Smart and Creative Human Capital. Talent voor de Topsector Creatieve Industrie



Vergelijkbare documenten
Topsectoren. Hoe & Waarom

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Het creëren van een innovatieklimaat

FONTYS FOCUS 2020 ONTWIKKELDOELSTELLINGEN MET INDICATOREN

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Theo Koot Ivo de Nooijer Raffi Balder

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen

Doel Doel van het programma VvW:

CIV SMART TECHNOLOGY

Contextschets Techniek

De kunstenaar als ondernemer

Arbeidsmarktagenda 21

HU GERICHT IN BEWEGING

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Voor vakmensen voor de toekomst

Beleidsplan Tellus Film Fundering

Platform Bèta Techniek. Connect Chemiedag Hoe kunnen onderwijs en bedrijfsleven succesvol samenwerken?

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MEDIAPACT 2020 Hilversum, 26 juni 2014

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE

Economic Board regio Zwolle Kennis delen, krachten bundelen en allianties vormen

Greenport Horti Campus. Burgemeester Sjaak van der Tak 16 december 2011

De motor van de lerende organisatie

Ontdek je wereld. Koersplan THUIS IN DE WERELD. Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle

Slim samenwerken aan Smart Technology

Inholland. en dichtbij We zijn divers We maken kwaliteit samen Maart 2017 We bek

STRATEGISCH PLAN Excellent onderwijs voor een innovatieve regio

Het huis van JBC. Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw

Strategisch beleidsplan Herman Broerenschool

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon!

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Welkom in het Horizon College

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING

Programmalijnen. Stichting izovator:

Strategie Zuyd

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking

Advies onderzoeksfase Lef L up! Samenvatting

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

Jaarplan 2016 Het Groene Brein ROOTS

Auditrapportage Bijlage 1 Typologieën en het fasemodel. Dynamiek onderweg

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering

VAN BELEID NAAR BUSINESS Een methode om écht te gaan ondernemen

Binnenstadsvisie Eindhoven

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen

Avans Academie Associate Degrees Den Bosch

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

Update Naar een veerkrachtige arbeidsmarkt

Raadsplein Info/debat TaKzaal. Voorgesteld besluit raad. Verantwoording inzet business connector Labs. portefeuillehouder René de Heer.

Marjolijn Staal (Projectleider) Padualaan CH Utrecht. Postadres Postbus SB, Utrecht

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

powered by ontwikkeltraject

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

HERWAARDEER AMBACHT, KOM TOT GROEI

Convenant Metropoolregio Amsterdam, FNV Finance, kennisinstellingen en cluster Financiële en Zakelijke Dienstverlening

Van Kennisbrug naar KennisDC

Nota inzake Economic Development Board

Een praktijkgerichte opleiding naast je baan......durf jij het aan? inhollandacademy.nl

NL.IN.BUSINESS Mondiale uitdagingen, Nederlandse oplossingen

Strategie in Beweging. Koersnotitie. versie 4

Position Paper. Samenwerking Noord. Samenwerken door Samen te Doen!

MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs

Kennisintermezzo: Co-makership in de regio. Onderwijs Eenheid: Perspectieven op beroepsonderwijs 1 - onderwijs & arbeid

in het mbo Werken aan uitstroom - instroom

STRATAEGOS CONSULTING

FIGURES, FACTS & TRENDS

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

Samenwerking in de praktijk: ICT lab voor studenten ICT-campus als verbinder

Welvarend Westfriesland

Platformtaak volgens gemeente

Samenvatting. Balans van de topsectoren

Topsectoren aanpak en de Nederlandse Defensie & Veiligheid gerelateerde industrie. Samen naar de top!

Samenvatting. Achtergrond en adviesvraag. Wie is de kenniswerker? Innovatieve vaardigheden zijn hèt onderscheidende kenmerk

HET 'PRACTORAAT CREATIEF VAKMANSCHAP' HEEFT ALS DOEL OM DE ECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE MEERWAARDE VAN DE CREATIEVE VAKMAN

We zien een datagedreven wereld vol kansen. Toepassingscentrum voor big data oplossingen

Opzet en doelstellingen: Strategisch groeiplan DCR Network

Workshop Ondernemerschap

Studenten over onderwijskwaliteit en talentontwikkeling. Uitkomsten van een dialoog met studenten van Fontys Hogescholen

Onderwijs. Huisvesting die kennis in beweging brengt

Smart Industry. KvK Ondernemerspanel onderzoek

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB

1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum

Waar gaat LLL over? Regio. Onderwijs continuïteit. Arbeidsmarkt macro economie. Overheid vitaliteit, fiscaal beleid

Aandacht voor jouw ambitie!

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie

Transcriptie:

Smart and Creative Human Capital Talent voor de Topsector Creatieve Industrie

Smart and Creative Human Capital Talent voor de Topsector Creatieve Industrie Human Capital Agenda voor de Topsector Creatieve Industrie 22 februari 2012

Inhoud Inleiding 5 1. Ambitie en Visie 6 1.1 Ambitie 6 1.2 Waar staan we nu 6 1.3 Waar willen we heen 7 1.4 Hoe gaan we dit realiseren 9 2. Prioriteiten en acties 10 2.1 Onderwijs over ondernemerschap 10 2.2 Vraag en aanbod op elkaar afstemmen 11 2.3 Alumni & permanente educatie 13 2.4 Internationalisering 14 3. Het vervolg 16 Bijlagen 18 Samenstelling Topteam Creatieve Industrie 18 4 Smart and Creative Human Capital

Inleiding Op 17 juni 2011 presenteerde het Topteam Creatieve Industrie onder leiding van Victor van der Chijs het advies Creatieve industrie in topvorm. Het advies spreekt de ambitie uit om Nederland in 2020 de meest creatieve economie van Europa te laten zijn. Om dit te realiseren heeft de sector behoefte aan goed opgeleid toptalent. Die behoefte aan talent is uitgewerkt in deze Human Capital Agenda voor de Topsector Creatieve Industrie. In november 2011 is Anne Mieke Eggenkamp, collegevoorzitter van Design Academy Eindhoven, toegetreden tot het Topteam Creatieve Industrie, als portefeuillehouder van het human capital vraagstuk. Onder haar leiding is gebruik gemaakt van bestaande analyses en input van betrokkenen uit het bedrijfsleven, het onderwijs en de overheid. Er zijn consultaties gehouden waar afgevaardigden uit alle sectoren van de creatieve industrie hebben meegesproken over de ambities van de sector en wat er moet gebeuren dit te realiseren. In deze agenda worden vier thema s die prioriteit hebben voor het human capital vraagstuk benoemd: onderwijs over ondernemerschap, afstemming tussen vraag en aanbod, alumni & permanente educatie, en internationalisering. De agenda bestaat uit drie hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk worden de ambitie, de huidige situatie en de visie waar de creatieve industrie naar toe wil geschetst. In het tweede hoofdstuk wordt vervolgens aangegeven wat er nodig is om deze ambitie te realiseren. In hoofdstuk drie wordt beschreven hoe het Topteam de uitvoering van de human capital agenda voor zich ziet. Smart and Creative Human Capital 5

