 Stelt een ondernemingsplan op J. Formuleren en rapporteren N. Onderzoeken X. Ondernemend en commercieel handelen 1, 2, 3 en 4 3.2 Promoot het bedrijf G. Relaties bouwen en netwerken I. Presenteren X. Ondernemend en commercieel handelen 3.3 Regelt financiële zaken J. Formuleren en rapporteren T. Instructies en procedures opvolgen Y. Bedrijfsmatig handelen 5, 6 en 7 2

Ondernemersvaardigheden Veel studenten zullen na het verlaten van het GLU te maken krijgen met het als zelfstandige (ZZPer) aannemen van opdrachten of het als freelancer uitvoeren van werkzaamheden. Een groeiend aantal studenten heeft hier al tijdens de studie mee te maken. Tijdens de ondernemersvaardigheden maken de studenten kennis met verschillende aspecten van het ondernemerschap zoals verwerving van opdrachten, promotie, (markt)onderzoek en financiële en administratieve vaardigheden. Aan het eind van de sen zijn de studenten in staat een ondernemingsplan te schrijven na het doen van een onderzoek en met gebruikmaking van hulpmiddelen en termen, zoals SWOT-analyse en marketingmix, die dan uitgebreid aan bod zijn gekomen. In dit vierde en laatste deel komt voornamelijk het maken van een ondernemersplan aan de orde. Verder is er o.a. aandacht voor een aantal administratieve en financiële aspecten van het ondernemerschap. Opdrachten Ter voorbereiding op de Proeve van Bekwaamheid (PVB) komen onderwerpen zoals het maken van (onderdelen van) een ondernemersplan en een aantal administratieve en financiële aspecten van het ondernemerschap aan de orde. Voor een deel is dit herhaling van onderwerpen die eerder aan bod kwamen. De eerste opdrachten betreffen onderdelen van het ondernemersplan o.a. door het doen van onderzoek en het maken van een verslag daarvan. Vervolgens komen we op het gebied van administratie wederom begrippen tegen zoals omzet, kosten en afschrijvingen. Ook gaan we kijken naar zaken die met belastingen te maken hebben: winst uit onderneming, investeringssubsidie, de kleine ondernemersregeling, starterssubsidies, etc. Werkwijze en begeleiding Iedere les begint met de introductie van een onderwerp gevolgd door een opdracht. Een enkele keer kan twee lessen aan een opdracht gewerkt worden en wordt dus van bovenstaande afgeweken. 3

Beoordeling Bewijslast Om tot een totaalbeoordeling te komen worden de zeven opdrachten apart beoordeeld Beoordelingscriteria (of prestatie-indicatoren) - Opdrachten moeten inhoudelijk volledig en volgens specificaties gemaakt worden. - Plannen en verslagen moeten in helder en duidelijk Nederlands geschreven worden. - De opdrachten moeten volgens schema aan het eind van de betreffende les of uiterlijk voor aanvang van de volgende les ingeleverd worden Beoordelingswijze Voor iedere opdracht krijgt de student een individueel cijfer. Bij een groepsopdracht krijgt de student dit cijfer alleen als hij/zij een evenredige bijdrage aan het groepsproces heeft gegeven. Alle opdrachten tellen even zwaar mee voor het eindcijfer. Beoordelingsmoment en planning De eerste zes opdrachten worden tussentijds beoordeeld. De eindopdracht wordt aan het eind van de periode beoordeeld. De opdrachten dienen telkens aan het eind van de les ingeleverd te worden door ze in de betreffende submap van de inlevermap te plaatsen. Bij later inleveren kunnen punten van het cijfer afgetrokken worden. Herkansing/repareren Uitsluitend na overleg met de docent kunnen opdrachten op een ander tijdstip ingeleverd en beoordeeld worden. 4

