Aandrijving KOPPELING HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK AUTOMATISCHE TRANSMISSIE AANDRIJFASSEN BG0A - BG0B - BG0D - BG0G - KG0A - KG0B - KG0D - KG04

Vergelijkbare documenten
2 Aandrijving AUTOMATISCHE TRANSMISSIE AANDRIJFASSEN X91 23A 29A

2 Aandrijving KOPPELING HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK AUTOMATISCHE TRANSMISSIE AANDRIJFASSEN X74 20A 21A 23A 29A

Aandrijving KOPPELING HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK AUTOMATISCHE TRANSMISSIE AANDRIJVING BJ0E - BJ0J - BJ0K - BJ0P - BJ0V - BJ0M

2 Aandrijving KOPPELING HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK AANDRIJFASSEN X90 20A 21A 29A

Vervangt hoofdstuk 29 van Service Mededelingen 2639A en 2651A

0 Algemeen GEGEVENS VAN DE AUTO - MECHANISCH HEFMIDDELEN INGREDIËNTEN - PRODUCTEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN X74 01A 02A 04B 05A

6 Airconditioning AIRCONDITIONING X91 62A

0 Algemeen GEGEVENS VAN DE AUTO - MECHANISCH MECHANISCHE INLEIDING HEFMIDDELEN SMEERMIDDELEN INGREDIËNTEN - PRODUCTEN X91 01A 01D 02A 04A 04B

0 Algemeen HEFMIDDELEN CARROSSERIE INNOVATIES X91 02A 02B

1 Motor en randorganen

Motor en randorganen

Motor en randorganen

HANDELING Nr. H : Werkzaamheden aan de distributie. VERVANGING VAN DE STOTERBUSSEN UITBOUWEN.

VERVANGING VAN EEN TORSIESTAAF VOOR

HANDELING Nr. H : Werkzaamheden aan de voorremmen. VERVANGING VAN EEN REMTROMMEL

KOPPELING Doorsneden 20

Motoro liën en oliefilter vervangen 2.0

VERPLICHT : Neem de voorschriften voor veiligheid en schoon werken in acht. [0197-M] A1Z]

CONTROLESYSTEEM VAN DE BANDENSPANNING STUURBEKRACHTIGING MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN AUTOMATISCHE PARKEERREM ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN

1 Motor en randorganen

PSA MA-transmissie. INA GearBOX

VERVANGING VAN DE MOTOR-VERSNELLINGSBAK COMBINATIE

HEFMIDDELEN SMEERMIDDELEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN AFSTELWAARDEN AANDRIJFGROEP AFSTELWAARDEN VOOR- EN ACHTERTREINHOEKEN

HANDELING Nr. H : Werkzaamheden aan de cilinderkop. VERVANGING VAN EEN TUIMELAARAS VAN DE INLAATKLEPPEN UITBOUWEN.

Handgeschakelde versnellingsbak

37A. MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Bedieningseenheid van de versnellingen: Afstellen 37A-82. JR5 of PK4 of PK6

SCdefault. 9-5 Montagerichtlijn

Oliën en oliefilter vervangen

RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies

(zie afbeelding 3) Nm (65 mm) Nm (57 mm) (zie afbeelding 3) Nm (60 mm) Nm (11 mm)

Algemeen GEGEVENS HEFMIDDELEN SLEPEN SMEERMIDDELEN - PRODUCTEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN WAARDEN EN AFSTELLINGEN

1 of 4 20/01/ :42

MOTOR - K SERIE 34 REPARATIES. 1 of 1 07/04/ :02 DISTRIBUTIE-RIEM - NOKKENAS - K SERIE

4 Plaatwerk ALGEMEEN BODEMPLAAT VOOR CENTRALE BODEMPLAAT ZIJKANT BODEMPLAAT BODEMPLAAT ACHTER BOVENBOUW VOOR BOVENBOUW ZIJKANT BOVENBOUW ACHTERZIJDE

INTERIEURBEKLEDING BEKLEDING KAPPEN - KLEPPEN STOELFRAME EN STELRAILS VOOR STOELFRAME EN STELRAILS ACHTER BEKLEDING VOORSTOELEN BEKLEDING ACHTERBANK

Elektrische motorverwarmer, 230 V, 6 cil.

Probleemoplossingsgids

LANCERING TURBOCHARGER MOUNTING KIT - THM50001

Nokkenas vervangen (M52TU / M54 / M56)

Airconditioning VERWARMING AIRCONDITIONING BJ0E - BJ0J - BJ0K - BJ0M - BJ0P - BJ0V FEBRUARI 2004 EDITION NEERLANDAISE RENAULT 2004

ZF 16 S(AS)/8S 1. Controleren werking controlelampen en functies versnellingsbak

MOTOR. 1 of 1 22/01/ :48 REVISEREN 1 DISTRIBUTIERIEM, SPANINRICHTING EN TANDWIELEN. Distributieriem - verwijderen

Demontage van het fusee Klik met muis of spatiebalk voor volgende dia

Vervangen van de (linker) aandrijfas.

Bekleding INTERIEURBEKLEDING PORTIERBEKLEDING BEKLEDING KAPPEN - KLEPPEN STOELFRAME EN STELRAILS VOOR STOELFRAMES ACHTER BEKLEDING VOORSTOELEN

Airconditioning VERWARMING AIRCONDITIONING BG0A - BG0B - BG0D - BG0G - KG0A - KG0B - KG0D - KG04 EDITION NEERLANDAISE NOVEMBER 2000 RENAULT 2000

Thermostaat vervangen bij een M20 blok.

6 Airconditioning VERWARMING AIRCONDITIONING GEREGELDE AIRCONDITIONING HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING. X74, en DOCUMENTATIEFASE 2 61A 62A 62B 62C

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

Versnellingsbak verwijderen. Algemeen. Gereedschap. Geldt voor de versnellingsbak ZF Transmatic. Voorbeelden van geschikte gereedschappen van Scania:

S.M. 2651A. Bijzonderheden van de SAFRANE met motortypen N7U 700 N7U 701

Reparatiehandleiding VW 02T-transmissie. INA GearBOX

Installation instructions, accessories. Trekhaak, vast. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden. Instructienr. Versie Ond. nr

De tweeslagmotor AOC OOST Almelo Groot Obbink

Elektrische motorverwarming, 230 V

Remmen: blokken, schijven, klauwen, slangen, remolie verversen en ontluchten

Stuurklep revisie (power steering valve) Dutch Corvette Supplies

Chrysler Voyager ,5 CRD / 2,5 / 104 / / / R2516C Land van productie - Cilinderinhoud/Vermogen 2,5 / 104 kw Motoraanduiding

Algemeen GEGEVENS HEFMIDDELEN SLEPEN SMEERMIDDELEN PRODUCTEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN AFSTELWAARDEN AANDRIJFGROEP

Olie kanalen in een Fiat 500 motorblok uit 69

5 Mechanismes en accessoires

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

Saab 9-3 CV M04-, 4D/5D M06-

VERVANGING VAN EEN CILINDERKOP

De RENAULT ONDERHOUDSBEURT

Vervangen keerringen en reparatie schroefas Yanmar saildrive SD20

Rijwielgedeelte zijspan voor de eerste maal aan de motorfiets koppelen.

De-/montage handleiding VAG DSG6 02E Mechatronic

Chassis ALGEMEEN VOORTREIN ACHTERTREIN WIELEN EN BANDEN STUURINRICHTING MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN ELEKTRONISCH GESTUURDE HYDRAULISCHE SYSTEMEN

Geschreven door: Phillip Takahashi

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

Hoofdstuk 1. Onderhoud en belangrijkste gegevens

PLAATSINGSINSTRUCTIES DUOFUSE POORTJE

BMW 3 Serie Oil Change (Straight 6

Nokkenassen uit- en inbouwen

SCdefault. Montagerichtlijn

MONTERINGSANVISNING INSTALLATION INSTRUCTIONS MONTAGEANLEITUNG INSTRUCTIONS DE MONTAGE

Installation instructions, accessories. Parkeerhulp, achter. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden , ,

1. Verwijder de wielnaaf /remtrommel

Verwijder de deksel van het remvloeistofreservoir onder de buddyseat. Zuig met een injectiespuit zoveel mogelijk remvloeistof uit het reservoir.

R Montage/demontage richtlijnen

Verslag van het vervangen van het saildrive rubber van een First 31.7.

Competentie van de OE fabrikant

Werk instructie de- en montage PA1 tandwielkast.