1. Ambitie en Visie 1.1 Ambitie De Topsector Creatieve industrie heeft de ambitie om Nederland in 2020 de meest creatieve economie van Europa te laten zijn. Dat is een ambitie die over de eigen sectorale en geografische grenzen heen reikt. De creatieve industrie wil maximaal bijdragen aan het innoverend vermogen van Nederland. Niet alleen omdat het kan, maar ook omdat het moet. Het kan, omdat de creatieve industrie als verzameling van onderling verweven sectoren al een belangrijke motor voor innovatie en economische groei is. De creatieve industrie is bij uitstek een sector waarin het vermogen om te innoveren de capaciteit om waarde te creëren uit nieuwe ideeën, concepten en kennis centraal staat. Het moet, omdat Nederland alleen internationaal concurrerend kan blijven als er continu innovatie plaatsvindt. Grote economische en maatschappelijke uitdagingen vragen om slimme en creatieve oplossingen. Daarvoor is slim, creatief, jong talent onmisbaar. Bij deze ambitie hoort een naadloze verbinding tussen bedrijfsleven en kennis- en onderwijsinstellingen. Het concurrerende klimaat en tempo in de sector vragen om snelle toepassing van nieuwe kennis en technologie, om een voortdurende instroom van nieuw creatief talent en om permanente bijscholing. In de toekomst moet nog meer regie worden gevoerd en moeten ook meer initiatieven vanuit het bedrijfsleven komen. De creatieve industrie bestaat vooral uit zzp ers en MKB-bedrijven. Voor deze kleine bedrijven is de vraagarticulatie richting onderwijs een probleem. Het initiatief voor onderwijsinnovatie en de inhoudelijke keuzes lijken toch nu vooral bij het onderwijs te liggen. Er gaat overigens ook al veel goed. De verbinding van onderwijsinstellingen met incubators, waar start-ups de ruimte krijgen om uit te groeien tot zelfstandige bedrijven, is hier een voorbeeld van. Ook hebben veel onderwijsinstellingen, zoals de grafische lycea, enorme netwerken van partners in het bedrijfsleven waar goed mee wordt samengewerkt. Om het fundament van belangrijke Nederlandse economische (top)sectoren over de volle breedte te versterken moeten we zorgen voor voldoende en hoogwaardig menselijk kapitaal, slimmere, efficiëntere organisatievormen en een goede aansluiting tussen innovatie en mensen 1. 1.2 Waar staan we nu Hoewel er dus veel goede initiatieven zijn, is verbetering noodzakelijk om de ambitie van de creatieve industrie te realiseren. De creatieve sector is een relatief jonge sector die gekenmerkt wordt door een hoge dynamiek. De bedrijvigheid groeit snel en nieuwe kennis wordt constant ontwikkeld. De sector is verantwoordelijk voor 2 à 3% van het bruto nationaal product en biedt werkgelegenheid aan circa 172.000 professionals, waarvan tweederde deel als zzp er werkzaam is 2. Door het Topteam is in het advies Creatieve industrie in topvorm een analyse gemaakt van de sterktes en zwaktes van de sector. Daaruit blijkt dat de creatieve sector een relatieprobleem heeft. De aansluiting met andere spelers in het ecosysteem is vaak gebrekkig doordat de creatieve sector veel nadruk legt op creatie van beleving en identiteit, de eigen manier van innoveren en de kleinschaligheid van de creatieve industrie. Deze kenmerken vormen echter ook de kracht van de creatieve sector. Juist door het flexibele karakter kan de creatieve sector een belangrijke rol spelen voor het innoverend vermogen van de Nederlandse economie. De toegevoegde waarde van de creatieve industrie wordt door andere sectoren nog onvoldoende op waarde geschat, en ook onvoldoende benut. Een soortgelijke analyse wordt ook gemaakt in het advies Onderscheiden, verbinden, vernieuwen van de commissie Dijkgraaf (mei 2010). Deze commissie heeft in opdracht van de HBO-raad de sector geadviseerd over de positionering, de kwaliteit en de verbinding met de praktijk van het kunstonderwijs. In het advies geeft de commissie Dijkgraaf aan dat de coherente aanpak, inclusief noodzakelijke branding, om Nederland als zo n onverwachte plek te 1 Uit: de Sociale Infrastructuur Agenda (SIA), NWO december 2011 2 Zie: Advies Topteam De creatieve industrie in topvorm 17 juni 2011 6 Smart and Creative Human Capital