Planning van week tot week Week Les Inleveren 1 SWOT-analyse opdr. 1 (SWOT) 2 Marketingmix 3 Marketingmix opdr. 2 (4 P s / 6 P s) 4 Porter opdr. 3 (Porter) 5 Berekening modaal inkomen opdr. 4 (belastingen etc.) 6 Balans opdr. 5 (balans) 7 Winst- en verliesrekening / balans opdr. 6 (balans 2) 8 opdr. 7 () 9 opdr. 8 () 10 (concurrentie) Plaats binnen de opleiding Dit is het vierde deel van het vak ondernemersvaardigheden. In dit deel komen zaken als identiteit, onderzoek, verslaglegging, administratie, belasting en subsidies aan de orde. Studiebelastingsuren (SBU) 9 x 2 lesuren (18 x 5/6) 15 9 x 1 huiswerkuur 9 totaal SBU 24 5

Waar kun je de opdrachten vinden? De opdrachten staan zowel in de lesmap op de server als vanaf de volgende pagina in deze studentengids. Bijlagen Voor een aantal opdrachten zitten achteraan in deze gids bijlagen met belangrijke informatie. Week Les Bijlage Balans 1 Belastingen, regelingen en subsidies 5 6

SWOT-analyse Opdracht 4.1 Een belangrijk deel van het ondernemingsplan is de SWOT-analyse. Bij een SWOT-analyse ga je na wat je sterke en zwakke punten zijn. SWOT staat voor Strengths, Weeknesses, Opportunities and Threats. Deze oefening heb je al eerder gedaan. Nu, een jaar later of misschien zelfs nadat je stage hebt gelopen, zullen de sterke en zwakke punten er waarschijnlijk heel anders uit zien dan toen. NB Hieronder staat uitleg met een aantal voorbeelden. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je die vrijwel letterlijk overneemt. Kijk serieus naar je eigen sterke en zwakke punten. Strengths (sterke punten) Hier geef je een opsomming van je sterke eigenschappen. Denk hierbij niet alleen aan eigenschappen als goed kunnen ontwerpen, goed / snel zijn in programmeren maar ook aan goed zijn in klantenwerven, communicatie. Geef van iedere eigenschap aan waarom deze zo belangrijk is voor het product of de dienst die jij aanbiedt. Weaknesses (zwakke punten) Bij het noemen van je zwakke punten is het belangrijk om gelijk een oplossing te noemen. Een zwak punt kan zijn administatie doen waarbij een oplossing dan kan zijn contact met goede boekhouder, tegen aantrekkelijk tarief. Opportunities (kansen) Hier noem je de kansen die je in de markt ziet. Als je Apps kan maken is een blijvende stijging van de vraag naar mobiele toepassingen een goed argument. Of de economische crisis heeft de bodem bereikt, we zien een toename van investeringen in ons vakgebied. Threats (bedreigingen) Zeker op de langere termijn moet je kunnen inschatten wat de bedreigingen vanuit de markt zijn. We lopen nu voor qua technische kennis en oplossingen voor op de concurrentie, na een jaar zal ook de concurrentie dit niveau bereiken. We zullen constant moeten investeren om de concurrentie in dit vakgebied voor te blijven. Opdracht Zoek zo nodig meer informatie op over de SWOT-analyse. Ga er van uit dat je een eenmanszaak begint. Maak een uitgebreide SWOT-analyse. Inleveren Voor deze opdracht heb je één les (twee lesuren) de tijd. Aan het einde van de les lever je het werk in, eventueel vóór aanvang van de volgende les. Geef het document de naam _1_eigennaam.doc en zet het in de inlevermap. 7