Revisie stuurbekrachtings pomp (63-82)

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

KD Montage-/demontage-instructies

MONTERINGSANVISNING INSTALLATION INSTRUCTIONS MONTAGEANLEITUNG INSTRUCTIONS DE MONTAGE

R Montage en demontage instructies

Vouwdak: montage-overzicht. Vouwdak: montage-overzicht

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem

INHOUD. 2

Service-informatie. Olieverversingskit voor automatische ZF-transmissie 8HP

Wielen vervangen GEREEDSCHAPSSET HET RESERVEWIEL VERWIJDEREN AFSLUITBARE WIELMOEREN

Installation instructions, accessories. Niveauregeling. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden. Pagina 1 / 17

S.M. 2634A. Bijzonderheden van de uitvoeringen met motortype G8T Turbo Diesel

Reparatie. Reparatie. 1.1 Vervangen van schakelkabels bij eendelige asring

Periodiek onderhoud. Olie aftappen. Oliefilters

Saab 900 2,0/2,3 M94-, Saab 9-3 2,0/2,3

1. Uitbouwen UITBOUWEN - INBOUWEN : VOORSCHERM.

Transcriptie:

Aandrijving KOPPELING HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK AUTOMATISCHE TRANSMISSIE AANDRIJFASSEN BG0A - BG0B - BG0D - BG0G - KG0A - KG0B - KG0D - KG04 77 11 297 364 NOVEMBER 2000 EDITION NEERLANDAISE De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit document werd samengesteld. Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht. RENAULT 2000 Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan Renault. Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van Renault.

Aandrijving Inhoud Blz. Blz. 20 KOPPELING 23 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 21 Identificatie 20-1 Overzicht 20-2 Drukgroep - Plaat 20-3 Druklager 20-7 Vliegwiel 20-9 Lager koppelingsas 20-10 HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Overbrengingsverhoudingen 21-1 Smeermiddelen 21-2 Producten 21-4 Systematisch te vervangen onderdelen 21-4 Bijzonderheden 21-5 Uitbouwen -Inbouwen 21-6 Tandwielen 5 e op de auto 21-15 Keerring koppelingsas 21-20 Differentieelkeerring 21-22 (VERVOLG) Vullen - Peilen 23-8 Controle kritisch toerental koppelomvormer 23-10 Hydraulisch blok 23-11 Uitbouwen - Inbouwen 23-18 Meeneemplaat 23-28 Differentieelkeerring 23-29 Keerring van de koppelomvormer 23-31 Keerring van de selecteuras 23-33 Meten werkdruk 23-34 Meerstandenschakelaar 23-35 Rekeneenheid 23-41 Opname elementen 23-43 Opname element ingaand toerental 23-44 Opname element uitgaand toerental 23-45 Bedrading (afgedichte doorvoer) 23-46 Elektrokleppen 23-48 Modulaire stekker 23-50 23 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Identificatie 23-1 Overbrengingsverhoudingen 23-2 Gebruik 23-3 Producten 23-4 Systematisch te vervangen onderdelen 23-4 Olie 23-5 Aftappen 23-6 29 AANDRIJFASSEN Overzicht 29-1 Algemeen 29-2 Aandrijfassen voor 29-3 Stofhoes wielzijde 29-7 Stofhoes bakzijde 29-10

120 KOPPELING 20 Identificatie TYPE AUTO TYPE MOTOR DRUKGROEP PLAAT 26 spiebanen D = 215 mm E = 6,8 mm B = Blauw V = Groen GB = Grijsblauw BG0A K4M 215 CPOE 3500 26 spiebanen D = 215 mm E = 6,8 mm VM = Mosgroen V = Groen BC = Blauw BG0B F4P 215 CPOE 4400 21 spiebanen BG0G F9Q 228-7900 D = 228 mm E = 8,4 mm 20-1

KOPPELING 20 Overzicht 20-2

Motoren F4P-K4M KOPPELING 20 Drukgroep - Koppelingsplaat VERVANGEN Hiervoor moet de versnellingsbak zijn losgemaakt van de motor. ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 582-01Blokkeersector UITBOUWEN AANTREKKOPPELS (in dan.m) Drukgroepbouten 2 Breng de blokkeersector Mot. 582-01 aan. Verwijder de bouten van de drukgroep en bouw deze uit, evenals de koppelingsplaat. Controleer en vervang de defecte onderdelen. INBOUWEN Voorschriften bij de revisie van de koppeling: Om het schuiven van de koppelingsplaten te verbeteren, zijn de naven ervan vernikkeld. Maak de spiebanen van de koppelingsas schoon en monteer het geheel zonder smeermiddel. Ontvet het frictievlak van het vliegwiel. Breng de koppelingsplaat op zijn plaats, met de uitbouw (A) van de naaf aan de kant van het vliegwiel. 16180R 20-3

Motoren F4P-K4M KOPPELING Drukgroep - Koppelingsplaat 20 CENTEREN Gebruik het plastic centreergereedschap uit de koppelingsset. Draai de drukgroepbouten stervormig aan en zet de vast met het voorgeschreven aantrekkoppel. Verwijder de blokkeersector Mot. 582-01. 20-4

Motor F9Q KOPPELING Drukgroep - Koppelingsplaat 20 ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 582-01Blokkeersector Emb. 1604 Samendrukgereedschap voor de zelfafstellende koppelingsdrukgroep AANTREKKOPPELS (in dan.m) Drukgroepbouten 1,2 Hiervoor moet de versnellingsbak zijn losgemaakt van de motor. UITBOUWEN Breng de blokkeersector Mot. 582-01 aan. Verwijder de bouten van de drukgroep en bouw deze uit, evenals de koppelingsplaat. Controleer en vervang de defecte onderdelen. Druk het diafragma samen met behulp van het gereedschap Emb. 1604. INBOUWEN Voor het monteren van de drukgroep, gebruikt u gereedschap Emb. 1604. 20-5

Motor F9Q KOPPELING Drukgroep - Koppelingsplaat 20 Druk de drie veren op de hieronder aangegeven wijze samen. CENTREREN Gebruik het plastic centreergereedschap uit de koppelingsset. Voorschriften bij de revisie van de koppeling: Om het schuiven van de koppelingsplaten te verbeteren, zijn de naven ervan vernikkeld. Maak de spiebanen van de koppelingsas schoon en monteer het geheel zonder smeermiddel. Draai de drukgroepbouten stervormig aan en zet de vast met het voorgeschreven aantrekkoppel. Verwijder de blokkeersector Mot. 582-01. Ontvet het frictievlak van het vliegwiel. Breng de koppelingsplaat op zijn plaats, met de uitbouw (A) van de naaf aan de kant van het vliegwiel. 20-6

Motoren F4P-K4M KOPPELING 20 Aanslag VERVANGEN Hiervoor moet de versnellingsbak zijn losgemaakt van de motor. UITBOUWEN Bouw uit: de ontluchtingsnippel (bout A), het druklager (bouten B). INBOUWEN Plaats: het druklager, de ontluchtingsnippel. Controleer het goede schuiven van het druklager. 20-7

Motor F9Q KOPPELING 20 Aanslag VERVANGEN Hiervoor moet de versnellingsbak zijn losgemaakt van de motor. UITBOUWEN Bouw uit: de ontluchtingsnippel (bout A), het druklager (bouten B). INBOUWEN Plaats: het druklager, de ontluchtingsnippel. Controleer het goede schuiven van het druklager. 20-8

Motoren F4P-K4M KOPPELING 20 Vliegwiel VERVANGEN Hiervoor moeten motor en bak van elkaar gescheiden en de koppeling uitgebouwd zijn. ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 582-01Blokkeersector UITBOUWEN AANTREKKOPPELS (in dan.m) Vliegwielbouten 4 Breng de blokkeersector Mot. 582-01 aan. Bouw de vliegwielbouten uit, deze mogen niet opnieuw worden gebruikt. INBOUWEN Maak de schroefdraad voor de vliegwielbouten schoon in de krukas. Ontvet op de krukas het raakvlak voor het vliegwiel. Borg de bouten van het vliegwiel met Loctite FRENETANCH en zet ze met het voorgeschreven aantrekkoppel vast. Verwijder het vliegwiel en de blokkeersector Mot. 582-01. Het frictievlak op het vliegwiel mag niet worden gevlakt. Vervang het vliegwiel als het beschadigd is. 20-9