doen opbloeien nog ontbreekt, ook in de relevante sector en het Kunstvakonderwijs zelf. De verrassende inzichten die de Atlas voor gemeenten bijvoorbeeld biedt over de economische betekenis van kunst en cultuur voor stedelijke ontwikkeling, zijn nog geen vast onderdeel van beleid. Richard Florida s enthousiasme over een plek als Arnhem met zijn fashion-roem en over ons land als creatieve kennis hotspot is nooit echt beantwoord. De hulde is eerder wat verlegen geïncasseerd. We weten er blijkbaar niet goed raad mee. 3 Dit zegt ook iets over de zichtbaarheid van de creatieve industrie, die nog onvoldoende naar voren komt. De creatieve industrie zal zich nog veel meer moeten inspannen om de meerwaarde aan de sector zelf en vooral aan de andere sectoren zichtbaar te maken. Voor professionals en aankomend talent is het dus cruciaal dat zij de juiste kennis en vaardigheden ontwikkelen om de meerwaarde en identiteit van de creatieve industrie over het voetlicht te brengen. Jaarlijks worden circa 6.000 professionals opgeleid in het hoger onderwijs bij opleidingen die gekoppeld zijn aan de sector. Circa 80% hiervan wordt op hbo (bachelor) niveau opgeleid; 20% behaalt een wo-master. Vooral het aantal hbo-diploma s neemt jaarlijks toe. In het hbo is 7% van de studenten afkomstig uit het buitenland; in (de masterfase van) het wo betreft dit bijna een kwart van de studenten 4. Kenmerkend voor de creatieve sector is dat er, vooral wat betreft afgestudeerden van hbo en wo, geen sprake is van een arbeidsmarkttekort in kwantitatieve zin. De creatieve sector is de afgelopen jaren sterk gegroeid en zal naar verwachting de komende jaren ook blijven groeien. 5 Vanwege de conjunctuurgevoeligheid zal de sector bij een aantrekkende economie ook weer toenemende krapte op de arbeidsmarkt ervaren. Maar gezien het jonge karakter van de sector is, zeker ten opzichte van andere topsectoren, de vervangingsvraag gering. Daardoor is het vraagstuk rond menselijk kapitaal vooral een kwalitatief vraagstuk, met aandacht voor de verbetering van het hoger beroepsonderwijs en praktijkgericht onderzoek. 6 Wel zijn er, vooral wat betreft opgeleiden van het mbo, tekorten in enkele specifieke, vaak technische sectoren, zoals ICT en technische beroepen binnen de textiel en grafische branches. Ook is er met name te weinig ambachtelijke capaciteit beschikbaar voor de creatieve industrie. In het sectorplan hbo-kunstonderwijs 2012-2016 Focus op Talent 7 is voor het kunstonderwijs al een goede richting gekozen met aandacht voor vraag en aanbod, sterkere profilering en focus op ondernemerschap. Deze agenda kan de realisatie van het sectorplan versterken. De sector heeft op dit moment behoefte aan talent dat uitstekende vakinhoudelijke en technologische kennis combineert met een ondernemende, internationale houding. Vanuit het bedrijfsleven wordt aangegeven dat er een groot aanbod aan conceptuele creatieve denkers is, maar dat het betrekkelijk lastig is om mensen met voldoende vakinhoudelijke kennis, die creatieve ideeën ook echt kunnen uitvoeren en tot een product of dienst kunnen brengen waar de afnemer om vraagt, te vinden. Om tot duurzame oplossingen te komen voor maatschappelijke uitdagingen (zoals vergrijzing, klimaatverandering, duurzame omgang met natuurlijke hulpbronnen, zorg, gezondheid, veiligheid en mobiliteit) is er behoefte aan het gezamenlijk werken aan integrale systemen en processen in plaats van het denken in een keten van losse oplossingen. 1.3 Waar willen we heen De grote maatschappelijke uitdagingen vragen om cross-sectorale samenwerking. Het is hard nodig dat creatieve disciplines onderling - en vooral ook met andere topsectoren - in interdisciplinair verband samenwerken en elkaar versterken. Dat vraagt om nieuwe vormen van opdrachtgeverschap en strategische verbindingen. Dit alles heeft ook effect op de vraag naar menselijk kapitaal. De creatieve industrie heeft behoefte aan talent dat vanuit de creatieve sector in staat is verbinding te maken met relevante toepassingssectoren. Onderwijsinstellingen kunnen hierop inspelen door deze verbinding in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven te faciliteren. Uitwisseling van kennis, kunde en creativiteit mag dan gemeengoed en van alle tijden zijn; de huidige samenwerking en uitwisseling van creatieve concepten gericht op brede maatschappelijke problematiek schetst op zijn minst een nieuw domein (en nieuwe rollen) voor de ontwerper. 3 Zie: Rapport `Onderscheiden, verbinden, vernieuwen. De toekomst van het kunstonderwijs advies commissie-dijkgraaf, mei 2010 4 Cijfers van ResearchNed en Platform Bèta Techniek, december 2011 (bijlage) 5 Cijfers van Bureau Louter en Platform Bèta Techniek, december 2011. In deze arbeidsmarktanalyse is een bredere definitie gehanteerd dan door het Topteam Creatieve Industrie wordt gehanteerd. Ook reproductie en distributie is hierin meegenomen. 6 Uit Hoofdlijnen Akkoord HBO-raad, december 2011 7 Zie: sectorplan hbo kunstonderwijs 2012-2016, Focus op Talent, HBO-raad, juli 2011 Smart and Creative Human Capital 7

Naast regulier onderwijs is het nodig om meer kansen te bieden voor toptalent. Dat kan binnen het onderwijs en daarbuiten. Zo worden er honoursprogramma s ontwikkeld binnen veel instellingen voor excellente studenten. Daarnaast is het van belang dat bij de inzet van RAAK-trajecten, innovatievouchers, lectoraten en leerstoelensponsoring juist een koppeling gemaakt wordt met de beste studenten, omdat hun potentieel nog onvoldoende wordt benut. Binnen het hbo is een beweging gaande van langetermijninvesteringen in trajecten waar het bedrijfsleven gevoed en geïnspireerd wordt door toptalenten die aan specifieke thema s werken. Ook is het zaak goed aan te sluiten bij de agenda van CLICK, het door het Topteam op te richten topinstituut voor kennis en innovatie in de creatieve sector, dat permanent vraagt om toptalenten die deze agenda kunnen uitvoeren. De creatieve industrie is in belangrijke mate geclusterd in een aantal regio s. Deze ecosystemen vormen de basis voor de intensivering van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Het Topteam onderschrijft het belang van de profilering van deze regio s die internationaal al enige erkenning genieten en heeft die regionale sterktes ook als uitgangspunt gebruikt bij het opstellen van de CLICK-agenda (vijf deelagenda s hebben een duidelijke regionale focus en hebben daaromheen een netwerk van bedrijven, kennisinstellingen en lokale overheden georganiseerd). Het is cruciaal dat de kennisinstellingen ook wat betreft het onderwijs nog nadrukkelijker aansluiten bij de daarin gebundelde behoeftes van de regio en zich profileren op de krachtige economische speerpunten die regionaal aanwezig zijn. Zo is Fashion sterk vertegenwoordigd in de regio Arnhem, Media en ICT veelal geconcentreerd in de regio Amsterdam-Hilversum- Utrecht, Smart Design komt nadrukkelijk naar voren in de regio Eindhoven en architectuur is goed vertegenwoordigd in de as Rotterdam-Delft-Den Haag. Onderwijs en onderzoek aan universiteiten en hbo-instellingen zouden rond deze regionale netwerken optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd, waardoor voortdurend de beste studenten betrokken zijn bij de uitvoering van die kennis- en innovatieagenda en studenten makkelijk hun weg weten te vinden naar creatieve bedrijven en instellingen. De ambitie van de creatieve industrie vraagt om een kwalitatieve intensivering als het gaat om het opleiden van menselijk kapitaal. Vooruitkijkend naar 2020 heeft het Topteam de volgende visie opgesteld hoe human capital kan bijdragen aan het realiseren van de ambitie. In 2015: is er nadrukkelijk sprake van cross-overs en interdisciplinaire samenwerking: creatieve industrie en opleidingen weten andere sectoren en opleidingen goed te vinden en vice-versa; hebben studenten aan creatieve opleidingen veel meer kennis over ondernemerschap en weten hun ondernemende vaardigheden goed in te zetten bij zelfstandig werken of het opzetten van start-ups; Is er een structurele, intensieve samenwerking tussen kunstvakonderwijs en universiteiten. En is er op basis van deze (internationale) samenwerking een derde cyclus in het kunstonderwijs geïntroduceerd. 8 zijn onderwijsinstellingen meer als kennisinstituut met een specifiek profiel gepositioneerd: of als specialistische opleiding, ofwel als brede, generalistische opleiding; vormen de student en diens talent de basis voor leeromgevingen waar dialoog en de creatie van kennis en waarde centraal staan; worden studenten opgeleid in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven door gedreven docenten en professionals die veelal afkomstig zijn uit de praktijk en parttime in het onderwijs zitten; weet het bedrijfsleven het onderwijs eenvoudig te vinden en gebruik te maken van de nieuwe ideeën en nieuw onderzoek dat binnen deze (regionale) ecosystemen gezamenlijk wordt ontwikkeld; Is er een digitale Talentpool voor creatieve vakmensen, starters en professionals (mbo-hbo-wo); hebben businessopleidingen en universiteiten veel sterker ingezet op kennisvalorisatie en waardecreatie uit kennis, afkomstig uit alle disciplines. Kennis wordt ingezet op economische en maatschappelijke vraagstukken en vertaald in producten, diensten, processen en nieuwe bedrijvigheid; is er meer fiscale ruimte voor het bedrijfsleven om te investeren in samenwerking met kennisinstellingen, en om arbeidskrachten uit het bedrijfsleven flexibel in te zetten in het onderwijs; 8 Zie: sectorplan hbo kunstonderwijs 2012-2016, Focus op Talent, HBO-raad, juli 2011 8 Smart and Creative Human Capital