Marketingmix Opdracht 4.2 De marketingmix is de combinatie van factoren die belangrijk zijn voor het bepalen van de marketingstrategie. Het goed analyseren en definiëren van elk van deze factoren en hun onderlinge wisselwerking is onder andere afhankelijk van de doelstellingen, de markt, de doelgroep en de concurrentie. Oorspronkelijk onderscheidde men vier factoren of instrumenten voor marketing, later is dit aantal uitgebreid om aan vermeende tekortkomingen tegemoet te komen. Marketingmix, de 4 P s De originele 4Ps zijn vooral relevant in de consumentengoederen marketing, zoals supermarktproducten of duurzame goederen als witgoed of auto s. Het originele marketingmix model werd in het Engels opgesteld. Doordat de Engelse termen (product, price, place en promotion) in veel talen ook door woorden beginnend met de letter P te vertalen zijn, is het 4P-model ook buiten het Engelse taalgebied verspreid geraakt. Product De eerste P staat voor product, soms ook de productmix genoemd. Het betreft hier naast fysieke producten ook diensten. Denk bij product niet alleen aan het ding of de dienst zelf maar ook aan de bekendheid ervan (is het zo nieuw en innovatief dat je mensen moet uitleggen wat het is / wat je er mee kan?) en aan de presentatie ervan (verpakking?). Ook service kan een rol spelen. Je kan ook service op zich al als een product beschouwen. Prijs De prijs is voor zowel leverancier als consument een belangrijke factor en wordt over het algemeen bepaald door de verhouding tussen vraag en aanbod. Het is in de meeste productcategorieën ook een erg snel te veranderen factor en daardoor een veel gebruikt marketingmix-instrument. Bij prijs gaat het niet om het noemen van de prijs op zich maar hoe de prijs marketing-technisch wordt ingezet. Ga je iets onder de prijs van de concurrenten zitten om zo je product te verkopen of opdrachten binnen te halen? Kan je juist iets boven de prijs van de concurrenten gaan zitten vanwege de (naams) bekendheid van je bedrijf, de hogere kwaliteit van je product of is het product zo innovatief dat je de enige aanbieder bent. Plaats Denk bij plaats niet alleen aan de locatie waar je zelf gevestigd bent maar (nog veel belangrijker) aan de plaats waar het product verkocht wordt. Bij een tastbaar product denk je al gauw aan een winkel die op een in het oog springende plek is gevestigd. Als het echter om een zeer specialistisch product gaat kan het op een goedkopere locatie aan de man worden gebracht, mensen komen dan speciaal voor dit product naar je zaak, je moet het niet hebben van mensen die toevallig bij je in de etalage kijken. 8

Promotie Onder promotie valt de communicatie van een bedrijf gericht op het stimuleren van de verkoop. Enkele activiteiten die onder de promotie-mix geschaard kunnen worden zijn: public relations: het nastreven van goede contacten met publieksgroepen, zoals klanten, concurrenten, leveranciers en financiers. reclame: niet-persoonlijke communicatie gericht op grote groepen afnemers, bijvoorbeeld in de vorm van reclamefolders, of radio- en tv-reclames. persoonlijke verkoop: een zeer effectief, maar doorgaans duur verkoopmiddel. Persoonlijke verkoop gebeurt in interactie met de klant waardoor direct op eventuele bezwaren of vooroordelen ingespeeld kan worden. Bovendien kan persoonlijke verkoop een vertrouwensband scheppen die de risicoperceptie van de klant vermindert. verkooppromotie: het vestigen van de aandacht op een prijsverlaging (de prijsverlaging zelf valt onder de P van prijs). cold calling: het direct telefonisch benaderen van willekeurige dan wel geselecteerde personen of bedrijven Opdracht Geef voor het product / de producten die jij gaat verkopen aan hoe jij de marketingmix zou gaan toepassen. Inleveren Je hebt voor dit onderzoek één les (2 lesuren) de tijd. Aan het einde van de les lever je het werk in, eventueel vóór aanvang van de volgende les. Digitaal in de inlevermap (filename: OV_4_2_eigenNaam.doc). 9