KOPPELING 20 Lager koppelingsas VERVANGEN Hiervoor moeten motor en bak van elkaar gescheiden en de koppeling en het vliegwiel uitgebouwd zijn. ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 11 Lagertrekker UITBOUWEN Verwijder het lager met behulp van het gereedschap Mot. 11. INBOUWEN Monteer het nieuwe lager. Dit wordt met vet gevuld geleverd, maak het alleen schoon aan de buitenkant. Smeer de buitenkant van het lager in met Loctite FRENBLOC. Monteer het lager met een buis die aanligt tegen de buitenste kooi. 20-10

121 HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK 21 Overbrengingsverhoudingen JR5 Indice Autotype Pignon/ Kroonwiel 1 e 2 e 3 e 4 e 5 e Achteruit 003 BGOH 15 11 22 28 34 39 61 37 41 37 35 32 11 008 BGOB 15 11 21 28 31 37 39 58 41 43 39 34 33 JH3 Indice Autotype Pignon/ Kroonwiel 1 e 2 e 3 e 4 e 5 e Achteruit 005 BGOA 14 11 22 28 34 39 11 59 37 41 37 35 32 39 PK6 Indice Autotype Pignon/ Kroonwiel 1 e 2 e 3 e 4 e 5 e 6 e Achter uit 001 BGOG 19 11 19 31 41 41 47 27 64 43 40 43 40 31 30 47 21-1

HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK 21 Smeermiddelen INHOUDEN (liters) JR5/JH3 JR5 2,5 JH3 2,8 PK6 2,2 SOORT - VISCOSITEIT JR5/JH3 TRANSELF TR5 75 W80W te bestellen bij ELF. PK6 VERVERSINGSINTERVAL Geen verversing CONTROLE VAN HET PEIL BIJ LEKKAGE JR5/JH3 1 Aftapplug 2 Vulplug PK6 : maak een peilstaaf met de volgende afmetingen: C - 40 mm D - 48 mm E - 60 mm F - 65 mm Bijvullen tot de onderrand van de opening. A - Maximumpeil = 2,35 l B - Minimumpeil = 2,05 l 21-2

HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Smeermiddelen 21 PK6 3 Aftapplug 4 Vulplug 5 Volume van de olie 6 Type bak 21-3

HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Producten 21 Producten JR/JH TYPE VERPAKKING NUMMER BESTEMD VOOR MOLYKOTE BR2 Blik 1 kg 77 01 421 145 Spiebanen rechter differentieeltandwiel Loctite 518 Spuitje 24 ml 77 01 421 162 Pakkingvlakken bakhelften RHODORSEAL 5661 Tube 100 g 77 01 404 452 Pluggen en schakelaars LOCTITE FRENBLOC (Borg- en afdichtlijm) Flesje 24 cc 77 01 394 071 Moeren van primaire en secondaire assen Vast tandwiel en naaf 5 e Meenemer klauwkoppeling Systematisch te vervangen onderdelen Vervang altijd na het uitbouwen ervan: de keerringen, de O-ringen, de moeren van de secondaire as en het differentieel. 21-4

HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK 21 Bijzonderheden SCHAKELPATRONEN PK6 LET OP : het is VERBODEN de ontluchtingsklep (D) te demonteren om hierlangs olie bij te vullen. Voor het inschakelen van de achteruit: trek de vergrendeling (A) omhoog en verplaats de hendel. JH3/JR5 Voor het inschakelen van de achteruit: schakel in neutraal en schakel de achteruit in als een andere versnelling. 21-5

Motoren F4P-K4M HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK 21 UITBOUWEN - INBOUWEN ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP B.Vi. 1531 Vliegwielcentreergereedschap Mot. 1453 Motorsteungereedschap T.Av. 476 Kogeltrekker ONMISBAAR MATERIAAL Orgaansteun AANTREKKOPPELS (in dan.m) Wielbouten 10,5 Kolombouten remklauw 0,7 Moer spoorstangkogel 3,7 Moer fuseekogel 11 Bout schokdemperpoot 18 Bout aandrijfasstofhoes 2,4 Moer pendelsteun op carrosserie 4,5 Bout pendelsteun op bak 6,2 Bouten subframetrekstangen 4,4 Bouten langsbalk links voor 4,4 Bout reactiestang 10,5 Startmotorbouten 4,4 Bouten rondom bak 4,4 Vulplug 0,17 Aftapplug 2,2 Bout kruisstukje stuurkolom 2,5 de schakelstang, UITBOUWEN Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. Maak de massakabel van de accu los. Tap de versnellingsbak af. Bouw uit: de voorwielen, de sierkap van de motor, de accu, de zekeringendoos, de accusteun. Maak de kabelbundel los van de accusteun. Bouw uit: de luchtinlaatgeluiddemper, het opname element vliegwiel. de beschermplaat onder de motor, de spatplaten links, 21-6

Motoren F4P-K4M HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK UITBOUWEN - INBOUWEN 21 Aan de linker zijde: Bouw uit: de remklauw en bevestig hem aan de veerpoot om de slang te beschermen, de spoorstangkogel (A) met trekker T.Av. 476, de aandrijfas. Bescherm de stofhoezen. Aan de rechter zijde: Bouw uit: de spoorstangkogel met trekker T.Av., 476, de bovenste bout (3) van de bevestiging van de schokdemper. het opname element ABS, de onderste fuseekogel. de bevestigingen van de schokdemperpoot (1), de bevestigingen van de aandrijfas op de versnellingsbak, Draai de onderste bevestiging (4) van de schokdemperpoot los. 21-7

Motoren F4P-K4M HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK UITBOUWEN - INBOUWEN 21 Verwijder de bevestiging op het steunlager. Kantel de fusee en maak de aandrijfas los. 21-8

Motoren F4P-K4M HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK UITBOUWEN - INBOUWEN 21 Bouw uit: de bevestigingen van de stuurbekrachtigingsleidingen, de stekkers op de versnellingsbak, de trekstangen links van de carrosserie op de langsbalk, de steun van uitlaat versnellingsbak, de koppelreactiestang, de stekker van de achteruitrijlichtschakelaar. de bevestiging links van de trekstang dwars op de langsbalk links voor, de langsbalk links voor. 18 749 Zuig het remvloeistofreservoir leeg met een spuitje tot het peil van de wartel van de slang van de koppelingshoofdcilinder. Maak de koppelingswerkcilinder los. 18 673-1 21-9

Motoren F4P-K4M HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK UITBOUWEN - INBOUWEN 21 Verwijder de bevestigingen van de startmotor. Plaats de orgaansteun. Bouw uit: de onderste bevestigingen van de versnellingsbak, de versnellingsbak. INBOUWEN Controleer of de centreerbusjes tussen motor en bak op hun plaats zitten. LET OP Smeer de spiebanen van de koppelingsas niet. Ga verder te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen. Vul het remvloeistofreservoir. Ontlucht het systeem van de koppeling. Maak de startmotor naar achteren vrij. Breng het steungereedschap Mot. 1453 op zijn plaats. Vul de versnellingsbak met de voorgeschreven soort en hoeveelheid olie. LET OP: Bevestig de remslangen correct aan de schokdempers. 18 676 Bouw uit: de versnellingsbaksteun, de bovenste bevestigingen van de versnellingsbak. Kantel de aandrijfgroep. 21-10

Motor F9Q HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK UITBOUWEN - INBOUWEN 21 ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 1453 T.Av. 476 B.Vi. 1531 Motorsteungereedschap Kogeltrekker Vliegwielcentreergereedschap ONMISBAAR MATERIAAL Orgaansteun UITBOUWEN: AANTREKKOPPELS (in dan.m) Wielbouten 10,5 Kolombouten remklauw 0,7 Moer spoorstangkogel 3,7 Moer fuseekogel 11 Bout schokdemperpoot 18 Bout aandrijfasstofhoes 3 Moer pendelsteun op carrosserie 4,5 Bout pendelsteun op bak 10,5 Bouten subframetrekstangen 4,4 Bouten langsbalk links voor 4,4 Bouten subframe 10,5 Bouten koppel-reactiestang/subframe 10,5 Bouten koppel-reactiestang/motor 10,5 Startmotorbouten 4,4 Bevestigingsbouten rondom de bak 4,4 Vulplug 0,17 Aftapplug 1,8 Bout kruisstukje stuurkolom 2,5 Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. Maak de massakabel van de accu los. Bouw uit: de voorwielen, de sierkap van de motor, de accu (1), de zekeringendoos (2), de accubak (3). Maak de kabelbundel los van de accusteun. Bouw uit: de luchtinlaatslang op de doorstroommeter, de luchtkamer en de doorstroommeter (4). Maak de rekeneenheid van het inspuitsysteem met zijn steun vrij. Bouw uit: de schakelstang, 18 748 18 655 21-11