In 2020: zijn de kwaliteit en het rendement van het onderwijs sterk verbeterd via differentiatie, intensivering en investeren in docentkwaliteit; is per regio de kracht van de onderwijsinstituten - in alliantie met het bedrijfsleven - het uitgangspunt om toptalent op te leiden. Het wordt zichtbaar waar de instituten goed in zijn, waarvoor ze opleiden en hoe ze excellentie stimuleren. Door regionale clusters te verstevigen, kunnen deze uitgroeien tot internationale hotspots; wordt excellent onderwijs op steeds meer plaatsen aangeboden en is er ruimte ontstaan voor nieuwe opleidingsvormen: afwisselend binnen (internationale) onderwijsinstituten, binnen bedrijven en binnen nieuwe, externe multidisciplinaire leeromgevingen; is een leven lang leren de dagelijkse praktijk geworden in de creatieve industrie, doordat bedrijven en onderwijsinstellingen intensiever samen optrekken, talenten eerder worden opgespoord en begeleid, en er goede post-hbo en post-wo leertrajecten zijn. zijn op vo, mbo, hbo en wo niveau voldoende mogelijkheden om relevante kennis, praktijkervaring en onderzoeksvaardigheden op te doen; is er een sterk gedifferentieerd nieuw onderwijslandschap in Nederland, met innovatieve instituten op het grensvlak tussen universiteit en hogeschool; onderwijsinstellingen hebben een helder profiel waardoor ze zich van elkaar onderscheiden in praktijkgerichtheid, onderzoek en ondernemerschap; zijn er in iedere regio fysieke locaties met werkplaatsen (machines, apparatuur en gereedschap) en werkplekken waar jonge entrepreneurs uit de creatieve, zakelijke en wetenschappelijke wereld samen kunnen werken; Is de arbeidsmobiliteit aantoonbaar verbreed en vergroot. 1.4 Hoe gaan we dit realiseren In het advies spreekt het Topteam de wens uit om een agenda op te stellen die de gehele breedte bestrijkt en zich richt op een interdisciplinaire aanpak en op het stimuleren van een onderzoekende en ondernemende cultuur in het onderwijs zelf. Leidende thema s die het Topteam in zijn advies heeft benoemd voor deze Human Capital Agenda zijn: onderwijs over ondernemerschap; vraag en aanbod op elkaar afstemmen; alumni & permanente educatie; internationalisering. In het volgende hoofdstuk zijn deze vier lijnen nader uitgewerkt. Dit is gedaan in samenspraak met het veld. Uit verschillende consultaties met betrokken partijen uit de Gouden Driehoek zijn concrete acties en verwachtingen van deze betrokkenen verwoord. Smart and Creative Human Capital 9

2. Prioriteiten en acties De acties die het Topteam Creatieve Industrie noodzakelijk acht, zijn uitgewerkt langs de vier leidende thema s die het Topteam in zijn advies heeft benoemd. 2.1 Onderwijs over ondernemerschap Creatieve opleidingen hebben de afgelopen jaren meer aandacht besteed aan een ondernemende mentaliteit en ondernemen als vaardigheid. Gezien het karakter van de creatieve industrie en de potentiële groei van de sector is het van belang dat hier nog nadrukkelijker in wordt geïnvesteerd. Verhoudingsgewijs werken veel afgestudeerde creatieven als zelfstandig ondernemer, maar velen van hen zijn tijdens hun opleiding onvoldoende voorbereid op het ondernemerschap. 9 Ook het MKB en grotere bedrijven geven aan dat deze competentie bij Nederlandse studenten nog onderontwikkeld is. Iedereen streeft hier naar een ontwerp van het mooiste product, maar men denkt niet na of het vervolgens ook verkocht kan worden en wat het kost om het te produceren. Het is daarnaast voor het innovatievermogen van de Nederlandse ondernemingen van groot belang dat afgestudeerden met een creatieve opleiding in staat zijn carrière te maken in het bedrijfsleven en doordringen tot de bovenste managementlagen. Versterking van het ondernemerschap is een belangrijk thema in het onlangs verschenen Sectorplan Kunstvakonderwijs. Het Topteam Creatieve Industrie pleit ervoor dat alle creatieve en aanverwante opleidingen uit andere sectoren meer inzetten op dit thema. Een ondernemende houding is de basis voor innovatie. Risico durven nemen, open-minded zijn, nieuwsgierig zijn, altijd vragen stellen, iets willen veranderen. het zijn juist deze kwaliteiten die in de creatieve industrie van belang zijn en dus ook in de opleidingen voortdurend aan bod moeten komen. Daar kunnen ook andere sectoren van profiteren, zodat de creatieve sector van meerwaarde zal zijn voor de industrie in brede zin en buiten haar eigen grenzen stapt. Juist de grensverleggers, voorlopers en de creatieve denkers en doeners kunnen veranderingsprocessen en sociale innovatie in gang zetten. Een sterkere verankering van het onderwijs rond (creatief) ondernemerschap in de curricula van creatieve opleidingen vraagt daarom nog steeds de aandacht. Het Topteam wil dat de partijen uit de Gouden Driehoek de volgende acties ontplooien: - Vergroten van de directe betrokkenheid van het bedrijfsleven bij onderwijs over ondernemerschap. Idealiter staan docenten met één voet in het onderwijs en met de andere in de praktijk. Gastlessen en workshops op scholen, professionals die een deel van hun tijd in het onderwijs werken, meelooptrajecten en stages; dergelijke activiteiten moeten op veel grotere schaal plaatsvinden. Leertrajecten voor docenten in samenwerking met bedrijfsleven om een goede, adequate aansluiting te houden met de beroepspraktijk. Ook moeten alumni sterker betrokken worden bij het onderwijs. Zij brengen hun (recente) praktijkervaring weer in het curriculum in de context van de tijd. Zo blijft het onderwijs continu aangehaakt bij de nieuwste ontwikkelingen in het bedrijfsleven en de maatschappij. Het Topteam vraagt de instellingen om in 2012 in samenwerking met bedrijven die afnemer zijn van deze instellingen, in hun instellingsplannen nadrukkelijk hieraan uitwerking te geven; - Arrangeren van inhoudelijk relevante en inspirerende evenementen als bedrijfsexcursies voor studenten of leerlingen zodat zij inspiratie proeven en ondernemers ontmoeten en horen. Deze activiteiten vinden al plaats, maar worden nog te weinig gekoppeld aan de curricula. In de instellingsplannen dient dit te worden opgenomen. Business Portal van het Art Business Centre De Business Portal van het Art Business Centre is het loket voor alle externe dienstverlening van ArtEZ. Dit loket verwijst bedrijfsleven, overheid en andere (culturele) instellingen naar de juiste dienstverlening. http://www.artez.nl/artbusinesscentre 9 Ruim 40% tegenover 5%. Bron: Commissie Dijkgraaf, Onderscheiden, verbinden, vernieuwen, 2010, p. 54. 10 Smart and Creative Human Capital