Marketingmix 2 Opdracht 4.3 Vaak worden de 4 P s van de marketingmix uitgebreid. In sommige modellen vind je meer dan 8 P s. Personeel (people) De kwaliteit van het personeel kan essentieel zijn bij de beleving van het productaanbod. Niet alleen is personeel essentieel als visitekaartje, maar ook in de vorm van verkopers of (after sales) service medewerkers vormen zij een doorslaggevende factor voor uiteindelijke klanttevredenheid. In de BizzGame heb je reeds gezien dat je met personeelstevredenheid punten vergaart voor je imago. Partners Het wordt steeds belangrijker om met anderen samen te werken, andere zelfstandigen of zelfs andere bedrijven. Vooral grote(re) bedrijven willen vaak niet (of mogen vaak niet van de investeerder die hun in de greep houdt) werk aan zelfstandigen uitbesteden. De reden hiervoor is dat continuïteit vaak niet gewaarborgd is. Wordt de ondernemer ziek dan wordt de deadline niet gehaald. In een groter bedrijf (of een samenwerkingsverband) vangen mensen elkaar op. Presentatie De P van presentatie wordt soms gebruikt om het belang van imago of de manier waarop de onderneming zich presenteert aan te geven. Een sterk imago kan de keuze voor een bepaald product of merk gunstig beïnvloeden. Een bedrijf dat zich professioneel presenteert scoort beter dan een bedrijf dat zich er gemakkelijk vanaf maakt. Een goede uitstraling wekt vertrouwen en vertrouwen trekt klanten aan. Daarom doen bedrijven er verstandig aan zich goed te presenteren. Een goede presentatie komt in alle facetten van de marketingmix terug. Opdracht Geef voor het product / de producten die jij gaat verkopen aan hoe jij de overige P s van de marketingmix zou gaan toepassen. Je hoeft je niet te beperken tot de hier genoemde P s. Zoals al eerder gezegd zijn er nog (veel) meer. Inleveren Je hebt voor dit onderzoek één les (2 lesuren) de tijd. Aan het einde van de les lever je het werk in, eventueel vóór aanvang van de volgende les. Digitaal in de inlevermap (filename: OV_4_3_eigenNaam.doc). 10

Het vijfkrachtenmodel van Porter Opdracht 4.4 Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie, bewerkt door Kees Schouten Het vijfkrachtenmodel (competitive-forces model) is een model ontwikkeld door Michael Porter. Het model heeft als doel het winstpotentieel van een markt, oftewel bedrijfstak, te bepalen. In elke bedrijfstak wordt, volgens Porter, dit potentieel beïnvloed door vijf factoren die hij krachten noemt. De gezamenlijke kracht van deze vijf krachten bepaalt het uiteindelijke winstpotentieel van de bedrijfstak. De krachten en daarmee de kans op winsten lopen per bedrijfstak sterk uiteen. De vijf krachten zijn: De macht van leveranciers In hoeverre kan een leverancier vrij een prijs bepalen? Als er veel concurrentie is kan een leverancier niet zomaar een prijs verhogen, ook niet als dit door stijgende kosten in het productieproces gerechtvaardigd zou zijn. Ook van belang is of zijn product eenvoudig vervangen kan worden door een ander product. De macht van afnemers In hoeverre kan de afnemer (de klant) om een lagere prijs vragen? Dit hangt natuurlijk af van het aantal aanbieders dat er van een vergelijkbaar product is, veel cocurrentie is gunstig voor de klant. Ook van belang is in hoeverre de klant de omzet van het bedrijf bepaalt. Een grote klant, die bijvoorbeeld 50% van de omzet bepaalt, kan makkelijk de prijs onder druk zetten. Dit hebben we een aantal jaren gezien bij de supermarkten-oorlog toen Albert Heijn de prijzen voor de klant verlaagde en (natuurlijk) de fabrikanten onder druk zette om hun prijs te verlagen. Albert heijn is hier in feite klant van de fabrikant, een hele grote klant. De mate waarin substituten en complementaire goederen verkrijgbaar zijn Als een product eenvoudig vervangen kan worden door een ander product dan kan een prijsverhoging veel mensen doen besluiten het andere product te kopen. Bij een product als hagelslag is dit natuurlijk heel simpel maar bedenk wel dat mensen vaak ook een favoriet merk hebben. Zou een product als hagelslag bij alle merken een stuk duurder worden (omdat cacao duurder wordt bijvoorbeeld) dan zou een overstap naar stroop of zelfs kaas mogelijk een optie zijn. De dreiging van nieuwe toetreders tot de markt Als op een bepaald product een hoge marge valt te behalen is het gevaar voor de fabrikant natuurlijk dat anderen ook dit product gaan maken. Daaraan kunnen wel beperkingen zitten. Niet alleen kunnen de kosten om zo n productieproces op te starten erg hoog zijn, men kan ook te maken krijgen met octrooien en patenten en beperkende maatregelen van de overheid. De interne concurrentie van spelers op de markt Wanner de concurrentie tussen verschillende leveranciers erg groot is, zal de afnemer hier van profiteren. Mobiel telefoneren is bijvoorbeeld erg goedkoop. Het product is in principe gelijk voor iedere aanbieder. Aanbieders kunnen zich nog onderscheiden door een ander toestel of iets betere service. Door de vele vergelijkings-websites is de markt redelijk transparant en wordt de concurrentie nog verhevigd. 11