Motor F9Q HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK UITBOUWEN - INBOUWEN 21 de stekker van de achteruitrijlichtschakelaar, Bouw uit: de spoorstangkogels (A) met trekker T.av.476, de bevestigingen van de schokdemperpoot (C). 18 655 de beschermplaat onder de motor, 18 613 Tap de versnellingsbak af. Bouw uit: de spatplaten rechts en links, de remklauwen en bevestig deze aan de veerpoten om de slangen te beschermen, de opname elementen van de ABS, de onderste fuseekogels met een afgezaagde inbussleutel, als u de moer niet kunt losdraaien. Aan de linker zijde: Bouw uit: de bevestigingen van de aandrijfas op de versnellingsbak, de aandrijfas. Bescherm de stofhoezen. 18 661 X = 25 mm 21-12

Motor F9Q HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK UITBOUWEN - INBOUWEN 21 Aan de rechter zijde: Maak de koppelingswerkcilinder (2) los. Bouw uit: het steunlager op het motorblok (A), de aandrijfas, de steun van uitlaat-versnellingsbak (B), 18 657 Bouw uit: de ingaande slang van de turbo, de bevestigingen van de startmotor. de koppelreactiestang, 18980 18704 Maak de startmotor naar achteren vrij. het opname element vliegwiel, het subframe (zie hoofdstuk 31). Zuig het remvloeistofreservoir leeg met een spuitje tot het peil van de wartel van de slang van de koppelingshoofdcilinder. 21-13

Motor F9Q HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK UITBOUWEN - INBOUWEN 21 Bind de kabelbundels en de hydraulische leidingen vast, zodat zij het uitbouwen van de versnellingsbak niet belemmeren. Breng het steungereedschap Mot. 1453 op zijn plaats. 18 676 18 656 Bouw uit: de versnellingsbaksteun, de bovenste bevestigingen van de versnellingsbak, de steun van de lucht- en koelslangen. Monteer de versnellingsbaksteun met de aangegeven aantrekvolgorde van de bevestigingsbouten. Kantel de aandrijfgroep. Plaats de orgaansteun. Bouw uit: de onderste bevestigingen van de versnellingsbak, de versnellingsbak. INBOUWEN Indien de koppeling uitgebouwd is, raadpleeg dan hoofdstuk 20. Controleer of de centreerbusjes tussen motor en bak op hun plaats zitten. LET OP: Smeer de spiebanen van de koppelingsas niet. Druk de kabelbundels opzij en verwijder de centreerpen voor de kabelbundel op de versnellingsbak. Ga verder te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen. Monteer de trekstang dwars voor de trekstangen links en rechts. Vul : de versnellingsbak, het remvloeistofreservoir. Ontlucht het systeem van de koppeling. 18 989 LET OP: Zet de remslangen correct vast aan de schokdemperpoten. 21-14

HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK 21 Tandwielen 5e op de auto ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP B.Vi. 22-01Trekkerhuis B.Vi. 31-01 B.Vi. 1000 B.Vi. 1170 B.Vi. 1175 Set drevels voor het verwijderen en plaatsen van de holle borgpen 5 mm Trekker vast tandwiel 5 e Trekker naaf 5 e Montagebout vast tandwiel 5 e UITBOUWEN AANTREKKOPPELS (in dan.m) Moer van primaire as 16 Bout van secondaire as 8 Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. Verwijder het linker voorwiel. Verwijder: de spatplaat in de wielkuip, de trekstang (1). Tap de versnellingsbak af. 18 673-1 Verwijder de steun van de stuurbekrachtigingsleiding op het deksel van de 5 e versnelling. Het achterste deksel moet worden uitgebouwd in de horizontale as van de bak, vanwege een smeergootje (A) dat in de primaire as steekt. 21-15

HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Tandwielen 5e op de auto 21 Plaats een houten blok tussen de schakelvork van de 5 e en het aandrijftandwiel om de reactiekrachten op te vangen; verwijder de borgpen van de schakelvork met behulp van B.Vi. 31-01. Op de primaire as: Verwijder de vork van de 5 e en de schakelmof. Verwijder de synchronaaf met behulp van het gereedschap B.Vi. 1170. 19326 OPMERKING : Schakel voor het uitbouwen-inbouwen van de borgpen een versnelling in (3 e of 4 e ). Trek de as van de schakelvork van de 5 e versnelling niet naar buiten, want daardoor kan de grendelkogel zich verplaatsen waarna hij niet meer teruggeplaatst kan worden. Plaats de schakelmof van het gereedschap B.Vi. 1170 als om de 5 e in te schakelen en draai hem zo dat de spiebanen van de schakelmof en van de naaf tegenover elkaar liggen. Schakel de 5 e versnelling in door de vork te verschuiven over zijn as en de 1 e met de versnellingshendel. Verwijder de moer van de primaire as en de bout van de secondaire as. Zet de bak in neutraal. 21-16

HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Tandwielen 5e op de auto 21 Plaats de kelk van het gereedschap over de schakelmof, draai hem tegen de aanslag, en verwijder vervolgens de naaf. Op de secondaire as: Met behulp van het gereedschap B.Vi. 22-01 en B.Vi. 1000, Verwijder het geheel van de 5 e versnelling. verwijder het tandwiel van de 5 e INBOUWEN Op de secondaire as: Breng drie druppels Loctite FRENBLOC aan op de spiebanen van het vaste tandwiel. Plaats het met behulp van het gereedschap B.Vi. 1175 en de ring met borst (64). 21-17 Verwijder het gereedschap B.Vi. 1175.

HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Tandwielen 5e op de auto 21 Op de primaire as : Monteer in volgorde (21) (opstaande rand tegenover het lager) (22), (23), (24) en (8). Plaats de schakelvork over de schakelmof (26) voorzien van (25). Breng drie druppels Loctite FRENBLOC aan op de naaf en vervang het geheel naaf-schakelmof en schakelvork. Smeer drie druppels Loctite FRENBLOC: op de moer (27) van de primaire as en zet hem vast met een aantrekkoppel van 16 dan.m. Plaats een houten blok tussen de schakelvork van de 5 e en het aandrijftandwiel om de reactiekrachten op te vangen en plaats een nieuwe borgpen in de schakelvork van de 5 e met behulp van B.Vi. 31-01 in de juiste montagerichting, de opening moet in de hartlijn van de assen liggen. Plaats de verhogingen van de synchroring in de uitsparingen in de naaf. 19326 Schakel de 1 e in met de versnellingshendel en de 5 e in de bak door de vork van de 5 e over zijn as te verschuiven. 21-18

HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Tandwielen 5e op de auto 21 Zet de bak weer in neutraal en controleer of alle versnellingen werken. Als dit niet zo is, controleer dan of de achteruit niet is ingeschakeld. Breng een nieuwe O-ring aan om het achterste deksel af te dichten. Vul de versnellingsbak met olie. Controle de afdichting van het achterste deksel bij draaiende motor. Plaats: de steun van de stuurbekrachtigingsleiding, de trekstang (1), Plaats het achterste deksel en schuif het smeergootje (A) in de primaire as. 18 673-1 93259R de spatplaten, het wiel. 21-19

JH3 121 HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK 21 Keerring koppelingsas VERVANGEN Voor het vervangen van de keerring moet de versnellingsbak worden geopend. Raadpleeg het boek: B.V. JH / JR 21-20

JR5 / PR6 HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Keerring koppelingsas 21 VERVANGEN Hiervoor moet de versnellingsbak zijn losgemaakt van de motor. ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP B.Vi. 1236-01 Montagestempel keerring primaire as UITBOUWEN Boor met een boortje 2,5 mm, een gaatje in de keerring. LET OP DAT DE AS OF HET DRAAGVLAK VAN DE KEERRING NIET BESCHADIGT. INBOUWEN Plaats de nieuwe keerring voorzien van zijn bescherming met behulp van het gereedschap B.Vi. 1236-01. Draai en schroef in de keerring en trek hem met een tang naar buiten. Verwijder de bescherming. 19150 Monteer de geleidehuls. 21-21