- Verbreding en verdieping van onderwijs over (internationaal en creatief) ondernemerschap. Er moet meer aandacht komen voor andere werkverbanden, businessmodellen en rechtsvormen. Studenten van creatieve opleidingen moeten daarbij mixen met studenten van andere opleidingen om al vroeg te leren samenwerken in crosssectorale verbanden; in de instellingsplannen die de hoger onderwijsinstellingen medio 2012 inleveren dient hier specifiek aandacht voor te komen - Om bedrijven te stimuleren meer samen te werken met het onderwijs moeten belemmeringen worden weggenomen door de overheid. Bedrijven die medewerkers in willen zetten als docent of een soortgelijke dienst verlenen aan het onderwijs, zijn momenteel verplicht hiervoor 19% btw af te dragen, waardoor zulke activiteiten voor veel onderwijsinstellingen onbetaalbaar worden; het Topteam vraagt de overheid om in 2012 te onderzoeken of dit tarief kan worden verlaagd; In 2013: Intensivering van samenwerking tussen creatieve opleidingen en (bedrijfs)economische opleidingen. Het Centrum van Ondernemerschap in de Creatieve Industrie (COCI) is hier een goed voorbeeld van dat navolging verdient; het Topteam ontvangt uiterlijk op 30 juni 2013 een rapportage van de instellingen waarin wordt aangegeven in hoeverre men mogelijkheden ziet om iets dergelijks op te zetten; 2.2 Vraag en aanbod op elkaar afstemmen Onderwijs en bedrijfsleven moeten vraag en aanbod nog scherper op elkaar afstemmen. Vooral bij de meer technische vakgebieden in de creatieve sector is sprake van tekorten op de arbeidsmarkt. Het bedrijfsleven heeft belang bij talent dat over ruime vakinhoudelijke kennis beschikt en bekend is met de nieuwste technologieën en bedrijven kan helpen bij onderzoeks- en innovatievragen. Maar ook dat een medewerker goed praktijkgericht kan denken, heeft leren toepassen, en conceptueel en strategisch kan denken in de context van het bedrijf. Onderwijsinstellingen moeten hier nog veel sterker op inspelen. Vanuit de overheid en het bedrijfsleven kan nog sterker verwoord worden welke maatschappelijke vraagstukken prioriteit hebben, zodat het onderwijs qua onderzoek en praktijk daar op aan kan sluiten. Safety Game Partners: Vertigo Games, het Oogziekenhuis Rotterdam, het Grafisch Lyceum Rotterdam, de Technische Universiteit Delft, Colorful Media en Music by Jonathan. Het Oogziekenhuis Rotterdam wil serious gaming inzetten als middel bij het tot stand brengen van een cultuurverandering bij professionals ten behoeve van zorgprocessen in ziekenhuizen. De Safety Game is een te ontwikkelen template voor trainingen in de zorgsector, gericht op scenario s in de operatiekamer. Daarbij is het van belang dat onderwijs focust op het profiel van de regio en dat bedrijfsleven en onderwijs elkaar binnen die smart regio s nog nadrukkelijker opzoeken. Om het juiste talent op te leiden voor de creatieve sector is het van belang dat bij jongeren al in een vroeg stadium (al in het primair en voortgezet onderwijs) wordt geïnvesteerd in het stimuleren van een onderzoekende houding, van creatieve ontwikkeling en van bekend raken met wetenschap en techniek. Daarnaast kunnen creatieve professionals nog veel meer hun waarde voor de andere sectoren zichtbaar maken. Andere sectoren kunnen nog veel meer profiteren van de creatieve industrie en creatief opgeleid talent. Door slimme koppelingen te maken tussen opleidingen, bijvoorbeeld tussen creatieve opleidingen en technische of (zoals hier boven genoemd) tussen creatieve en businessopleidingen, speelt het aanbod van talent beter in op de vraag van de arbeidsmarkt. Smart and Creative Human Capital 11