Opdracht Zoek zo nodig meer informatie op over het vijfkrachtenmodel van Porter. Beschrijf voor ieder van de vijf krachten in hoeverre deze betrekking heeft op onze branche. Geef voor ieder van de krachten zowel een voor- als tegenargument. Inleveren Voor deze opdracht heb je één les (twee lesuren) de tijd. Aan het einde van de les lever je het werk in, eventueel vóór aanvang van de volgende les. Geef het document de naam _4_eigennaam.doc en zet het in de inlevermap. 12

Belastingen, regelingen en subsidies Opdracht 4.5 Als startende ondernemer in een eenmanszaak heb je te maken met allerlei belastingen en aftrekmogelijkheden. Kijk in de betreffende bijlage wat deze allemaal zijn. Opdracht Maak een berekening van de hoogte die het bedrijfsresultaat zou moeten zijn om netto net zo veel over te houden als iemand die een modaal salaris verdient. Zet de berekening overzichtelijk in een Excel-document. Inleveren Je hebt voor deze opdracht één les (2 lesuren) de tijd. Aan het einde van de les lever je het werk in, eventueel vóór aanvang van de volgende les. Digitaal in de inlevermap (filename: OV_4_5_eigenNaam.xls) 13

Balans (korte opdracht: berekening activa) Opdracht 4.6 Werkproces 3.3: Regelt financiële zaken Introductie: In de balans die we in de Bizzgame gebruikten zagen we bij de vaste activa een aantal items zoals laptops en meubilair met hun waarde waarvoor zij op de balans stonden. Een vergelijkbare balans zie je hieronder in de tabel. In 2011 is er reeds één jaar op de vaste activa afgeschreven. Opdracht: Bereken de afschrijvingen in 2012 en de waarde waarvoor zij dan op de balans staan, uitgaande van afschrijven in 5 jaar. De vlottende activa blijven in deze oefening onveranderd. Bereken ook de totalen. Activa Activa 2011 Afschrijvingen 2012 Activa 2012 totaal totaal Vaste activa 6.320 Laptop 480 Desktop 640 i-mac 800 Printer 200 A3+ printer 200 Fotocamera 800 Software 2.400 Meubilair 800 Vlottende activa 4.123 Liquide middelen 4.123 Totaal 10.443 14

Resultaat: Een berekening van de activa in het jaar 2012. Digitaal in de inlevermap (filename: OV_4_6_eigenNaam) Planning: Voor deze opdracht heb je, na uitleg over het maken van een balans, nog circa een half uur de tijd. 15

Winst- en verliesrekening en balans Opdracht 4.7 Werkproces 3.3: Regelt financiële zaken Introductie: Voor het maken van een balans heb je o.a. de winst- en verliesrekening nodig. Hierin vind je ook de investeringen en afschrijvingen terug die in de balans niet apart vermeld staan. In de bijlage kan je vinden waar en hoe de items in de activa of passiva terecht moeten komen. Opdracht: Maak zowel een winst-en verliesrekening als een balans voor het jaar 2012 met een juiste berekening van de activa en passiva. Gebruik als uitgangspunt de balans van 2011 die op de volgende pagina staat. Je kan de bedragen invullen in de tabellen die op de volgende pagina s staan. Je maakt de berekening in Excel (of met een vergelijkbaar programma). Je dient rekening te houden met de volgende factoren / gebeurtenissen: De bedrijfsmiddelen die in 2011 op de balans staan zijn in 2011 aangeschaft, er is dus al een jaar op afgeschreven. Alle bedrijfsmiddelen worden in 5 jaar afgeschreven. In 2012 wordt in één koop in een laptop van 600 en een A3-printer van 400 geïnvesteerd De omzet in 2012 is 42.000 De bedrijfskosten zonder de investeringen en afschrijvingen bedragen 8.216, De privé-opname bedraagt 36.000 16