121 HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK 21 Differentieelkeerring ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP B.Vi. 945 B.Vi. 1058 B.Vi. 1235 Montagestempel differentieelkeerring JH-bak Montagestempel differentieelkeerring JR-bak Montagestempel differentieelkeerring PK-bak UITBOUWEN AANTREKKOPPELS (in dan.m) Bouten schokdemperpoot M 16 X 200 18 Wielbouten 10,5 PRODUCTEN Loctite FRENBLOC: Bevestigingsbouten van de remklauw MOLYKOTE BR2 Spiebanen rechter differentieeltandwiel Verwijder de flens van het steunlager. Beschermplaat onder motor. Tap de versnellingsbak af. Bouw uit: de spatplaten, het rechter voorwiel, de bovenste bout (3) van de schokdemperpoot en draai de onderste bout (4) los. het opname element ABS, 18 704 Kantel de fusee en maak de aandrijfas los (let op dat de stofhoes niet beschadigt (zie hoofdstuk 29). 21-22

JH / JR HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Differentieelkeerring 21 VERVANGEN VAN DE KEERRING Verwijder de O-ring van het differentieeltandwiel. Tik tegen de onderkant van de keerring met een drevel en een kleine hamer om de keerring te kantelen in zijn boring. Als de keerring naar buiten is gekomen, trekt u hem met een tang los zonder de spiebanen van het differentieeltandwiel te beschadigen. Richt de aandrijfas ten opzichte van het differentieeltandwiel. Kantel de fusee en schuif de aandrijfas in het differentieeltandwiel. Monteer de keerring met behulp van het gereedschap : B.Vi. 945 voor versnellingsbaktype JH, B.Vi. 1058 voor versnellingsbaktype JR, Zet alle bouten en moeren vast met de voorgeschreven aantrekkoppels. Vul de versnellingsbak met de voorgeschreven soort en hoeveelheid olie. Smeer deze laatste voordat u hem over de spiebanen van het differentieeltandwiel schuift. Plaats de keerring en vervolgens de O-ring en vet de spiebanen in met MOLYKOTE BR2. 21-23

PK HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Differentieelkeerring 21 VERVANGEN VAN DE KEERRING Verwijder de O-ring van het differentieeltandwiel. Tik tegen de onderkant van de keerring met een drevel en een kleine hamer om de keerring te kantelen in zijn boring. Als de keerring naar buiten is gekomen, trekt u hem met een tang los zonder de spiebanen van het differentieeltandwiel te beschadigen. Richt de aandrijfas ten opzichte van het differentieeltandwiel. Kantel de fusee en schuif de aandrijfas in het differentieeltandwiel. Monteer de keerring met behulp van het gereedschap B.Vi. 1235. Smeer deze laatste voordat u hem over de spiebanen van het differentieeltandwiel schuift. Zet alle bouten en moeren vast met de voorgeschreven aantrekkoppels. Vul de versnellingsbak met de voorgeschreven soort en hoeveelheid olie. Plaats de keerring en vervolgens de O-ring en vet de spiebanen in met MOLYKOTE BR2. 21-24

123 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Identificatie SU1 Identificatieplaatje van de automatische transmissie. DP0 Gegraveerde identificatie van de automatische transmissie. A Constructeur (Aisin Warner). B Productiejaar. C Productiemaand (Voorbeeld: A=1, B=2...M=12, behalve I). D Model van de transmissie (50-42 LE). E Volgnummer in de productie van een maand. F Indice van de automatische transmissie. 23-1

AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Overbrengingsverhoudingen DP0 Indice Autotype Motor Tussentandwielen Differentieel 1 e 2 e 3 e 4 e Achteruit 018 BG0A K4M 711 020 BG0B F4P 711 52 21 67 73 2,724 1,499 1 0,71 2,455 SU1 Indice Autotype Motor Tussentandwielen Differentieel 1 e 2 e 3 e 4 e 5 e Achteruit 002 BG0D L7X 731 57 26 56 59 4,685 2,942 1,923 1,301 1 3,177 23-2

DP0 / SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Gebruik GEGEVENS SLEPEN Gewicht: 70 kg De LAGUNA met automatische transmissie DP0 en SU1 heeft "Shift Lock" en "Lock Up". De "Shift Lock" zorgt ervoor dat de selecteurhendel aalleen kan worden verzet als het rempedaal is ingedrukt. Hoe u te werk moet gaan indien de accu leeg is, staat aangegeven in het instructieboekje van de auto. De "Lock Up" of omvormeroverbrugging zorgt voor een directe verbinding tussen de automatische transmissie en de motor. Hiervoor heeft de omvormer een "mini koppeling". De rekeneenheid van de automatische transmissie regelt de "lock up" functie. De automatische transmissie wordt onder druk gesmeerd, er is dus alleen smering als de motor draait. Daarom, en op straffe van ernstige schade bij niet naleving, zijn de volgende voorschriften van groot belang: Het is altijd beter de auto te vervoeren op een autoambulance of met de voorwielen van de grond. Als dit echter niet mogelijk is, mag de auto in noodgevallen worden gesleept met een maximale snelheid van 20 km/u en over een afstand van ten hoogste 30 km (selecteurhendel in N). BELANGRIJK MAXIMAAL AANHANGERGEWICHT (trekken van een caravan, boot, enz.). Het gewicht van de aanhangwagen mag niet hoger zijn dan: 950 kg voor een automatische transmissie DP0, 1150 kg voor een automatische transmissie SU1. Overschrijding van deze maximale belasting veroorzaakt op een helling van 7% een te hoge temperatuur van de motorolie, gevolgd door een oliedrukverlaging en daardoor voor een snelle en ernstige schade aan de motor. rijdt nooit met contact uit (bijvoorbeeld tijdens een afdaling), het gevaar hiervan kan iet vaak genoeg benadrukt worden, duw de auto nooit (bijvoorbeeld: naar een benzinepomp, tenzij de voorzorgen genoemd in de paragraaf "Slepen" zijn getroffen). Anderzijds is er alleen aandrijving als de motor draait. De motor van een auto met een automatische transmissie kan dus niet worden gestart door de auto te duwen. 23-3

AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Producten DP0 OMSCHRIJVING BESTEMD VOOR MOLYKOTE BR2 vet Centreerbus van de omvormer SU1 OMSCHRIJVING MOLYKOTE BR2 vet Loctite FRENBLOC Loctite FRENETANCH BESTEMD VOOR Spiebanen tussenas van de aandrijfas Centreerbus van de omvormer Bouten van de koppelomvormer Carter van hydraulisch blok Systematisch te vervangen onderdelen Onderdelen die na uitbouwen altijd moeten worden vervangen: zelfborgende moeren, afdichtingen, rubber afdichtringen, de bouten van de koppelomvormer. 23-4

AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Olie DP0 De automatische transmissie DP0 heeft levenslange smering, die onderhoudsvrij is. Vul alleen olie bij als u geringe lekkage waarneemt. Voorgeschreven olie: ELF RENAULTMATIC D3 SYN (te bestellen bij ELF) Norm DEXRON III. Inhoud in liters Transmissie Totaal volume 6 SU1 Het oliepeil moet iedere 10 000 km worden gecontroleerd bij een lichte olielekkage. Vul alleen olie bij als u geringe lekkage waarneemt. Speciale olie met norm DEXRON 2 E Inhoud in liters Transmissie Totaal volume 7,6 * De inhouden worden ter indicatie gegeven. Zij kunnen variëren afhankelijk van de temperatuur. 23-5

DP0 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Olie aftappen AANTREKKOPPELS (in dan.m) Aftapplug 2,5 Overstroompijpje voor peilcontrole 3,5 Bijzonderheden De plug heeft twee functies: aftappen via plug (A), peilcontrole via overstroompijpje (B). AFTAPPEN Tap de automatische transmissie af als deze warm is (60 C maximum), om zo veel mogelijk vuil mee uit te spoelen. Verwijder de plug (A) om de olie af te tappen. 23-6

SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Olie aftappen 23 AFTAPPEN Aftappen gebeurt door de olie op te zuigen via de buis van de peilstaaf (D). 23-7