Het Topteam wil dat de partijen uit de Gouden Driehoek de volgende acties ontplooien - Het Topteam wil dat er nieuwe onderwijsmodellen worden ontwikkeld, waarin het bedrijfsleven actief participeert en investeert. In Centres of Expertise (hbo) en Centra voor Innovatief Vakmanschap (mbo) kunnen creatieve opleidingen gekoppeld worden aan bedrijven uit verschillende sectoren waarvoor de creatieve industrie van meerwaarde kan zijn. Deze centra zijn zelfvoorzienende, publiekprivate samenwerkingsverbanden met een sterke focus op innovatie. Er zijn state-of-the-art voorzieningen, er worden topstudenten opgeleid, en bedrijven kunnen er terecht met onderzoeksopdrachten. - Binnen creatieve opleidingen komt extra aandacht voor de beste studenten, door voor deze studenten excellentieprogramma s of honoursprogramma s te ontwikkelen. Voor deze specifieke ontwikkeltrajecten zouden extra middelen moeten komen uit zowel bedrijfsleven als overheid. Meer differentiatie qua niveau en inhoud binnen en tussen de opleidingen zal zorgen voor kwaliteitsverbetering en het rendement van het onderwijs. 10 Hogescholen verhogen het aantal vwo-leerlingen dat instroomt in creatieve opleidingen. - Het bedrijfsleven in de creatieve industrie moet meer toenadering zoeken tot het voortgezet onderwijs, om zo een bijdrage te leveren aan kwalitatief goed onderwijs, waar creativiteit en een onderzoekende houding cruciale elementen in het curriculum zijn. Ook in het primair onderwijs komt er meer aandacht voor wetenschap en techniek, om talent tijdig te ontdekken en de kans te bieden om te groeien. De overheid zal dit de komende jaren nog nadrukkelijker stimuleren. - Onderwijsinstellingen moeten zich scherp profileren, ook op speerpunten binnen hun regio, zodat deze regio verder uit kan groeien tot internationale hotspot. Hierdoor worden onderwijsinstellingen herkenbaarder voor het afnemend veld. Voor het bedrijfsleven is duidelijk wat ze waar kunnen halen. Dit bevordert de vraagarticulatie vanuit het bedrijfsleven en de benodigde kennisopbouw binnen de regio. Het Topteam voorziet dat hier nauw samen gewerkt wordt met de regionale netwerken die in de context van CLICK zijn gevormd. - Ook wil het Topteam dat bij de herziening van de kwalificatie-eisen voor het mbo de bedrijven hun inbreng leveren. IMMOVATOR Het immovator Cross Media Network is een netwerkorganisatie die zich richt op het versterken van de crossmediasector met de nadruk op innovatie en economisch rendement. Dit gebeurt door kennisdeling, kennisvergaring en het organiseren van contactmomenten tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen. Vanuit een kleine basisorganisatie worden verschillende projecten, events en publicaties opgestart die innovatie in de media industrie aanjagen. Vanaf 2013 - Onderwijsinstellingen moeten verbindingen leggen tussen creatieve en technische opleidingen, om zo beter aan te sluiten bij de behoefte van de arbeidsmarkt. Er moet voor concrete toepassingen een effectievere samenwerking komen tussen conceptuele benaderingen (hbo) en de ambachtelijke en technische uitvoeringsaspecten (mbo). - Hiervoor is het van belang dat er wordt gekeken naar de flexibiliteit die instellingen hebben binnen het curriculum. Vooral in het mbo is in het curriculum veel vastgesteld en weinig ruimte voor vernieuwing. Het Topteam beveelt daarom een structuur van minors en majors aan, zodat studenten relevante vakken van andere opleidingen kunnen combineren met hun eigen opleiding, en er nieuwe doorlopende leerlijnen kunnen ontstaan. CRISP Met het Creative Industry Scientific Programme (CRISP) ondernemen de drie technische universiteiten, de Hogeschool van Amsterdam, de Vrije Universiteit, Design Academy Eindhoven en 60 partners uit de creatieve industrie en bedrijfsleven projecten met als doel het ontwikkelen van kennis, tools en methodes die de kennisinfrastructuur van de design sector en de creatieve industrie versterken. http://crispplatform.nl/ 10 Uit: Hoofdlijnen Akkoord, HBO-raad december 2012 12 Smart and Creative Human Capital

- In het voortgezet onderwijs is er behoefte aan meer docenten met een creatieve achtergrond. Momenteel kunnen academici met een opleiding in Industrieel Ontwerpen bijvoorbeeld niet naar een eerstegraads lerarenopleiding. Het Topteam benadrukt het belang van academisch geschoolde leraren in het voortgezet onderwijs en ziet de instroom naar de lerarenopleidingen graag verbreed worden. 2.3 Alumni & permanente educatie Vaak zien creatieve professionals pas na hun afstuderen de noodzaak zich verder te ontwikkelen als ondernemer. 11 Mogelijkheden voor bijscholing zijn dan ook van groot belang. Juist onder MKB ers, die in de creatieve industrie sterk vertegenwoordigd zijn, is de deelname aan een leven lang leren gemiddeld laag. Voor starters zijn er lokaal veel mogelijkheden ter ondersteuning via de incubators. Deze faciliteiten moeten beschikbaar blijven. Maar de sector moet ook initiatieven ontwikkelen voor mid-career professionals en managers. Het Topteam wil dat de partijen uit de Gouden Driehoek de volgende acties ontplooien - De Federatie Dutch Creative Industries werkt aan een voorstel om kortlopende managementopleidingen voor mid-career professionals, specifiek voor de creatieve industrie, op te zetten. Dit verdient ondersteuning en inbedding in het onderwijsaanbod. Capital D Capital D (Design Cooperation Brainport) is een platform voor designers en designgedreven bedrijven, organisaties en kennisinstellingen in de Brainport regio Eindhoven. Capital D stimuleert en verbindt creatieve initiatieven ter versterking van de (inter)nationale reputatie op het gebied van toptechnologie en -design. Alle projecten die vanuit of met de organisatie worden ontwikkeld, hebben het doel om een zichtbare bijdrage te leveren aan de verbetering van het economische, culturele en sociaal-maatschappelijke klimaat. http://www.capitald.nl/services-2/business-support/ - De industrie kan zich sterker organiseren in de bestaande brancheorganisaties. Deze kunnen nog beter worden benut wanneer meer bedrijven zich hierbij aansluiten. Van daaruit kunnen gezamenlijke initiatieven worden gestart, gericht op levenlang leren; - Incubators zijn een grote motor van innovatie. Ze vormen een goed instrument bij het ondersteunen van het grote aantal creatieve professionals dat na hun opleiding aan de slag gaat als zzp er of in een klein bedrijf. Bij de toekenning van publieke financiering aan incubators moet tenminste een deel van de gebruikte key performance indicators (KPI s) direct betrekking hebben op output in de markt. Vanaf 2013: - Het Topteam zal de Federatie Dutch Creative Industries vragen de mogelijkheid te verkennen voor de ontwikkeling van kortlopende MBA s voor afgestudeerden in de creatieve industrie, om zo meer in de behoefte van de arbeidsmarkt te voorzien. - Faciliteiten voor alumni, zoals netwerken en conferenties, moeten worden geborgd om het doorleren te stimuleren. Dit kan door de onderwijsinstellingen zelf geïnitieerd worden, maar ook samen met andere netwerken (andere sectoren, andere opleidingen en het bedrijfsleven) doorontwikkeld worden. - Onderwijsinstellingen profileren zich meer als kennisinstituut waar bedrijven ook voor hun medewerkers bijscholing vinden, of kennis en kunde kunnen inbrengen. 11 Uit: NVAO, Analyse visitatierapporten kunstvakopleidingen, 2010. Smart and Creative Human Capital 13