ACTIVA 2011 PASSIVA 2011 Vaste activa 6.032 Startvermogen 0 Laptop 520 Resultaat 2011 34.547 Desktop + 22 inch 680 Privé-opname 30.000 (-) i-mac 752 Eigen vermogen 4.547 Kantoorprinter 220 Fotocamera 760 Grafische software 2.300 Kantoormeubilair 800 Vlottende activa 6.515 Vreemd vermogen lang 8.000 Liquide middelen 6.515 Vreemd vermogen kort 0 Totaal activa 12.547 Totaal passiva 12.547 Invulmodel winst- en verliesrekening: Winst- en verliesrekening 2012 Opbrengsten (+) Omzet Bedrijfskosten (-) Bedrijfsresultaat (+/-) Rente (+/-) Resultaat (+/-) Afschrijvingen Overige kosten 17

Invulmodel balans ACTIVA 2012 PASSIVA 2012 Vaste activa Startvermogen Laptop 1 Resultaat 2012 Laptop 2 Desktop + 22 inch Privé-opname i-mac Kantoorprinter A3 printer Fotocamera Grafische software Kantoormeubilair Vlottende activa Liquide middelen Totaal activa Eigen vermogen Vreemd vermogen lang Vreemd vermogen kort Totaal passiva Resultaat: Winst- en verliesrekening van het jaar 2012. Balans (eindejaars) van het jaar 2012. Berekening in Excel (of een vergelijkbaar programma). Digitaal in de inlevermap (filename: OV_4_7_eigenNaam). Planning: Voor deze opdracht heb je, na aftrek van de uitleg, twee lesuren de tijd. 18

Concurrentie analyse Opdracht 4.8 week 9 (en 10) Werkproces 3.1: Stelt een ondernemingsplan op Introductie: Om bij het starten van een eigen bedrijf in te kunnnen schatten of jouw producten goed zullen verkopen moet je goed naar de concurrentie kijken. Als je ziet dat een bepaald product bij een concurrent goed verkoopt zou je kunnen zeggen dat doen zij al, wij moeten iets anders verzinnen. Je zou ook kunnen zeggen dat is een succesvol product, de markt daarvoor is groot genoeg voor twee. Opdracht: Definieer zo goed mogelijk wat jouw product is / wat jouw producten zijn. Bedenk goed op welk punt / welke punten jouw product anders (beter / goedkoper) is dan dat van een concurrent. Verzamel informatie over jouw concurrenten Zoek op internet 3 bedrijven in de regio op die vergelijkbare producten aanbieden. Als je weet wie je belangrijkste concurrenten zijn, beantwoordt je de volgende vragen: Op welke doelgroep richt de concurrent zich? Welke producten of diensten hebben ze in hun assortiment? Probeer deze zo gedetailleerd mogelijk te specificeren. Wat zou hun prijs zijn? Is het een prijsvechter of gaan ze voor kwaliteit / service? Hoe maken ze verder reclame? Via folders, commercials? In plaats van het andere bedrijf als concurrent te zien moet je je ook afvragen of je op bepaald gebied kan samenwerken of dat je aan het andere bedrijf een (deel)product kan verkopen. Misschien maken ze hele mooie websites maar kan jij ze uitstekend aanpassen voor toepassing op een mobiele telefoon of ipad. Geef voor elk van de drie bedrijven die je gekozen hebt voor de bovenstaande punten aan wat je zou doen om je te onderscheiden van de ander. Mogelijk definieer je je eigen doelgroep net even anders of doe je voor een bepaald product iets aan de prijs. Of zou je het product op een andere manier promoten om die andere (grotere) doelgroep te benaderen. Misschien zie je kansen voor een product dat bij de concurrent ontbreekt of onderbelicht is. Resultaat: Een verslag van de concurrentie-analyse voor jouw product / bedrijf. Digitaal in de inlevermap (filename: OV_4_8_eigenNaam) Planning: Voor deze opdracht heb je, na aftrek van de introductie, twee lesuren de tijd. Als de periode uit 10 weken bestaat kan de laatste les gebruikt worden om het product te presenteren. 19