DP0 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Vullen - Peilen VULLEN Vullen geschiedt via het gat (D). 8 - Sluit de peilcontroleplug. Gebruik een trechter met filter 15/100 zodat er geen vuil in de transmissie komt. VULMETHODE 1 - Zorg dat de auto horizontaal staat. 2 - Vul de automatische transmissie met 3,5 liter nieuwe olie. 3 - Laat de motor stationair draaien. 4 - Sluit het diagnoseapparaat aan en begin de communicatie met de rekeneenheid van de transmissie. 5 - Controleer de parameter van de transmissieolietemperatuur. 6 - Als de temperatuur 60 C ± 1 C is geworden, opent u de peilcontroleplug. 7 - Houd een bakje om minstens 0,1 liter olie op te vangen en wacht tot de olie druppelt. METHODE VOOR ALLEEN HET CONTROLEREN VAN HET PEIL De controle van het peil mag UITSLUITEND op de volgende manier gebeuren: 1 - Zorg dat de auto horizontaal staat. 2 - Vul de automatische transmissie met 0,5 liter nieuwe olie. 3 - Laat de motor stationair draaien. Voer de hiervoor beschreven handelingen 4, 5 en 6 uit. Als er geen of minder dan 0,1 liter naar buiten komt: zet u de motor af, voegt u 0,5 liter olie toe, en laat u de transmissie afkoelen tot 50 C waarna u de handelingen 3-4-5-6 herhaalt. BELANGRIJK: als u de transmissieolie vervangt, moet u de olieverouderingsklok (in de rekeneenheid) op nul zetten. Voer de verversingsdatum in via het commando "Schrijven verversingsdatum bakolie" (NXR). 23-8

SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Vullen - Peilen 23 Vullen geschiedt via de buis (D). N.B.: de peilstaaf heeft een indicatie op 40 C, dit mag alleen gebruikt worden bij een controle en een bijvullen bij draaiende motor, en het moet bevestigd worden met het diagnoseapparaat. G = zone van het maximumpeil Gebruik een trechter met filter 15/100 zodat er geen vuil in de transmissie komt. De controle van het peil mag UITSLUITEND op de volgende manier gebeuren: 1 - Zorg dat de auto horizontaal staat. 2 - Vul de automatische transmissie met dezelfde hoeveelheid olie als is afgetapt, om de olie voorlopig op peil te brengen (ongeveer 3,3 liter). BELANGRIJK: als u de transmissieolie vervangt, moet u de olieverouderingsklok (in de rekeneenheid) op nul zetten. Voer de verversingsdatum in via het commando "Schrijven verversingsdatum bakolie" (diagnoseapparaat). 3 - Laat de motor stationair draaien. 4 - Sluit het diagnoseapparaat aan en begin de communicatie met de rekeneenheid van de transmissie. 5 - Als de temperatuur 80 C ± 1 C is geworden, verwijdert u de peilstaaf, het peil moet liggen in de zone van de twee bovenste merktekens (G) (hoogte 80 C). Als dit niet zo is, voegt u olie toe bij draaiende motor (let op dat de controle absoluut plaatsvindt bij 80 C en controleer het peil opnieuw). 23-9

AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Controle van het kritisch toerental van de omvormer Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. Zet de brug zo ver omhoog dat de voorwielen een paar centimeter van de grond zijn. Sluit het diagnoseapparaat aan: Communiceer met de rekeneenheid van de automatische transmissie. Controleer de parameter van de transmissieolietemperatuur. Voer de controle uit bij en olietemperatuur tussen 60 C en 80 C. Start de motor en zet de selecteurhendel in D. Controleer de parameter motortoerental: Communiceer met de rekeneenheid van de automatische transmissie Houd het rempedaal ingedrukt en geef vol gas. De voorwielen mogen niet draaien. LET OP: het vol gas mag niet langer duren dan 5 secondes. Daarna is er kans op ernstige schade in de omvormer of de automatische transmissie. BELANGRIJK: laat na de meting het gaspedaal los en houd het rempedaal ingedrukt tot de motor weer normaal stationair draait (kans op beschadiging van de automatische transmissie als u dit niet doet). Het toerental van de motor moet stabiliseren op: K4M 711 2400 ± 150 tr/min. F4P 711 2300 ± 150 tr/min. L7X 731 2820 ± 150 tr/min. Als het kritische toerental buiten de tolerantie ligt moet de omvormer worden vervangen. OPMERKING: een te laag kritisch toerental kan wijzen op een gebrek aan motorvermogen. 23-10

DP0 123 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Hydraulisch blok ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP B. Vi. 1462 Afstelschroef voor het kogelveerblad AANTREKKOPPELS (in dan.m) Maak de rekeneenheid van het inspuitsysteem met zijn steun vrij. Bevestigingsbouten deksel 1 Bevestigingsbout hydraulisch blok 0,75 UITBOUWEN Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. Maak de massakabel van de accu los. Verwijder de beschermplaat onder de motor. Tap de automatische transmissie af (zie de betreffende paragraaf). Bouw uit: de accu (1), de zekeringendoos (2), de rekeneenheid van de automatische transmissie (3), de accusteun (4), Verwijder de bout van de steun van de stuurbekrachtigingsleiding (5). 23-11

DP0 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Hydraulisch blok 23 de vier bevestigingsbouten (A) van het deksel van het hydraulisch blok (vang uitstromende olie op), Maak de stekkers los van de elektrokleppen en bouw het hydraulisch blok uit. de zeven bevestigingsbouten van het hydraulisch blok. 23-12

DP0 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Hydraulisch blok 23 INBOUWEN Breng het hydraulisch blok op zijn plaats en sluit de stekkers van de elektrokleppen aan. Monteer de bevestigingsbouten van het hydraulisch blok zoals hieronder is aangegeven: Plaats het blok en centreer het met de bouten (4) en (5). breng de andere bouten op hun plaats, Zet de bouten in de volgorde 1-2 - 3-4 - 5-6 - 7 vast met 0,75 dan.m. Plaats het kogelveerblad met de rol (A) in de uitsparing van sector (B) die overeenkomt met 1 e handbediend. AFSTELLEN VAN HET KOGELVEERBLAD Houd de arm van de meerstandenschakelaar met behulp van een plastic klembandje en een bout in het transmissiehuis in de uiterste stand (1 e handbediend). Verwijder de bout (C). Plaats het gereedschap B.Vi. 1462 op de plaats van bout (C). Houd het veerblad tegen en schroef het gereedschap geheel in. Zet bout (D) vast met het voorgeschreven koppel. Verwijder het gereedschap, monteer de bout (C) en zet hem vast met het voorgeschreven koppel. Indien het hydraulisch blok is vervangen, moet u de zelflerende waarden op nul terugzetten evenals de olieverouderingsteller in de rekeneenheid van de automatische transmissie met behulp van het diagnoseapparaat. 23-13

SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Hydraulisch blok 23 AANTREKKOPPELS (in dan.m) Bevestigingsbouten deksel 1,2 Bevestigingsbout hydraulisch blok 1 Bevestigingsbout van de oliepeilstaaf 0,5 Bouw uit: de accu, de zekeringendoos, de rekeneenheid van de automatische transmissie, de accusteun. UITBOUWEN Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. Maak de massakabel van de accu los. Verwijder de beschermplaat onder de motor. Zuig de automatische transmissie leeg via de buis van de peilstaaf (D) (zie de betreffende paragraaf). Maak vrij: de rekeneenheid van het inspuitsysteem, de bak van de rekeneenheid van het inspuitsysteem. 23-14

SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Hydraulisch blok 23 Maak de stekkers los van de kabelbundel (1), Bouw uit: de steun van de kabelgoot (2) en maak deze vrij, de beschermplaat onder de motor, de oliepeilstaaf (3). Maak de stekker los van de afgedichte doorvoer (G) en maak deze vrij. Bouw uit: de zes bouten (5) van het hydraulisch blok, Plaats een schone bak onder de automatische transmissie om de olie in op te vangen. Verwijder het carter (4) van het hydraulisch blok, door het met een extra platte beitel los te tikken (zonder de contactvlakken te beschadigen). 23-15

SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Hydraulisch blok 23 het hydraulisch blok door het iets te kantelen zodat het vrij komt van de selecteurbediening (H) van de automatische transmissie, INBOUWEN Reinig de afdichtvlakken op de automatische transmissie en zorg er daarbij voor dat de oppervlakken niet beschadigen. Reinig de afdichtvlakken van het carter van het hydraulisch blok. Reinig de bouten van het hydraulisch blok, waarbij u alle resten van oude borglijm moet verwijderen. Vervang alle afdichtingen (J). Ga verder te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen. Draai de bouten van het hydraulisch blok op hun plaats en zet ze vast met het voorgeschreven aantrekkoppel. LET OP: de bouten hebben verschillende lengtes. de twee afdichtingen (J), let op dat er absoluut geen vuil binnendringt in de automatische transmissie. 23-16

SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Hydraulisch blok 23 Reinig de afdichtvlakken van het carter van de automatische transmissie. Breng een lijntje LOCTITE FRENETANCH aan met een dikte van ongeveer 3 mm. Breng een druppel LOCTITE FRENETANCH aan op de bouten van het carter van het hydraulisch blok en zet ze in de hieronder aangegeven volgorde vast met het voorgeschreven aantrekkoppel. Vervang de afdichting van de olieleiding als deze beschadigd is. Vul de automatische transmissie op de voorgeschreven wijze met olie (zie de betreffende paragraaf). 23-17

DP0 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Uitbouwen - inbouwen ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 1453 Motorsteungereedschap T. Av. 476 Kogeltrekker ONMISBAAR MATERIAAL Orgaansteun AANTREKKOPPELS (in dan.m) Wielbouten 10,5 Kolombouten remklauw 0,7 Moer spoorstangkogel 3,7 Moer fuseekogel 11 Bout schokdemperpoot 18 Moer pendelsteun op carrosserie 4,5 Bouten pendelsteun op versnellingsbak 6,2 Bouten subframetrekstangen 4,4 Bouten langsbalk links voor 4,4 Bouten koppel-reactiestang 10,5 Startmotorbouten 4,4 Bouten rondom bak 4,4 Vulplug 0,17 Aftapplug 2,2 Tapeinden rondom bak 0,5 Meeneemplaat op koppelomvormer 3,5 Motor F4P / K4M Bouw uit: de accu, de zekeringendoos, de rekeneenheid van de automatische transmissie, de accusteun, de kabelbundel van de accusteun, de luchtslang, de luchtinlaatgeluiddemper, het opname element vliegwiel, de rekeneenheid van de automatische transmissie. UITBOUWEN Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. Maak de massakabel van de accu los. Bouw uit: de voorwielen, de sierkappen. 23-18

DP0 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Uitbouwen - inbouwen 23 Maak de rekeneenheid van het inspuitsysteem met zijn steun vrij. Maak los: het kogeldraaipunt (1) van de kabel van de meerstandenschakelaar, de kabel (2) van de meerstandenschakelaar door de kabelstop te ontgrendelen. N.B.: kom hierbij niet aan de oranje ring. Deze kan bij het uit- en inbouwen breken. In dit geval vervangt u niet de bedieningskabel, de afwezigheid van dit onderdeel heeft geen nadelige invloed op de werking van het systeem. Plaats afknijpklemmen op de slangen en maak de oliekoeler los. Maak de kabelbundel los van de bak. Bouw uit: het opname element vliegwiel, - de beschermplaat onder de motor, de spatplaten in de wielkuipen, de aandrijfassen links en rechts, de startmotor, de koppelreactiestang. Maak los: de modulaire stekker (3) door de schuif vrij te maken op de stekker, de stekker van het opname-element snelheid. BELANGRIJK: bescherm de stekker door er een waterdichte plastic zak overheen te schuiven. 23-19

DP0 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Uitbouwen - inbouwen 23 de trekstangen links en de dwarse trekstang (1), de bouten (2) van de aluminium langsbalk. Plaats het motorsteungereedschap Mot. 1453. Draai de krukas rechtsom zodat u bij de drie bevestigingsmoeren meeneemplaat/omvormer kunt komen en verwijder deze moeren. Maak de kabelbundels los. Verwijder de bevestiging van de steun van de stuurbekrachtigingsleiding (3). Bouw uit: de bouten en de bovenste tapeinden rondom de bak, de baksteun. Kantel de motor met de automatische transmissie zo ver mogelijk naar beneden. LET OP: pas op dat de aircocompressor niet beschadigt. Plaats de orgaansteun. Verwijder de bouten en de onderste tapeinden rondom de bak. Maak de automatische transmissie los van de motor, let op dat de koppelomvormer niet losraakt. 23-20

DP0 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Uitbouwen - inbouwen 23 Houd de koppelomvormer met een stuk touw op zijn plaats. INBOUWEN DE MOEREN VAN DE KOPPELOMVORMER EN DE MOEREN VAN HET VLIEGWIEL MOGEN NIET OPNIEUW WORDEN GEBRUIKT, NA HET UITBOUWEN VAN HET VLIEGWIEL MOET U ALTIJD NIEUWE MOEREN MONTEREN. Voor het inbouwen gelden geen bijzonderheden: ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen. CONTROLEER DE AANWEZIGHEID VAN DE CENTREERBUSJES. Vul de transmissie met de voorgeschreven soort en hoeveelheid olie en controleer het peil op de voorgeschreven wijze (zie de betreffende paragraaf). Indien de olie is vervangen, moet u de zelflerende waarden op nul terugzetten evenals de olieverouderingsteller in de rekeneenheid van de automatische transmissie met behulp van het diagnoseapparaat. 23-21

SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Uitbouwen - inbouwen 23 ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 1453 Motorsteungereedschap T. Av. 476 Kogeltrekker ONMISBAAR MATERIAAL Orgaansteun AANTREKKOPPELS (in dan.m) Wielbouten 10,5 Kolombouten remklauw 0,7 Moer spoorstangkogel 3,7 Moer fuseekogel 11 Bout schokdemperpoot 18 Moer pendelsteun op carrosserie 4,5 Bout pendelsteun op bak 6,2 Bouten langsbalk links voor 4,4 Bouten koppel-reactiestang/subframe 10,5 Bouten koppel-reactiestang/motor 18 Bevestigingsbouten rondom de bak 4,4 Startmotorbouten 4,4 Tapeinden rondom transmissie 0,5 Meeneemplaat op koppelomvormer 3,5 Subframe 10,5 Bout kruisstukje stuurkolom 2,5 Maak de rekeneenheid van het inspuitsysteem met zijn steun vrij. UITBOUWEN Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. Maak de massakabel van de accu los. Bouw uit: de voorwielen, de sierkappen. de accu (A), de zekeringendoos (B), de rekeneenheid van de automatische transmissie, de accubak (C). de kabelbundel van de accusteun, de luchtinlaatslang op de doorstroommeter, de luchtkamer en de doorstroommeter (D). 23-22

SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Uitbouwen - inbouwen 23 Maak los: het kogeldraaipunt (1) van de kabel van de meerstandenschakelaar, de kabel (2) van de meerstandenschakelaar door de kabelstop te ontgrendelen. N.B.: kom hierbij niet aan de oranje ring. Deze kan bij het uit- en inbouwen breken. In dit geval vervangt u niet de bedieningskabel, de afwezigheid van dit onderdeel heeft geen nadelige invloed op de werking van het systeem. Plaats afknijpklemmen op de slangen en maak de oliekoeler los. Maak de kabelbundel los van de bak. Bouw uit: het opname element vliegwiel, - de beschermplaat onder de motor, de spatplaten in de wielkuipen, de aandrijfassen links en rechts, de koppel-reactiestang (5), de trekstangen links (6), de aluminium langsbalk (7). Maak los: de stekker van het opname element ingaand toerental (3), de stekker van het opname element uitgaand toerental (4). 23-23

SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Uitbouwen - inbouwen 23 Bouw het subframe uit (zie hoofdstuk 31). Maak de kabelbundel los van de automatische transmissie (1). Bouw uit: het inlaatspruitstuk, 18668 de stekkers van de lambda sonde op de voorste cilinderkop, het kleppendeksel van de uitlaatnokkenas van de voorste cilinderkop, Verwijder de beschermplaat van de koppelomvormer. 19117 19122-1 de stekker van de lambda sonde op de achterste cilinderkop, het kleppendeksel van de inlaat- en de uitlaatnokkenas van de achterste cilinderkop, de bobine van de 1 e cilinder van de achterste cilinderkop bij het vliegwiel. Draai de krukas rechtsom zodat u bij de zes verbindingsbouten meeneemplaat/omvormer kunt komen en verwijder deze bouten. 23-24

SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Uitbouwen - inbouwen 23 Verplaats het hijsoog (A) van de distributiezijde op de voorste cilinderkop naar de vliegwielzijde van de achterste cilinderkop. 19168 Plaats het motorsteungereedschap Mot. 1453. 19117 Bouw uit: de bouten en de bovenste tapeinden rondom de bak, de baksteun. Kantel de motor met de automatische transmissie zo ver mogelijk naar beneden. LET OP: pas op dat de aircocompressor niet beschadigt. Plaats de orgaansteun. Verwijder de bouten en de onderste tapeinden rondom de bak. Maak de automatische transmissie los van de motor, let op dat de koppelomvormer niet losraakt. 23-25

SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Uitbouwen - inbouwen 23 INBOUWEN Zet selecteur in de auto en op de transmissie in stand N. Ga bij het inbouwen te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen. Bijzonderheden: Controleer of de meeneemplaat niet is beschadigd (toegestane slingering 0,2 mm). Controleer de aanwezigheid van de centreerbusjes (F). De zes bouten van de koppelomvormer moeten altijd worden vervangen en met het voorgeschreven aantrekkoppel vastgezet. Borg de zes bevestigingsbouten met Loctite Frenbloc. Plaats de meeneemplaat met behulp van een dopsleutel op de krukaspoelie. Houd u aan de aantrekvolgorde van de bevestigingsbouten van de baksteun (zie hoofdstuk 19 "Pendelophanging"). Smeer de centrering van de koppelomvormer in de krukas met MOLYKOTE BR2-vet. BELANGRIJK: controleer met behulp van een meetlat en een rei of de koppelomvormer goed op de automatische transmissie is gemonteerd. Controleer of de afstand (X) tussen de hiel en de rei ongeveer 18 mm is en dat de contactvlakken schoon zijn. 19232 23-26

SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Uitbouwen - inbouwen 23 N.B.: let op bij het plaatsen van de aandrijfassen, dat u deze goed recht geleid zodat de differentieelkeerringen niet beschadigen. ZET ALLE BOUTEN EN MOEREN VAST MET DE VOORGESCHREVEN AANTREKKOPPELS. Controleer de bedieningskabel en stel hem indien nodig af (zie de betreffende paragraaf). Indien de olie is vervangen, moet u de zelflerende waarden op nul terugzetten evenals de olieverouderingsteller in de rekeneenheid van de automatische transmissie met behulp van het diagnoseapparaat. 23-27

AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Meeneemplaat ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 582 Blokkeersector ONMISBAAR MATERIAAL Motorsteungereedschap AANTREKKOPPELS (in dan.m of/en ) Bouten meeneemplaat 4,5 + 50 ± 5 Hiervoor moet de automatische transmissie zijn uitgebouwd (zie de betreffende paragraaf). UITBOUWEN Breng de steun Mot. 582 op zijn plaats. Bouw uit: de tien bouten (V), de meeneemplaat. INBOUWEN Plaats de meeneemplaat, let op de juiste stand ten opzichte van de centreerpen (3). N.B.: breng LOCTITE FRENBLOC aan op de schroefdraad voordat u de bouten monteert. Plaats de bouten op de meeneemplaat en zet de vast met het voorgeschreven aantrekkoppel (hoekverdraaiing). Blokkeer de meeneemplaat met het gereedschap Mot. 582. ZET ALLE BOUTEN EN MOEREN VAST MET DE VOORGESCHREVEN AANTREKKOPPELS. De maximaal toegestane slingering van de meeneemplaat is 0,2 mm. 23-28

AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Differentieelkeerring ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP B. Vi. 1400-02 Montagegereedschap differentieelkeerring op SU1 B. Vi. 1459 Montagegereedschap differentieelkeerring rechts op DP0 B. Vi. 1460 Montagegereedschap differentieelkeerring links op DP0 AANTREKKOPPELS (in dan.m) Kolombouten remklauw 0,7 Moer fuseekogel 11 Bout schokdemperpoot 18 Wielbouten 10,5 Moer spoorstangkogel 3,7 Aftapplug 2,2 SU1 Aftappen gebeurt door de olie op te zuigen via de buis van de peilstaaf (D). Voor het vervangen van een differentieelkeerring moet u de halve voortrein aan de betreffende kant uitbouwen. UITBOUWEN Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. Maak de massakabel van de accu los. Tap de automatische transmissie af (zie de betreffende paragraaf). DP0 Verwijder de plug (A) om de olie af te tappen. Verwijder de defecte differentieelkeerring met behulp van een schroevendraaier of een haakje, zonder het raakvlakken te beschadigen. Let op dat de veer van de keerring niet in de automatische transmissie valt. 23-29

AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Differentieelkeerring 23 INBOUWEN Automatische transmissie DP0 Monteer de keerring met stempel B. Vi. 1459 of B. Vi. 1460. Automatische transmissie SU1 Monteer de keerring met stempel B. Vi. 1400-02. Geleid het geheel tot de stempel aanligt tegen het huis van de automatische transmissie. Ga bij het inbouwen te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen. ZET ALLE BOUTEN EN MOEREN VAST MET DE VOORGESCHREVEN AANTREKKOPPELS. Vul de transmissie met de voorgeschreven soort en hoeveelheid olie en controleer het peil op de voorgeschreven wijze (zie de betreffende paragraaf). 23-30

DP0 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Keerring van de koppelomvormer ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP B. Vi. 1457 Montagestempel voor de omvormerkeerring Mot. 587 Keerringtrekker Voor het uitbouwen van de keerring van de koppelomvormer moeten de automatische transmissie en de koppelomvormer zijn uitgebouwd (zie de betreffende paragraaf). UITBOUWEN Bouw de koppelomvormer uit door het zoveel mogelijk in de richting van de as van de transmissie te trekken. Let op: de omvormer bevat een aanzienlijke hoeveelheid olie die bij het uitbouwen eruit kan stromen. Met behulp van Mot. 587 verwijdert u de keerring, let op dat de raakvlakken niet beschadigen. INBOUWEN Dit moet bijzonder zorgvuldig gebeuren. Smeer alle raakvlakken met olie. Monteer de nieuwe (geoliede) keerring met behulp van gereedschap B. Vi. 1457 tot hij stuit. Controleer de correcte stand van de koppelomvormer. 23-31

SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Keerring van de koppelomvormer 23 ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP B. Vi. 465 Trekker voor de keerring van de koppelomvormer (uit set B. Vi. 1400-01) B. Vi. 1402 Centreergereedschap voor de bus van de koppelomvormer (uit set B. Vi. 1400-01) Hiervoor moet de automatische transmissie zijn uitgebouwd. UITBOUWEN Bouw uit: de koppelomvormer, de keerring (A) met behulp van het gereedschap B. Vi. 465, met de bus gemerkt nr. 1, door hem recht naar binnen te schuiven, ongeveer een halve slag vast te draaien en trek de keerring naar buiten door de trekkerbout geleidelijk vast te draaien. INBOUWEN Bij het monteren van de (geoliede) keerring gebruikt u het gereedschap B. Vi. 1402, let op dat er bij het monteren geen vuil binnendringt. BELANGRIJK: LET OP dat u ook de veer van de keerring verwijdert. Smeer de groef van de koppelomvormer bij het monteren ervan met automatische transmissieolie. Controleer met een meetlat of de afstand X ongeveer 18 mm is. 23-32

SU1 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Keerring van de selecteuras ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP B. Vi. 1401 Geleidehuls Hiervoor moet de meerstandenschakelaar zijn uitgebouwd (zie de betreffende paragraaf). INBOUWEN Monteer de keerring (gesmeerd met automatische transmissieolie). Steek het gereedschap B. Vi. 1401 naar binnen en tik er zachtjes met een rubber hamer tegen tot het stuit. UITBOUWEN Verwijder de keerring (A) van de selecteuras met behulp van een schroevendraaiertje zonder de as of het draagvlak van de keerring te beschadigen. 23-33

DP0 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Aansluiting werkdruk De aansluiting voor het meten van de werkdruk bevindt zich naast het opname element werkdruk. Verwijder de bout (V) en monteer het gereedschap B. Vi. 466.06. 23-34

DP0 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 23 Meerstandenschakelaar AANTREKKOPPELS (in dan.m) Bevestigingsbouten meerstandenschakelaar 1 Bevestigingsmoer van de hefboom 1 Maak de modulaire stekker (4) los door de schuif vrij te maken op de stekker, Bouw uit: de drie bevestigingsbouten (5) van de steunplaat van de modulaire stekker, UITBOUWEN Schakel in stand D. Bouw het luchtfilter en de doorstroommeter uit. Maak los: het kogeldraaipunt (1) van de kabel van de meerstandenschakelaar. de kabel (2) van de meerstandenschakelaar door de kabelstop te ontgrendelen. Verwijder de hefboom en de twee bevestigingsbouten (3) van de meerstandenschakelaar. de twee bevestigingsbouten van de steunplaat van de modulaire stekker en trek de groene stekker los van de meerstandenschakelaar (12-polig). INBOUWEN Zet de meerstandenschakelaar in stand D. Sluit de stekker van de meerstandenschakelaar weer aan. 23-35