Goede mondiale initiatieven voor start-ups: Startupbootcamp Amsterdam gaat de komende drie jaar elk jaar tien internationale techstarters helpen hun bedrijf uit te bouwen met hulp van 100 ervaren mentoren, http://www.startupbootcamp.org/europeans-cities/amsterdam/ Startup Weekend (Utrecht, Eindhoven, Amsterdam, Enschede en Groningen) Een bedrijfsidee pitchen en dit idee vervolgens in 54 uur, non-stop, uitwerken. Dat is in een notendop het wereldwijd steeds bekender wordende concept Startup Weekend. http://startupweekend.org/ The Founder Institute, een Amerikaans concept, is een pre-seed incubatorprogramma waarin startende ondernemers geholpen worden versneld hun businessidee op te zetten. In een programma van dertien weken volgen ze een stoomcursus ondernemen en worden ze intensief gecoacht. Zeven startups die zich vorig jaar hebben opgegeven bij het Founder Institute Amsterdam, zijn door de incubator klaargestoomd om de markt op te kunnen gaan. http://fi.co/about Rockstart, het mondiale merk voor start-ups, bouwt the greatest start-up machine ever. Rockstart helpt daarmee start-ups succesvoller te zijn tijdens de eerste 1000 dagen. Rockstart opereert in drie branches: media, diensten en licenties. http://rockstart.com/earlydays/ 2.4 Internationalisering Een sterkere internationalisering van Nederlandse opleidingen en een sterkere aansluiting van Nederlandse creatieve bedrijven op buitenlandse onderwijsinstellingen kan een belangrijke bijdrage leveren aan de prestaties van de creatieve topsector. De Nederlandse economie, en de creatieve sector in het bijzonder, is van nature erg internationaal georiënteerd. Internationalisering is voor de creatieve industrie een must, geen keuze. Dit vraagt dus ook om internationale competenties bij creatieve professionals. De creatieve industrie zal meer en meer internationaal opereren. Toekomstig talent zal opgeleid moeten worden om hier adequaat op in te springen. (Hoger) onderwijsinstellingen zullen zich daarom nadrukkelijker moeten gaan meten en samenwerken met internationale peer instellingen. Daarnaast heeft de creatieve industrie ook belang bij diversiteit. De instroom van buitenlands talent stimuleert de ontwikkeling van de sector door verschillende inzichten uit verschillende culturen te combineren. Het zorgt daarnaast ook voor een kwaliteitsimpuls. Bedrijven nemen vaak buitenlandse medewerkers aan. Nederland staat internationaal hoog aangeschreven als creatieve hotspot en dat biedt kansen om meer internationaal toptalent aan te trekken. Het Topteam wil dat de partijen uit de Gouden Driehoek de volgende acties ontplooien: - Studenten moeten nog meer mogelijkheden krijgen om - en aangespoord worden tot - het lopen van stages in het buitenland. Samenwerking tussen internationale onderwijsinstellingen (topinstituten op het gebied van creatieve industrieën) moet nog beter ingezet worden voor uitwisseling voor docenten en studenten. Bedrijfsleven en onderwijs kunnen hier samen in optrekken. Het bestaande proces zou gestroomlijnd en kwalitatief verbeterd kunnen worden. In een nog af te sluiten convenant tussen bedrijven en onderwijsinstellingen kan geconcretiseerd worden welke instituten zich zullen profileren op welke wijze om toptalent binnen te halen, en welke bijdrage (ook financieel) de overheid en bedrijfsleven daarvoor beschikbaar willen stellen. - In nascholingstrajecten moet specifiek aandacht komen voor internationalisering. De workshops Internationaal Ondernemen van de DutchDFA gelden hierbij als voorbeeld. Onderwijsinstellingen worden uitgenodigd dit zelf te formuleren. Daarbij geeft het Topteam als aandachtspunt mee dat niet elke instellingen opnieuw het wiel zou moeten uitvinden, maar zich concentreren op de eigen sterkte en waar mogelijk samen op te trekken. - Door meer internationale samenwerking tussen Nederlandse en buitenlandse onderwijsinstituten zullen creatieve professionals ook een sterker netwerk opbouwen en zo potentiële afzetmarkten veroveren. Het is van belang initiatieven als INDEED (tussen Nederland (TUDelft en kunstopleidingen) en India) te blijven stimuleren en goede ervaringen te delen. Het gaat hier echter nadrukkelijk ook om samenwerking met en leren van buitenlandse instituten, dus tweerichtingsverkeer. 14 Smart and Creative Human Capital

- Internationalisering moet stevig verankerd zijn in de curricula van het onderwijs. Het gaat om gevoeligheid voor diversiteit en culturele verschillen. Onderzoek zal worden gedaan of onderwijs in talen en culturen te verbreden van Nederlands en Engels naar andere talen zoals als Chinees, Arabisch, Spaans of Russisch meer aandacht verdienen. - Bestaande initiatieven waarin internationaal creatief talent samenkomt, moeten beter worden gebundeld en zo elkaar versterken. Op die manier kunnen ook crosssectorale verbanden gelegd worden. In deze context is ook intensieve samenwerking met CLICK van belang, dat ook een expliciete internationale ambitie heeft en een sterke focus op het bij elkaar brengen en uitwisselen van kennis en talent. - Het verlies van de Huygensbeurzen is een groot gemis voor zowel Nederlands talent dat in het buitenland wil studeren, als voor buitenlandse studenten die naar Nederland willen komen. Veel beter is het om een dergelijk beurzenprogramma overeind te houden en specifiek op de topsectoren te richten. - Het Topteam adviseert de sector om aansluiting te zoeken bij de strategische agenda s van de ministeries van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie en Buitenlandse Zaken, gericht op de BRICS landen. Ook kan de sector meer verbinding zoeken met de doelstellingen van het Europese Kaderprogramma Horizon2020 dat vanaf 2014 in werking treedt als opvolger van het Kaderprogramma onderzoek KP7. - Behalve stages moeten ook events en competities voor creatief talent beter worden belicht. Er zal een lijst worden gemaakt van events en competities die voor Nederlandse studenten, pas afgestudeerden en kleine bedrijven interessant kunnen zijn. Agentschap en TWA s op ambassades van geselecteerde landen zullen worden gevraagd dit op te pakken, en de lijst in samenwerking met de FDCI digitaal te verspreiden bij de juiste doelgroep in het veld. - Instellingen moeten zich nadrukkelijk spiegelen aan internationale topopleidingen gericht op de creatieve sector. Benchmarking en inzichtelijk maken van best practices, opgedane kennis en ervaring is hier cruciaal. - De creatieve industrie heeft belang bij het aantrekken van internationaal toptalent. De huidige drempels, zoals het minimumsalaris, die door de overheid zijn gesteld voor het aantrekken van buitenlandse arbeidskrachten zijn voor de creatieve sector te hoog, waardoor Nederland het verliest van andere landen om ons heen bij het aantrekken van talent. Het Topteam heeft voorgesteld de inkomenseis voor de creatieve industrie naar beneden bij te stellen. - De trend om via Open CourseWare cursusmateriaal te delen, met name met ontwikkelingslanden, zal worden bevorderd. Hiermee kunnen Nederlandse instituten zich profileren en dit straalt ook positief af op Nederland als geheel. Instellingen en bedrijven worden uitgenodigd dit zelf te formuleren. - Aan het topeind van het onderwijsspectrum past een initiatief als THNK, dat vanuit een hoge ambitie werkt aan het opzetten van een internationaal opleidingstraject voor creatief leiderschap; Er zou een betere aansluiting moeten ontstaan met het onderwijs en het programma zou maximaal toegankelijk moeten worden voor top educators uit het onderwijs. - Nederlandse kennis en ervaring ten aanzien van Dutch Creativity (als follow up van Dutch Design) als geheel promoten en exporteren. Instellingen en bedrijven worden uitgenodigd dit gezamenlijk te formuleren en vorm te geven. Smart and Creative Human Capital 15