Balans Bijlage 1 Balans Iedereen kent wel de term de balans opmaken. Als het om financiën gaat wordt hiermee bedoeld: een berekening maken om vast te stellen hoe het bedrijf er voor staat, of er winst of verlies is gemaakt. Hiervoor kijkt men naar de bezittingen, ook wel activa genoemd, en de middelen waarmee de onderneming gefinancierd is, ook wel passiva genoemd. Activa Met activa wordt bedoeld het geheel aan bezittingen van een onderneming. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vaste activa en vlottende activa. In de balans staan activa tegenover de passiva van een onderneming. Vaste activa Onder vaste activa wordt verstaan de bezittingen van een bedrijf waarvan het daarvoor benodigde vermogen voor een periode langer dan een jaar is vastgelegd. Voorbeelden hiervan zijn de gebouwen, inventaris, de machines en installaties, en de transportmiddelen. Het zijn de bezittingen die een bedrijf gebruikt voor de bedrijfsvoering, niet om te verkopen. In het jaarrekeningrecht onderscheidt men drie soorten vaste activa: Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa De waardering van de vaste activa op de balans is: waardering = aanschafprijs - afschrijvingen + of - herwaardering (actuele waarde). Vlottende activa Vlottende activa zijn die bezittingen van een persoon, bedrijf of organisatie waarin het vermogen voor een periode korter dan een jaar is vastgelegd. Binnen een jaar dus moet een vlottend activa omgezet zijn/om te zetten zijn in geld. Voorbeelden van vlottende activa: voorraden (grondstoffen en/of gereed product) debiteuren liquide middelen (bank, postbank en kas) (Indien men liquide middelen met vlottende activa meerekent moet men eigenlijk spreken van vlottende middelen en niet van vlottende activa) De waardering van de vlottende activa op de balans is tegen de productiekosten of tegen de aankoopkosten (liquide middelen en kasgelden hoeven natuurlijk niet omgezet te worden). Een andere term voor vlottende activa is vlottend kapitaal. Investeringen gaan af van de liquide middelen, niet op de winst- en verliesrekening. Vanuit de liquide middelen wordt afgelost op vreemd vermogen (lang of kort) of, indien de liquide middelen niet toereikend zijn, komen ze op nul te staan en wordt het negatieve bedrag bij het kort vreemd vermogen. 20

Passiva In economie en bedrijfskunde zijn passiva de bronnen waarmee een onderneming gefinancierd is, in feite al het geld dat in de onderneming geïnvesteerd is. De passiva staan in de balans tegenover de activa. Het is het vreemd vermogen (schulden of verplichtingen die in de boekhouding van een bedrijf opgenomen worden) plus het eigen vermogen. Passiva omvatten de leningen, voorzieningen voor uitgestelde opbrengsten en uitgaven. Als voorbeeld: de onbetaalde waarde van een hypotheek of geld dat aan leveranciers verschuldigd is, worden als passiva beschouwd. De huidige passiva of vlottende schulden zijn schulden die binnen één jaar betaald zouden moeten worden, terwijl de passiva op lange termijn of langlopende schulden langer lopen. Een belangrijke passiva-post is altijd de crediteuren, de nog niet betaalde leveranciers. Het eigen vermogen wordt ook aan de kant van de passiva op de balans gezet, het is immers een schuld aan de eigenaren dan wel de aandeelhouders van de onderneming. De voorzieningen vallen ook onder de passiva. Dit zijn gereserveerde bedragen voor een verwachte verplichting in de toekomst, waarvan de omvang nog niet vaststaat maar wel geschat kan worden (bijvoorbeeld een voorziening voor groot onderhoud aan het bedrijfspand). Afschrijvingen op bedrijfsmiddelen (wwardevermindering) komen als negatief bedrag aan de kant van de passiva te staan. Op een balans geldt altijd: activa = passiva = eigen vermogen + schulden 21

Balans Passiva vormen de credit-zijde (rechterzijde) van de balans. De activa vormen de debetzijde van de balans. De passiva worden gebruikt om de activa te financieren. Daarom zijn de passiva even hoog als de activa. Balans Activa (bezittingen) Vaste activa (gebruikt voor de bedrijfsvoering): gebouw (indien eigendom), inventaris, machines. Dit zijn materiële (tastbare) activa. Er zijn ook immateriële vaste activa: patenten en goodwill (waarde van bijvoorbeeld een klantenbestand). Als laatste zijn er financiële vaste activa: aandelen in andere ondernemingen (waar meestal ook sprake is van actieve deelneming in het bestuur) Passiva (gefinancierd met ) Eigen vermogen (geld dat geïnvesteerd is in de onderneming, door de eigenaren en/of de aandeelhouders) - afschrijvingen Reserves en voorzieningen Vlottende activa (snel in geld om te zetten): voorraad, debiteuren (verstuurde rekeningen die nog onbetaald zijn), geld (op de bank of in kas). Bij vlottende activa horen ook de investeringen in andere ondernemingen die niet-strategisch zijn (bijvoorbeeld niet bedoeld voor een bedrijfsovername) of waarvoor geen sprake is van actieve deelneming in het bestuur. - herwaardering (als een bedrijfsmiddel minder waard blijkt te zijn dan de boekwaarde) Vreemd vermogen (geleend geld, kortlopende schulden (rood staan), crediteuren (rekeningen die nog aan anderen betaald moeten worden) + herwaardering (als een bedrijfsmiddel meer waard blijkt te zijn dan de boekwaarde) 22

Balans in de bizzgame Bij het werken met de Bizzgame hebben we meerdere keren een balans gezien. Hieronder staat de balans na één jaar van de onderneming: ACTIVA PASSIVA Vaste activa 6.400 Startvermogen 0 Laptop 520 Resultaat ronde 0 (eerste jaar) 34.915 Desktop + 22 inch 680 Privé-opname ronde 0 30.000 (-) i-mac 800 Eigen vermogen 4.915 Kantoorprinter 200 A3+ printer 200 Digitale fotocamera 800 Grafische software 2.400 Kantoormeubilair 800 Vlottende activa 6.515 Vreemd vermogen lang 8.000 Liquide middelen 6.515 Vreemd vermogen kort 0 Totaal activa 12.915 Totaal passiva 12.915 NB Soms worden liquide middelen (geld) apart vermeld bij de activa, niet als onderdeel van de vlottende activa. 23

24

Bijlage 2 Belastingen etc. Belastingen, regelingen en subsidies Hieronder volgen enkele belastingtarieven en informatie over regelingen en subsidies waar je als (startende) ondernemer mee te maken krijgt. Het overzicht is zeker niet volledig, dat voor mensen ouder dan 65 jaar andere tarieven gelden en voor mensen met kinderen meer aftrekmogelijkheden zijn, laten we hier even buiten beschouwing. Ook kunnen tarieven veranderen, zeker in (financieel) roerige tijden. Loonbelasting of inkomstenbelasting (ib). Als zelfstandig ondernemer betaal je geen loonbelasting, je bent immers niet in loondienst, maar inkomstenbelasting. Hoewel, je kan natuurlijk gedeeltelijk in loondienst zijn en gedeeltelijk zelfstandig je bedrijf uitoefenen. Gelukkig zijn de tarieven voor loon en (overige) inkomsten gelijk. Tarieven, belasting en belastingschijven ib en loonheffing, in 2013: hoogte inkomen maar niet hoger dan belastingtarief - 18.945 33,1% 18.945 33.863 41,95% 33.863 56.491 42% 56.491-54% De heffingskortingen, loonheffingskortingen, 2013 Gelukkig is het niet zo dat je direct over de eerste euro die je verdient gelijk belasting moet betalen. Over de eerste 2.033 euro die je verdient betaal je geen belasting (algemene heffingskorting) En dan is er nog de arbeidskorting. Over een bepaald gedeelte van je inkomen betaal je ook weer geen belasting. Vanaf 2013 wordt de arbeidskorting vervangen door de werkbonus, de tarieven hiervan zijn nog niet bekend. Arbeidskorting 2012 naar leeftijd en inkomen: lager dan 9.296 hoger dan 9.296 en lager dan 21.059 hoger dan 21.059 en lager dan 45.181 hoger dan 45.181 en lager dan 51.501 hoger dan 51.501 1,723% 161 plus 12,319% 1.611 1,25% afbouw tot 1.532 1.532 25