3. Het vervolg Om bovenstaande te bereiken is het van belang dat de sector zich sterker organiseert. Van alle betrokken partijen uit de Gouden Driehoek (bedrijfsleven, onderwijs en overheid) wordt verwacht dat men samen optrekt om invulling te geven aan de ambitie om uit te groeien tot de meest creatieve economie van Europa. Van het bedrijfsleven wordt verwacht dat men medeverantwoordelijkheid neemt om talentontwikkeling tot stand te laten komen en investeert in samenwerking met het onderwijs. Daarnaast moet het bedrijfsleven de opleidingsvraag beter kenbaar maken. Ook moeten er sectorbrede afspraken worden gemaakt ook over permanente educatie. Het onderwijs dient curricula aan te passen op basis van dialoog met het bedrijfsleven. Creatieve opleidingen moeten meer verbonden worden met technische opleidingen en businessschools. De student komt centraal te staan en ontwikkelt nadrukkelijk een ondernemende houding. De opleidingen zullen zich daarnaast sterker gaan profileren door onderzoek en ondernemerschap nadrukkelijker in hun curricula op te nemen. Het Topteam verwacht dat de Rijksoverheid de betrokkenen hierin maximaal faciliteert. Deze moet het onderwijs ondersteunen bij het kiezen van een scherp profiel en ruimte te geven om in te zetten op excellentie. Ook moet het onderwijs en met name het mbo voldoende ruimte krijgen om curricula flexibel in te vullen. Bevoegdheidsregels die medewerkers beperken om als gastdocent op te treden, moeten worden versoepeld, zodat de kwaliteit van het onderwijs toeneemt door inbreng van actuele kennis uit de praktijk. Ook het bedrijfsleven moet gefaciliteerd worden door de overheid. Investeringen van bedrijfsleven in onderwijs, in bijvoorbeeld Centres of Expertise of door inzet van medewerkers als docent, moeten fiscaal aantrekkelijk worden gemaakt. Alleen dan kan de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven echt worden geïntensiveerd en heeft onderwijs de ruimte om zich aan te passen aan de snel wisselende vragen van de arbeidsmarkt. Verder speelt de overheid een belangrijke rol bij het faciliteren van netwerkvorming binnen de creatieve industrie. Tot slot moet de overheid de sector ondersteunen om Dutch Creativity nog meer als exportproduct op de kaart te krijgen. Het Topteam verwacht dat de Regionale overheid bevordert dat de regionale onderwijsinstellingen (hbo en mbo) met de in de regio aanwezige bedrijven convenanten sluiten, waarin afspraken worden gemaakt over de uitvoering van de bovenvermelde acties voor bevordering van de aansluiting tussen vraag en aanbod. De regio s kunnen hierbij aansluiten bij en gebruik maken van de CLICK-netwerken. In het eerste kwartaal van 2012 wordt de Dutch Creative Industries Council (DCIC) opgericht. Het Topteam zal daar vooralsnog het Dagelijks Bestuur van vormen. Het Topteam CI heeft de verantwoordelijkheid voor de implementatie en governance van de agenda voor de topsector creatieve industrie inclusief het opstellen van een visie en strategie. Het Topteam zorgt er hierbij tevens voor dat de beschikbare middelen zorgvuldig worden besteed. Tevens zal de Council de prestatieafspraken van hbo-instellingen met het Rijk, evenals de regionale convenanten, actief volgen. De Council wordt geacht gevraagd en ongevraagd advies te geven aan het Topteam en de partners in de Gouden Driehoek over de verdere ontwikkeling van de creatieve industrie als topsector. Zo nodig zal zij acties initiëren en haar invloed aanwenden om acties in gang te zetten. De Council zal samen met het Topteam in het algemeen de zichtbaarheid van de creatieve sectoren richting de politiek en andere sectoren evenals de samenleving vergroten. Inmiddels wordt ook een eerste stap gezet om het netwerk van de creatieve industrie bij elkaar te houden en een platform te organiseren dat richting geeft aan het thema onderwijs-arbeidsmarkt. Jules van de Vijver, collegevoorzitter van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, is door de HBO-raad als verbindend persoon vanuit de hbo-sector aangewezen voor de topsector creatieve industrie. Voor maart 2012 zal een eerste bijeenkomst worden georganiseerd (in samenwerking met Topteam en FDCI) waar de prioriteiten voor de human capital agenda verder worden uitgewerkt. Daarbij zal een brede benadering worden gekozen die ruimte creëert voor het ontstaan van cross-overs tussen creatieve sector en andere sectoren. 16 Smart and Creative Human Capital

Daarnaast zal het Topteam een advies uitbrengen aan het Ministerie van OCW over de kwalificatiestructuur van het mbo, in samenwerking met het platform-in-oprichting van mbo-instellingen en bedrijfsleven (op initiatief van Fred van Vliet van het Grafisch Lyceum in Rotterdam). Tot slot zal via het Masterplan Bèta en Technologie invulling gegeven worden aan de gezamenlijke prioriteiten die door alle topsectoren benoemd zijn. Hierin komt aandacht voor het verhogen van de instroom van bètatechnici op de arbeidsmarkt en gerichte acties naar het voortgezet en primair onderwijs. De gezamenlijkheid zal vooral zichtbaar worden in: Kennisdeling tussen topsectoren en het faciliteren van intersectorale samenwerking; Gezamenlijke uitvoering van activiteiten t.a.v. wetenschap en techniek in het primair onderwijs en de onderbouw van voortgezet onderwijs; Gezamenlijke optrekken richting overheid t.a.v. knelpunten en oplossingen (drempels slechten in beleid, wet & regelgeving, fiscale stimulering). Smart and Creative Human Capital 17

Bijlage 1: Samenstelling Topteam Creatieve Industrie Voorzitter Victor van der Chijs Algemeen Directeur en Partner van OMA Leden Valerie Frissen Hoogleraar ICT en Sociale Verandering bij de Erasmus Universiteit Rotterdam, tevens verbonden aan TNO en HCSS Yuri van Geest Trend8, tevens een van de oprichters van Mobile Monday (MoMo Amsterdam) en het Android Development Camp Amsterdam Anne Mieke Eggenkamp Voorzitter College van Bestuur van Design Academy Eindhoven Judith van Kranendonk Voormalig Directeur-Generaal Cultuur en Media van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Secretariaat Martijn Arnoldus (Stichting Nederland Kennisland) Michiel Janson (Ministerie van Economische zaken, Landbouw & Innovatie) Ilia Neudecker (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) Marleen Brouwer (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) trainee 1 september 2011 29 februari 2012 Ondersteuning Human Capital Agenda Pieter Reimer (Platform Bèta Techniek) 18 Smart and Creative Human Capital